Skip to main content

Full text of "Algemeene kerkelijke geschiedenis der christenen"

See other formats


•  «■    "^  .■ 


.V»..  ■»...     ••    •■  'a'  ••.f,.T-v'»- '..••••  v  ,  .;■.'•.  ••-        •  ■  .   ■  •• 


't'  ^•* 

^•.-  .•■■-.       .  .»  .    •*• 


•i    •"■(■' 


_...••■  >v  ::.  .  ■■*■■■ 


._:..^  :.-v-7t^-;r.:.^^^;,^;^ 


•■::t..v  >;-  ■ 


.    ■    ■  > ,  .   .     *.•.■'»■.  ••♦■■.  ..-•■•  ••■'*  '.  •  ■  • 

.  •  '•;      .-•  •      ••   •.  .•••.'    vm' .v=' •■••■•;  V"  '  •  ••"  : 


i'% 


••  .       • 


J 


Presented  to  the 

LIBRARY  of  the 

UNTVERSITY  OF  TORONTO 

by  the 

INSTITUTE  FOR 

CHRISTIAN  STUDIES 


,  fOR  CKSiSr»» 


<^ 


#  i)IS?'Ar^-^0 


'/  ONTARIO,  ' 


é 


ALGEMEENE 
KERKELIJKE 

GESCHIEDENIS, 


DER 


CHRISTENEN. 


A     LGEMEENE 
KERKELIJKE 

GESCHIEDENIS, 


DER 


CHRISTENEN, 


DOOR. 


IJSBRAND   VAN   HAMELS  VELD, 

VIJFTIENDE      DE  E  ::^. 

^>  dUA    ...  'I 


MET       PLAATEN.    ^   ^. 


^'■ 


TE    HAARLEM     BIJ 

FRANgOIS     BOHN, 

MDCCCVIU 


INHOUD 


VAN     HET 


VIJFTIENDE     DEEL. 


VIJFDE      BOEK. 

Bevattende  het  vijfde  tijdperk;  van  den  tijd  der  kruistog- 
ten  ,  of  het  Pausfchap  van  gregorius  VII,  in  de 
elfde  eeuw,  tot  de  Kerkhervorming  in  het  begin  der 
zestiende  eeuw. 

EERSTE      HOOFDSTUK. 

Korte  Schets  der  VVereldgebeurtenisfen   in   dit 
Tijdvak.  .  .         .         ...     Bladz.      z, 

TWEEDE      HOOFDSTUK. 

Toeftand  der  zeden.    Staat  der  geleerdheid, 
kunsten  en  wetenfchappen.  .  ,  ai, 

DER- 


n  INHOUD. 

deb.de    hoofdstuk. 

Uitbreiding  van  het  Christendom.  Onder 
de  Muhammedanen.  Kruisvaarten.  Ridder- 
ordens.  Bekeering  van  Heidenfche  Volken. 
Pogingen,  om  de  Jooden  te  bekeeren.  Bladz.  257. 


^ 


KER- 


K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

GESCHIEDENIS. 

VIJFDEBOEK. 

BEVATTENDE     HET     VIJFDE     TYDPERK ;     VAN     DEN 
TIJD   DER    KRUISTOGTEN,    OF  HET   PAUSSCHAP 
VAN  GREGORIUS  VII,  IN  DE  ELFDE  EEUW, 
TOT  DE  KERKHERVORMING  IN  HET  BE- 
GIN  DER    ZESTIENDE   EEUW. 

EERSTE     HOOFDSTUK. 

Korte  Schets  der  Wereldgeheurtetjisfen  in  dit  Tijdvake 

XXet  Duitfche  Keizerrijk  had  in  het  begin  van  dit      V 
Tijdperk  ,  aan  het  hoofd  den  Keizer  hendrik  IV ,     ^^^^ 
uit    den  Frankifchen   Stam  ,   die  in   het  jaar   1056  HoofdfT. 
nog  een  kind ,   niet   meer   dan   zes  jaren  oud ,   zijn'  na  C.  G . 
Vader   hendrik   III  was    opgevolgd  (*)•    De  xt-iJ^'^^^' 
gering  van  hendrik  was  van    langen   duur,  tot  in  ^.i.    .  ■ 
het  jaar  1106 ,  maar  vol  onrust,  door  zijne  twisten  ^^"^^  ^^^ 
met  den  Paus   gregorius    VU,   welke  twisten  terjandon-" 
naauwernood  in  het  jaar   11 22  onder  Hendrik  V  derHEN- 
cen  einde  namen.  ^"^^  ^^ 

Na 
(*)  Zie  Deeimil.  BJadz.  4. 

XV.  Deei..  A 


/ 

i  KERKELIJKE 

V  Na  HENDRIK  V,  in  wien    het   Frankifche   Stan> 

^^"^^  huis  eindigde,  beklom  een  Hertog-  van  Saxen  ^  lo- 
Hoofdfl.  THARius,  de  Tweede  van  dien  naam,  den  Keizer- 
na  C.  G.  lijken  troon ,  op  welken  hij  zich  echter  met  geweld 
'Iqj'^j^j'*  van  wapenen  moest  handhaven.  Naardien  hij  zon- 
■ der  kinderen    overleed,  verkozen    de   Dnhfchers  in 

enV.Kei-j^g^  jaar  ii^ö  koenraad  III,  uit  het  Adelijk  Zwa- 
zsrsiiic  i  yj  j  j 

den  Fran- -^/.yc^   gedacht    van   Hohenftauffen  ^   tot   Keizer,    in 
kifchea     vvicns  tijd  de  verdeeldheden  tusfchen    de  GihelUnen^ 
gelijk  de  aanhangers  des  Keizers  ,  en  de  Weïfen ,  of  de 
uit  den     Scikfen  en  Beyerfchen ,  gelijk  's  Keizers  tegenftrevers 

Zvvr.bi-     senoemd  werden,   een   begin   namen.    Deze   Keizer 

r  1 

cVT        deed  in  perfoon  eenen   kruistogt    naar   het   Oosten, 

KOEN-       van  waar  hij ,  zonder  iet  wezenlijks  verrigt  te  heb- 
RAAD  III.  i^gj^ ^  terug  keerde,  en  in  het  jaar  1152  overleed. 
FREDERiK      ZiJH   opvolget    was   FREDERiK  I ,    mct  dcn    bij- 
^*  naam  ^ïinobarbus  ,  of  barbarossa  ,   Roodhaar d^ 

een  dapper  en  ondernemend  Vorst,  en  een  voor- 
ftander  der  wetenfchappen  en  kunften.  Om  een 
einde,  indien  mogelijk,  van  de  binn^nlandfche  on- 
lusten in  Duitschïand  te  maken,  herftelde  hij  hen- 
duik  ,  den  Leeuw  bijgenaamd  ,  in  zijn  Vaderlijk 
Hertogdom  Beyeren ,  en  fchonk  aan  hendrik  van 
Oosfefiryk,  het  landfchap  van  dien  naam  met  den 
titel  van  Hertogdom,  in  het  jaar  11 56.  Hij  was 
tot  vijfmalen  toe  genoodzaakt ,  krijgstogten  naar  Ita- 
lië te  doen,  om  daar  zijn  gezag  tegen  de  Paufen 
en  hunnen  aanhang  te  handhaven,  zonder  zijn  oog- 
merk ten  vollen  te  kunnen  bereiken.  In  den  hoo- 
gen  ouderdom  van  bijna  70  jaren,  trok  hij  naar  het 
Oosten  op  eene  kruisvaart,  en  ftieif  op   dezelve  in 

her 


GESCHIEDENIS.  5 

het   jaar    1190  ,   aan  eene  verkoudheid  ,  welke  hij       v 

zicii,  door  het  baden   in  eene  rivier,  op  den  hals     ^°^* 

gehaald  had.  jjo^^^^f^^ 

Zijn  Zoon   hendrik  VI  volgde  den  Vader  op,  na  C,  G. 

deze  bragt,  door  zijn  huwelijk  met  konstantia,  j!^^'^*^^^* 

COC  45  *  7* 
Dochter  van  rogier.  Koning  van   Sici/ië ,  dat  Ei-  

land  aan  zijn  huis,  maar  als  hij  in  het  jaar   1197,^'^^^^^'' 

niet  zonder  vermoeden  van   vergif,   overleed,   enkel 

eenen  Zoon ,     frederik  ,  een  kind  van  viir  jaren , 

nalatende,  gingen  Rome   en  verfcheidene  landfchap- 

pen,    door    de    flaatkunde   ópt  Paufen,  voor  altijd 

voor  het  Dititfche  Keizerrijk  verloren. 

Zelfs  was  Duitschland  inwendig  verdeeld ,  alzoo  filips  en 
de  meeste  Vorsten   filips.  Broeder  van  hendrik  °'^^°  ^^• 
VI,  verkoren,  terwijl  anderen,  voornamelijk  de  Bis- 
fchoppen  en  Abten  ,  otto  IV ,  Zoon  van  hendrik 
den  Leeuw y  als  Keizer  erkenden,  waar  uit  een  bur- 
gerkrijg  ontftond ,  die  volkomen  tien  jaren ,  met  ver- 
woesting van  landen  en   fleden,   duurde;   toen  fi- 
lips   in  het   jaar   iao8  vermoord  werd,    waar  na 
OTTO  IV  alleen  regeerde;  maar  als  deze  ondernam, 
de  rcgten  des  Keizers  op   de   Italiaan fche  landen  te 
doen  gelden,  werd  hij  door  den  Paus  in   den   ban 
gedaan,  en  door  deszelfs  bewerking,   frederik  II, 
Zoon  van  hendrik   VI,  tegen  hem  verkoren,   die 
hem    ook,  bij  zijne   dood,  in  het  jaar   1218  op- 
volgde. 

Deze  frederik  II  was  een  Vorst ,  die  met  moed  frederis 
en  beleid  regeerde ,  en  vele  begaafdheden  bezat ,  een  ^^• 
bevorderaar    der    geleerdheid ,    en    een    voorftander 
van  verdraagzaamheid  in  het  godsdienftige;  maar  die' 
A  d  oa« 


4  KERKELIJKE 

V  onophoudelijk  te  vvordelen  had  met  de  heersclizucht 
BOEK  ^Qj.  paufen,  welke  hem  door  menigvuldige  oorlogen 
Hoofdft.  het  leven  verdrietig  maakten,  en  zelfs  zijnen  Zoon 
m  C.  G.  HENDRIK  tegen  den  Vader  ophitften.  frederik 
J^j"°^^*  verdedigde  zich  moedig,  niet  alleen  met  de  wape- 
;  nen,  maar  ook  in  gefchriften,   waar  toe  hij  bijzon- 

der zich  van  de  geleerdheid  van  petrus  de  Fineis y 
eenen  zijner  Staatsdienaren ,  bediende ;    in  zijnen  tijd 
begon  men  in  Duitschland  van  de  Duitfche  taal  in 
ftaatsdukken  gebruik  te  maken. 
Hanfe-  Dewijl,  door  de   menigvuldige  oorlogen,  de  eu- 

verbond,  yeif^oed  der  edelen  i^  Duitschland  zoo  hoog  gere- 
zen ,  en  de  verwarringen ,  in  weerwil  van  frederiks 
pogingen,  om  de  rust  en  veiligheid  door  het  oprig- 
ten  van  een  Hofgerigt  te  verzekeren,  zoo  zeer  toe- 
genomen waren,  dat  bijzondere  Edellieden  uit  hun- 
ne Sloten  en  Kasteelen,  als  openbare  Roovers,  alles 
onveilig  maakten,  lloten.  onder  frederiks  regering 
in  het  jaar  1241  de  (leden  Luhek  en  Hamburg  een 
verbond,  tot  befcherming  van  hunnen  koophandel^ 
hetwelk  de  grondflag  was  der  Duitfche  Hanfe  ^  of 
het  verbond  van  koophandel ,  hetwelk ,  door  de 
toetreding  van  meer  kooplieden  in  en  buiten  Duitsch' 
land^  eerlang  zelfs  voor  Koningen  ontzagbaar  werd. 
KOEN-  Met  de  regering  van  koenraad   IV,   Zoon  van 

lAAD  IV.  pj^gpgj^jj^  II,  die  in  het  jaar  1254.  eindigde,  nam 
de  Zwahifche  Stam  der  Keizeren  tevens  een  einde; 
en  werd  gevolgd  door  eene  regeringloosheid  of  Tm* 
fchenrijk  van  meer  dan  20  jaren ,  vol  wanorden  en 
aanhoudende  burgeroorlogen;  gedurende  dezen  tijd 
werd  wel  d©  een  en  ander,  willem,   Graaf  van 

Hol. 


GESCHIEDENIS.  5 

Holland^  RicHARD,  Graaf  van  CornwalJiSy  alfon-       V 
sus,   Koning    van   Knstilië^   tot  Keizer  verkoren,     ^<l^' 
maar  zij  waren,,  of  te  zwak,  of  afwezig,  en  <^us  fjoofdf!. 
buiten  ftaat,  om   de   onrusten  te  beteugelen  en  de  na  (^«  G. 
rust  te  herftellen.                                                        lot'lsi^* 
Eindelijk  verkozen  de    Keurvorsten  rudolf,  den . 

eerden  van  dieri  naam ,  Graaf  van  Uahshurg ,  gele-  R^-dolf 

.     ,       ^  T,  •     1  1-        7ï  vanHabs- 

gen  m  het  Canton  Bern ,  m  het  toenmalige  Burgon-  y^^^^g^ 

difche  Rijk,  tot  Keizer,  in  het  jaar  1273.  l^^^^ 
Vorst,  bij  wijsheid  en  dapperheid,  waar  door  hij 
beroemd  was,  eerlijkheid  en  regtvaardigheid  voe- 
gende, liad  het  geluk,  gedurende  zijne  regering 
van  18  jaren,  de  rust,  orde  en  veiligheid,  in 
Duitschland  te  herflellen.  Door  het  fcheiiken  van 
Qostenryk  en  de  Zwabifche  Landen  aan  zijne  Zonen 
ALBERT  en  RUDOLF,  lelde  hij  den  grond  tot  de 
grootheid  van  het  Huis  van  Oosicnryk,  hetwelk  van 
hem  aflbmt.  Doch,  geen'  lust  hebbende,  om  zich 
aan  het  herwinnen  van  Ifalië  te  wagen,  ging  het 
gezag  der  Keizercn  in  dat  land  genoegzaam  te  gr(^nd. 

Na  zijn  overlijden  in  het  jaar  1291,  ontflond  op  a^-^l? 
nieuw  een  Tusfchenrljk  voor  negen  maanden ,  tot  ^^"  '^"^' 
dat  de  Keurvorsten  adolf,  Graaf  van  Nas/au,  ver- 
koren, wien  zij  echter,  misnoegd  over  zijne  onder- 
nemingen, om  zich  zelven  te  verriiken,  weder  nf- 
zetteden,  en  albert.  Hertog  van  Oosfefiryk,Zoon 
van  RUDOLF  I  ,  in  zijne  plaats  fielden.  Dewijl 
adolf  zich  met  het  zwaard  op  den  troon  hand- 
haafde,  oatftond  'er  een  felle  burgerkrijg,  welke  in 
het  jaar  1298  een  einde  nam,  toen  adolf  in  etnen 
veldflag  fneuvelde. 

A  3  AL- 


6  KERKELIJKE 

V  ALBERT  bleef  dus  alleen  meester  van  het  bewind , 

BOEK     jnaar  maakte  zich  door  zijne  heersch-  en  hebzucht  vele 

Hoofdft.  vijanden;   hij   verloor   Zwitzerland  ^  hetwelk  zich, 

na  C.  G.  de  dwingelandij  zijner  Stadhouderen  moede,  in  vrij- 

Jaario73.  j^^.^  ftelde,  en  een  gemeenebest  werd:  na  tien  jaren 
tot  151 7.  °  '  ■■ 
geregeerd  te  hebben,  werd  hij  in  het  jaar  1308  door 

ALBERT     2ijn  Btoedcrs  Zoon,  joannes.  Hertog  van  Zwahen^ 

tenryk.      vermoord. 

HF.NDRiK       HENDRIK  VII,  ccn  Graaf  van    Luxemburg  ,    die 

yil  van   jjgj^  opvolgde,  was  een  Vorst  van   loffelijke  hoeda- 

Luxem-       .  ,    ,         ,  ,  ,       ,  ..         „ 

buro-.        nigheden;  het  gelukte  hem,   zijnen   Zoon  joannes 

tot  Koning  van  Bohemen  te  maken.  In  het  tweede 
.jaar  zijner  regering  ondernam  hij  eenen  Romertogt^ 
of  togt  naar  Italië ,  naar  welk  land  in  50  jaren  geen 
Duïtsch  Keizer  had  omgezien;  ook  bragt  hij  Lom* 
bordy'è  onder  zijn  gebied ,  en  liet  zich  te  Ro}}je  kro- 
nen, wanneer  hem  de  dood  onverziens  in  het  jaar 
1313  wegrukte.  Zijn  dood  werd,  volgens  een  vrij 
algemeen  gerucht,  aan  eenen  Doniinikaner  Monnik 
te  last  gelegd ,  die  den  Keizer  ,  bij  het  genieten  van 
het  Heilig  Avondmaal,  eene  vergiftigde  Hostie  zal 
hebben  toegediend,  hoewel  de  Orde  der  Dominika- 
nen ,  33  jaren  daar  na ,  door  's  Keizers  Zoon  van  de- 
ze befchuldiging  is  vrijgefproken. 
LODEWYK      Hoe  het  zij,  de  dood  van  dezen  Keizer  gaf  we- 

vanBeye-^gj.  aanleiding  tot  eenen  burgerkrijg;  alzoo  een   deel 
ren. 

der  Keurvorsten,  lodewyk  ,  Hertog  van  Beyeren^ 

en  een  ander  deel  frederik.  Hertog  van  Oostenryk 

verkoos.      Deze    oorlog    eindigde   wel  in  het  jaar 

1322,  door  het  gevangen  nemen  van  frederik,  en 

de  edelmoedigheid  van  lodewyk,  maar  de  Paufen 

voe- 


GESCHIEDENIS.  7 

■voeren  voort  meer  dan  dertig  jaren  lang  den  vrede       v 

van  Duitschland  te  ftooren,   en  lodewyk   aaiihou-     ^gek 

dend  mededingers  naar    het  Rijk  te   verwekken,   en  Hoofdft. 

onder  dezen  in   het  Jaar  1346  karel  ,    Zoon  van  aa  C.  G. 

den   Koniiiff  van  Bohemen,      lodewyk   handhaafde  J^^'^^°73« 
°  tot  1547. 

zich  ftandvastig  en  moedig  tegen  alle  deze  onderne-  1 

mingen,  tot  aan  zijne  dood  in  het  jaar  1347. 

Onder  zijne  regering  floten  de  Duitfche  Keurvors- 
ten,  de  Koning  van  Bohemen  uitgezonderd,  in  het 
jaar  1338  hunne  eerfle  Keurver eeni ging  ^  Vv-aar  bij 
7A)  zich  verbonden,  de  waardigheid  en  regten  vaii 
het  Keizerrijk  tegen  ieder  een  ,  wie  hij  ook  ware , 
te  verdedigen,  en  tevens  verklaarden,  dat  de  Kei- 
zerlijke hoogheid  en  magt  alleen  van  God  afhanke- 
lijk zij,  en  dat  een  door  hen  verkoren  Keizer  van 
ieder  een  erkend  moest  worden  ,  zonder  dat  de 
goedkeuring  of  toeftemming  van  den  Paus  duar  toe 
vereischt  werd. 

Doch  KAREL  IV,  die  lodewyk  opvolgde,  was  icarelIV 
te  zeer  aan  den  Paus  verpligt ,  dan  dat  men  van 
iiem  eene  rondborftige  handhaving  van  zoodanige 
befluiten  verv»?^achten  kon.  Hij  werd  wel  in  het  Jaar 
1354  te  Rome  gekroond,  doch  niet  dan  onder  de 
voorwaarde,  dat  hij  denzelfden  dag  deze  flad  ver- 
laten moest.  Het  belangrijk fte ,  hetwelk  hij  voor 
Duitschland  verrigtte ,  was ,  het  tot  fiand  brengen 
eener  gewigtige  grondwet  voor  het  Pvijk,  gemeene- 
lijk  de  Gouden  Bulk  genoemd,  naar  het  nederhan- 
gend  gouden  zegel,  waar  mede  zij  voorzien  was. 
In  dezelve  werden  de  regten  der  Keurvorsten,  toen- 
maals de  Aarts  bisfc  hoppen  van  Mentz,  Tri  er  en 
A  4  Ke'j^ 


8  KERK  EL  IJ  KE 

V       Keulen,  de  Koning  van  Bohemen,   de  Palts 'Graaf 

^^^^     aan    den    Rhyn  ,   de    Hertog    van    Sahfen    en     de 

Hoofdft.  Markgraaf    van    Brandenburg,    bevestigd,   'er  wer- 

na  C.  G.  den  ook  eenige    fchikkingen   gemaakt  ,   om    aan   de 

Ts  Tri  o7^ 

toe  1517.'  vijandelijkheden  tusfchen  bijzondere  Edellieden  palen 
■  ■  te  ftellen ;  doch  van  de  onafhankelijkheid  des  Duit- 

fchen  Rijks  werd  te  minder  gefproken ,  omdat  de 
Keizer  zelve  'sPaufen  gunst  zocht,  ten  einde  zijn 
Zoon  WENZEL  of  WExNCESLAUS  tot  zijn'  opvolger 
te  doen  verkiezen.  Door  dezen  Keizer  werd  de  eer- 
fte  Duitfche  Univerfïteit  of  Hoogcfchool  gedicht  in 
Praag,  de  hoofdftad  van  zijn  Koningrijk  Bohemen ^ 
welk  Rijk  hij  ileeds  boven  Duitschland  bevoorregt- 
te.  Uit  dezen  hoofde  noemde  Keizer  maximili- 
AAN  naderhand  hem  den  Stiefvader  van  Duitsck- 
Jand,  Hij  overleed  in  het  jaar  1378. 
WENZEL  Zijn  bovengemelde  Zoon  wenzel  of  wences- 
ot  WEN-  bezat  het    Rijk   22   jaren.       De    gefchiedenis 

fpreekt  zeer  ongunflig  van  hem.  De  waarheid  is, 
dat  hem  eene  mengeling  van  goede  en  kwade  hoe- 
danigheden eigen  was ,  en  dat  hij ,  tot  den  wijn  ge- 
negen, vele  dwaze  daden  verrigtte.  Voornamelijk 
echter  geraakte  hij  bij  de  Duitfchers  in  haat,  om- 
dat hij,  even  als  zijn  Vader  ,  zijn  Erf  koningrijk 
Bohemen  boven  Duitschland  ftelde ;  ook  joeg  hij 
den  Paus  tegen  zich  in  het  harnas ,  toen  hij  met 
den  Koning  van  Frankryk  in  onderhandeling  trad, 
om  de  beide  Paufen,  welke  thans  de  Kerk  verdeel- 
den, af  te  zetten.  Het  gevolg  van  het  een  en  an- 
der wfej  dat  de  Rijksvorsten  hem  in  het  jaar  1400 
4e  Keizerlijke  waardigheid   onwaardig  verklaarden  , 

e« 


GESCHIEDENIS.  9 

en   ROBERT      of     RUPERT,    OOk    RUPRECHT,    Kcur-         V 

vorst  van  den  Paltz ,  in  zijne  plaats  verkoren.  ^^-'^ 

Deze  deed  wel  in  het  volgende  jaar  eenen  togt  Hoofdrt-, 
naar  Italië^  maar  keerde,  zonder  het  Keizerlijk  ge-  na  C.  G. 
zag     aldaar    te    hebben     kunnen    herflellen  ,    naar  J'''^^^°73* 

Duitschland  terug.     Ook  ontftonden  'er  nieuwe  on- 

lusten  in  Duitschland,  welke  rupert,   die  in  het  "<j'^'^i^t 

,       j  •         •       n  1  ..  1  of    RU- 

jaar  14 10 -overleed,  niet  in  llaat  was,  bij  te  leggen.  ^^^-^^ 
Zijn  opvolger  was  sigisriund  ,  Koning  van  Hoti'  siois- 
garyen,  en  Keurvorst  van  Brandenburg^  jonger '^''^'^^* 
Broeder  van  di&n  afgezetten  wenceslaus.  Deze 
een  arbeidzaam  Vorst,  en  met  ijver  voor  het  alge- 
meen welzijn  bezield,  beriep  eene  Kerkvergadering 
te  Conjïans ,  op  welke  de  fcheuring  in  de  Kerk , 
door  het  afzetten  van  drie  Tegenpaufen ,  en  het 
verkiezen  van  eenen  nieuwen  Paus ,  geheeld ,  maar 
te  gelijk  tegen  het  woord  van  eer  en  gegeven  vrij- 
geleide,  joannes  hus  en  deszelfs  leerling  hicro- 
NYMUS  van  Praag,  ten  vure  veroordeeld,  en  als 
Ketters,  voor  's  Keizers  oogen,  verbrand  werden; 
waar  van  het  gevolg  was,  de  oorlog  met  de  Husfl- 
rett,  aanhangers  van  hus,  in  Bohemen,  welke  met 
veel  bloedftorting  en  verwoestingen  gepaard  ging  , 
zoodat  siGiSMUND  naauwelijks  een  jaar  voor  ziin 
overlijden,  in  het  jaar  1437,  weder  in  het  gerust 
bezit  van  dat  Koningrijk  geraakte. 

SIGISMUND  had  tot  zijnen  opvolger  albert  II,  albertII 
Hertog  van  Oostenryk ,  die  met  zijne  cenigfie  Doch» 
ter  ELIZABET11  getrouwd  was;  met  hem  kwam  het 
Huis  van  Habshurg-Oostenryk  weder  op  den  troon 
des  Keizerrijks,  weiken  het  onafgebroken  300  jaren 
A  5  be- 


lo  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       bezeten  heeft  ,  tot  het  met  karel  VI  in  de  laatst- 
BOEK     verJopene  XVlIIde  eeuw,  wat    de    mannelijke  linie 
Hoofdll.  betreft ,    is    uitgeftorven.      Deze   albert  was  een 
na  C.  G.  Vorst    van    uitmuntende    begaafdheden  ,    van    wien 
toTi^l?  men    de   herdelling   der    rust  en   het    welzijn    van 
— > Duitschland  mogt  verwachten,  indien   niet  een  on- 
tijdige dood  hem,  reeds  in  het  tweede  jaar  zijner  re- 
gering, in  het  jaar  1439  had  weggerukt. 
FREDERiK     Daartegen   bezat   frederik  III,  zijn    Neef,  die 
*"•  hem   opvolgde  ,    naauwelijks   ecnige    bekwaamheid, 

om  een  land,  zoo  als  Duitschland  toen  was,  te  re- 
geren, gelijk  hij  dan  ook  in  den  langen  tijd  van  54 
jaren,  die  hij  geregeerd  heeft,  niets  belangrijks  heeft: 
tot  Rand  gebragt.  In  zijn  tijd  werd  het  GrieJcfche 
Keizerrijk  vernietigd,  en  Konflant'mopolen^  in  het 
jaar  1453,  door  de  Turken  bemagtigd;  ook  begon- 
nen zij  toen  invallen  in  Duitschland  te  doen ,  zon- 
der dat  daartegen  behoorlijke  middelen  van  verdedi- 
ging ter  hand  werden  genomen.  Ook  ftegen  de 
buitenfporigbeden  van  het  vuistregt  den  hoogden 
trap;  hetwelk  aanleiding  gaf  tot  het  oprigten  van 
het  Zwahlfche  Verbond^  'm.  het  jaar  1488,  waar  bij 
de  Vorsten  ,  Rijksfteden  en  Edelen  zich  verbonden , 
om  alle  roofkastcelen  te  verwoesten,  en  alle  ge- 
fchilien  voortaan  niet  door  de  wapenen,  maar  door 
een  ten  dien  einde  benoemd  Gercgtshof  te  laten  be- 
flisfen.  Maar  in  één  opzigt  was  frederik  III  ge- 
lukkig, in  het  vcrgrooten  van  zijn  Muis.  Door  het 
huwelijk  van  zijnen  Zoon  maximiliaan,  met  ma- 
RiA,  eenige  Erfdochter  van  karel  den  Stout  en  , 
Hertog   van   Burgomlien,  kwamen  de  Nederlanden 

aan 


GESCHIEDENIS.  n 

aan  Oostenryk^    alhoewel    daar    uit    die    geweldige       V 
oorlogen  met  Frankryk  aanleiding  namen,  welke  tot     ^^F^ 
in  onze  tijden  zijn  voortgezet.  Hocfdfï.' 

FREDERiK  III  ovcrleed  in  het  jaar  1493 ,  en  werd  "-^  C.  G. 
door  zijnen  Zoon  maximiliaan  I,  die  reeds  voor  |^^''  °j^* 
zeven  jaren  tot  Roomsch  Koning  benoemd  was ,  - 
opgevolgd ,  eenen  Vorst  van  goede  en  edele  gezind-  -'^''^-'^i^"" 
heid ,  die  veel  heeft  toegebragt ,  om  de  ruwe  zeden 
der  Duitfchers  te  verzachten  en  te  verbeteren. 
E  éne  zijner  eerde  verrigtingen  was  de  geheele  af- 
fchaffing  van  het  oude  vuistregt,  en  de  afkondiging 
van  eenen  algemeenen  Landsvrede.  Hij  ftichtte  het 
Rijkskamergerigt ,  door  hetwelk  alle  bijzondere  ver- 
fciillen  tusfchen  Vorsten,  Sienden  en  (leden  des 
Rijks  beoordeeld  en  beflist  moesten  worden ;  het 
Rijk  werd  in  tien  Kreitfen  verdeeld ,  en  daar  bij 
bepaald ,  hoe  veel  elk  der  Vorsten  tot  een  Rljksle- 
ger  in  geval  van.  oorlog  zou  opbrengen ,  ook  werd 
het  Postwezen  in  het  Rijk  ingevoerd.  Zelve  een 
vriend  der  geleerdheid  en  wetenfchappen,  zag  hij 
die ,  onder  zijne  regering  ,  herleven ;  ook  beleefde 
hij  den  aanvang  der  Kerkhervorming ,  naar  welke 
hij  zelve  verlangde ,  waar  door  hij  eens  op  den  in- 
val kwam,  om  de  Keizerlijke  waardigheid  neder  te 
leggen ,  en  zich  zelven  tot  Paus  te  doen  verkiezen  , 
ten  einde  de  gewenschte  verbetering  tot  ftand  te 
itunnen  brengen. 

Italië^  in  hetwelk  Rome ^  de  eigenlijke   Hoofdftad  Toeftand 
van  den  Roomsch  -  Duitfchen  Keizer ,  reeds   vroeger  ^^"  ^^"^^^^ 
aan   de    magt  der   Paufen   onderworpen    was,    van 
welke  de  Romeinen  zelve  zich   fomtijds  zochten  te 

be- 


12  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  bevrijden  ,  ma:ir  vergeefs ,  Italië  werd ,  gedurende 
BOEK  (jjt  Tijdperk,  meer  en  meer  aan  de  Keizers  ont- 
Hoofdil.  trokken,  en  al  het  gezag  dezer  Vorsten  beftond, 
na  C.  G.  federt  de  XlIIde  eeuw,  in  dit  land  alleen  daar  in, 
torisi?' ^^^  zij  zichi  te  Rome  door  den  Paus  lieten  kronen; 
— —  hoe  veel  oorlogen  ook  foramige  Keizers  voerden  , 
om  lialië  weder  in  hunne  magt  te  krijgen ,  zij  kon- 
den 'er  geenen  vasten  voet  in  vestigen.  De  in 
Duitschland  in  de  Xllde  eeuw  ontftane  partijen  van 
Gibellinen  en  Welfen^  of  Keizerlijken  en  Pausch- 
gezinden,  vervulden  dit  fchoone  land,  inzonderheid 
Lombardyen,  met  krijg  en  verwoesting;  in  Opper» 
Italië  ontftonden  ,  behalve  andere ,  inzonderheid 
twee  vermaarde  Gemeenebesten ,  die  allengs  zeer 
magtige  zeemogendheden  werden,  dat  van  Venetien. 
en  dat  van  Genua-,  en  een  afftammeling  der  Not' 
mannifche  Vorsten,  rogier,  vereenigde  het  geheele 
Beneden-ltalië  met  het  Eiland  Sicilië,  en  dwong  den 
Paus  hem  als  Koning  der  heide  Sicilien  te  erkennen  , 
fchoon  hij  vervolgens  als  Lreenman  aan  denzelven  den 
eed  deed,  en  zijne  zijde  tegen  het  gezag  der  Kei- 
zeren  (lijfde.  Zijn  Rijk  kwam  wel  naderhand  aan 
het  Zwabisch-Ké.zQ.xXi]kQ.  Stamhuis;  maar  door  de 
Staatkunde  der  Paufen  maakte  een  Fransch  Vorst, 
KAREL  van  Anjou ,  zich  van  dit  Rijk  meester,  in 
welks  bezitting  hij  zich,  door  den  dood  der  beide 
jonge  Prinfen,  konradyn  en  frederik  van  Oos- 
tenryk ,  zocht  te  bevestigen;  doch  in  het  jaar  128a 
verloor  hij  het  Eiland  Sialië  weder  door  den  moord 
der  Franfchen  ,  bekend  onder  den  naam  van  de 
Siciliaanfche  Fesper» 

In 


GESCHIEDENIS.  13 

In  het  jaar  1395  werd  joan  galeazzo,  uit  den       V 

Huize  Visconti^  tot  Hertog   van   Milaan  gemaakt;     ^^^^'^ 

en  nadat  het  Huis  van   Fisconti   was  uitgeftorven ,  Hoofdfl. 

werd    het  door     het    Huis    Sforza  opgevolgd ,  tot  nn  C.  G. 

dat    de  Franfchen  het    veroverden,    waar    na   het  J^''^'°^^*. 
•'  '  tot  15 17^' 

een    twistappel  tusfchen  hen  en  de  Duitfche  Kei-  — — — 

zers  werd.  Ook  werd  amadeus  VIII  Graaf  van 
Savoy'é  in  het  Jaar  14 16  door  Keizer  sigismund  tot 
Hertog  verheven.  —  In  Middel  - //^//è*  was  Florence 
een  aanzienlijk  geraeenebest,  alwaar  het  Huis  Medi^ 
cis  of  Medici  grooten  invloed  had,  uit  hetwelk 
cosMUS  MEDicis  zich  verdienflclijk  maakte,  en  den 
naam  van  Vader  des  Vaderlands  verwierf.  Zijn 
Kleinzoon  laurentius,  die  lot  het  Jaar  1492  re- 
geerde, was  inzonderheid  een  voorftander  der  ge- 
leerden ,  die  de  Griekfche  vlugtelingen  milde- 
lijk  onderhield.  Voorts  handhaafden  de  Paii- 
ïèn  ,  die  eenen  geruimen  tijd  te  Avignen  hun 
verblijf  hadden  gehad,  zich,  nadat  martinus  V  in 
het  jaar  14 17  weder  het  eenigst  Opperhoofd  der 
Westerfche  Kerk  geworden  was,  in  het  gebied  van 
Rome,  en  den  Kerkdijken  Staat.  Menigvuldig  wa- 
ren de  oorlogen  in  de  XIV  en  XVde  eeuw  in  Itali'êy 
over  Napels  en  Sicilië,  en  tusfchen  de  Venetianen 
en  Genuezen  enz. ,  welke  hier  te  befcbrijven  ons 
buiten  ons  bedek  zou  afleiden. 

De  Franfchen  ondernamen  op  het  einde  der  Xlde  Stnst  vfn 
eeuw,  den  eerflen  der  kruistogten   of  heilige  oorlo-  Fr-i^kryte 
gen ,  waar  in   zij    vele   menfchen  ,   geld  en   andere 
voordeden  verloren,  maar  in  befciiaafdheid  van  ze- 
den, aardrijkskunde   en  fcheepvaart  en  andere  we- 
ten- 


14       *         K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

V       tenfchappen    wonnen.     Dit  gebeurde    onder    de   re- 
BOEK     gering  van  filips  I,  die  in  het  jaar   iioS   door  zlj- 
HoofcIJl.   "^"  Zoon  LODEWYK   VI    of  den  Dikken  werd  op- 
na  C.  G.  gevolgd.      Daar    de    Grooten   des  Rijks  ,   die  zich 

Jaar 1 073.  p^       of  Prf/>^  noemden,    omdat  niemand   den  an- 

tot  15:7.  ' 

,1  deren   iet   wilde  toegeven,    de  magt  der   Koningen 

tot  hier  toe  zeer  bepaald  hadden  gehouden,  leide 
deze  Vorst  zich  toe,  om  het  gezag  der  Koningen 
uit  te  breiden,  waar  toe  hem  zijn  wijze  Staatsdie- 
naar suGRR  ijverig  de  hand  bood,  dien  hij  daarom 
den  Vadsr  des  Vaderlands  noemde.  Zijn  Zoon  lo- 
DEWYK  VII,  die  43  jrj-en  van  het  jaar  1137  tot 
iioo  regeerde  3  is  meest  vermaard  door  een  kruis- 
vaart,  weike  geheel  vruchteloos  afliep.  Zijn  Zoon 
FILIPS  AUGUSTUS  was  ceu  ondernemend  en  fchran- 
der  Vorst,  die  het  Koninglijk  gezag  verhief,  en  aan 
de  Engelfchen  een  aanzienlijk  deel  van  hunne  Lan- 
den in  Frankryk  ontnam.  Hij  had,  in  het  jaar 
1223,  LODEWYK  VIIÏ  zijnen  Zoon  tot  opvolger, 
die  niet  langer  dan  drie  jaren  regeerde,  hebbende  al 
dien  tijd  den  oorlog  voortgezet  tegen  de  onfchuldige 
Waldenzen  en  Albi genzen^  tegen  welke  de  Paus 
eenen  kruistogt  had  laten  prediken 
LotïEwijK     Zijn    Zoon    en    opvolger  lodewyk  IX  was  een 

IX   de     CTodvruchtig  Vorst,  die  met  wijsheid,   liefde  tot  ge- 
HeiüRe. 

regtigheid  en  goedheid  regeerde,   maar  de  verkeerde 

begrippen  van  godsvrucht  ,  aan  zijn*  tijd  eigen ,  de- 
den hem  overhellen  tot  bijgeloovigheid ,  welke  hem 
twee  kruistogten  deed  ondernemen ,  in  den  eerden 
werd  hij  dpor  de  Arabieren  gevangen,  en  op  den 
tweeden    met    een   groot    gedeelte   van   zijn   leger 

door 


GESCHIEDENIS.  15 

door  ecne  pestziekte  weggerukt,  in  het  jaar  1270.       v 

Hij  werd  door  zijnen  Zoon   filips  III ,  ds  Stoute    ^^^^ 

bijgenaamd ,   opgevolgd ,   die    na  eene  regering  van  Hoofdfï. 

15  jaren  in  het  Jaar  1285  overleed.  na  C.  G, 

Zijn    Zoon  filips   IV   de    Schoone  ^    een    werk- j^J''^®^^ 
-'  '  cot  15 17. 

zaam   Vorst ,  gaf  aan  den  Biirgerüand   eene   plaats  . 
onder  de  Rijksftanden  ,  eij  verzette  zich  moedig  te  ^^^^^^  ^^^ 
gen    de  heerschzuclit  der  Paufcn,   doch    naderhand 

*  FILIPS  IV 

met  den  Paus  zamenfpannende ,  roeide  hij  de  mag-  ^^  Sclioo» 
tige  en  rijke  Orde  der  Tempelieren  uit,  waar  bij  ve-  "e. 
Ie  wreedheden  gepleegd  werden. 

De  drie  volgende  Koningen  L0DEWYKXi7«/^//?  ,of  Eindeder 
AeTji'/stzt/cktige ;  filips  Y  de  Lange  ^^n  karel  IV  ^^-'^""^ 
de  Schoone^    regeerden   Hechts    weinige  jaren;   met  Huis  van 
den  laaiden  eindigde  de   regt  nederdalende  linie  der  capet. 
nakomelingen  van  hugo   capet,  en  de  kroon  van 
Frankryk  ging  over  in  het  Huis  van  Vaïois. 

FILIPS  VI  was  de  eerde  Koning  van  Frankryk  ,  uit  filips  VI 
het  Huis  van  Valois,  De  aanfpraak ,  welke  de  Koning  v^"^*^°^* 
van  Engeland^  eduard  III,  bij  deze  gelegenheid  op 
de  kroon  van  F;w;X'/7/('  maakte,  bragt  meer  dan  éénen 
oorlog  te  wege  tusfchen  de  beide  volken;  d^EngeU 
fchen  maakten  zich  meester  van  Calais ,  welke  flrad 
zij  lange  jaren  hebben  behouden.  Maar  daartegen  ge- 
lukte het  aan  filips,  het  Graafichap  Burgondi'è^ 
of  het  Daufinï ,  aan  zijne  kroon  te  hechten ,  zijnde 
hem  hetzelve  afgedaan  door  den  laatden  bezitter 
HUMBERT  ,  onder  voorwaarde ,  dat  altijd  de  oud- 
fte  Zoon  des  Konings  van  Frankryk  ,  als  Graaf 
van  dit  Landfchap,  den  naam  van  Daufin  zou  dra- 
gen. 

Zijn 


i6  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  Zijn  Zoon  joannes  de  Goede,   die    zijnen  Vader 

BOEK  in  het  jaar  1350  was  opgevolgd,  werd  door  den 
Hoofdfl  Engelfclien  Prins  eduard  ,  de  Zwarte  Prins  ge- 
na  C.  G.  noemd,  geflagen  en  gevangen  naar  Engeland  ge- 
Janrio73.  yQ^rd,  en  moest  aan  de  Engelfchen  een  eroot  deel 
.  van  Frankryk  af  (taan. 

joAxNEs  Zijn  Zoon  en  opvolger  karel  V  de  IVijze,  wist 
^  ^^  '^'  het  echter  door  ftaatkundige  handelingen  en  listen 
de  wijze*.  ^^*^  ver  te  brengen,  dat  de  Engelfchen  bijna  alles, 
wat  zy  veroverd  hadden,  weder  verloren,  behalven 
de  flad  Caïaïs, 
karelVI.  Doch  onder  karel  Vr,  zijnen  Zoon,  die  in  eene 
krankzinnigheid  verviel,  welke  hem  tot  zijne  dood 
bijbleef ,  heroverden  de  Engelfchen ,  onderlTeund 
door  den  Hertog  van  Burgondi'ê ,  alles,  en  bragten 
het  zoo  ver,  dat  'er  in  het  Jaar  1420  een  verdrag 
werd  getroffen,  volgens  hetwelk  hun  Koning  Hen- 
drik V,  na  de  dood  van  Koning  karel,  ais  des- 
zelfs  opvolger  in  het  Franfche  Rijk  zou  erkend 
worden, 
•rarelVII  Korten  tijd  daar  na  nam  de  kans  weder  eene  geheel 
flrijdige  wending;  en  karel  VII,  Zoon  van  den 
krankzinnigen  karel  ,  kwam  door  zijne  ftandvas- 
tigheid  en  goed  geluk  alles  te  boven  ;  zijnde  de 
moed  der  Franfchen  opgewekt  door  een  boeren- 
ineisje,  jeanne  d'arc,  gemeenlijk  de  Maagd  van 
Orleans  geheten,  die  in  het  Jaar  1429  eene  Godde- 
lijke verfchijning- voorwendende ,  zich  aan  het  hoofd 
der  benden  ftelde,  en  vele  ftoute  ondernemingen  bij-" 
woonde;  en  bij  zijn  overlijden  in  het  Jaar  146'  had 
karel  geheel  Frankryk,   Calais  uitgezonderd,  we- 

deï 


GESCHIEDENIS.  17 

der  onder  zijne  heerfchappij ,  wanrom  men  hem  den       V 
titel  van  den  Zeeghaftigen   gegeven   heeft.    Hij   was    °°J* 
onder  de   Koningen   van   Frankryk    de    eerfte  ,    die  Hoofdd. 
beflendig  eene  geoefende  ftaande    krijgsmagt  onder-  "3  C.  G, 
hield,  en  die  zonder  bewilliging  der  Staten  nieuwe  JoJ^J^r^* 
belastingen  uitfchrcef.  ■ 

LODEWYK  XI  was  ceH  Vorst  van  wreeden  en  ge-  lodewyï 
veinsden  gemoeds  -  aard ,  die  den  grondflag  gelegd 
heeft  tot  de  onbepaalde  magt  der  Franfche  Konin- 
gen ,  waar  toe  hem  alle ,  zelfs  de  oneerlijkfle  midde- 
len ,  ten  dienst  moesten  (taan ;  deze  leide  ook  de 
Posterijen  'm  zijn  land  aan,  en  voerde  eene  flrenge 
Burgerlijke  regering  in. 

Zijn  Zoon  karel  VIII  daartegen  was  een  goed-  iwfel 
aardig    Vorst.      Deze    veroverde     en    verloor    even  ^^^^' 
fchielijk  het  Koningrijk    van  Napels,  maar   hechtte 
daartegen  het  Hertogdom   Bretagm   voor  altijd  aan 
F}-at7kryk, 

Na  de  dood  van  karel  VIII,  beklom  zijn  Broe-  lodewyk 
der  LODEWYK  XII,  Hertog  van  Or/^^»x,  den  troon,  ^^^* 
die  insgelijks  verfcheidene  oorlogen  in  Italië  ge- 
voerd ,  maar  zich  nog  groot  er  roem  verworven 
heeft,  door  zijne  zachte  en  weldadige  regering,  zoo 
dat  men  hem  daarom  den  Vader  van  zijn  Volk 
noemde. 

De  laatlle  Koning  van  Frankryk  'm  dit  Tijdperk ,  francois 
FRANCOïs  I,  Neef  van  lodewyk  XII,  fcheen  juist  ^* 
gefchikt,  om  den  voorfpoed   van   dat  Rijk   den  top 
te  voeren;   de  Franfchen   hebben   hem   daarom  den 
Grooten ,  maar   ook ,   wegens  zijne   befcherming  en 
aanmoediging  der  wetenfchappen ,   met  nog  fchoonei* 

XV.  Deel.  B  tij. 


i8  KERKELIJKE 

V  tijtel:  den  Vader  der  Wetenfchappen  genoemd.  2i}« 
DOEK  jjg  regering  nam  eenen  aanvang  met  het  jaar  1517. 
Hoofdft.  I"  Spanje  breidden  zich  de  Cliristen  Koningrijken 
na  C.  C.  in  het  laatfte  Tijdvak  daar  gefiicht,  in  het  tegen- 
10^1  ^1^7*  woordige  van  tijd  tot  tijd  verder  uit ,  tot  dat  de 
heerfchappij  der  Arabieren  in  dat  land  geheel  ver- 
Staat  van  nietiffd  werd.  alfonsus  VI,  Zoon  van  ferdi- 
Spanje.  "^ 

MAND  den  Grooten^   ontnam   hun  in  het  jaar   1085 

Tokdo^  en  voegde  het  bij  Kastilië;  Cordova  werd 
in  het  jaar  1236  bemagtigd  door  ferdinand  III, 
of  den  Heiligen^  benevens  Sevilla,  Kadix  en  an- 
dere plaatfen.  Zijn  Zoon  alfonsüs  X,  ook  de 
,  Wijze  bijgenaamd  ,  die  in  het  jaar  1257  ook  tot 
Duitfchen  Keizer  gekoren  was,  maar  om  deze 
waardigheid  te  handhaven  geene  moeite  deed,  ver- 
meesterde  het  Arabisch  Koningrijk  Murcia,  al- 
fonsus de  Overwinnaar^  Koning  \zn  Arragon^ 
Saragosfa  in  het  jaar  iïi8  veroverd  hebbende, 
maakte  die  ftad  tot  zijne  Hoofdfiad.  Op  deze  wij- 
ze hadden  de  Arabieren  in  het  begin  der  XlVde 
eeuw  niet  veel  meer  in  Spanje  overig  dan  het  Ko- 
ningrijk Granada.  In  de  laatfte  helft  der  XVde 
eeuw  waren  de  overige  Landfcbappen  onder  de 
magt  van  ferdinand  en  isabella  vereenigd,  en 
nu  viel  eindelijk  ook  het  Rijk  van  Granada,  na 
eenen  tienjarigen  oorlog,  in  het  jaar  1492,  aan  deze 
beide  Koningen  in  handen,  die,  door  hunnen  ijver 
voor  de  uitbreiding  van  het  Christen  geloof,  en  de 
ged wongene  bekeering  van  velen  hunner  nieuwe  on- 
derdanen,  voor  zich  en  hunne  opvolgers  d^n  tijtel  van 
Katholijke  of  Regtzinnige  van  den  Paus  bekwamen. 

Reeds 


GESCHIEDENIS.  19 

Reeds    fcdert    de    XlVde    eeuw    waren    de   Ka-       v 
ftarifche   Eilanden    ontdekt,   en  eene  bezitting  van     ^^^^ 
het  Rijk    van  Kastiiien  geworden.      Doch  in  het-  Hoof-lfl 
zelfde  Jaar,    in   hetwelk   Granada  veroverd  werd  ,  na  C.  G 
werd    eene  veel    gewigtiger   ontdekking   gedaan,   te  ^Q^Y-^'i' 

weten,    van    Amerika^  door    den   Genuees  chris- 

TOFFEL  COLUMBUS ;  het  door  hem  ontdekte  land  Ontdek- 
kreeg  vervolgens  dezen  naam  Amerika  naar  ame-  ^^^.j-ü^^ 
RiGO  VESPucci  van  Florence;  ook  heeft  men  het  doorcHiu 
den  naam  van  Westlndien  gegeven.  Op  eene  on-  *-'<^'-'-''^'" 
nienfchelijke  wijze  misbruikten  de  Spanjaarden  deze 
belangrijke  ontdekking  tot  voldoening  van  hunne 
goudzucht,  vermoordende  vele  honderd  duizenden 
der  ongelukkige  inwoners,  en  de  overigen  tot 
Haven  en  lastbeesten  vernederende.  Vervolgens 
maakte  ferdinand  zich  door  list  en  geweld  in  hec 
jaar  1505  meester  van  het  Koningrijk  der  heide  Si' 
cilien;  in  het  Jaar  1509  van  eenige  zeeplaatfen  op 
de  kust  van  Afrika^  en  eindelijk  ontnam  hij  den 
Koning  van  Nayarre^  'm  het  Jaar  15 12,  onder  een 
nietig  voorwendfel,  de  helft  van  zijn  Rijk,  te  we- 
ten. Opper  -  Navarre  ^  van  de  grenzen  van  Arragon 
tot  het  Pyreneefche  gebergte.  Dus  grondvestte  hi| 
de  grootheid  der  SpaanfcIiC  Monarchie ,  geholpen 
door  zijnen  Staatsdienaar,  den  Kardinaal  ximenes, 
en  zelfs  door  zijne  Gemalin  isabella,  doch  veelal 
door  middelen,  welke  de  eerliikheid  niet  kon  billij- 
ken; en  zonder  dat  de  geestvermogens  der  Spaan- 
fche  Natie  tot  iet  anders  dan  tot  rijkdom  en  verove- 
ringen werden  opgewekt.  In  het  Jaar  1516  werd 
KAREL  Koning  van  Spanje^  die  zich  als  Keizer 
B  a  vaa 


ao  KERKELIJKE 

V  van  Duttichland  onder  den  naam  van  ka  rel  V 
BOEK  zoo  beroemd  gemaakt  heeft. 
Hoofdft  ^t>  hetzelfde  Half- eiland,  welks  grootfte  gedeel- 
|i  jia  C.  G.  te  door  Spanje  beflagen  wordt,  werd  in  de  XIMe 
jaar i  073  j^^j.  ■^•■]^  ^^^  PortuQ-al  geflicht  ,  bevattende 
tot  1517.  ^  N  ö  5 
*    genoegzaam   het  oude   Lufitani'è  ^    en   hebbende  zij- 

Portugal.  nen  nieuwen  naam  naar  de  haven  bij   Caïe^   Portus 
I  Cale  of  Porto  Cale,      De   Koningen   van    Kastilien 

hadden  dit  land  reeds  in  het  midden  der  Xlde  eeuw 
aan  de  Arabieren  ontnomen ,  en  alfonsus  VI  ver- 
klaarde in  het  jaar  1095  zijneu  bloedverwant  Hen- 
drik van  Burgondien  tot  Graaf  van  Portugal , 
wiens  Zoon  alfonsus  in  het  jaar  1139  bij  gele- 
genheid eener  groote  overwinning  op  de  Arabieren 
als  Koning  werd  uitgeroepen.  Hij  vermeesterde  ook 
Lkloa  of  Lisfabon ,  maar  moest  aan  den  Paus  voor 
de  bevestiging  van  den  Koninglijken  titel  eene  jaar- 
lijkfche  fchalting  in  goud  beloven.  Zlin  Zoon 
SANCHO  of  SANCTius ,  de  Bevoïker  van  zijn  Rijk 
genoemd,  vergrootte  hetzelve  door  de  bemagtiging 
van  het  Koningrijk  Algarve  of  AJgarbie^  binnen 
welke  grenzen  Portugal  federt  in  Europa  gebleven 
is.  DiONYSius  de  Regtvaardige  ^  die  van  het  jaap 
1179  tot  1325  regeerde,  wordt  geprezen  als  een 
uitmuntend  Vorst ,  die  niet  alleen  de  geregtigheid 
handhiafde,  maar  ook  aan  zijne  onderdanen  liefde 
voor  den  landbouw,  fcheepvaart  en  koophandel  in- 
boezeuide,  en  de  vvetenfchapf-en  begunftigde.  Ko- 
ning joANNES  goeder  gedachtenis  ^  die  in  het  jaar 
1383  den  troon  beklom,  (b'chtte  de  rust  en  orde 
in   zijn  Rijk,   door   Lisfabon    tot   den  beflendigen 

Ko- 


GESCHIEDENIS.  ai 


KonitiKlijken  Zetel  te  maken;  deze  bragt  in  Afrika  v 
Ceuta  onder  zijne  magt ,  en  breidde  de  fcheepvaart  ^^^^ 
der  Portugezen  ongemeen  uit ,  welke  zijn  Zoon  Hoordft. 
KENDRiK  op  allerlian  ie  wijze  aanmoedigde.  Na  het  :ia  C.  G. 
Jaar  1418  drongen  de  Portugezen  ver  voorbij  het  '^^""'^^S' 
voorgebergte  Non^  in  het  Noorderdeel  van  Afrika  »  — 
door;  en  ontdekten  onder  anderen  het  Eiland  Ma* 
dera;  en  na  het  jaar  1433,  toen  deze  Koning  fiierf, 
een  groot  deel  van  het  vaste  land  van  Afrika  ,•  het 
Groene  Voorgebergte ^  QCabo  Ferde^)  en  de  Eilan- 
den voor  hetzelve,  als  ook  de  Azorlfche  Eilanden, 
Toen  jOANMES  II  de  regering  in  het  jaar  140 1  aan- 
vaard had,  vestigden  de  Portugezen  zich  op  de 
kust  van  Gitinea^  voeren  onder  de  Linie  door  , 
kwamen  in  het  Koningrijk  Congo,  en  ontdekten  ein- 
delijk op  den  zuidt'lijkden  uithnek  van  Afrika^  om 
het  naderhand  zoogenoemde  Voorgehcrgte  of  Kaap 
de  Goede  Hoop,  eenen  nieiiwei:!  en  korteren  weg  ter 
zee  naar  Oostindien ,  welken  vasco  de  gama  in 
het  jaar  149!^  het  eerst  bezeilde.  Vervolgens  maak- 
ten de  Portugezen  in  Oostindien  groote  verovei  in- 
gen,  zoodat  de  Oostindlfche  handel  uit  de  handen 
der  Venetianen  'm  de  hunne  overgiig  ,  waar  door 
hunne  zeemngt  en  rijkdommen  meer  en  meer  toena- 
mea.  Zij  misten  wel  de  ontdekking  van  Amerika^ 
welke  hun  aangeboden  v;as ,  maar  geraakten  evenwel 
ifl  het  jaar  1500  in  het  bezir  van  een  der  grontfle 
en  rijkfte  landen  van  hetzelve,  namelijk  BrafiUen, 
De  wijze  regering  van  Koning  emanuel  ,  van  het 
jaar  1495  tot  1521,  welke  de  gouden  eeuw  van  Por- 
tugal genoemd  wordt ,  hielp  alJe  deze  ortdekkingen 
B  ^  en 


ai  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       en  voordeelen  begunftigen ,  onderfteunen,   ten  nutte 

BoEX     maken  en  vergrooten. 

Iloofdll:.       I"^  Engeland  regeerde  Hertog  willem  de  Verove- 

iM  C.  G.  raar  uit  NormandVè  ^  dit  door  hem   veroverde  Rijk 

lot  isiy''-^'-  ^^^M'^^r  1087.    Omtrent   het  midden   der  Xllde 

eeuw  kw^am  de  kroon  aan  hendrik  II,   Zoon  van 

v"^^^'^?  eenen  Graaf  van  Anjou^  die  eene  Erfprinfesfe  uit  het 
Normannifche  Huis  van  willem  den  Veroveraar  in 
huwelijk  had ,  waar  door  de  Engelfchen  aanzienelijke 
bezittingen  in  Frankryk  verkregen;  ook  bemagtigde 
HENDRIK  II  in  het  jaar  1171  het  Eiland  Ierland, 
HENDRIKS  Zoon  RiCHARD  was  krijgszuchtig  ,  en 
kwam  in  het  jaar  1199  in  eenen  oorlog  mzt  Frank- 
ryk  om  het  leven.  Zijn  Broeder  joan  ,  die  hem 
opvolgde,  verloor  door  zijne  eigene  fchuld,  bijna 
alle  de  bezittingen  in  Frankryk^  behalve  Guyenne, 
Hij  geraakte  ook  met  den  Paus  in  twist,  die  zijn 
Rijk  aan  den  Koning  van  Frankryk  aanbood,  zoo- 
<lat  JOAN  hetzelve  alleen  door  de  laagfte  vernedering 
voor  den  Paus  behield;  ook  had  hij  de  liefde  en 
schting  zijner  onderdanen  al  voor  lang  verloren. 
De  Geestelijkheid  en  de  Adel  persten  hem  in  het 
jaar  1215  het  groot  Charter  of  den  gr  ooien  Frij- 
•  heidsbrief  af,  door  welken  voor  de  geregtigheid , 
den  eigendom,  burgervrijheid  en  andere  voorregtcii 
der  Engelfchen  zoo  gezorgd  werd,  dat  deze  zich 
rng  (leeds  op  denzelven  beroepen.  De  regering  van 
HENDRIK  ill,  die  langer  dan  50  jaren  duurde,  was 
voor  de  Engelfchen  drukkende,  dewijl  deze  Koning 
met  den  Paus  zamenfpande ,  om  zijne  onderdanen 
te  plunderen,  maar  daartegen  kreeg  in  het  jaar  1265 

de 


GESCHIEDENIS.  25 

de     groote    Volksvergadering ,    het    Parlement    ge-       V 
naamd ,  haar  volle  bedag ,  en  werd   onder   de  rege-     ^°^^ 
ring  van  eduar.d  I  in  het  jaar  1295  algemeen,  ver-  Hoofdft. 
deelende  zich   federt  in   twee   huizen ,   het   Hooper-  na  C.  G. 
huis ,  beftaande  uit  de  vergadering   der  Bislchoppen  j'^!'^!^^,' 

en  van  den  Hoogen  Adel ,  en   het  Lagerhuis  in   de  - 

Afgevaardigden  der  Graaffchappen  of  Provintien  , 
(leden  en  vlekken.  Deze  Koning,  die  tot  het  jaar 
1307  leefde,  veroverde  in  het  jaar  1284  het  Prins- 
dom IFallis ;  ook  onderwierp  hij  het  Koningrijk 
Schotland  aan  zich ,  en  wordt  geroemd  wegens  zijne 
ftrenge  handhaving  der  wetten ,  waarom  men  hem 
ook  ÓQ.'a  naam  van  dm  Engel fchen  justinianus 
gegeven  heeft. 

De  lange  regering  van  zijnen  Kleinzoon  eduard 
III  van  50  jaren,  beginnende  met  het  jaar  1327, 
was  fchitterend  in  voorbijgaanden  krijgsroem.  Hij 
maakte  aanfpraak  op  de  kroon  van  Frankryk  ^  en 
onderwierp  zich  een  groot  gedeelte  van  dat  Rijk, 
voornamelijk ,  nadat  zijn  Zoon  eduard  ,  de  Zwarte 
Prins  genoemd ,  in  het  jaar  1356  eenen  Koning  van 
Frankryk  zelven  gevangen  had  gekregen.  Doch  al- 
les ging  nog  onder  deze  zelfde  regering  weder  ver- 
loren. Duurzamer  waren  zijne  verdienden  bij  de 
Natie  zelve,  aan  welke  hij  den  vrede  binnens  lands 
verzekerde,  onder  zoo  vele  buitenlandfche  oorlogen, 
ook  bevestigde  hij  de  regtmatige  vrij!ieden  der  En- 
gdfchen ,  en  bevord.rde  hunne  wollen  manufaktu- 
ren,  die  voor  hun  zoo  gewigtig  waren.  Onder 
HENDRIK  V  werden  de  Engelfchen  federt  het  jaar 
1415  andermaal  meester  van  een  groot  deel  van 
B  4  Frank- 


"24  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       Fraukryk,  en  iiendrik  werd  zelfs  in  het  jaar  1420 
BOER     aldaar    als   opvolger  van    den  troon   erkend,   maar 
Hoofdft.  alzoo  hij  twee  jaren  daar  na  ftieif,  ging   niet  alleen 
na  C.  G.  deze  hoop ,  maar  ook  door    verfcheidene  zamenloo- 
j|^^"°^^  pende  oorzaken,    alle  de  Franfche  landen,  behalve 
■I      —    Calais ,   verloren.     Daartegen  vielen   de    Engelfchen 
in  eenen  burgeroorlog,  die  dertig    jaren  duurde,  en 
de  oorlog  der  witte  en  roode  Roos  genoemd  wordt; 
aan  welke  eindelijk  hendrik    VU   in  het  jaar  1485 
een  einde    maakte  ,    en    den    Partijgeest   uitdelgde  , 
terwijl  hij    zelve    onbepaald    doch   tot   voordeel   des 
lands  regeerde,  alzoo  hij  alle   pogingen  aanwendde, 
om  de  zeevaart  en  den   koophandel   aan   te   moedi- 
gen; men  heeft  hem  den  eernaam  van   den    Engel- 
fchen SALOMO  gegeven.    Hij  werd  in  het  jaar  1509 
opgevolgd    door   zijnen  Zoon   hendrik   VUI  ,    die 
met  meer  fchittering  dan   ware   grootheid   regeerde, 
en  in  verftand  ver  beneden  zijn   Vader  was. 
Schot-  EDUARD  I,  Koning  van    Engeland^   had  wel    in 

het  jaar  1295  den  toenmaligen  Koning  van  Schot- 
land gevangen ,  en  genoodzaakt ,  om  hem  zijn  Rijk 
af  te  (laan ,  evenwel  vond  de  Zoon  van  den  onge» 
lukkigen  Vorst,  rgbert  bruce  ,  middel,  om  zich 
weder  in  het  vaderlijk  Rijk  te  vestigen,  in  het  jaar 
1323  >  en  niettegenftaande  deszelfs  Zoon  david 
BRUCE  in  het  jaar  1346  insgelijks  den  Engelfchen 
in  handen  viel ,  en  eerst  na  verloop  van  elf  jaren 
zijne  vrijheid  wederkreeg,  bleef  nogtans  Schotland 
een  afzonderlijk  en  onafhankelijk  Koningiijk  ;  in 
hetwelk  in  het  jaar  1371  het  Huis  stuart  op  den 
troon  raakte,  hetwelk  echter  gcftadig  met  binnen- 
land- 


GESCHIEDENIS.  25 

inndfche  onlusten,  verwekt    door   den   Adel  en    de       V 

Geestelijkheid,  te  worftelen  had,  en  zich   naauwe-     ^"^^^ 

lijks  daartegen  en  tegen  de  Engelfchen  kon  ftaande  Hoofdft. 

houden.  "^  C.  G. 

Langzaam  ^vorderden  de  Noordfche   Volken  gedu- J^^'^j?^^] 

rende  dit  Tijdperk  in  befchaving  van   zeden  ,    maar   

bleven,  naar  hunnen  ouden  aard,  fteeds  krijgshaftig.  ^^"^I'^^ 

Inzonderheid  Mvoxa  Denemarken  ten  opzigt  der  befcha-  fcheKo- 

ving  veel  verhinderd  door  aanhoudende  binnenlandfche  ningrij- 

1  T     j-  u     ken.   De- 

onlusten   en  oorlogen,     waldemar  1,  die   van    het  n'*maiken 

jaar  1157  tot  1182  regeerde,  maakte  wel  vele  ver- 
overingen in  de  Wendifche  landen  ,  welke  thans 
Mekkelenburg  en  Pommeren  heeten  ,  waarom  hij 
zich  Koning  der  Wenden  noemde;  ook  vermeester- 
de  zijn  Zoon  knut  VI,  die  in  het  jaar  1202  over- 
leed, een  deel  van  Holflein  ^  het  Lauenhurgfche  y 
Lubek,  en  zijn  Broeder  waldemar  II  Hamburg 
enz.  ,  maar  deze  laatstgemelde  Vorst  werd  van 
eenen  Duitfchen  Graaf  in  het  jaar  1223  gevangen 
genomen,  waar  op  na  zijne  dood  in  het  jaar  1241 
het  Deenfche  Rijk  honderd  jaren  lang  in  vreefeliike 
verwarring  geraakte;  erich  VI,  die  in  het  jaar 
1319  uit  het  leven  fcheidde,  deed  wel  alle  poging, 
om  het  kwaad  te  doen  ophouden,  door  eene  nieu* 
we  wetgevhig,  en  het  aanmoedigen  van  geleerdheid, 
maar  kon  zijn  doel  niet  bereiken  ,  en  zijn  Zoon 
CHRiSTüFFEL  II  werd  door  twee  Graven  van  HoU 
flein ,  die  zijn  Rijk  genoegzaam  verdeeld  hadden  , 
zoodanig  beperkt,  dat  hij  naauwdijks  iet  meer  dan 
den  naam  van  Koning  behield,  en  na  zijn  dood  in 
bet  jaar  134.0  had  Denemarken  zeven  jaren  lang 
B  5  geen' 


-6  KERKELIJKE 

V       gceii'  Koning.      Maar  waldemar  III  had   het  ge- 

BOEK     ii^,jj^  (Je  pList  te  herftellen,  en  het  gezag  der  wetten 

Hooftm.  weder  te  vestigen, 

na  C.  G.      Toen  deze  Vorst  in  het  jaar  1375  overleed,  werd 

K)t  1517!  ^y  opgevolgd  door  olav.  Zoon  van  zijne  Dochter 

— — —    MARGARETHA,  gctrouwd  met  den  Koning  van  Noor» 

Moorwe-  jf>en-en.    olav,  nog  maar  een  kind  van   tien   jaren , 
gen  met        r ,     •     ,       .  j        j 

Dj„e        erfde  m  het  jaar  1380  ook  het  Rijk  van  Noorwegen 

mnrkeii     van  zijnen  Vader,  welk  Rijk  federt    met  Denemar' 
vereenicd  r  ij  11 

^    ken  verbonden   gebleven   is. 

MARGA-        Dewijl  olav   reeds   in   het    jaar    1387   overleed  , 

BET  HA 

Koningin 


aanvaardde  zijne  Moeder  margaretha  de  regering 


dei- drie  der  beide  Koningrijken  van  Denemarken  en  Noor- 
Noord-  -ivegen^  wair  bij  zij,  in  het  volgende  jaar  ,  ook 
|j;eii.  Zweden  voegde;  hier  op  deed  zij  in   het   jaar  1397 

te  Calmar  eene  altijddurende  vereeniging  der  drie 
Noordfche  Koningrijken  vastftellen ,  volgens  welke 
deze,  onder  eenen  gemeenfchappclijken  Koning,  elk 
zijne  eigene  wetten  en  regten  bezitten ,  maar  allen 
dezelfde  voorregten  genieten  zotiden.  margaretha 
handhaafde  zich  in  het  bezit  dezer  Rijken  tot  hare 
dood  in  het  jaar  141a.  Maar  haar  opvolger , 
ERicii,  haar  Zusters  Zoon,  Hertog  van  Pommeren^ 
eerfle  Koning  van  het  Noorden,  werd  in  het  jaar 
1439  door  de  Zweden  afgezet,  en  de  vereeniging 
van  Colmar  geraakte  aan  het  wankelen  ,  omdat  de 
Zweden  meer  en  meer  voelden,  dat  de  Denen  zich 
eene  meerderheid  aanmatigden,  welke  zij  niet  dulden 
konden,  erichs  Zusters  Zoon  ,  christoffel  , 
een  Hertog  van  Beyeren  ,  was  de  eenigfte  zooge- 
noemde  Unickoning ,  wien  ook  de  Zweden  tot    zijn 

dood 


GESCHIEDENIS.  17 

dood  in  het  jaar   1448  toe,  gehoorzaamheid  bewe-       v 
2en.   —    Vervolgens   kwam  christiaan   I,    Graaf    "^^^^ 
van  Oldenhurg  en  Delmenhont ,    aan   de  regering  ,  tjootUft. 
in  wiens  Huis  de  Rijken  van  Denemarken  en  Noor-  na  C.  G. 
wegen  itdjixx.  gebleven  zijn;   maar   de  Zweden^   die  l^^'''^^^* 
dan  eens  eigene  Koningen  uit  hun  midden  verkozen,  .. 

dan  eens  aan  zekere  Opperhoofden  het  gebied  toe- 
betrouwden,  verzetten  zich  van  toen  af  tegen  de 
regering  der  Deenfche  Vorsten;  fchoon  chiustiaan 
II  in  het  jaar  1520  de  vereeniging  der  drie  Noord- 
fche  Koningrijken  nog  eenmaal,  doch  flechts  voor 
drie  jaren ,  tot  ftand  bragt. 

In  het  begin  van  dit  Tijdperk  had  Noorwegen  zij-  ?Joorwe. 
ne  eigene  Koningen ,  die  den  ouden  roem  der  Noor-  ^^'^• 
mannen  ter  zee  bleven  handhaven,  biagnus  III,  of 
de  Dappere,  kwam,  in  eene  onderneming,  om  Ier- 
land  te  vermeesteren,  om  het  leven,  waar  na  de 
verdeeldheid  zijner  Zonen  eene  langdurige  bron  van 
verwarringen  was;  in  het  jaar  11 84  verhief  zich  su- 
ERRER  door  zijne  dapperheid  op  den  troon,  en  leide 
zich  toe,  om  de  zeden  van  zijn  volk  te  verbeteren. 
HAKON  VI,  die  tot  het  jaar  1263  regeerde,  hcrftelde 
eindelijk  de  binnenlandfche  rust  volkomen,  door 
een  ftreng  verbod,  dat  niemand,  op  eigen  gezag, 
de  dood  van  eenen  bloedverwant  zou  mogen  wree- 
ken.  Zijn  Zoon  iniagnus  VII  moest  wel ,  in  het 
jaar  1266,  het  Eiland  Man  en  de  Hebridifche  Ei- 
landen aan  Schotland  afftaan ,  maar  verwierf  zich 
daartegen  bij  zyne  onderdanen  den  roemrijken  titel 
van  Verbeteraar  der  wetten. 

Bij  de  Zweden  werd  het  Christendom  eerst  in  het  Zweden. 

mid- 


ft8  KERKELIJKE 

V  mi-idcH  der  Xllde  eeuw  volkomen  meester  van  het 
'^^  Heidendom,  hetwelk  zich  tot  hier  toe  nog  gehand- 
Hoofdfl.  ^^^^^^  had ;  omtrent  dien  tijd  werden  de  Zweden  en 
Ba  C.  G.  Gothen  onder  eenen  Koning  erich  VII  vereenigd; 
Jflario73.  ^jgj^g  yoorzaat  erich  de  Heilige  een  begin  ge- 
,,  maakt  had   met    Finland   te   veroveren  ,    alwaar    hij 

de  flad  yibo  ftichtte.  In  dezelfde  eeuw  kwam  het 
magtige  Huis  der  Folkunger  op  den  troon  ,  welks 
hoofd  BiRGER ,  in  naam  van  zijnen  heel  jongen 
Zoon,  Koning  waldemar,  tot  het  jaar  126Ó  re-» 
geerde,  en  zich  bij  zijn  vaderland  door  het  hand- 
haven van  het  regt  welverdiend  maakte.  Hij  (licht- 
te de  flad  Stokholm ,  die  naderhand  de  Hoofdftad 
des  Rijks  geworden  is.  Zijn  jongde  Zoon  magnus 
zorgde  insgelijks  voor  de  inwendige  rust,  en  deed 
veel,  om  zijne  onderdanen  te  befchaven,  ook  vero- 
verde hij  een  gedeelte  van  Lapland.  —  In  het  jaar 
1320  verloor  hun  Koning  birger  zijn  Rijk  in  een 
algemeen  oproer ,  om  het  vermoorden  van  zijnen 
Broeder.  • —  Zijn  Broeders  Zoon  magnus  werd  in 
het  jaar  1363  afgezet;  zoo  als  ook  deszelfs  Zusters 
Zoon  ALBERT,  te  voren  Hertog  van  Mekkelenhurg  ^ 
waar  na  de  Zweden  in  het  jaar  1388,  zoo  als  wij 
reeds  gezegd  hebben,  margaretha,  die  men  de 
SEMiRAMis  van  het  Noorden  genoemd  heeft,  voor 
hunne  Koningin  erkenden;  doch  vervolgens  herhaalde 
keeren  beproefden ,  zich  van  de  Deenfche  Vorsten 
weder  los  te  maken  en  te  oniflaan. 
Rttjland.  Nog  veel  minder  dan  de  Noordfche  Rijken  vor^ 
derde  Rmland ,  gedurende  dit  Tijdperk  ,  in  be- 
fchaafdlieid.      Daar  dit    uitgeftrekte   land   federt  de 

ver- 


G  E  vS  C  H  I  E  D  E  N  I  S.  09 

Verdeeling  van  hetzelve  onder   de   Zonen   van   wla-       y 
DiMiR   den    Grooten  ,    door  gedurige    oorlogen    der     b^^ek 
Grootvorsten  van  deze  bijzondere  gedeelten ,  inwendig  rj    p,« 
verzwakt  was,  werd  het  van  bet  jaar    1236   af  lig- nn  C.  G. 
telijk    onderworpen   aan   de   Mogollen    en   derzelver  1^^^''°73» 
Xhan  of  Chan  van  Kaptfchak  ^   tot  dat  omtrent  het     ^ 
jaar  1362  demetrius  III   zich   van  derzelver  over- 
heerfching   ontfloeg,   en    zich   op   den   troon   hand- 
haafde, hebbende  de  ftad  Moskau  of  Moskwa  ^   die 
in    het  jaar   1147  gedicht  was,    tot  zijne   Hofflad. 
Onder  zijne    opvolgers    verloren   de    Ruafen    echter 
verfc'ieidene  Provintien  van  het    Rijk ;   ook   ontbon- 
den onder   hen   in  het    einde  der  XlVde    eeuw  de 
Kofdkken,  —  Eindelijk  wierp  iwan  vvasiljewitsch 
in  het  jaar    1462  alle    overblijffelen  van   afhankclijk- 
"heid  aan  de  Mogollen   geheel   af,  en   veroverde   het 
Koningrijk  Kafan.  —  Zijn   Zoon   wasilei   iwano- 
wiTSCH,  die  van  1505  tot   1535  regeerde,   ontnam 
aan  de  Polen  Smolensko  ,  en  breidde  zijn  gebied  tot 
"boven  Ar  chan  gel  uit. 

Het  Koningrijk  Polen ,  hoe  zeer  zijne  onaf hanke-  Polen, 
lljkheid  gelukkig  verdedigende,  leed  echter  van  tijd 
tot  tijd  insgelijks  veel  van  inlandfche  verwarringen 
door  welke  de  voortgang  der  befchaafdheid  (leeds 
geftremd  werd.  De  menigvuldige  oorlogen  ,  welke 
BOLfiSLAW  II  de  Stoute  ^vm  het  jaar  1170  af  met  de 
Hongaren^  Rusfen  en  andere  naburige  Volken  voer- 
de, verbasterden  zijne  onderdanen  zooHanig ,  dat 
wetten  en  zedelijkheid  bijna  niets  geacht  werden. 
Zijne  opvolgers  voerden  weder  enkel  den  naam  van 
Hertogen;  na  de  dood  van   boleslavv  III,  in  het 

jaar 


8«> 


KERKELIJKE 


V  jaar  1138,  werden  zijne  landen  onder  zijne  Zoncit 
BOKU  verdeeld,  en  daar  door  gelegenheid  gegeven  tot  ge- 
Hoofdil.  durige  binnenlandfche  oorlogen.  In  het  jaar  1241 
na  C  G.  drongen  de  MogoUen  ook  in  Polen  ^  en  verdreven 
J^j^^J^^^*  deszelfs  Hertogen;  in  het  jaar  1295  nam  przemyszi, 
■  of  PREMisLAUS,  mct  bewüligiiig  van  den  Paus,  den 

titel  van  Koning  weder    aan,  maar  werd  kort  daar 
na   vermoord.      In    zijne  plaats  verkoren  de  Fokn 
WLADiSLAW ,   dien  zij  Lokistek ,  of  den  man   van 
eene  el  lang  noemden ,  omdat  hij  zoo  klein  van  per- 
foon  was,    doch  ook  dezen  zetten   zij  in   het  jaar 
2300  weder  af,  en  droegen  hunne  kroon  op  aan 
WENZEL   of  wENCESLAUs ,   Koning  van  Bohemen , 
die  tot  hun  genoegen  tot  aan  zijne  dood  in  het  jaar 
1 305  toe  regeerde ,  wanneer  hij  ftierf.  Hij  voerde  on- 
der  hen  het  gebruik  van  zijn  Boheemsch  gemunt  geld 
in ,  daar  zij  te  voren  van  gemunt  geld  geen   gebruik 
gemaakt    hadden.  —  kasimir,    die  van  het    jaar 
1333  tot    1370  regeerde,    verdiende  den  naam  van 
den   Grooten,     Hij  fchonk   aan   de  Polen   het  eerst 
een  gefchreven    Wetboek ;    handhaafde    met    ftrenge 
onpartijdigheid  het  regt,  en  ftrafte  de   misdaden  ook 
in  lieden  van  rang;   befchermde  het  landvolk   tegen 
de  mishandelingen   van   den   Adel,   en   gaf  aan   het 
Rijk  bemuurde  fteden;   ook   leide  hij   den   grondflag 
tot   de    Hoogefchool  .van   Cracau  ,   en   reisde   zelfs 
rnar  Pruis fen,  om  daar  van    den  Grootmeester  der 
Dnitfche  Orde  een  voorbeeld  van   goede  regering  te 
Iceren  kennen.     In  1382  trouwde   jagello.   Groot- 
hertog van  Litthauwen ,    het  Christendom   aangeno- 
men hebbende,  met  hedwig.  Dochter  van  den  Ko- 
ning 


GESCHIEDENIS.  31 

r.ing    LODEWYK ,    die  ook  Koning  van   Hongaryen       v 
was ,  en  veieenigde  zijn  Groothertogdom  met  Polen,     ^*^^-' 
Zijn   oiidfle  Zoon,   uladislaus  IÏI,  werd   in   het  £^Q^jfyj|^ 
jaar   1440  ook  Koning  van    Hongaryen^    maar  ver- na  C.  G. 
loor,  vier  jaren  daar  na,  het  leven   in    eenen   veld- ■'^^'^^°73- 

flag  tegen  de   Turken,     Zijn   Broeder   kaslmir   111 — . 

was  gelukkiger,  en  bragt  het  Hertogdom  Mafovie ^ 
en  de  westelijke  helft  van  Pruis fen  aan  zijn  llijk, 
zoodat  de  Dm'tfche  Ridder- orde  zich  Hechts  met 
een  gedeelte  van  Pruisfen  moest  vergenoegen.  On- 
der Koning  alexander,  die  in  het  jaar  1506  ftierf, 
werden  Polen  en  Litthauwen  volkomen  met  mal- 
kanderen  vereenigd.  Maar  de  regering  van  sigis- 
MUND  1,  van  het  jaar  1506  rot  1548,  opende  eerst 
groote  en  gelukkige  verwachtingen  voor  de  Poolfche 
Natie  zelve ,  die  ook  voor  een  gedeelte  in  den  vol- 
genden tijd  vervuld  zijn  geworden. 

Sedert  de  Xde  eeuw  waren  op  de  grenzen  van  Pruisfen^ 
Polen  de  Pruisfen  bekend  geworden ,  een  Heidensch 
Volk  van  oorlogzugtigen  en  gelieel  ruwen  aard.  De 
veroveringen,  welke  de  Polen  'm  de  Xde  eeuw  in 
hun  land  maakten,  tergden  hen  om  verwoestende 
invallen  in  Polen  te  doen.  Hier  door  werd  c on- 
raad Hertog  van  Mafovien  genoodzaakt  naar  vreem- 
de hulp  om  te  zien.  Ïit7.t  Vorst  noodigde  tusfchen 
de  jaren  1226  en  1230  de  Duitfche  Ridders,  of 
zoogenoemde  Kruisheeren ,  eene  Ridderorde  bij  ge- 
legenheid der  kruistogten  in  Palestina  opgerigt , 
maar  welke  thans  haar  verblijf  in  Italië  had  ,  om 
de  Pruisfen  te  beoorlogen;  omtrent  honderd  Rid- 
ders in  getal,  verzeld  van  eene  menigte  vrijwilli- 
gers, 


3a  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  gcrs ,  en  door  verfcheidene  Duitfche  Vorsten  onder- 
BOEK  fteiind,  kwamen  hier  op  in  het  land,  en  bedwon- 
Hoofdll.  S^"  "^  ^^"^"  oorlog,  die  53  jaren  duurde  ,  geheel 
pa  C.  G.  Pruisfen ,  alwaar  zij  Thorn ,  Mariemverder ,  Kq- 
tVv^vi  *^^H}^^^è^^  ^"  andere  fteden  ftichtten  ;  nemende 
.  voorts   hun  verblijf  en    vestiging  in  het   veroverde 

land;  doch  fpoedig  verbasterde  de  orde   door  voor- 
fpoed  en    weelde ,  en  hare    heerfchappij    werd   zoo 
drukkende,  dat  de  fteden  Dantzig,  Thorn,  Elhurg 
enz.  met  den  Adel   van   Westpruisfen  een   verbond 
floten    tot    verdediging   van   hare  regten  ,   en    zich 
in  het  jaar  1454  aan  ^txv  Koning  van  Polen  onder- 
wierpen ;    de   Ridders,  wier  Grootmeester  voortaan 
zijn  Hof  te   Koningsbergen  had ,   werden  voor  het 
overige  van  Pruisfen  kenroerig  aan  de    kroon    vau 
'^     Polen, 
Honga-         In   Hongaryen   regeerde    van    het  jaar  1077  tot 
^^°*        1093  Koning  ladislaus.   de  Heilige,  die   aan   zijn 
volk  een  nieuw  wetboek  gaf.  —  Onder  de  volgen- 
de  Koningen    Virerd   het  Rijk,  door  de    verovering 
van   verfcheidene  naburige  landfchappen ,    merkelijk 
vergroot;  maar  onder  de  regering  van  bela  IV  vie- 
len de  Mogollen  in  het  jaar   1241   in  hetzelve ,  en 
richtten  vreesfelijke  verwoestingen  aan.    Toen  in  het 
jaar  1301    met  andreas   III  het   oude   Koninklijke 
Huis    van   Arpad   was    uitgeftorven ,    verkoren   de 
Hongaren  uitheemfche  Vorsten  tot  hunne  Koningen  , 
hetwelk  het  Rijk  in  vele   onrusten  en   oorlogen   in- 
wikkelde,     karel    robert  ,    uit   het    Koninklijke 
Huis  van  Sicilië,  regeerde  van  1308  tot  1342;  zijn 
Zoon  LODEWVK  de   Groote  was    in  zijnen   tijd  de 

mag- 


GESCHIEDENIS.  33 

Itiagtigdê  Vorst  van  Europa  ,  en  leide  den  grondflag       v 

van  de  eerfte   Hongaaifche   Univerfiteit    te  Fyfker-     ''°^'* 

ken.     Hij   overleed  in    1382.     Nu  volgde    eene   in-  Hoofdft. 

landfche  onrust,   die   vcrfcheidene  jaren  duurde,  tot  «^  C.  G. 

dat  Koning  sigismund.   Zoon  van    Keizer    karel  ''^n°^^* 

tot  i5i/» 

VI,  die  MAPviA,  Dochter  van   lodewyk,   getrouwd  ■ 

had ,  de  rust  door  goede  wetten  herltelde;  aan  liem 
had  de  Hoogefchool  van  0_ff^en  haren  oorfprong  te 
danken.  Zijn  Schoonzoon  albert,  die  hem  in  het 
jaar  1437  opvolgde,  en  die  ook  Keizer  van  Duttsch' 
iand  was,  werd  het  Rijk  na  twee  jaren  door  de 
dood  ontrukt.  Thans  waren  de  Hongaren  verdeeld 
tu^chen  zijnen  Zoon  ladislaus,  na  's  Vaders  dood 
geboren ,  en  uladislaus  ,  Koning  van  Polen ,  wel- 
ke laatfte  de  overhand  behield,  maar  in  het  jaar 
.1444  zijn  leven  in  eenen  velddag  tegen  de  Turken 
verloor,  met  welken  hij  den  geflotenen  ftilfland  van 
wapenen  ligtvaardig  verbroken  had.  Het  Rijk  werd 
.echter  bij  dit  ongeluk  dapper  verdedigd  door  joan 
VAN  HüNYAD,  Stadhouder  van  Zevenbergen^  een* 
dapper  en  gelukkig  Veldheer;  deze  floeg  de  Turken 
en  bemagtigde  Wallachien ,  terwijl  een  leger  kruis- 
vaarders onder  een'  Franchkaner  Monnik  joan  van 
CAPisTRANO  in  het  jaar  1456  è&Turken  noodzaakte 
de  belegering  van  Belgrado  op  te  breken.  De  jonge 
LADISLAUS  aanvaardde  de  regering ,  die  door  inwen- 
dige partijfchappen  en  de  vrees  voor  eenen  Turkfchen 
krijg  zeer  onrustig  was;  door  zijne  dood  in  het  jaar 
1458  kwam  da  kroon  aan  matthiascorvinus, twee- 
den Zoon  van  hunyad  ,  die  groote  overwinningen 
op  de  Turken  behaalde  ,  «n  aan  de  andere  zijde 
XV,  Deel.  C  Mo' 


34  KERKELgKE 

V       Moravië,    Silezt'è  ^    en  zelfs   Weenen    in   Oostenryk 

BOPK     bemngtigde.     Dewijl   hij   gedurige   oorlogen  voerde, 

Hoofdft.  verloren  de  wetten  alle  gezag,  maar  hij  voerde    een 

na  C   G.  nieuw  wetboek  in,   hetwelk  met  alle  fliptheid  werd 

Jaar!073.     j      IJ     £j^     Hij   bezat   zelve    groote    liefde   voor 

tot  ï  5  '  7.  ^  ••  '^ 

I  de  kunsten  en  wetenfchappen ,  en    moedigde    derzel- 

ver  beoefening  aan;  ten  dien  einde  herfielde  hij  de 
vervallene  Hoogt fchool  te  Ofe;i,  alwaar  hij  de  voor- 
trefFelijkfte  Boekerij  van  Europa  verzamelde,  inzon- 
derheid vermaard  door  de  menigte  van  Handfcbrif- 
ten;  ook  leide  hij  de  eerrte  Boekdrukken/  en  een 
ftarrenwaarnemingsplaats  in  zi.in  Rijk  aan ;  maar  zijn 
opvolger  ULAüisLAUS  II,  die  na  zijne  dood  in  i^c^o 
op  *den  troon  kwam,  fchoon  onder  zijne  rc^^ering 
in  het  Jaar  15 16  het  eerde  volledig  wetboek  bij  de 
Hongaren  tot  fiand  kwam ,  verzwakte  het  Ri^k  door 
eenen  ongelukkigen  oorlog  met  de  Turken. 
Grieksch      Gedurende  dit  Tijdperk  ging  het  oudlte  der  Chris- 

Keizer-     ^cjiike   Rijken,   het    Grickfche  Keizerrijk    van    Kon^ 

riik.van  j  j  ,  ,      ,  •  , 

Konftan-  flaminopolen .,  te  grond,  nadut  het  Z'ch,  onder  ver- 

ciijopolen  bazende  ftaatsftormen  en  verwarringen ,  nog  eenigen 
tijd  had  ftaande  gehouden,  alexius  com>'enus, 
die  in  het  jaar  loHi  begon  te  regeren,  had  veel 
moeite  met  de  kruisvaarders  »  welke  bij  hem  verdacht 
waren;  gelijk  dan  ook  eindelijk  Konftaiitinopolen  on- 
der het  voorwendfel  van  eenen  verdrevenen  Keizer  te 
herflellen,  door  een  vloot  kruisvaarders  in  l'et  jaar 
1204  veroverd ,  en  daar  een  Latijnsch  Keizerriik  ge- 
fticht  werd ,  zijnde  boudewyn  ,  Graaf  van  VlaandC' 
ren  ^  tot  Keizer  verkoren.  Bli  deze  grlei^enlieid  ves- 
tigden de   Grieken  onder   theodorus  lascaris  te 


GESCHIEDENIS.  35 

Nicea  de  hofplaats  en  zetel  van  een  nieuw  Keizer-       V 
rijk,  gelijk  ook   twee   Vorsten   uit  het  geflacht  der    ^^^^ 
Comuenen  te    Trapeziis  in  Pontus  een    Vorstendom  Hoofdfï. 
oprigten ,  welks    Vorsten    naderhand  ook   den   Kei-  na  C.  G. 
zerlijken  titel  aannamen.    De  heerfchappij  der  Latij-  Y^^^^^JA] 
•nen  te   Konftantinopolen   duurde   echter  niet  langer  — i». 
dan  tot  het  jaar   1261 ,  wanneer  de   Griekfche    Kei- 
zer van  Nicea  van  Konftantinopolen  weder   meester 
werd,  fchoon  het  Griekfche  Rijk   van   tijd   tot   tijd 
Verzwakte,  voornamelijk  nadat  de  7«r^^«  een  nieuw 
Rijk,  het  Ottomannifche ^  in  Azil   gedicht  hadden. 
Sommige    Griekfche    Keizers    gedroegen    zich    wel 
moedig  ,    maar   inwendige   verdeeldheden  ,    twisten 
over  den  Godsdienst ,  oproeren  enz.  deden  het  Rijk 
meer  en  meer  tot  zijn'  ondergang  hellen;  de  neder- 
laag   van   den    Turkfchen    Sultan   bajazeth  j    die 
door  TAMERLAN  of  tiiMURBEG  ovcrwonneu   werd, 
en  de  oorlogen  van  deszelfs  Zonen  onder  malkander , 
gaven  wel  aan  den  Keizer  manuel  ,  die  in  het  jaar 
1391  aan  de  regering  gekomen  was,    gelegenheid, 
om  het  een   en  ander  van  zijn   verloren  gebied  te 
heroveren,  maar  ook   deze  verademing   duurde   niet 
lang;  vergeefs  zocht  men  het  Rijk  te   redden,  door 
eene  vereeniging  van  de  Griekfche  met  de  Roomfche 
Kerk,    waar  toe    de  Keizer   joannes   in    het   jaar 
1439  in  perfoon  eene  overeenkomst  te  Florence  floot. 
Deze    vereeniging   kwam    niet   tot   ftand  ,   en    deed 
geenen  dienst;    en   eindelijk    werd  Keizer  konstan» 
TYN  XI  in  het  jaar  1453   i^*   Konftantinopolen  bele- 
gerd, en  de  ftad  na  eene  dappere  verdediging   dooil 
ftorm ,  in  welken  de  Keizer  zelve  het  leven  verloor , 
C  2  in- 


g6  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       ingenomen,  waar  mede  het  Grkkfche  Keizerrijk  tm 

BO£K     einde  nam. 

Hoofdfl.      Onder    de    Muhammedaanfcht    Natiën    nam    een 

na  C.  G.  Rijk,  dat  der  Chalifen  te  Bagdad^  in  dit  Tijdperk, 

Üf^^ff^"  een  einde,  terwiil  een  ander  liet  Turksch-Othoman- 

toi  1 5 1 7  • 

.^— —    mfche  gefticht   werd.     Reeds  federt   de   Xde  eeuw 

Turksch  regeerden  de  Chalifen  van  Bagdad,  van  alle  wereld- 
jiis(>jjj^j|.' lijke  magt  beroofd,  alleenlijk  als  opperhoofden  van 
dien  Godsdienst  in  deze  groote  en  volkrijke  ftad. 
De  laatfte  dezer  Vorsten,  al  mostasem,  werd  in 
het  jaar  1258  in  deze  Hoofdftad  door  de  Mogollen 
-belegerd,  en  daar  hij  van  zijne  eerfte  Staatsdienaren 
.bedrogen  en  verraden  werd,  werd  de  ftad  veroverd, 
de  C^tf/// verloor  zijn  leVen,  en  het  Rijk,  hetwelk 
voor  de  Christenen  zoo  nadeelig  was  geweest,  ging 
te  niet« 

Tot  dit  ongeval  hadden  de  Turken  federt  ver- 
fcheidene  eeuwen  veel  toegebragt.  Hunne  Vorsten 
uit  den  Stam  der  Seljukken  hadden  zich  van  het 
midden  der  elfde  eeuw  af  in  Klein -Azië  gevestigd, 
alwaar  Nicea  de  Hoofdftad  van  huh  gebied  gewor- 
den was  ;  naderhand  was  Iconium ,  in  later  tijden 
Conia ,  in  Lykaonie  de  zetel  van  dit  Rijk.  Onder 
de  Sultans  van  Iconium  bragt  Sultan  kaikobad  de 
magt  van  dit  Rijk  ten  hoogden  top,  maar  na  des- 
zelfs  dood  begon  het  te  vervallen,  en  in  het  jaar 
1294  ging  het  door  de  overmagt  der  Mogollen  ge- 
heel te  grond.  Ook  handhaafden  de  elf  kleine 
Koningrijken ,  die  thans  van  eenige  Ttirkfche  Vors- 
ten of  Emirs  in  Klein  -  Azië  opgerigt  werden ,  zich 
niet  lang.    Maar  de  Vorsten  van  Thaman  of  Atha^ 

man » 


GESCHIEDENIS.  37 

maft,  die   Bithynien  bezaten,  overweldigden  ze   al-      V 
\cn,  en  othman  ftichtte  omtrent  het  jaar  1300  het    ^^^^ 
Rijk  der  Othomannen ,  hetwelk  nog  bedaat;  Prtifa,  Hoofdft. 
de    Hoofdftad    van   Bithynien    veroverd   hebbende  ,  na  C.  G. 
nam  hij   die  tot  zijnen  Rljkszetel.    Zijn   Zoon  or-  |,3j"?i7^ 
CHAN,  die 'hem  in  het  jaar  1316  opvolgde ,  alhoewel  ■ 

de  dochter  van  den  Gr/<?/yc/^^«  Keizer  cantacuzenus 
ter  vrouwe  hebbende ,  ontnam  den  Grieken  CalUpo- 
Us  in  Thracien,  en  zijn  opvolger  mar  ad  of  amu- 
RATH,  die  in  het  jaar  1360  aan  de  regering  kwam, 
Adrianopoïen  ^  Hechts  weinige  mijlen  van  Konflanti- 
mpohn ;  deze  gaf  den  oorfprong  aan  de  lengidfcheri 
of  lanitfaren,  de  kern  van  het  Turkfche  voet- 
volk. Vooral  behaalde  bajazeth  of  bajesid  federt 
het  jaar  i3}'9  groote  overwinningen,  tot  hij  in  het 
jaar  1402  door  tamerlan  of  tijmur-beg  geflagen 
en  gevangen  werd.  Zijne  Zonen  eenigen  tijd  over 
de  opvolging  geüreden  hebbende,  behield  de  jongfl:e 
LLUHAMiMED  de  overhand ,  die  in  goede  verüand- 
houding  leefde  met  den  Griekfchen  Keizer  manuel. 
Maar  zijn  opvolger  imurad  of  amuratii  H  zette 
de  veroveringen  op  de  Grieken  weder  voort  ,  en 
oorloogde  ook  met  de  Hongaren,  met  welke  hij  in 
het  jaar  1440  eenen  vrede  of  beftand  voor  tien  jaren 
floot,  en  toen  de  regering  afflond  aan  zijnen  Zoon 
MUHAMMED,  die  zestien  jaren  oud  was.  Maav,  toen 
de  Hongaarfche  Koning  den  bezworen'  vrede  ver- 
brak ,  nam  hij  op  verzoek  der  Grooten  van  zijn  Rijk 
de  regering  weder  op  zich ;  en  als  het  nu  in  het  jaar 
1444  bij  Varna  'mBulgarVé  tot  een'  veldflag  kwam, 
liet  AMURUTH  het  oorfpronkelijk  verdrag  op  de  fpits 
C  3  eener 


S3  K  E  R  E   E  L  rj   K   E 

V       eener   lans   ronddragen,   en    riep   God   openlijk    alg 
BOEK     vvreeker  aan  van    den    mijneed.      Ook   behaalde  hij 
Hoofdil.  ^^"^  volkomene  overwinning,  waar  na   hij  nogmaal 
na  C,  G.  de  regering  nederleide,  die  hij  echter ,  om  het  voordeel 
•|^^'^'°^^*  des  Rijks,  nogmaal  op   zich  nam,  en  tot  zijn  dood 
»— -__    toe  in  het  jaar  145 1    behield.     Zijne   wapenen  von- 
den echter  eenen  onvervvachten  tegenftand  in  de  dap- 
perheid van  GEORG  CASTRIOTA,  Vorst  van  Epirus^ 
die  ZOO  lang  hij  leefde,  zijn  land  tegen    de   Turken 
befchermde.    Eindelyk   maakte   zijn   Zoon  muham- 
MED  II,  ook  de  Groot  e    bijgenaamd  ,    zich    in  het 
jaar  1453   meester  van    Konflantinopolen  ^  werwaards 
hij  den  zetel  van  zijn  Rijk  overbragt.    Deze    bragt 
het  eerst  van  al  de  Turkfche  Keizers  eene   zeemagt 
tot  (land  5  waar  door  het  Turkfche  Rijk  fteeds  mag- 
tiger  werd,     selim   I,  die  van  het  jaar   151 2   tot 
1519  op  den  troon  zat,  vermeerderde  hetzelve  groo- 
telijks,  door    het   Rijk    der    Mamïukken   of  Mam' 
leks ,  hetwelk  Egypte^  Syrië  en  Palestina  bevatte, 
in  het  jaar  151 6  te  vernietigen. 
Kijk  der       In  de  XlIIde  eeuw  rigtten  de  Mogollen,  van  wier 
IVIogolIen  invallen  wij  reeds  meermalen  gefproken  hebben,  een 
zeer  geducht  Rijk  op ,  hetwelk  echter  kort  van  duur 
was.    Deze  Mogols ,  een  omzwervende   Tartaarfche 
Horde,  in  Groot -Tartaryen  wonende,    hadden  zich 
reeds   omtrent    het  janr    1135    onder    hunne  Chans 
of    Vorsten    door    hunne    dapperheid    geducht    ge- 
maakt ;  maar  zij   werden   zulks   voornamelijk  nadat 
de   Chan  temudschen,   die  federt   het  jaar    1176 
regeerde,  de  meeste  Horden  der  Tartaren  aan   zich 
onderworpen    had.      Deze   in    het    jaar    1206   den 

naam 


GESCHIEDENIS.  39 

naam  gengis-chan,  grootfte  en  verhevevfle  Vorst  ^       y 

aangenomen  hebbende ,  werd  Heer  van  geheel   Tar-     '^^^'^ 

taryen;  hij  veroverde  een  groot  deel  Van  China  ^  en  Hoofdft. 

andere  Oosrerfche Rijken ,  doch,  hoewel  kriigskundig  na  C.  G, 

en  fchrander,  was  hij  niet  anders  dan  een  roover  en  J''^'J;73. 
'  -'  tot  15:7» 

een  verwoester  van  landen   en   volken.     Zijn  Zoon  ■ 

OKTAi ,  die  hem  in  het  jaar   1227  opvolgde,    vero- 
verde  Rusland.     Onder  j'angu-chan  verni^nigden 
de  Mogolkn  het  Chalifaat,    Eindelijk   was   kuulai- 
CHAN,  die  van  het  jaar  1260  tot  1294  regeerde,  de 
grootfte  Vorst  der  MogoUen  ^   èX^i.  van  de    Chinezen 
befchaafde  zeden  en  liefde  tot  de  kunsten  des  vredes 
aannam,  en  ook  de   wetenfchappen  onder  zijf^e   on- 
befchaafde  Mogolkn  opwekte.     Zijn    gebied  ftrekte 
zich  uit  van  Tong-king ,   (of  Tun-kin^^  en   Co' 
chin- China,  tot  diep  in  Siberië,  en  aan  de   ijszee, 
en  de  Mogolfche  Vorsten  in  Perfi'é  en  aan  de  Wol- 
ga  waren   zi'ne   Leenmannen.     Doch   dit  iiitgeflrekt 
gebied  der  Mogolkn  bleef  flechts  tot  het  jaar  133^ 
in    het  Iliiis    van    gengis-chan  ,    en    werd    toen 
onder  verfcheidene  Vorsten  ,  die  zich  elk  in  zijn  ge- 
west de  heerfchappij   aanmatigde,  verdeeld,   tot   dat 
TiMUR-BEG,  dien  de  Europtërs  gemeenelijk  Tamer- 
lan   noemen,    uit  denzelfJen   Mogolfchen   Stam   als 
GENGis-CHAN,   het  door   dapperheid  en  beljid  zoo 
ver  bragt,  dat   hij    in  het  jaar  1369  tot  Keizer  van 
Groot'  en   Khin-Bukharien  verklaard   werd.     Deze 
Vorst  breidde  zijne  overwinningen   genoegzaam  ov^r 
geheel   Azi'è    uit,    overwon   den    Turkfchen   Sultan 
BAjEZiD ,  en  was  nu   voornemens ,   om  ook    China 
aan  te  tasten,   toen   hij  in  het  Jaar   1405   door  de 
C  4  dood 


40  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       dood  veiTasi  werd.    Zijn  Rijk  werd   door  de   twee^ 

BOEK      fpait   zijner   Zonen   en   door  deszelfs   te  groots   ge- 

Hoüfdft.  vaarte  kort  na  zijne  dood  in  verfcheidene  deeleu  ge- 

m  C.  G  fcheurd. 

|aario73       Door  eenen  zijner  nakomelingen ,  Sultan  baber  , 

«. die  in  het    jaar    1499   door  de   Usbekfche    Tartaren 

Rijk  van    uit   Groot  •■  Bukharien   verdreven    zijnde,   zich    naar 
teuMc^ol  ^'^^^''^  wendde ,  werd  in  liet  jaar  1526   het   Rijk  van 
den  grooten  Mogol  aldaar  gefticht,  hetwelk   tot   in 
het  midden  der  onlangs  afgelopene  eeuw   zeer  mag- 
tig  was. 
China.  In  China  handhaafde  zich  de  nakomelingfchap  van 

GENGis-CHAN  tot  Omtrent  het  midden  der  XlVde 
eeuw,  wanneer  tschu  in  het  jaar  1368  zich  mees- 
ter van  het  bewind  maakte ,  wiens  gedacht  BJing 
genaamd,  zich  omtrent  300  jaren  op  den  troon 
handhaafde. 
Perlië.  I^i  het  jaar  1500  werd   in  Perjië  een   nieuw  Rijk 

opgerigt  door  ismael  sofi,  die  geloofd  werd  van 
ALi ,  den  Schoonzoon  van  mohammed  ,  af  te  (lam- 
men ;  hij  nam  den  naam  van  Schach  of  Koning 
^an,  en  regeerde  tot  het  jaar  1523,  zijne 'nakome- 
lingen hebben  dit  Rijk  tot  in  de  voorgaande  XVIIIdc 
eeuw  bezeten. 


TWEE- 


GESCHIEDENIS.  41 


TWEEDE    HOOFDSTUK. 

Toeftand  der  zeden»     Staat  der  geleerdheid ,  kunsten 
en   wetenfchappen» 


adden  in  het  voorgaande  Tijdvak  de  Arahieren^       V 


BOEK 

II 


H 

door    eenigen    van    hunne   Vorsten    aangemoedigd , 
vorderingen  gemaakt  in  befchaving  en  geleerdheid  (*),  Hoofdft. 
in  dit  Tijdvcik  werden  zij,  geUjk  bijna  geheel  AzVè^  "^-  C*  ^» 
in  den  voortgang  der  befchaving   verhinderd   en  ge-  \^q^  1C17, 

heel  achteruit  gezet,   door   de  verwarringen  en  het 

verval  van  hun  gebied  ,  hetwelk  eerst  door  de  /^..f^^ 
Turken^  vervolgens  door  de  Mogollen ^  geteisterd  heidinheï 
en  eindelijk  geheel  gedoopt  werd.  De  veroverings-  Oosten, 
zucht  en  aanhoudende  oorlogen,  een  willekeurig  Des- 
potisme, en  de  dvvecperij  vzn  dtn  Mohammedaanfchen 
Godsdienst,  terwijl  in  het  Mogolfche  Rijk  in  Indië^ 
nevens  denzelven,  het  Heidendom  in  wezen  bleef, 
Honden  de  befchaving,  de  zedelijkheid  en  geleerd- 
heid te  zeer  in  den  weg,  dan  dat  eenige  weinige 
voorbijgaande  pogingen  van  den  eenen  of  anderen 
der  Oosterfche  Vorsten,  om  den  geest  hunner  orir 
derdanen  op  te  wekken,  iet  duurzaams  zouden  heb» 
ben  kunnen  daarfliellen.  Het  Christendom  ,  weleer 
in  het  Oosten  zoo  bloeijende,  en  hetwelk  tot  in 
China  was  doorgedrongen,  reeds  ontzenuwd  en  ver- 
basterd door  zoo  vele  inwendige  verfchillen  ,  ver- 
bas* 
(*)  Zie  Deel  XIII.  Bladz.  83. 

C5 


44  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       basterde  geheel  tot  onkunde  en  bijgeloof,  onder  het 
BOEK     JQ[f  (jer    overheerfching,   en   werd  verdrongen    door 
Hoofdft.   ^^^  Mohammedanendom ,  en  in  China  door  de    leer 
na  C.  G.  van  confuciüs,  welke  ook  het  Heidendom    nevens 
tot  i/i7  ^^^^   duldde.      De    overblijfrekn  van    befchaafdheid 
— —    en  geleerdheid  der  Oosterfche  Kerk  namen ,  federt  de 
verovering  van  Konjlantinopokn  door  de  Turken  ,  de 
toevlugt  naar  Europa^  alwaar  zij,  gelukkig,  op  het 
einde  van  dit  Tijdvak,  dienden,  om  eennieuw  licht 
van  werenfchap  en  kundigheden  te  ontfleken. 
In  het  In  het  Westen  had  het  Christendom   de  overhand 

Wescen.  [5iyu.£jj  behouden,  mnar  het  was  niet  hnger  het  een- 
voudig Christendom  van  het  Euangelie,  uit  zijnen 
aard  gefchikr ,  om  de  raenfchen  te  verlichten  ,  en 
deugd  en  goede  zeden  te  vestigen  en  te  doen  bloei- 
jen ;  bet  was  geheel  van  zijnen  oorfprong  ontaard ; 
de  Geestelijken  hadden,  in  plaats  van  als  leeraars 
en  onderwlizers  der  menfchen  zich  te  gedragen , 
zich  toegelegd  ,  om  beheerfchers  der  volken  .en 
Vorsten  te  wezen ,  en  die  aan  hunne  voorfchriften 
te  onderwerpen ;  in  de  Christelijke  Kerk  had  zich 
eindelijk  eene  Geestelijke  Monarchie  gevestigd,  in 
welke  een  Geestelijk  Opperhoofd  zich  de  uitfpraak 
(n  beflisfing  over  leere  en  zeden  beide  aanmatigde.— 
Evenwel  openbaarde  de  Godsdienst  niet  zelden  zijne 
kracht,  in  het  beperken  van  vele  buitenfporigheden, 
waar  toe  de  ruwheid  der  tijden  aanleiding  gaf. 
Deze  ruwheid  toch,  bij  krijgszuchtige  volken,  het 
kenjielfel,  eene  zucht  tot  vrijheid^  dikwijls  tot  los- 
bandigheid en  regeringloosheid  overdaande,  het  vuist» 
regt ,  de  worfteling  tusfchen  de  Vorsten  en  de  Gees- 

tfr. 


G  E  S  C  II  I  E  D  E  >T  1  S.  43 

telijken ,  dit  alles  was  gefchikt,    om   alle  befchaving       V 
te  verdrukken,  en  de  volken  geheel  te  verwilderen.       ^^^^ 

Gelukkig ,  dat  zich ,   terwijl  de  Geestelijkheid  en  Hoofdd, 
Adel    onderling   over   de    heerfchappij    ftreden  ,    de  "a  C.  G, 
hurgerfiand  allengs  uit  hare  laagte  verhief,   dat  hier  J^^' J°'J^' 

en  daar  gemeenebesten ,   en  rijksfteden   ontftonden, 

en  elders  de  burgerftand  mede   in   de  flaatsvergade-  ^  onuing 
nngen    werd    toegelaten ,  waar  door  de  Overheden  burgcr- 
met  het   Volk   in  nadere  betrekking  kwamen  ,    en  i'and, 
eene   oefenplaats  voor  burgerlijke  deugden    geopend 
werd.     De  Dultfche  Hanfe  was  eene   edele   poging, 
door  welke  vele   wanordens    werden   beteugeld,   ter-  • 
wijl  de  koophandel  meer  werd  uitgebreid,   en  zijnen 
invloed  oefende  om  de  zeden  te  verzachten. 

De  kruistogten,    hoe  zeer  op  zich  zelve  eene  on-  De  kruis* 
derneming ,  de  ruwheid  dier  tijden  waardig ,  maakten  "^^Öt^-a. 
echter  de  Europeanen  bekend  met  de  zeden,  kunsten 
en  pracht  der   Grieken^  bevorderden   den  koophan- 
del en  zeevaart,   en  verhieven  allengs  den   geest  der 
volken  tot  nuttiger  en  gewigtiger  ondernemingen. 

Tenzelfden  tijde,  toen  de  kruistogten  eenen  aan- Ridder 
vang  namen ,  was  de  Ridderfchap ,  (/«  chevallerie ,}  ^'-^'^''^P' 
in  haren  grootften  bloei.  Wij  weten  derzelver  oor- 
fprong  niet  met  zekerheid,  maar  zoo  veel  is  in  het 
gemeen  gewis,  dat,  in  de  elfde  eeuw,  wanneer 
door  het  geweld  van  den  roofzuchtigen  en  zich  alles 
veroorlovenden  Adel,  onderdrukking,  roof,  mishan- 
delingen  enz.  alom  plaats  hadden,  eeiiige  grootmoe- 
dige mannen  zich  voordeden,  om  zich  tegen  deze 
kleine  dwingelanden  te  verzetten ,  en  de  flechte  ge- 
volgen van  het  vuistre^t^  hetwelk  de  Adel  onder  zich 

oe- 


4%  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V        oefende,   voor    te  komen  en    te   beletten,   door   de 
BOEK     befcherming  der  onfchuld,  inzonderheid   van  wedu- 

Hoot'dft.  wen. en  wezen,  op  zich  te  nemen,    en   door   dnp- 

iia  C.  G.  perheid  regt  en   geregtigheid  te  handhaven.    Spoedig 
"•'  ^^^  j-j^*  werden  'er  zekere  plegtigheden ,  ook  van  Godsdien- 

m — -—  ftigcn  aard,  uitgevonden,  om  aan  deze  Ridderfchap 
eerwaardigheid  en  aanzien  te  geven ,  waar  bij  de 
Geestelijliheid  niet  verzuimde,  deze  Ridders  inzon- 
derheid tot  verdedigers  en  befchermers  der  Kerke- 
lijke  regten  en  goederen  te  maken,  terwijl  de  Rid- 
ders van  hunnen  kant  als  Geestelijke  krijgslieden 
verlangden  aangezien  te  worden ,  die  in  Gods  naam 
dwingelanden  en  onderdrukkers  (Iraften.  Zekerlijk 
deed  deze  Ridderfchap  in  het  eerst  veel  goed;  lief- 
de tot  eer,  achting  voor  de  eerbaarheid  en  kuisch- 
heid  der  vrouwen,  zucht,  om  door  de  Dichters  ge- 
prezen te  worden,  dit  één  en  ander  moest  nood- 
wendig op  de  befchaving  der  zeden  werken ,  maar 
het  onderhouden  van  den  krijgszuchtigen  woesten 
geest,  en  dat  zich  deze  (land  en  derzelver  verrig- 
tingen  meest  bepaalde  tot  de  omftandigheden  van 
den  Adel  en  Geestelijkheid ,  zie  daar  de  oorzaken , 
welke  dezen  edelen  (land  beletten,  zoo  veel  goeds 
te  verrigten,  als  men  misfchien,  naar  de  toenmalige 
oniftandigheden ,  daar  van  had  mogen  verwachten. 
Ook  ontaarde  weldra  de  geest  van  dezen  ftand  tot 
buitenfporige  ronianachtige  ondernemingen  ,  en  tot 
het  pralen  met  kracht  en  manhaftigheid,  bijzonder 
in  de  Riddcrfpelen  of  zoogenoemde  Tournooifpelen, 
Stant.kr       Meest   echter   kon   de    aanmoediging  der   geleerd- 

geleerd-    i^^j^j^  kunsten  en  wetenfchappen ,  invloed  hebben  op 

de 


G  E  S  C  H  I  E  ï)  E  N  1  S.  4^ 

de    befchaafdheid.      Ook    hebben    na    menigvuldige       V 

kwalijk  aangelegde   en  niet  geflaagde  pogingen  ,   in     ^°^* 

der  daad,  op  het  einde  van  dit  Tijdvak,  de  geleerd-  Hoofdft-  * 

heid ,  kunsten  en  wetenfchappeiï  het    hoofd  in  En-  na  C.  G, 

yopa  opgebeurd,   en   niet   weinig   den   weg  gebaand  i^'''^'°73« 

tot  den  gelukkigen  uitflag  der  Kerkhervorming.  ^ 

Onder  de  Vorsten  hebben  de  Keizers  uit  het  Huis  ^'-'''^'"'^ 

van  Hohenflaufen  van  den  Zwahifchen   Stam  inzon-  "" 

Vorsten 
clerheid  uitgemunt,  als  voorrtanders   der  geleerdheid,  voorrtan- 

FPvEDERiK  I,    de   eerfte  Keizer   uit  dit  Huis,   was  dersder 
zelve  wel   geen   geleerd   Vorst  ,    maar   maakte  zich  P-^/  A 
echter  bij  de  geleerdheid  verdiend ,   niet   alleen   door  K^^izers 
voor  de  veiligheid  der  geleerden  met  eene  biizondere  ji^edürik 
wet  te  zorgen,  in   het  janr   1158,   maar  ook  door 
te  bewerken,  dat  de  Roomlche   regtsgeleerdheid  ijve- 
riger  beoefend    werd ;    ook    had    hij  fmaak  in    de 
Dichtkunde. 

Ook    zijn    Zoon    hendrik  VI,  benevens   andere  hf.ndrik 
Vorsten  van  zijn  Huis ,  en  in   Duitschhnd,  vonden  ^^* 
niet  alleen  fmaak  in  de   Duitfche  Dichtkunst,   maar 
oefenden  'er  zich  zelven  in. 

Alle  deze  Vorsten  echter  werden  overtroffen  door  frederik 
FREDERIK  II,  Kleiuzoon  van  frederik  I,  die  zelve  ^^* 
een  geleerd  Vorst  was,  van  wien  nog  eenige  brok- 
ftukiien  van  een  Latlinsch  gedicht  over  de  valken- 
jagt  overig  zijn.  Hij  verftond  en  fprak  behalven 
het  Italiaansch  en  Latijn ,  ook  het  Hoogduitsch  , 
Fransch,  Nieuw  Grieksch  en  Arabisch,  Onder  de 
wiskundige  wetenfchappen  was  hij  inzonderheid  een 
liefhebber  van  de  werktuigkunde  en  ftarrekunde, 
waar  hij,  nuar  de  gewoonte    dier  tijden  ,  ook  de 

Har-     ■ 


4(J  KERKELIJKE 

V       ftarrenvvigchelarij  bijvoegde.  Ook  kweekte  hij  de  N*« 

BOFK      tuiirlijke   Gefchiedenis   aan,  waar  toe    hij  de  zeld- 

Hoofdft.   zaamfte  dieren  en    andere  voortbrenglelen  van  ^ziê 

na  C.  G.  in  zijn  Paleis   bijeenverzamelde.     Hij   ftichtte  in   het 

J^^"°[^' jaar  ia24  de  Hoogefcliool  te  Napels,  uit  wellvC  hij 

. zich   inzonderheid    van    uitmuntende  Regtsgeleerdea 

voorzag^  die  hem,  in  zijne  twisten  met   den  Paus, 

voortreffelijke  dienllen  bewezen  (*). 

karelIV.      Onder   de  Keizers    heeft  ook  vervolgens  als  een 

geleerd  Vorst  uitgemunt  karel  IV ,  flichter  van  de 

Hoogefchool  te  Praag  ;    ook  deze   Vorst  verftond 

verfcheidene  talen ,  wordt  geroemd  als  zeer  ervaren 

geweest  te  zijn  in  de  Godgeleerdheid  en  Uitlegkunde 

van  den  Bijbel.    Men  heeft  van  hem   nog  zijne  Le- 

vensbefchrijviiig ,  door  hem  zelven   befchreven ,  tot 

den  tijd,    dat  hij   Keizer  is  geworden,  hoewel  het 

onzeker  is,  of  hij   die  in   de   Boheemfche  of  in  de 

;  Latijnfche  taal  heeft  opgefteld. 

Koningen      Onder  de  Franfche  Koningen  fchonken  lodewyK 

vanFnink  ^^  'Jongere,   en  zijn  Zoon   filips   augustus,  die 

j'V^  tot  het  jaar   1223  regeerde,  aan   de   genen,  die  te 

Far'^%  ftudeerden,  vele  voorregten.  —  lodewyk  de 

DiJ^kc ,  Vader  van   den   eerstgemelden ,  had   eenige 

kundigheden  van  geleerdheid    opgedaan  in  de  Abdij 

van  St.  Denys;  zijft  Levensbefchrijver   de   Abt   su- 

GER  Cf),  verhaalt  van  hem,  dat  hij  op  zijn  fterf- 

bed 
(^*)  j.    GOTFR.  scHMUTZKHi   Disf,  de  Frederici  II.    in 
rem    litterariam  mcritis.  Lipf.  1740.  4/0. 

Ct)  Liber   de    Vita    Liidovid    Grosfi    Regis  ap,   DV* 

CHESISE. 


GESCHIEDENIS.  47 

lied  zijn  Geloofsbelijdenis  heeft  afgelegd,  tanquam      V 
Jitteratisjimus  theologm,  boek 

KAREL   V,  die  in  het  jaar  1364  op  den  troon  Hoo^y^^^ 
Van    Frankryk   kwam ,  en   dus   een   tijdgenoot  was  na  C.  G. 
van  Keizer  karel  IV  bovengemeld,    was  insgelUiks  J^f  J°73. 

tot   15^ «  • 

een  Vorst,  die  vele  gcIeerJe  kundigheden  bezat;  hij  .. 

v;as  de  eerfle  aanlegger  der  naderhand  zoo  vermaar-  J^arel  V. 

de  Koninklijke  Bibliotheek  te  Parys  (*), 

-    In  het  begin  van  dit  Tijdvak,  in  de  Xllde  eeuw,  Griekfche 

-waren  de  Keizer  alexiüs  comnenus  ,  zijne  Gemalin  \°''/^^'^ 

•^  uu  het 

ÏRENE ,'  zijne  Dochter  anna  ,    en  derzelver  Echtge-  Huis  van 

noot  BRYENNius,  te  geliik  Geleerden  en  ook  Schilj-  co,»?ke-  ^ 
vers.    zonaras   (f)  zegt  wel  van   den  gemelJen  2crALExiI 
Keizer,    dat  zijne    geleerdheid    flechts    middehnaiig  rs,  zijne 

was,  evenwel    heeft   hij  in  zoogenoemde  politifclie    *!?^^^'" 
'  j  s  1  ANNA  en 

Grieksch-barbaarfche  Verzen  Vermaningen  aan   27- linnr  echc- 
fien  Kleinzoon  spaneas    gefchreven,   die  te   Veneiië  ^"^^^^^^ 
in  het    liclit  zi'n  gegeven    (^).      Bovendien  heeft  n:us. 
men  vnn  hem  nog   een   register   van   de  belnstingen 
in  het  Griekfche  Keizerrijk  (**).    irene  heeft  eenen 
Regel  voor  de  Nonnen  van   een  Klooster,   hetwelk 
zij ,  ter  cere  der  Maagd    maria  ,   gefticht   had ,   na- 
ge- 

(*3  Extrait  du  Caialogrte  des  Livres  de  la  Bibliotke' 
que  des  Rots  Charles  F,  Charles  VI  et  Charles  VU  dam 
THhtoire  de  r Academie  Royale  des  hifcriptions  et  Bel- 
les Lettres  T.  \.  p.  \i\.  ci.  Amjlerdavi  173^.  x^nio. 

(t)  AnnaL  Libr.  XVJII.  T.  II.  p.  :^09. 

(5)  PAG.  Critic.  in  ann.  b\ron.  ad  a.   1118. 

(**)  Novum  Rationarium  alexu  cümneni  in  AnnalU 
Orn'i;.  T.  I.  />.  3Ö7. 


48  KERKELIJKE 

V       gelaten  (*).    Maar  hunne  Dochter  anna  .overtrof 
«oEic     }^gn  beiden.     Zij  bezat  niet   alleen   menigvuldige   gsr 
HocidH.   leerdheid,  en  had  kennis  aan  de  fchriften    van  pla- 
.iid  C.  G.  To  en   ahistoteles  ,   maar  ook  een    fcherpzinn^ 
tfnWil'  vernuft;  tevens  was  zij  eene  vrouw  van  mannelijken 
inc-ed,  maar  heerschzuchtig.     Zij  was  getrouwd  met 
mcEFORUS    BRYENNiüs,    die    den   titel  van  defar 
voerde,  en  verloor  hem  in  het  jaar  1137,   haar  Va- 
der was  reeds   in   het   jaar   1118   overleden.      Haar 
man    had,    onder   de  regering  van  haren  Broeder, 
.den  troon  kunnen  beklimmen  door  eene  zaraenzvvee- 


.toc  1517, 


r.r 


;30 


■T,i  '     ring ,   waar  aan  zij  en  hare   Moeder  deel  hadden , 
*""!;,  M      ïïiaar  hij  weigerde  volftrekt  daar  van  gebruik   te  ma- 
.,  V  .       ken,  tot  groot  verdriet  der  Vorstin,    die  de   natuur 
-    -       van    onregtvaardigheid    befchuldigde  ,    dat    zij   haar 
jiiet  tot  een'   man,  en  haren   man  tot  eene    vrouw 
•gemaakt   had.      Haar    Gemaal    had   ondernomen   de 
gefchiedenis  van  alexius  comnenus  te  befchrijvenj 
maar  zijn  werk  ,  hetwelk  in  vier  boeken  verdeeld  is , 
niet  verder  gebragt  dan    tot  de  regering  van   nice- 
FORus    BOTQNiATES,    of   vau    het    jaar   1057  ^^^t 
1081.      ANNA  vervolgde    en    voltooide    den    arbeid 
van  haren    Gemaal   volkomen ,  en    befchreef  de  ge- 
fchiedenis  der  gelieele    regering   van  haren  Vader  in 
XV  Boeken,  onder  den  titel  Alexias;   een  gewigtig 
werk,  waar  uit  wij,  met  genoegzame  zekerheid  van 
waarheid ,  over  het   algemeen   vele   oplieldcring  ont- 
vangen nopens  den  toeltand  van  zaken   ten  dien  tij- 
de, en  voornamelijk  vele  bijzonderheden    omtrent  de 

kruis^ 
C*}  T'^picum  IRENES  Aiigusta  ib.  p.  136-307. 


GESCHIEDENIS.  49 

kruisvaarten ,    hoe    zeer  het  tevens  blijkt,  dat  het       \r 

werk  niet  geheel  vrij  is  van  misflagen ,   doch   geene     ^°^'^ 

zoodanige,  welke  deszelfs  wezenlijke  verdienden  be-  [loofdfl'. 

iiadeelen  kunnen.  na  C.  G. 

Grooten    roem    van    geleerdheid    behaalde    in  de  '^^'^*°/'3« 

°  cot  1517, 

Xlllde  eeuw  alfonsüs   X,   de   TVijze  bygenaamd, 

Koning  van  KastUien,    Men  heeft  van   hem  gedich-  ai  fonsus 
ten  in  de  GaUicifche  en  Kastiliaanfche  taal,  in  wel  Konino- 
ke  laatfte  taal  hij  wilde,  dat  alle   openbare  fchriften  v.inKasti- 
zouden  opgefteld  worden.    Ook   liet  hij  eene  alge-     "' 
meene  Chroniek  van  Spanje   opflellen ,   welke   insge- 
lijks nog  gedeeltelijk  voorhanden  is.  Op  zijn  bevel  en 
kosten  werden  ook   Starrenkundige   Tafelen    vervaar- 
digd, die  daarom  ook  den  naam  hebben   van   Tabtf- 
iae  Alphonfinae»    Hij  was  een   kenner   van    de  I\Ju- 
zijk,  voor  welke,  gelijk  ook  voor  de  Natuurkunde, 
hij  een  Leeraarsplaat  s  op   de   Univerliteit   van  Sala- 
mauka  verordende. 

Napels   had,  in  de  XIV  en  XVde  eeuw,   twee  alfonsüs 
Koningen ,  die  zich  op  de  geleerdheid  toeleiden ,   en  Koning 
dezelve  uitnemend  begunftigden.     robert,   uit   het  peJg^^^^" 
Huis  van  Anjou^  die  in  het  jaar  1343   overleed,  na 
vele  voorregten  aan  de   Univerliteit  van   Napels  ge- 
fchonken  te  hebben.     Maar  inzonderheid  muntte  ia 
geleerdheid  uit  Koning  alfonsus  I  van  Napels^  die 
tot  het  jaar   1458  regeerde,    antonius  van   Paler^ 
fno\  Geheimfchrijver,   Raad   en  Gundelin^j  van   de- 
zen Voorst,  die  door  den  Koning  in  gezantfchap  ge- 
zonden werd  aan  de  Venetianen^   in  het  jaar  1451 
om  Mi.xi  hen  eenige  beenderen  van  een'  arm   van  ti- 
Tus  Livms,   die  in  het  jaar  14 13  te  I'aclua  ontdekt 
XV.  Deel.  D  vva- 


50  K  E  R  K  E  L  Ij  K  E 

V  waren,  te  verzoeken,  heeft  de  daden  van  dezeflf 
BOEK  VorsE  in  een  afzonderlijk  werk  befchreven,  hetwelk 
Hoofdfl.  ^y  ^^"  -^NEAS  SYLvius,  toen  Bisfchop  van  Siena  ^ 
na  C.  G.  naderhand  Paus  pius  II  ,  zond,  die  'er  verfcheidene 
jaario73.  bijyoegf^ign  bijvoegde  (*),  Onder  anderen  wordt 
■  in  die  werk   (  f )   gewaagd  van  een'   Dominikaner , 

die  zich  op  eene  Hechte  Predikatie,  door  hem  ge- 
daan, veel  latende  voorftaan,  zich  voor  den  Koning 
vertoonde,  en  dien  allerhande  vragen  over  het  Avond- 
maal voorbelde;  maar  de  Koning  hragt  hem  tot 
ftilzwiiigen ,  door  de  vraag,  hoe  het  gekomen  was, 
dat  men  in  eene  gouden  welgellotene  doos ,  waar  in 
men  eene  gewijde  Hostie  bewaard  had,  na  verloop 
van  eene  maand  niet  anders  gevonden  had  dan  een* 
worm?  of  dezelve  misfchien  uit  het  ligchaam  van 
CHRISTUS  en  gevolgelijk  uit  de  Goddelijke  zelfllan- 
digheid  ontdaan  was?  Voorts  weet  men,  dat  deze 
Koning'eens  zijne  herflelling  uit  eenezickte  heeft  toe- 
gefchreven  aan  het  lezen  van  curtius;  als  ook  dat 
hij  bij  het  voorlezen  der  oude  Schrijvers  alle  geleer- 
den,  ook  leerlingen,  toeliet,  Bibliotheeken  aanleide, 
en  het  Schoolonderwijs  verbeterde,  enz. 
Verdien-  Ten  tijde  van  dezen  Vorst  begon  ook  het  Huis 
ften  van  y^,-,  Medic'is  te  Florence  zich  vermaard  te  maken 
van  MEDi-  door  het  voorftaan  en  bevorderen  der  wetenfchap- 
cisoin-     pen.     cosmus  van  Medici  of  Medicis,  omtrent  het 

jaar 
(*)  In  Libros    yintomi   Panormita  ^  poeta,   de  dictis 
et  f  act  is     Alphovji   Regis   memorabilibus    Commentatio , 
thhnjlad  1700.  in  ü,to. 
(t)  Libr.  1,  Cop.  39. 


GESCHIEDENIS.  51 

Jaar  1433,  was  de  begunftiger  der  Geleerden,  die       V 

de  Griekfche  Geleerden,  welke  al  meer  en   meer  de     ^^Jt'^ 

toevlugt  naar    Italië    namen ,    onthaalde  en  onder-  Hoofdff. 

(leunde.    Hij  was  de  eerfle  aanlegger  van  de  nader-  na  C.  G. 

hand  zoo  vermaarde  Medice'ifche  Bibliotheek  te  Flo-  Y^^W^\' 

COC  i5*7« 
rence ;   gelijk    op  zijn    voorbeeld    en    aanmoediging  —— , 

NiccoLo  NiccoLi,  liisgelijks  burger  te  Florence^  treinde 
eene  verzameling  bijeen  bragt  van  800  Banden  Griek-  ^^^^j^ 
fche,  Romeinfche  en  Oosterfche  Schrijvers,  cos- 
mus  was  tevens  de  voorftander  der  Platonifche 
Wijsgeerte,  welke  onder  hem,  met  behulp  van  den 
Griek  georgius  gemistus  pletho  ,  en  den  ge- 
leerden MARSiLius  FiciNUS  ,  die  de  werken  van 
PLATO  in  het  Latijn  vertaalde ,  weder  herleefde. 
THOMAS  CALANDRiNO,  naderhand  Paus  nicolaus 
V,  die  de  Vatikaanfche  Boekerij  heeft  begonnen  aan 
te  leggen,  had  aan  hem  zijne  opkomst  en  bevorde- 
ring te  danken;  cosmus  verkeerde  met  geleerden  en 
kunftenaars,  als  zijne  vrienden,  tot  zijne  dood  toe, 
in  het  Jaar  1464. 

Zijn  Kleinzoon  laurens  van  Medici  overtrof 
zelfs  nog  zijnen  Grootvader  in  zijne  verdienden  om- 
trent de  geleerdheid,  van  hem  zijn  gedichten  overig 
in  de  Italiaanfche  taal ,  op  welker  herllelling  en  ver- 
betering hij  zich  inzonderheid  toeleide.  Met  zijne 
dood  verviel  wel  de  luider  van  het  Medice'ifche 
Huis  ,  maar  de  zucht  voor  kunden  en  wetenfchap- 
pen  bleef  in  hetzelve  zoo  erfelijk,  dat  ook  zijn  jon- 
ger Zoon ,  de  Kardinaal  joan  de  Medici ,  die  in 
het  jaar  15^3,  onder  den  naam  van  leo  X,  toE 
Paus  verkoren  werd,  zich  door  de  begunlliging  der 
D  a  ge- 


5ft  KERKELIJKE 

geleerdheid    meer  roem  verworven  heeft,  dan  door 
iet  anders. 

Onder  alle  de  Vorsten  ,    beminnaars  en  befcher-* 
mers  der  geleerdheid  en  wetenfchappen ,  muntte  nog 
uit  MATTiiiAS  coRviNus,   Konlng  van  Hongaryen  ^ 
die  in  het  jaar  1450  in  den  ouderdom  van  nog  geen 
MATTHi^s  yijftieQ  jaren  aan  de  regering   kwam.     In  een'  tijd, 
j^  ii^jjjo-  *  en  onder  een  volk,  zoo  onkundig,  dat  de  VVaiwode 
van  Hou-  van  Zevenbergen  en  andere  aanzienlijke  Grooten  be- 
garyen.     jjgnden,  dat  zij  niet  fchrijven   konden,  verftond   en 
fprak  hij  behalve  ^o.  Hongaar  f che  ,  ook  Ae.Latijnfche^ 
HoogduHfche  ^  en  andere  talen.     Hij  luchtte  of  ver- 
nieuwde de   Hoogefchool  te  Ojfen   o'i  Buda  ^  mis- 
fchien  ook  te   Presburg,  in    de  eerstgemelde   plaats 
'leide  hij  eene  prachtige  Boekerij   aan ,  waar   toe    hij 
vele  Handfchriften ,  in  deOosterfche  talen  bijzonder, 
verzamelde.    Zijn  voorbeeld  werkte  op  zijne   onder- 
danen, doch  enkel  zoo  lang  hij  leefde,  alzoo   door 
de  flechte   regering  van  zijnen  opvolger  deze  ijver 
genoegzaam  geheel  werd  uitgedoofd. 
MAXiMi-       Het  einde  van    dit  Tijdperk  was  in  Duitschïand , 
LIAAN  I.    lïierkv/aardig    door    twee  -  geleerde  Vorsten ,  Keizer 
MAXiMiLiAAN  I  en  FREDERiK  den  Wijzeu ,  Keur- 
vorst van  Salifen.    De  eerfie,  die  van  het  jaar  1493 
tot  1519  regeerde,  alhoewel  hij  tot  in  zijn   twaalfde 
jaar  bijna  ftom  was,  en  vervolgens   door  de  flreng- 
heid  van  zijnen  Leermeester   een   wederzin  kreeg  in 
alle  onderwijs ,  verbeterde  echter  naderhand  het  ver- 
zuim zijner  jeugd  door  eene  verbazende  infpanning 
van  zijne  geestvermogens.     Zijne  nienigv^uidige  rei- 
zen en   verkeering    met   vreemdelingen   gaven    eene 

zacfe- 


GESCHIEDENIS.  53 

zachte  wending   aan   zijne   zeden  ,    en    door   vlijtig       v 

lezen  en  onderzoeken  verzamelde    hij   eene    mcniffte     boek 

II 
liundi^hedeH.     In  zijne   jeugd    was    hij   in    de  vrije  j-.oof^^f^, 

KLiri(k*n,  in  de  Godgeleerdheid,  Geneeskunde  en  nn  C.  G. 
Staatkunde  onderwezen.  Hier  voegde  hij  vervol-  I"^''ï°73» 
gens  bij  eene  beoefening  der  Gefchiedkunde  ,  en  ^  -* 
Aardrijksbelchrijving ,  ook  was  hij  niet  vreemd  in 
de  Schilder-  en  Bouwkunst,  en  in  de  Muzijk ,  ook 
kreeg  hij  kennis  van  de  bergwerken,  artiilerijkunde 
enz. ,  zelfs  van  de  kookknnde ,  en  verRond  ver- 
fcheidene  Europifche  talen.  Alleen  de  Regtsgeleer- 
den  mishaagden  hem  ,  en  niet  zonder  reden ,  omdat 
zij  toen  enkel  de  uitfpraken  van  hunne  G/öjy2z- Schrij- 
vers volgden.  Bovenal  beminde  hij  de  Dichtkunst, 
die  hem,  toen  hij  reeds  Keizer  was,  nog  dikwijls 
bezig  hield,  als  mede  de  Gefchiedkunde.  Hij  (lel- 
de het  eerst  eenen  Hoogleeraar  in  dezelve  op  de  Uni- 
verfiteit  te  Weenen  aan,  welke  aan  hem  hriren  wel- 
vaart te  danken  heeft.  Hij  was  de  eerde  Vorst  in 
Duitschland^  die  de  gefchiedkunde  aanmoedigde ,  en 
Geleerden  reizen  liet  ondernemen  in  Duitschland  ^ 
Frankryk  en  liali'é^  die  alle  Kloosters,  Vorstelijke 
Archiven  en  Boekerijen  moesten  doorzoeken,  om 
de  gellachtsboomen  der  Vorsten  naar  te  fporen.  Op 
zoodanige  reize  ontdekte  koenraad  celtes  de  zoo 
vermaard  gevvordene  Peiitingerifche  Landkaart.  Ook 
«rkende  deze  Keizer  de  noodzakelijkheid  der  Her- 
vorming van  het  Paufelijke  Hof,  fchoon  hef  onze- 
ker is ,  of  het  boert  of  ernst  bij  hem  geweest  zij , 
dat  hij  zelve  met  dat  oogmerk  gedacht  zou  heb- 
ben, om  Paus  te  worden.  Van  dezen  Vorst  zijn 
D3  '      'er 


54  KERKELIJKE 

V  'er  in  de  Keizerlijke  Bibliotheek  te  JVeenen  nog  vele 
BOEK  Gedichten  te  vinden ,  bijzonder  is  'er  in  Hoogduit- 
Hoofdft.  ^"-^^  Verzen  eene  befchrijving  van  de  heldendaden 
Ba  C.  G.  en  gevallen  van  hem  zelven ,  door  hem  zelven  ge- 
|^J"°J'^' fchreven ,  en  door  melchior  pfinzing.  Proost  van 
..  St,  Sèbald  te  Neurenberg ^  in  het  jaar  151 7  in    het 

licht  gegeven,  behalve  andere  werken. 
FRF.DERIK  Eindelijk  is  door  zijne  geleerdheid,  en  niet  min- 
de Wijze,  (jgj.  ^QQj.  2}jne  werkzaamheid  in  het  onderdeunen 
van  de  Hervorming  der  Kerk  in  Duitschland  beroemd 
FREDERiK ,  Hcrtog  van  Sakfen,  die  van  het  jaar  1486 
geregeerd  heeft,  en  wien  reeds  zijne  tijdgenooten 
eenparig  met  den  titel  van  de  Wijze  vereerd  heb- 
ben. Hij  ondernam  in  het  jaar  1493  eene  reize  naar 
Palestina^  wel  uit  Godsdienftigheid ,  maar  te  gelijk 
om  oudheden,  kunstwerken  en  natuurlijke  zeldzaam- 
heden  te  leeren  kennen  en  te  verzamelen.  Met 
laad  en  behulp  van  zijnen  Geneesheer  pollich 
flichtte  hij  de  Hoogefchool  te  Wittenherg^  welke 
den  i8den  October  des  jaars  1502  werd  ingewijd. 
Deze  Hoogefchool  had  van  eerften  af  eenen  verba- 
zenden opgang.  In  de  eerde  vijftien  jaren  telde  zij 
reeds  meer  dan  2,000  leden  uit  alle  oorden  van 
Duitschland ,  en  zelfs  uit  Denemarken  ,  Italië  , 
Zwitzerland ,  waar  toe  fommigen  van  hare  eerde 
Leeraren,  stAupitz  ,  karelstad,  (carolosta- 
Dius,)  en  AMSDORF,  onder  de  Godgeleerden,  on- 
der de  Regtsgeleerden  henning  goden,  en  iiiero- 
NYMUS  schurf,  en  m.  pollich  als  Geneeskun- 
dige, maar  die  tevens  Hoogleeraar  in  de  Godge- 
leerdheid was  5  veel  hebben  toegebragt.  Op  aanprij- 
zing 


GESCHIEDENIS.  55 

zing   van    staupitz  ,   kwam  ,  in  het  j;iar  1508,       v 
de    ^ugustyner    Monnik    marten    luther  ,    uit     ^^^^ 
zijn    Klooster   te   Erfurt  ,    in   de   waardigheid   van  Hoofaft. 
Hoogleeraar     in    de    Wijsgeerte    op     deze     Hooge-  «a  C.  G. 
fchool  ,   op    welker    openbare    lijst   hij  'onder    den  •'J!!!'^!°{J* 

COL    I  5  */ • 

naam  van  Fr.  (  Frater ^  )  martinus  lüder  . 
DE  MANSFELT  ,  AugmtManus  met  zes  anderen 
van  zijne  Orde  ingefchreven  is.  Zijne  hoofdbe- 
(lemming  echter  was  de  Godgeleerdheid ,  in  welke 
hij  in  het  volgende  jaar  Baccalaureus^  en  in  het 
jaar  1512  Doctor  werd  ;  alleen  onderfcheidde  hij 
zich  daar  door  van  anderen ,  dat  hij  Baccalaureus  et 
Doctor  ad  Bihlia  of  Bihlicus ,  en  niet  Sententiarius 
werd ,  waar  door  hij  zich  verbond ,  om  in  plaats 
van  LAMBARDS  SentcntiiZ  of  fiiellingen,  den  Bijbel 
te  verklaren. 

Dit  berigt  van  de  Hoogefchool  te  Wittenherg  Scholen 
brengt  ons  tot  het  melden  van  den  toeibnd  der  ^"  ^I*^o- 
Scholen  in  dit  Tijdvak.  De  Bisfchoppelijke  en  Kloos- 
terfchohn  ^  van  welke  in  het  voorgaand  Tijdperk 
gefproken  is,  en  welke  nog  in  een  genoegzaam  aan- 
tal in  wezen  waren ,  verloren  allengs  haar  gezag , 
door  de  oprigting  der  Hoogefcholen  of  Univer/ttei' 
ten,  gelijk  zij  vervolgens  genoemd  werden.  Unher» 
fitas  beteekcnde  eerst  het  geheele  ligchaam  der  Leer- 
aren ,  en  hetzelfde  als  Coetus  ,  Collegium  enz., 
maar  vervolgens  werden  de  Hoogefcholen  genoemd. 
Studium  en  Studium  generale,  of  univerfale,  waar 
voor  Vniverfitas  in  gebruik  geraakt  is ,  omdat  op 
deze  Hoogefcholen  alle  deelen  der  geleerdheid  beoe- 
fïind  werden.  Sedert  de  Xlde  eeuw  had  zich  een 
D  4  nieuw 


i 


56  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       nieuw  foort    van  vScholen    gevesiigd  ,  onafhankelijk; 
BoF.K     yjjfj  ^Q  £)om-   en    Kloosterfciiolen ,  en  voornamelijlc 
Hoofdrt.   voor    het    onderwijs    in    édne  wetenfchap   beftemd, 
11a  C.  G  2oo    was    de    School  te  Bolo^m  vermaard  in  de 
torni'?'  Regtsgeleerdheid  ^  die  te  Sakrm  'm  de  Geneeskunde^ 
. Maar  te  Parys  kregen  de  IVijsgeerte  en  Godgeleerd- 
heid van  tijd  tot  tijd    insgelijks  eigene  Scholen,   die 
van    de    Bisfclioppelijke    en    Kloosterfcholen    onder- 
fcheiden  waren.     Onder  de  Leeraren   der  Bisfchop- 
pelijke  School  aldaar  was  vvillem  van  champeaux 
met  het   begin   der    Xllde    eeuw    inzonderheid    be- 
roemd.    Onder  deszelfs  leerlingen  was  petrus  abe- 
LARD  of  ABAiLLARD ,   vau  wicn  wij  in  het  vervolg 
nader    gelegenheid   zuilen   vinden  ,  om   te  fpreken  ; 
deze  rigtte  vervolgens  eene  afzonderlijke  School  op, 
gelijk  ook  vele  andere  Geleerden  deden,  die  Spraak' 
kundige  ,    Rederijkkundige  ,    IFijsgeerige    Scholen 
hielden ,  welke  laatfte  echter  zich   bijkans  geheel   en 
alleen  tot    de  Dialectica  of  Redeneerkunde  bepaal- 
den.   Men  las  in   andere  Scholen   over  het  Room- 
fche  en  Paufelijke  regt ;  in   de   Geneeskunde  fchijnt 
tot  in  de  Xllde   eeuw    weinig  gedaan   te  zijn ,    ook 
werd    de     Hehreeuwfche    en    Griekfche    Taalkennis 
veelal  verwaarloosd.     Zoo  groot  was  de  roem  dezer 
Paryfche  Scholen,  dat    reeds  omftreeks  het  midden 
der  Xllde  eeuw  het  getal  der  Studenten  grooter  ge- 
rekend werd  dan  dat  van  de  ingezetenen  der  ftad. 
Hooo-e-        Op  "^^ze  wijze  vormde  zich  te  Parys  reeds  in  de 
fchool  te  gemelde  eeuw  een  der  aanzienelijkfle  Genootfchappen 
•   ^^'      van   Leeraars   en    Studenten,  die   beiden   den   naam 
van  Scholares  voerden.    Ook  had  men  'er  al  fpoedig 

eene 


GESCHIEDENIS.  57 

eenige  Kollcgien  voor  behoeftige  Studenten ,  gemce-       V 
nelijk  Burfaires  of  Burfarn  naar  Biirfa^  eene  geld-     ^^^-^ 
beurs ,  genoemd.      Over  den  oorfprong  echter   der  Hoofdih 
Akademifche  waardigheden ,   heeft  men  geene  volko*  na  C  G. 
mene  zekerheid,  alleen  weet  men,  dat  Doctor  en  ^'^^      'j^' 

Magister  eerst  namen  van  gelijke  beteekenis  waren , 

en  dat  men  eerst  naderhand  den  eerstgemelden  titel 
boven  den  anderen  gefield  heeft;  zoo  gaf  het  woord 
Ucentia  de  vrijheid  te  kennen ,  om  in  bijzondere 
Scholen  te  leeren  ,  naderhand  was  Lïcentiattis  de 
tijtel  eencr  Akademifche  waardigheid.  In  de  Xlllde 
eeuw  verkreeg  de  inrigting  van  dit  geleerd  genoot- 
fchap  haar  volle  beflag  ,  door  vrijheidsbrieven  en 
voorregten,  welke  Koningen  aan  hetzelve  fchonken, 
maar  bijzonder  de  Paitfcn^  welke  oplettend  genoeg 
waren,  om  deze  School  van  zich  afhankelijk  te  ma- 
ken ,  door  voor  te  fchrijven ,  welke  Boeken  al  en 
welke  niet  gelezen  mogten  worden.  Onder  de  eer- 
den behoorden  de  Dialectica  van  aristoteles  en 
PRisciANUs;-  onder  de  laatfte  de  Metaphyftca  en 
Phyfica  van  ótn  eerstgemelden,  en  eenige  Ketterfche 
fchrifcen  van  dien  tijd.  Het  verbod  der  fchriften 
van  ARISTOTELES  werd  gegrond  op  de  bekomme- 
ring, dat  dezelve  ligtelijk  Ketterijen  konden  voort- 
brengen. In  het  jaar  1201  was  men  daaromtrent 
oplettend  geworden  op  simon  van  churnay  of 
Tournay  ^  wiens  wijsgeerig  brein  gevaarlijk  dreigde 
te  worden  voor  de  Godgeleerdheid.  Na  tien  jaren 
lang  de  vrije  kunden  naar  de  toenmalige  gewoonte 
geleerd  te  hebben ,  gaf  hij  zich  over  aan  de  beoefe- 
ning  der  Godgeleerdheid,  en  ontvouwde  de  leer  der 
D  5  Drie. 


58  K  E   R  K  E  L  IJ  K  E 

V  Drieëenheid  met  zoo  veel   fcherpzinnigheid  en  regt- 

BOEK  zinnigheid,    dat  men   bij  hem   aanhield,    om   zijne 

Hoofdft  verklaring  fchriftelijk  aan  de  wereld  mede  te  deelen. 

na  C.  G  Zoo  bedwelmd  was  de  Leeraar  door  deze  goedkeu- 

10^1517  ""^'  ^^*-  "^y  ^^^  ^^"  ^^^'^  gelach  uitriep:     ,,  Lieve 
ir-.i  JEZUS !  hoe  zeer  heb  ik  door   deze   vraag  uwe   wet 

bevestigd  en  verhoogd !  Maar  zeker ,  als  ik  mij 
daar  kwaadaardig  tegen  wilde  verzetten ;  zou  ik  ze 
met  nog  (lerker  gronden  kunnen  verzwakken  en 
drukken."  Het  verhaal  voegt  'er  bij,  dat  bij,  ter- 
ftond  na  het  uitfpreken  dezer  woorden  ,  flom ,  eii 
vervolgens  zoo  onnoozel  is  geworden,  dat  hij  niet 
eens  m"  r  lezen,  en  naauwelijks  van  één  zijner  kin- 
deren leeren  kon,  om  het  Onze  Vader  en  het  Ge- 
loof dotterend  op  te  zeggen  (*),  De  Bedehnunni» 
ken,  en  bijzonder  de  Dominicanen ,  welke  om  de- 
zen tijd  opkwamen,  drongen  zich  al  fpoedig  op  de- 
ze Hoogefchool  in,  en  waren  inzonderheid  bedacht, 
om  de  hoogheid  van  den  Paus  voor  te  (laan,  fpoe- 
dig evenwel  ontftonden  twisten  met  dezelven ,  welke 
tot  het  jaar  1255  geduurd  hebben. 
Kollegie       Onder  de   veifcheidene   fliichtingen ,   gebouwen  en 

derSor-    jnkomften,  met  welke  de    Hoogefchool   in  de  eerfte 
bonne. 

helft  der  Xllïde  eeuw  vereerd  werd,  is  het   Kollegia 

der   Sorbonne  het  beroemdflie   geworden.      Hetzelve 

heeft  den  naam   naar  zijnen   flichter,  robert   van 

Sorbonne,  een  vlek  in  Champagne.     Hij  was  Doctor 

der  Godgeleerdheid,    Kanunnik   te   Farys,    en   één 

der 

(*)  MATTH.  Paris.  Hist.  Major  p,  206,   bul/eüs  Hisf, 

Univerf.  Paris.  T.  III.  p.  Z* 


GESCHIEDENIS.  59 

der  HoFgecstelijken    van    lodewyk.  IX.      Van  hem       v 
zijn  nog  drie  kleine  fchriften  voorhanden,   de   con-     "oek 
fcientia ,   de    confesfione ,   iter  Paradifi  ( * ).      Hij  Hoofdff. 
ftichtce  zijn  Kollegie  in  het  jaar  1250,    ten   behoeve  na  C.  G* 
van  zestien  arme  Studenten ,  die   daar  in  onderhou-  J^^'^J°/'3» 

COC    l^jlfm 

den  moesten  worden.  Ook  werd  uit  zijne  giften  ■ 
het  Kollegie  van  Calvi  gellicht,  hetwelk  men  de 
kleine  Sorbonne  genoemd  heeft ,  in  hetwelk  alleen 
kinderen  onderwezen  werden.  Zijn  Kollegie  ,  nader- 
hand eenvoudig  de  Sorhonne  genoemd,  werd  zoo 
bloeijend,  dat  allengs  de  Theologifche  Faculteit  ê^Qn 
naam  Sorhonne  kreeg  ,  en  tot  de  jongde  tijden 
behouden  heeft  (f). 

Behalven    de  Hoogefchool  te   Far-^s  werden   ook  AnJers 
andere  in  Frankryk  ,    gedurende   dit    Tijdsverloop  ,  ^['^."f'. 
gefticht  ,  welke   wij    alleen  noemen    zullen  ,   omdat  Frankryk 
deze  vermelding  niet  dan  van  ter  zijde  tot    ons  oog- 
merk behoort.     Dus   vinden   wij   eene  Hoogefchool 
te  Orkans ,  te  Toti/oufe,  te  Caen  in  Normandi'é^  te 
Bourges ,  te  MontpeUier  enz. 

In  Engeland  hadden  de  Hoogefcholen  van  Oxford  Engel- 
en Camhridge  haren  oorfprong  in  de   XII   of  XII (de  ^'■'^'^^'J'^" 
eeuw,   fchoon  Engelfche    Gefchiedfchrijvers    moeite  Qj^ford  • 
gedaan  hebben  ,  om   derzelver  eerften  aanleg  tot  de  en  Cara- 
IXde  eeuw  en  de  regering  van  alfred  den  Grooten  ''"'^^e. 
terug  te  fchuiven  Q$), 

Onder  de  Italiaanfche  Hoogefcholen   was   die   van  in  Italië 

^Q,  Bologna. 

(*)  Bibl.  Max.  PP.  Lugd.  P.  XXV.  p.  345.  fqq. 
Ct)  BUL.  Hist.  Univerf.  Par.  T.   III. />.  223-236  ,383. 
(S)  ANT.   A.   woüD    Hht.    et  Antiquit.   Univtrfitatis 

Oxo- 


6o  K  E   R   K  E  L   rj  K  E 

V       Bologna  eene  der    oiidde,  en   omtrent  van   gelijkea 

BOEK     ouderdom  met  die  van    Parys ,   fchoon   de    RechtS" 
II 
Hoofda.  geleerdheid,   gelijk    wij   gezien    hebben  ,    al    vroeger 

na  C.  G.  met    roem    te    Bologna    geleerd   werd    (  *  ).      üeze 

jaario73  ^oogefchool    had   in    de   XlVde   eeuw    afwisfelende 

toe  15 17 

^ lotgevallen.     In  het   jaar    1321    werd    een   Spaamch 

Student  aldaar  met  de  dood  geftraft,  omdat  hij  een 
meisje  gefchaakt  had.  Hier  op  vertrokken  al  de  an- 
dere met  de  meeste  Hoogleeraren  naar  Siena,  welke 
Had  de  voordeeligfte  aanbiedingen  deed  ,  om  de 
Hoogefchool  tot  zich  over  te  brengen ,  maar  dewijl 
de  Paus  aan  Siena  het  regt  weigerde,  om  Doctoren 
te  benoemen ,  keerden  de  Studenten  naar  Bologna 
terug,  alwaar  de  Burgers,  om  hun  te  beheven , 
hunnen  Podesta^  de  voornaam  fte  Overheidsperfoon , 
noodzaakten  ,  openlijke  fchuldbekentenis  te  doen  , 
en  bovendien  de  voorregten  der  Hoogefchool  mer- 
kelijk vermeerderden.  In  het  jaar  1367  was  zij  ech- 
ter weder  in  zoo  diep  verval,  dat  petrarcha  niet 
dan  onkundige  Leeraren  vond,  en  de  ftad  zelve  in 
den  treurigden  toeftand  afmaaide.  In  de  eerde  q8 
jaren  der  XVde  eeuw  was  haar  toefland  zeer  bloei- 
jende,  maar  bij  een  oproer  in  de  ftad  voorgevallen, 
weken  de  meeste  Leeraren  van  daar,  en  alhoewel 
zij  zicli  in  het  jaar  1431  weder  aan   den   Paus   on- 

der- 
Oxoinms.  Lihri  du(h  Oxon,  1674.  fol.  The  History  and 
/intiquities  of  the  Univerfify  of  Cambridge ,  2  Parts ,  bij 

JNICH.   CANTALUPE  aild  RICW.   PARKER   LoTld.    1^21.    Zva. 

(*)  MAUFO     SARTI   de   claris   Archigymnafii  Bononien' 
fis  Frofesforibin  a  Seculo  IX  usque  ad  Seculufff  XIV, 


G  E  S  C  II  I  E  D  È  N  t  S.  dl 

derwierp,  kon  zij  thans  echter  niet  meer  dan  500       V 

Studenten  tellen ,   daar  zij   'er   in   voorgaande  tijden     ^^^^ 

wel  10,0 Jo  had  gehad.     In  het  jaar   1450  bragt   de  Hoofdff, 

geleerde    Kardinaal    bessarion    haar  weder  in   aan-  na  C.  G, 

zien,  zoodat  zii  op  het  einde  dezer  eeuw  veel  van  jÜ/!?^^" 
'  •'    '^  tot  1517, 

haren  roem  wedergekrcgen  had.  . 

Behalve  Bolo^na  waren  de  Hoogefcholen  van  Pa-  Padua, 
dua  en  Napels  in  dit  Tijdperk  vermaard.  Tot  de 
oprigting  der  eerfle  gaf  in  het  jaar  1222  aanleiding 
eene  verhuizing  van  misnoegde  Studenten  van  BO' 
logna  ^  die  zich  naar  Padua  begaven  (*).  Paus 
URBAAN  V  fchonk  haar  in  het  jaar  1363  het  voor- 
legt ,  om  ook  Doctores  Theologice  te  benoemen.  Na- 
dat de  flad  in  het  jaar  1406  onder  de  heerfchapplj 
der  Venetianen  gekomen  was,  zorgde  dit  gemeene- 
best  nadrukkelijk  voor  den  welvaart  dezer  Hooge- 
fchool,  zelfs  om  harentwil  de  Hoogefchool  te  Tre^ 
y'tgo  vernietigende. 

Te  Napels  waren  van  oude  tijden  af  Griekfche  Napels. 
Scholen  geweest,  maar  Keizer  frederik  II  (lichtte 
aldaar  in  het  jaar  1 12124  een  algemeen  Leerfchool, 
(/«  qualihet  Facuhate,^  na  zijn  dood,  in  het  jaar 
1250,  ging  dezelve  genoegzaam  geheel  te  grond, 
maar  zij  werd  door  manfred,  zijn'  natuurlijken 
Zoon ,  weder  herfteld ,  en  door  volgende  Koningen 
onderfteund ;  voornamelijk  door  Koning  alfonsus, 
in  de  XVde  eeuw. 

Te  Ferrara   werden  in   het   jaar   1264  reeds    de  Andere 

mees- 

(*)    NICOL.    COMNENI     PATAVIKI    Histor.    C'jmims.  Pa' 
tavini  Venet,  1^26.  fol» 


62.  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       meeste   wetenfchappen  én  kunden,   de  Godgeleerd«« 

BOEK     heid    uitgezonderd  ,    openlijk    geleerd ,    en    allengs 

Hoofdft    vormde    zich    daar   eene  Hoogefchool.  —  In   Pifa 

na  C.  G.  werd  in  het  Jaar  1 339  eene  Hoogefchool  aangelegd ; 

jaaiio73.  ^^^^  ^■'  -^^^  yerval  des  gemeenebests  van  Pifa  ver- 
tot;  1517.  •'  °  •' 
viel  dezelve  in  het  Jaar  1359  bijna  geheel,  en  voor- 

Hooge-    namelijk  toen  Pifa  in  het  Jaar  1406  onder  de  magt 
Iialien      ^^^  ^^^  ^^^  Florence  kwam ,  die  echter  in  het  Jaar 
1472  hunne  Hoogefchool  van   Florence  grootendeels 
naar  Pifa  verplaatften.  —  Siena  verkreeg   van   Kei- 
zer KAREL  IV  in  het  Jaar  1357   ook  het  regt   van 
eene  Univerfiteit ;  doch  eerst  in  het  Jaar    1408  van 
Paus  GREGORius  Vil  de  vergunning,  om  Doctoren 
in  de  Godgeleerdheid   te  benoemen.      Van  denzelf- 
den Keizer  kreeg  galeazzo   visconte  ,  Heer   van 
Milaan^  om  dezen  tijd    ook  verlof,  om  te  Pavia 
eene  Univerfiteit  te  ftichten ,  welke  echter  bijna  door 
die ,  welke  te  Piacenfa  beftond,  verdrongen   werd. 
In  het  Paufelijk  gebied  ftichtte  eonifacius    VJII  ia 
het  Jaar   1303  de   Hoogefchool   te  Fertno ,   en   ver- 
hief de    School  der    Regtsgeleerdheid  te   Rome  tot 
denzelfden  rang;  ook    flichtte  clemens  V   in   het 
jaar  1308  de  Univerfiteit  te  Perugia.     In  de  XVde 
eeuw    kwamen   hier  nog   bij    de    Hoogefcholen    te 
Turin  en   te  Parma^    welke    laatfte   echter  geheel 
onvermaard    gebleven  is. 
IIooo:e'        Terwijl  men   twijfelt,  of  te    Aherdeen  in    SchoU 
fcholenin  land  ^  reeds  in  het  Jaar  1240,  en  tenzeifden  tijde  te 
Poruical   Salamanca  in  Spanje^  eeug  Hoogefchool  geflichr  is, 
is  het  zeker,   dat  in   het  jaar   1290   dionysiuS   de 
Regivaardige  y  Koning  van  Portugal ^  eene  Hooge- 
fchool 


GESCHIEDENIS.  €$ 

fchool  te  Lisfahon  heeft  aangelegd,   welke  hij  ech-       V 
ter,    om  eenige   onrusten    door  de  Studenten   ver-    ^^Er 
wekt ,    in    het   jaar    1308   naar    Coïmbra   verplaat-  Hoofdft. 
fte  (*).  na  C.  G. 

Terwijl  Frankryk  ,  Engeland^  ItaM^  ^P^^^'^^^o^x^n* 
en  Portugal  dus  reeds  in  de  Xlllde  eeuw  en  ver-  — — 
volgens  verfcheidene  Hoogefcholen  aanleiden  ,  had  ^"  . 
Duitschland  'er  nog  geene  eene.  Dat  krijgszuchtig  j^jjj 
volk  hield  fteeds  meer  van  de  kunden  des  oorlogs 
dan  des  vredes.  Keizer  karel  IV  was  de  eerde, 
die ,  in  zijn  Erf  koningrijk  Bohemen ,  in  het  jaar 
1348  eene  Hoogefchool  ftichtte  in  de  Hoofdftad 
Praags  waar  bij  hij  zich  die  van  Parys  ten  voor- 
beeld (lelde.  Zij  werd  door  dezen  Vorst  zoo  be- 
gunftigd,  dat  zij  fpoedig  in  bloei  geraakte,  en  eer- 
lang meer  dan  5,000  Studenten  bevatte;  niet  min- 
der werd  zij  begunlligd  door  wenzel  of  wences- 
LAüS,  zijn'  Zoon  en  opvolger.  Zekere  Hoveling 
van  dezen  Vorst  (lichtte  in  het  jaar  1391  voor  de- 
zelve eene  Kapel,  onder  den  naam  Bethlehem,  m 
welke  op  zekere  dagen  in  het  Boheemsch  voor  het 
volk  gepredikt  moest  worden.  Deze  (lichting  werd 
door  den  Paus  en  den  Koning  bevestigd,  en  uit  de- 
zelve trad  niet  langen  tijd  daar  na  joan  hus  te 
voorfchijn.  Deze  Univerfiteit  was  in  vier  Natiën 
verdeeld,  de  Boheemfche  ,  Beyerfche ,  Poolfche  en 
Sakjifche^  tusfchen  welke  van  tijd  tot  tijd  verfchil- 
len  ontftonden,  dewijl  de  Bohemers   klaagden,   dat 

de 

(*)  HEUMAN  Bibliotk.  Hist,  Academica  fag.  43.  post 
coNaiNGH  /intt.  Asiidem, 


Ó4  KERKELIJKE 

V       de  Duitfchers  zich  de   voordeeligfte  posten  en  pre* 
BOEK     benden  wisten  te  bezorgen;  deze  verfchillen  namen 

Hoofdft.  ^^^^  ^"  ™^^^'  ^^^  ^°*^^  ^^^  bijkomen  van  verfchillen 
lïa  C.  G,  over  den  Godsdienst ;  aan  het  hoofd  der  Bohemers 

Jaar.  073.  (^^j^^jgj^  ^^   ,q^j^  jjjyg  £„  HIRRONYMUS   VAN  PRAAG, 

tot  1517.  *' 

I  de  eerfte  Biechtvader  der  Koningin  ,   deze  laatlte   ge- 


zelfchap    des   Konings,    als    Ridder.      In    liet   jaar 
1408,  als  de  Univerfiteit  vergaderd  was,  om  eenen 
nieuwen  Rector  te  verkiezen ,  (lelde  hus  voor ,   dat 
de  Bohemers  in  het    vervolg  drie  ftemmen  zouden 
hebben,  en  de  drie  andere  Natiën    flechts  eene  zou- 
den behouden,   omdat  'er   thans    meer  Boheemfche 
Leeraars  waren,  dan  onder  de  regering  van  karel 
IV.    Koning  wenzel  gaf  hier  toe  in  het  jaar  140S 
zijne  toeftemming  door  een    Koninglijk  bevel,   het- 
welk ten  gevolge  had,  dat  de  vreemde  Leeraars   en 
Studenten  gezamenlijk  de  ftad  en  Hoogefchool  ver- 
lieren, wel  ten  getale,  gelijk  fommige   zeggen,   van 
40,000 ,  doch    welk   getal  door  /eneas  sylviüs  , 
een  tijdgenoot,  verminderd  wordt  op   5,000,   zijnde 
'er   nog   omtrent  2,000  Boheemfche    en  Moravifcht 
Studenten  op  de  Hoogefchool  gebleven.    Veel  leed 
hier  door  de  Burgerij  van  Praag,   die  aan   hus   de 
fchuld  gaf,  en  bijkans  tot  een  oproer  overfloeg;  ook 
heeft  de   Hoogefchool   zich  naderhand  niet  kunnen 
herhalen. 
Weensn.       l^e  tweede    Univerfiteit    in  Duitschland  werd  te 
IVeenen  opgerigt  in  het  jaar  1365,   en  kwam  in  het 
jaar  1384  tot  vollen  ftand.     Merkwaardig  is   het  ta- 
fereel, hetwelk  de  vermaarde   ^eneas  sylvius  om- 
trent het  midden  der  XVde  eeuw  van  derzelver  toe- 
Hand 


GESCHIEDENIS.  65 

ftand  fchildert  (*)»  hoewel  niet  zeer  gunftig.  „Zij       V 
heeft j"    fchrijft    hij,    „  een*  grooten  toeloop  van     °°^* 
Studenten    uit  Hongaryen  en   Opper  -  Duitschland,  Hoofdff. 
Ik  heb  verflaan ,  dat  'er   op   dezelve   twee  voortref-  na  C.  G# 
felijke  Godgeleerden    geweest    zijn,  hendrik  van  lot"?!^* 
HESSEN   —  en  NicoLAUs   VAN  DiNKELSPUL  ,  een  < 

Zwaah,  —  Ook  is  thans  aldaar  thomas  hasel- 
BACH)  een  niet  onvermaard  Godgeleerde,  die  nut- 
tige gefchiedenisfen  fchrijft,  zoo  men  zegt,  en  wiens 
geleerdheid  ik  prijzen  zou ,  indien  hij  niet  reeds 
twee  en  twintig  Jaren  over  het  eerfte  Hoofdftuk  van 
JESAIAS  gelezen  had ,  zonder  het  tot  hier  toe  ten 
einde  gebragt  te  hebben.  Doch  het  grootfte  gebrek 
dezer  Hoogefchool  beftaat  daar  in ,  dat  men  te  veel 
werks  maakt  van  de  Dialectica,  en  dus  te  veel  tijd 
aan  eene  niet  heel  nuttige  zaak  befteedt.  —-In  deze 
kunst  worden  voornamelijk ,  die  genen  onderzocht , 
die  met  den  titel  van  Meester  der  hunften  vereerd 
worden.  Voorts  zijn  zij  noch  op  de  Toonkunst  ^ 
noch  op  de  Redekunst  of  Rekenkunde  bedacht  ; 
alhoewel  zij  ecnige  door  anderen  opgeflielde  Gedich- 
ten en  Brieven  door  den  Candidaat  naar  het  mees- 
terfchap  zonder  kunde  laten  opzeggen  j  (^imperité 
Magistrandum  compellant, )  Redekunde  en  Dicht- 
kunde zijn  bij  hen  geheel  onbekend,  terwijl  al  hun» 
ne  vlijt  in  Disputeren  en  ijdele  Sofisterijen  beflaat; 
grondige  kennis  vindt  men  niet  veel ;  zeer  weinigen 
bezitten  de  Boeken  van  aristoteles  ,  en  andere 
Wijsgeeren  ;    meestendeels    bedienen    zij    zich    vatl 

Gom^ 
(*)  Epiit.  CLXV. 

XV.  Deel.  Ë 


165  KERKELIJKE 

V  Commentarien.  De  Studenten  zelve  leven  dartel ; 
BOEK  gj^  2ijn  ongemeen  gezet  op  wijn  en  eten.  Weinigen 
Hoofdft.  worden  geleerd;  ook  worden  zij  niet  in  tucht  ge- 
na  C.  G.  houden ;  zij  loopen  dag  en  nacht  rond ,  en  doen 
£0^1  ?^7*  ^^^  burgers  veel  verdriet  aan ;  bovendien  worden 
■■■  zij  nog  door  de  zedeloosheid  der   vrouwen  verleid.'* 

De  Hoogefchool  te  Weenen  had  echter  om  dezen 
tijd  den  beroemden  george  van  peurbach,  den 
Herflelder  der  Starrenkunde ;  en    de    bovengemelde 

THOMAS    HASELBACH  ,    eigenlijk    EBENDORFER,     iS , 

behalve  meer.  Schrijver  van  eene  vrij  goede  Ckro- 
fiiek  van  Oostenryk ,  die  ook  in  het  licht  gegeven 
is;  en  op  het  einde  van  dit  Tijdvak  zal  deze  Hoo- 
gefchool meer  dan  7,000  Studenten  gehad  hebben; 
tot  welken  bloeiftand  Keizer  maximiliaan  I,  de 
vriend  der  geleerdheid,  veel  toebragt. 
Heidel-  Te  Hddelherg  werd  de  Hoogefchool  op  den  voet 
^^•"ö'  der  Paryfche  in  het  jaar  1385  of  1386  opgerigt  door 
den  Paltsgraaf  ruprecht.  Te  Keulen  ftichtte  de 
Raad  dezer  vrije  Rijksflad  in  het  jaar  1388  eene 
Hoogefchool ,  met  verlof  van  Paus  urbaan  VI. 
Erfurt.  Vier  jaren  daar  na  werd  de  eerde  Hoogefchool  in 
de  Sakfifche  Landen  te  Erfurt  aangelegd,  doch  zij 
kwam  eerst  in  het  jaar  1392  volkomen  tot  fland. 
Alhoewel  zij  zich  weinig  roem  in  dezen  tijd  ver- 
wierf, had  zij  echter  in  het  jaai  1516  den  voortref- 
felijken  Latijnfchen  Dichter  e.  hessus  tot  Leeraar 
in  de  Welfprekendheid  en  Dichtkunde.  Van  het 
jaar  1501  af  verkeerde  marten  luther  op  deze 
Hoogefchool  als  Student,  en  van  het  jaar  1506  als 
Magister  PhihfophiiS,  —  De  Uiüverfiteit  te  Wurts- 

burg 


GESCHIEDENIS.  Cj 

hurg  is  waaifchijnlijk  eerst  in    liet  jaar   1403   opge-       v 

rigt  door  den  Bisfcliop  joan  I.  ^ov.k 

Het  verftrooijen  van  de   Hoogefchool   te    Praag ,  f-joof^if^^ 

boven  vermeld ,  gaf  gelegenheid  tot  het  (lichten  van  na  C.  G. 

de  Hoogefchool   te  Leipzig  ^   toen   nog   met  zijnen  J^^'-^^^^* 

ouden  Wendifchen  naam  Lipczk  genoemd,     frede- 

RIK  de  Strijdbare  ^  Landgraaf  van   Thuringen  ^  na-  Leipzig 

eiinnderc» 
derhand  Hertog  en    Keurvorst   van   Sakfen  ^  ftichtte 

dezelve  ,    met  goedkeuring   van    ^tn  Paus ,  in   het 

jaar  1409.    De  Hoogefchool  te  Rostok  werd  in  het 

jaar  1419  gedicht;  die  te  Leuven^  op  verzoek   van 

JOAN  IV,  Hertog  van    Braband  ^  door  Paus   mar- 

TYN  V ,   in  het  jaar  1426.    Te  Grypswalde  in   het 

jaar   1456.    Te  Bazel  in  het  jaar   1460,  te  Frey- 

burg   in   Brisgau  in   datzelfde  jaar.    Te  Ingolfiad 

in  het  jaar  1472.     Te  Tubingen  vijf  j^ren  daJlr  na; 

tenzelfden   tijde  de  Hoogefchool  te  Mentz, 

Bij  alle  deze  Hoogeichoolen  in  Duitschland  ^  de 
jongde  van  welke  die  te  Wittenberg  was,  van  wel- 
ke wij  reeds  gefproken  hebben  ,  kwamen  in  de 
XVde  eeuw  nog  twee  buitenlandfche ;  eene  te  Kop- 
penhagen^  gefticht  in  het  jaar  1479,  door  Koning 
CHRIS  TI  AAN  den  Eerflen-y  en  eene  in  Zweden  te 
Upfal ,  in  het  jaar  1477. 

Het  vermeerderend  aantal  van  Studenten ,  maakte  Biblio- 
de  behoefte  van  Boeken  reeds  in  het  begin  van  dit  ^^^^''^^'i- 
Tijdvak  grooter,  waarom  men  meer  en  meer  be- 
dacht werd  ,  om  Boekverzamelingen  of  Bibliotheken 
aan  te  leggen.  Hier  dient  men  echter  in  het  oog 
té  houden,  dat  men  in  de  Xde  en  volgende  eeu- 
wen het  woord  Bibliotheca  foratijds  gebruikte  van 
E  a  een 


68  KERKELIJKE 

I  V       een  enkel  Handfchrift  der  Latijnlche   Bijbelvertaling, 

BOEK      j)jjj,  maakte  een  inwoner  van   Bologna   in   het    jaar 

Hoofdft.    ^^99  ^'^''   ï^^^    Kerken   dier    ftad   bij    uiterften   wil 

na  C.  G.  p^'ee  Bibliotheken  in  deze  beteekenis.     In  de  Kloos- 

^Qj'^j^^^^  ters  vooral   maakte  men    zijn    werk,    om   door  het 

• affchrijven  van  Boeken  Boekverzamelingen  te  maken , 

waar  bij  de  Monniken,  die  veel  ledigen  tijd  had- 
den ,  ijverig  werkzaam  waren ;  ook  werden  de  Non- 
nen tot  het  affchrijven  van  Boeken  gebruikt,  doch 
gewonelijk  Hechts  van  Latijnfche  Bijbels  en  fommige 
werken  van  Kerkvaderen.  Geen  Klooster  derhalve, 
of  het  had  zijne  Boekerij,  van  waar  het  gezegde: 
Clauflrum  fine  armario  ^  qiiafi  castrum  fine  arma' 
mentario.  Een  Klooster  zonder  Boekerij ,  een  leger 
zonder  wnpenhnis.  Het  fpreekt  van  zelve  ,  dat 
zoodanige  Boekerijen  niet  zeer  talrijk  waren  in  hand- 
fchriften,  fchoon  die  van  eenen  Geestelijken  te  Ver^ 
dun  in  het  begin  der  Xllde  eeiuv  bij  de  oude 
Alexanch"jnfche  vergeleken  wordt  ("*).  De  Boeken 
trouwens,  waren  te  kostbaar,  om  het  pergament, 
den  tijd  en  de  moeite  ,  welke  daar  aan  hefteed 
moesten  worden  ,  en  nog  meer  door  de  fieraden 
van  gouden,  met  kleuren  afgezette,  gefchilderde  let- 
ters en  prentverbeeldingen.  Een  affchrift  van  dat 
Deel  der  Pandekten  ,  hetwelk  men  Infortiatum 
noemde,  kostte  te  Bologna  XXII  Liren,  drie  van 
welke  Liren  op  twee  gouden  Dukaten  gerekend 
worden,  en  een  volkomen  Latijnfche  Bijbel  LXXX 
zulke  Liren,    Uit  een  oud  ftuk  der   Camaldulenfer 

Moa- 
(*)  Hist,  Litter.  de  la  Frame  T.  IX.  p,  139-142. 


GESCHIEDENIS.  69 

Monniken  in  het  jaar  1240  ziet  men,  dat  zij  meer       V 

dan  iico  Goudguldens  belleed  hebben  voor  een  Mis-     ^^^J^ 

boek   met  gouden   en   gefchilderde   letters.      Liefde  HoofdH. 

voor  prachtige  Boeken  en  onwetendheid   giniien   niet  na  C  G, 

zdden  gepaard.      Zoo  verhaalt    daniel   merlac  ,  ■'^^'^i°(^' 
°  '^  'toe  15  !7» 

een  Engchchman ,  die  ten  einde  de   wiskundige   we-  — 

tenfchappen  te  leeren,  in  het  jaar  11. Sp  naar  Parys 
reisde,  maar  in  zijn  oogmerk  niet  kon  flagen  C*), 
dat  hij  onder  de  Leeraren  aldaar  eenige  Beesten  , 
(^quosdam  Bestia/es ,  J  ontmoet  had,  die,  op  de 
openbare  leerplaatfen  zittende,  zich  een  verbazend 
voorlïomen  gaven;  en  op  twee  of  drie  banken  ont- 
zaggelijk groote  Boeken  hadden  liggen,  in  welken 
de  lesfen  van  ulpianus  met  goudeii  letters  waren 
epgeteekend;  (misfchien  een  deel  der  Pandecten,) 
zij  hadden  looden  griffels  in  de  hand,  met  welke  zij 
op  eene  heel  deftige  wijze  allerhande  kriiifche  tee- 
kenen, Qasien'sci  ei  obeli .,')  in  deze  Boeken  teeken- 
den ,  terwijl  zij  alleen  door  hun  zwijgen  voor  wijzen 
geacht  werden,  maar  hunne  domheid  verraadden, 
zoo  dra  zij  begonnen  te  fpreken. 

Dewijl     dienvolgens     Boeken  ,    wegens    derzelver  Openlijk* 
kostbaarheid ,  zelfs  voor  Itudcerenden  dnor2;aans  eene  Boeke- 
groote    zeldzaamheid    waren,    ondernamen   van  tijd  ^'^^  * 
tot  tijd   Vorsten,    die    voorllanders   der    geleerdheid 
waren ,  openbare  Boekerijen   ten   dienfre   der  lludee- 
r-enden  ,   doch   voornamelijk   der   Geestelijl^en   np   te 
rigten,  zoo  als  wij  reeds  iet  dergelijks  vinden  aan- 

ge- 
(*)  In  ANT.   A.    wooD.  Hi2i.   et  Antt.   Univ.   Oxon. 
Libr,  I.  pag.  57. 

E3 


70  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       geteekcnd  van  Keizer  frederik  II,   van   lodewyk 

BOF.K     IX,  Koning  van  Frankryk  ^  en  later  van  matthias 

Hoofdfl.  coRviNus ,  Koning  van  Hongaryen ,  en  anderen, 

na  C.  G.     In  het  jaar  1275  ontmoet   men  gewag  van  Boek- 

'^^^^°^^' handelaars  te  Pötw  ,  Stationarii  genoemd,  die  Boe- 
tot 15171  *^    '  o  7 

ken  verkochten,  welke  hun    van   bijzondere   perfo- 

Boekver-  ^iQn   bezorgd   werden,   waarom  ook  de    Univerfiteit 

hen  liet  z weeren,  dat  zij  daar  bij  eerlijk   te  werk 

zouden  gaan  (*). 
Weten-         Inmiddels    vermeerderde    het    getal   der  Boeken  , 

fchappen.  ^q^j.  ^jg  fchriften ,  welke  in  het  licht  verfchenen  , 
Wijsgeer- 
te.  met  betrekking  tot  de  wetenfchappen ,  welke  toen- 
maals met  ijver  beoefend  werden,  tot  dat  eindelijk 
dezelve  in  het  laatst  van  dit  Tijdvak  weder  her- 
leefden. Inzonderheid  leide  men  zich  toe  op  de 
JVijsgeerte^  welke  federt  het  midden  der  Xlde  eeuw 
eene  geheel  nieuwe  gedaante  begon  aan  te  nemen, 
en  met  eencn  meer  vrijen  geest  ook  in  Godgeleerde 
onderzoekingen  fcheen  te  willen  in  dringen,  beren- 
GARius  en  LANFRANK  gavcu  daar  toe  vervolgens  niet 
weinig  aanleiding  door  den  twist  over  het  Avond- 
maal, dewijl  de  eerde  daar  bij  de  Redekunst  en 
Wiisgeerte  gebruikte,  welke  de  laatfte  in  Godsdien- 
ftige  onderwerpen  wraakte ,  hoewel  met  den  laatften 
de  reeks  van  Leeraren  aanvangt,  die  zich  op  de 
Wijsgeerte,  voornamelijk  de  Rede-  en  Bovennatuur- 
kunde  hebben  toegelegd,  en  dezelve  zoo  zij  waanden 
ten  dienfte  van  de  Godsdienstleere  toegepast  hebben. 
LAX-  LANFRANK  wcrd  in  hct  jaar    1005  te  Pavia   ge- 

FRAKK.  bo- 

(*)  BUL/Eus  Hiit.  Univ.  Paris*  Tom.  III.  />.  419. 


GESCHIEDENIS.  71 

boren;  in  zijne  jeugd  leide  hij  zich   te  Bologna  toe      V 
op   de    beoefening   der    Regtsgeleerdheid ,   en  zette     °^j* 
eene  School  op  te    Avranches  in  Normandi'è.     Bij  HoofdÜ. 
toeval  kwam  hij ,  in  het  jaar   1042 ,   op  eene  reize  «J»  C.  G, 
naar  Rouen  door  Roovers  uitgeplunderd    zijnde,  in  JoJ'^J^^J* 
het  Klooster  te  Bec ,  waar  hij  Monnik  ,  en  vervol-  . 

gens  'Prior  geworden  zijnde ,  op  bevel  van  den  Abt 
eene  School  oprigtte,  welke  weldra  van  alle  kanten 
grooten  toeloop  kreeg,  en  in  welke  ook  de  Latijn- 
fche  taal  in  zoo  verre  werd  geleerd ,  dat  de  Fran- 
fche  Schrijvers  zich  federt  in  die  taal  dragelijker 
uitdrukten,  en  in  hunne  fchriften  gefchikter  leer- 
wijze bragten.  In  het  jaar  1050  werd  lanfrank 
in  den  twist  met  berengarius  ingewikkeld,  over 
het  Avondmaal ,  waar  in  hij  bij  zijne  Tijdgenooten 
minder  roem  behaalde  dan  bij  de  Nakomelingfchap 
bevestigd  is  geworden.  Hij  bezat  het  vertrouwen 
van  zijnen  Vorst  willem  ,  Hertog  van  Normaudie^ 
naderhand  Koning  van  Engeland  ^  bekend  onder  den 
naam  van  willem  den  Veroveraar ^  die  hem,  in 
het  jaar  1070,  tot  het  Aartsbisdom  van  CanterbU' 
ry^  hoewel  niet  zonder  veel  tegenftreven  van  lan- 
frank, verhief.  Zich  thans  met  ijver  toeleggende 
om  de  Kerketucht  te  herftellen ,  vond  hij  zoo  veel 
bezwaren,  dat  hij  den  Paus  verlof  vraagde,  om  in 
zijn  Klooster  weder  te  keeren,  maar  deze  fchonk 
hem  het  Pallium  ,  en  benoemde  hem  tot  zijnen 
Legaat  in  Engeland.  —  Koning  willem  verzocht 
hem  kort  voor  zijn'  dood  in  het  jaar  10B7,  om 
zijnen  jongden  Zoon  willem  ,  die  dertien  jaren 
oud  was,  te  kronen  en  op  den  troon  te  bevesti- 
E  4  gen. 


7s  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

y       gen.  Dit  deed  lanfrank  ,  en  hielp  tevens  een  oproef 

BOEK     dempen ,  ontftaan  ten  voordeele  van  den  oudften  Zoon 

ïfoofdft.  P""s  ROBEKT  ,  die    door  den  Vader  was   uitgeflo- 

m  C.  G.  ten;  lanfrank  overleed  in   het  jaar  1089  (*). 

Taario73.  1^ 

(01  i/i^      LANFRANK    wotdt    zeer    geprezen    wegens    zyne 

p^j . —  vroomheid  en  Godzaligheid,  en  was  bij  zijne  Tijd- 
genooten  in  de  hoogde  achting  van  geleerdheid  ; 
<Joch  uit  zijne  fchriften  blijkt  flechts  eene  vrij  goe- 
de kennis  in  de  vrije  kunsten ,  naar  de  toenmalige 
leerwijze  ,  en  eene  geoefendheid  in  de  fchriften  der 
Kerkvaderen  en  Kerkelijke  Godgeleerdheid;  en  bij- 
zondere ervarenheid  in  de  kunst  van  disputeren  ; 
zijn  ftijl  is  ver  van  zuiver  Latijn  of  welfprekend  te 
zyn;  ten  zij  iemand  voor  welfprekend  en  vernuftig 
wilde  houden,  dat  hij  den  Paus  alexander  II,  in 
eenen  Brief  noemt,  humiliter  excellens  excellent  er  qu& 
humilis  Beatitudo  vestra ^  en  hem  dezen  wensch  doet: 
Omtjipotens  Deus  vitam  vestram  ad  honorem  fanc-^ 
i<e  EcclejiiZ  vestris  dispojitionihus  divinitus  commis<- 
fds  in  tempore  proUxam  f  adat ;  quatenus  post  tem" 
pus,  qucB  fine  tempore  funt  ,  prolixa  ceternitatis 
fpatia  vobis  concedat  (f).  Wij  hebben,  behalve 
zijn  werk  over-  het  Avondmaal ,  elders  gewaagd  , 
weinig  fchriften  van  hem  overig ;  de  voornaamlle 
zijn  zestig  Brieven,  welker  inhoud  echter  niet  zeer 

be. 
(*)  Zijn   leven    is   befchreven   door  milo   Crispinus  , 
kantor  Bcccenfis  in  mabillon  Aet.  SS.  Ord.  S.  Bened^ 
Sec.  VI.  P.  II.  pag.  1 30. 

(f)  Epist.  ad  Akxandr.   IJ.    in  lacbej    Concil.    Tom^ 
IX.  pag.  1213,   1215, 


GESCHIEDENIS.  73 

belangrijk  is.    Zijne  werken  zijn  door  den  Benedict  ij-       V 
ner  lucas  d'achery  in  Folio  ^  Parys   1648  in  liut     ^'JJ'^ 
licht  gegeven.  Hoofdf!. 

ANSELMUS    van    Canterbury  ,    een    leerling    van  "«i  C-  G. 
LANFRANK,  heeft  bovcn  zijnen  meester  in  de  Wijs- |^^'^J?'j^* 

begeerte    uitgemunt.      Hij    was    oraftreeks   het  jaar  ... 

1034  te  ylosta  in  Piemont  geboren.  In  zijne  jeugd  ansef.- 
leeide  hij  buitenlporig  en  moest,  om  den  toorn  zijns  Canter- 
Vaders  te  ontgaan ,  zijn  vaderland  verlaten.  Na  drie  bury. 
jaren  omzwervens  kwam  hij  te  Avranches  ^  waar 
LANFRANK  zijne  School  had,  alwaar  hij  zich  ïtan 
deszelfs  onderwijs  overgaf,  en  omtrent  het  jaar 
1060  Monnik  werd  in  het  Klooster  Bec,  Hici* 
muntte  hij  zoo  uit,  dat  hij  lanfrank  als  Prior 
opvolgde,  toen  deze  Abt  werd  te  Caen  (*).  In 
het  onderwijs  van  het  School  zijnen  Leeraar  opge- 
volgd zijnde,  wist  hij  door  minzaamheid  zich  be- 
liefd te  maken ,  en  daar  door  zijne  leerlingen  aan 
zich  te  trekken,  zijnde  hij  voor  zich  zelven  godza- 
lig van  levenswijze,  en  ijverig  werkzaam  in  Wijs- 
geerige  oefeningen,  en  's  nachts  zelfs  was  hij  onle- 
dig met  het  verbeteren  van  gebrekkig  af^efchrevene 
Boeken.  In  het  jaar  1078  verkozen  hem  zijne  Mon- 
niken, volftrekt  tegen  zijnen  wil,  tot  hunnen  Abt. 
Wegens  eenige  belangen  van  zijn  Klooster  naar  Eri' 
geland  gereisd,  bezocht  hij  zijnen  gewezenen  Leer- 
meester lanfrank,  wiens  roem  hij  fpoedig  over- 
trof,   alzoo    ANSELMUS    üls   eeu    heilig    en  in  de 

ken- 

(•)  EADMERUS  in  vita  S.  Anfelmi ,  Cantuar.  Archiep^ 
4L.  l.  po%t  opera  Anfelmi. 

E5 


74  KERKELIJKE 

V       kennis  van  den  Godsdienst  volmaakt  man  werd  aan- 

BORK     gezien.      Zijn    Levensbefchrijver    fciirijft   hem   zelfs 

Hoofdft.  wonderbare  genezingen  toe,  als  ook  dat  hij  in  ftaat 

na  C.  G.  was  door  dikke  muren  te  zien,  wat  zijne  Klooster- 

■  Dertien  jaren  daar  na,  in  het  jaar  1093,  werd  hij 

van  verfcheidene  Engelfche  Grooten  weder  geno- 
digd, om  in  Engeland  over  te  komen,  hetwelk  hij 
fchoorvoetende  iiiwiliigde,  omdat  zich  een  gerucht 
verfpreid  had,  dat  hij  Aarrsbisfchop  van  Canterbury 
zou  worden.  Dit  Aartsbisdom  had  de  Koning  reeds 
drie  jaren  opengehouden.  De  Koning  ontving  hem 
met  alien  eerbied,  maar  zeide  fpottend  tegen  zijne 
Hovelingen ,  die  hem  de  onverfchiliigbeid  van  an- 
SELMüS  jegens  aardfche  goederen  en  eer  roemden  : 
hij  zou  evenwel  met  handen  en  voeten  toetasten  , 
als  hij  geloofde,  dat  hij  dit  Aartsbisdom  zou  kun- 
nen krijgen;  maar  zwoer  de  Koning,  niemand  zal 
hetzelve  hebben ,  dan  ik  alleen.  Kort  daar  na  werd 
de  Koning  door  eene  ziekte  overvallen  ,  en  begon 
te  denken  aan  het  behoud  van  zijne  ziel,  zoodat 
'  ANSELMUS  gebaald  werd,  op   wiens    raad   hij   eene 

algemeene  biecht  afleide,  met  belofte  van  beterfchap, 
en  inzonderheid,  dat  hij  de  ledigftaande  Kerken  van 
Bisfchoppen  zou  voorzien.  Maar  als  nu  de  Koning 
ANSELMUS  tot  Aartsbisfchop  van  Canterbury  be» 
noemde ,  ontflelde  dezQ ,  en  verzette  zich  daartegen 
■  met  alle  krachten.  Alle  verzoeken  van  den  Koning 
waren  vergeefs,  en  men  moest  hem  den  Bisfchop- 
pelijken  Staf  met  geweld  in  de  hand  geven,  waar 
na  raten  hem  naar  de  Kerk  meer  droeg  dan  geleide, 

en 


r 


En  mennw^A  liem  den  BisicUppelykeu  Sia.  nw-t  geweid  «i 
Jeliand  oeveii^^-aar  aa  mea  liismaaar  de  Ker^  meer  droeg 
dan  «releide .  -a-y   j"'  it 


GESCHIEDENIS.  75 

en  aldaar  inhuldigde  in  het  jaar  1093.      anselmus       v 
gaf  tot  reden  van  zyne  weigering  te  kennen  ,  dat    ^°^^ 
hij  voorzat," ,  dat  op  deze   wijze   een   zwak  fchaap  Hoofdü. 
naast  eenen  bandeloozcn    fticr   in   de  regering    van  na  C,  G. 
Engeland  werd  ingefpannen,  en  dat  door 'sKonings  j^^'^J^^^' 
onftuimigheid  de  Kerk  nog  bij  zijn   leven  in   eenen  — — 
treurigen  weduweftaat  vervallen  zou. 

Het  gene  hij  voorzag,  gebeurde  fchielijk.  De 
Koning  hield  zijne  beloften  niet ,  en  de  ledigrtaande 
Bisdommen  werden  niet  vervuld,  anselinius  had 
het  Aartsbisdom  van  Canterbury  alleen  onder  die 
voorwaarde  aangenomen ,  dat  aan  de  Kerk  van  Can- 
terbury de  goederen  zouden  worden  wedergegeven, 
welke  zij  ten  tijde  van  lanfrank  bezeten  had,  daar 
en  boven  begeerde  hij,  dat,  gelijk  de  Koning  zijn 
wereldlijke  Heer  was  ,  deze  ook  wederkeerig  hem 
als  zijnen  Geestelijken  Vader  en  zielzorger  eerbiedi- 
gen zou.  De  Koning  was  tot  het  een  en  ander 
lang  na  zoo  gereed  niet,  als  de  Aartsbisfchop  ver- 
langde. Als  de  Koning  in  het  jaar  1094  tot  den 
oorlog  met  zijnen  Broeder  robert.  Hertog  van 
Normandïè ,  geld  noodig  had  ,  bood  anselmus 
hem  500  ponden,  welke  de  Koning  weigerde  aan 
te  nemen,  omdat  hij  ten  minflen  1000  ponden  ver- 
wacht had,  en  anselmus  dankte  God,  dat  deze 
hem  voor  de  opfpraak  beveiligd  had,  als  of  hij 
zijn  Aartsbisdom  voor  djt  geld  gekocht  had.  On- 
dertusfchen  handhaafde  hij  zijn  geestelijk  gezag,  en 
weigerde  in  de  vastentijd  de  heilige  asfche  en  de 
ahfoliitie  aan  alle  Hovelingen,  die  hun  haar,  even 
als  de  jonge  dochters ,  lang  lieten  groeijen ,  en  den 

,  vrou- 


76  KERKELIJKE 

V  vrouwelijken  opfchik  in  kleeding  enz.  navolgden. 
BOEK  QqI^  drong  hij  bij  den  Koning  aan,  om  de  gebreken 
Hoofdft.  ^"  ^^^^  Kerkelijke  te  verhelpen,  en  ten  dien  einde 
na  C.  G.  aigemeene  Kei  k vergaderingen  te  laten  houden.  De 
tori^f''  K*^"^"?  antwoordde  eenvoudig,  dat  de  Kerkverga- 
1 1 1  deringen  gehouden  zouden  worden,  als  het  hem  be- 

liefde, en  ten  aanzien  van  de  ledigftaande  Abdijen, 
dat  de  Abdijen  hem  toebehoorden ,  en  dat  hij  met 
dezelven.  kon  handelen ,  zoo  als  hij  wilde  ,  waar  te- 
gen de  Aartsbisfchop  vergeefs  inbragt,  dat  de  Ab- 
dijen aan  God  toebehoorden ,  en  dat  de  Koning 
flechts  derzelver  befchermheer ,  {ndvocatus ^')  was; 
evenwel  zocht  de  Aartsbisfchop  in  'sKonings  gunst 
herfteld  te  worden;  maar  als  zijne  vrienden  hem  ten 
dien  einde  raadden,  de  aangebodene  fom  te  verdub- 
belen, verklaarde  hij  zelfs  de  500  ponden  nu  niet 
te  willen  geven,  welke  hij  reeds  aangeboden  had, 
omdat  de  Koning  hem  telkens  op  nieuw  geld  zou 
willen  afpersfen;  waar  tegen  de  Koning  hem  liet 
aanzeggen,  dat  hij  hem  niet  langer  als  Aartsbisfchop 
van  Canterbtiry  erkennen  zou.  Ook  wilde  de  Ko- 
ning hem  niet  vergunnen  naar  Rome  te  reizen,  om 
het  Pallium  van  den  Paus  te  ontvangen,  hetwelk 
hem  toen  in  het  jaar  1095  door  eenen  Paufelijken 
Legaat  werd  overgebragt,  die  hem  ook  ten  minfte 
fchijnbaar  met  den  Koning  verzoende,  wien  hij  in 
het  volgende  jaar  met  200  raarken  zilver  uit  den 
Kerkdijken  fchat  van  Canterhury  tegen  zijnen  Broe- 
der ROBERT  onderfteunde,  maar  als  de  Koning  hem 
vervolgens  voor  zijn  Hofgerigt  liet  dagen,  onder 
voorweudfel,  dat  h»i  hem  flechte  foldaten  tot  eenen 

veld' 


GESCHIEDENIS.  77 

veldtogt  geleverd  had ,  vond  anselwus  in  het  jaar       v 

1097  geraden  naar  Rome  te   reizen,   hebbende  den     ^®^* 

Monnik  eadmer  ,  zijnen   Levensbefchrijver    in  zijn  Hoofdft 

gezelfchap.    Hij  onthield  zich  in  Italië  eenigen  tijd  na  C.  G. 

in  een  Klooster    in    het   Napelfche^  en  woonde   in  I'''^''ïo73- 

cot  1517, 
het  jaar  1098  eene  Kerkvergadering  te  Bart  bij ,  op  ^ 

welke  hij  in  den  twist  met  de  Grieken  uitmuntte. 

Koning  willem  ,  in  het  jaar  1 100  overleden  zijn- 
de, rpoedde  anselmus,  daar  toe  door  den  nieu- 
wen Koning  hendrik  I  genodigd  zijnde,  zich  we- 
der naar  Engeland ,  maar  als  hij  de  leenhulde  ^ 
(^homim'um,^  aan  den  Vorst  zou  afleggen,  en  van 
zijne  hand  het  Aartsbisdom  door  het  overreiken  van 
den  Herdersftaf  en  Ring  ontvangen  ,  weigerde  hij 
zulks,  omdat  dergelijke  beleeningen  der  Geestelijk- 
heid door  Leeken  te  Rome  verboden  waren  ,  en 
dreigde  tevens  naar  Rome  weder  te  keeren,  hen- 
drik vreezende,  dat  de  Aartsbisfchop  met  den  Paus 
jnogt  zamenfpannen ,  ten  voordeele  van  zijnen  Broe- 
der ROBERT,  die  op  den  troon  aanfpraak  maakte, 
ftond  hem  toe.  Afgevaardigden  naar  Rome  te  zen- 
den ,  tot  een  vergelijk ,  waar  aan  verfcheidene  jaren 
gearbeid  werd.  Ondertusfchen  betoonde  anselmus 
zich  getrouw  aan  zijnen  Koning,  toen  robert  in 
het  jaar  iioi  werkelijk  eenen  inval  in  Engeland 
deed  ;  ook  hield  hij  eene  Kerkvergadering  in  het 
jaar  1105,  doch  als  Paus  pascha  lis  H  voortging 
de  Investituur  der  Geestelijken  door  Leeken  te  ver- 
werpen, reisde  anselmus  in  het  jaar  1107  weder 
naar  Rome,  verzeld  van  eenen  Gezant  des  Konings, 
maar  de  Paus  bleef  ftandvastig  bij  zijn  verbod,  an- 

SEL- 


78  K  E  R  K  E  L  f)   K  E 

V       SELMii^s    bleef  nu  te  Lions  ^  tot    eindelijk  de  Pans 

BOEK     200  veel  toegaf,   dat  de  Bisfchoppcn   den  eed   van 

Hoüfdft.  trouw  aan  den  Koning  doen  zouden,   waar  op  an- 

na  C.  G.  SELMUS  naar  Engeland  terug  keerde,    alwaar  hij  ia 

J^^'"J^^^' het  jaar  1109  overleed. 

Te  midden   van  een    zoo  werkzaam    leven,   vond 

^'^"^  ANSELMUS  echter  tijd  om  een  aanmerkelijk  aantal 
fchriften  in  het  licht  te  geven  ,  en  zich  als  den 
voornaamften  Bovennatuurkundigen  van  zijnen  tijd 
bekend  te  maken.  Van  eenige  Monniken  in  het 
Klooster  Bec  verzocht  zijnde  om  het  gene  hij  over 
het  beltaan  van  God  hun  mondelljk  had  voorgedra- 
gen, in  gefchrift  te  brengen,  (telde  hij  zijn  Blom- 
logium  of  AUeenfpraak  op ,  welk  Boek  eene  Wijs- 
geerige  proeve  in  zich  bevat  over  het  beltaan  en  de 
eigcnfchappen  van  God,  en  over  de  Goddelijke 
Drieëenheid.  Dit  (luk  is  vol  Wijsgecrige  fcherpzin- 
nigheid  gefchreven;  maar  na  het  voltooijen  van  het- 
zelve overwegende,  dat  daar  in  eene  aaneenfchake- 
ling  van  bewijzen  ftond,  zag  anselmus  naar  eenen 
enkelen  grond  van  bewijs  voor  Gods  beltaan  om  , 
welke  al  de  overigen  niet  zou  behoeven;  en  nu 
meenende  denzelven  gevonden  te  hebben,  droeg  hij 
dien  in  een  ander  gefchrift  voor ,  hetwelk  hij  ProS' 
logion  of  Allogttiun  noemde.  Dit  bewijs  werd  dus 
door  hem  ingerigt:  Zelfs  de  dwaas,  die  in  zijn 
hart  zegt:  daar  is  geen  God!  moet  toch  erkennen, 
dat  'er  in  het  verftand  iet  is,  boven  hetwelk  men 
niets  grooters  denken  kan:  yvant  zoo  dra  lilj  van 
het  groottte  aller  wezens  hoort,  verltaat  hij  het. 
Hetzelve  kan  derhalve  ook  niet  blootelijk  in  het  ver- 
ftand 


GESCHIEDENIS.  79 

(land  zijn;  maar  men  kan  het  ook   als  in  der  daad      v 

en  werkelijk    beftaande   denken.     Was  het  enkel  in     "^^^ 

het  verftand;  dan  moest  'er  onder  de   wezens,   vvel-^oofdft. 

ke  werkelijk  beflaan ,  een  nog  grooter  wezen ;   doch  na  C.  G, 

hetwelk  ongerijmd  is.    Dit  is  zoo  waar,   voegt  an-  y-^^^^7^' 
°                                             7        D           tot  1517, 
SELBius  'er  bij,  dat  men  het  niet  beftaan  van  God  ". 

zelfs  niet  denken  kan,  dewijl  anders  het  grootst 
denkbare  zulks  niet  zijn  zoude,  dewijl  het  beflaan 
daar  aan  ontbreken  zoude.  Op  dezelfde  wijze  leidt 
hij  uit  de  grootfte  volmaaktheid  van  God  alle  des- 
zelfs  eigenfchappen  af;  en  toont,  dat  God  alleen 
zelfflandig  is.  Zelfs  leert  hij,  dat  God  nog  groo- 
ter is,  dan  al  het  denkbare. 

Dit  is  het  bewijs  voor  Gods  beflaan  ,  ontleend 
uit  het  denkbeeld  van  God  in  het  verfland  van  alle 
menfchen ,  hetwelk  cartesius  in  de  XVUde  eeuw 
op  nieuw  voor  den  dag  gebragt,  en  gezocht  heeft 
te  (laven,  waarom  ook  fommigen  gemeend  hebben, 
dat  hij  het  uit  de  fchriften  van  anselmus  ontleend  <■ 
had.  Ondertusfchen  werd  dit  bewijs  beflreden  door 
eenen  Monnik  in  het  Klooster  Blarmontier^  gau- 
NiLO  genoemd,  in  eene  korte  verhandeling;  Liber 
pro  injïpiente  adverfus  f,  Anfelmi  in  Proslogio  ra- 
tiocinationem  (*),  beweerende  ,  dat  het  befluit 
valsch  was,  dat  het  denkbeeld  van  het  hoogfle  We- 
zen in  het  verfland  ook  noodwendig  het  bellaan 
van  dat  wezen  buiten  het  verfland  met  zich  bragt, 
terwijl  het  in  het  verfland  enkel  op  dezelfde  wijze 
2ljn  kon,  als  zoo  vele  andere  ingebeelde  of  twijfel- 

ach- 
(*)  In  ANsELMi  Opp,  p.  35 ,  36. 


8o  K  E  R  K  E  L  IJ  K  É 

y       achtige  dingen;  waar  tegen  anselmus   eene  verde* 

BOER     diging  van    zijn    bewijs   opftelde,   Liber    Apohgeti' 

W    fdft    '-^^  contra  Gaunilonem ,    respondentem  pro  inftpien* 

na  C.  G.  /g  (*). 

Jaario;3.      anselmus   flelde   verders   tot  eenen   grondregel- 

tot  15 17.  ,  -  °  °. 

^  dat  hij  eerst  gelooven    en  daar   na  verjtaan    wilde, 

te  weten ,  voor  alle  dingen  geloofde  hij ,  wat  de  Kerk 
eischte  te  gelooven,  zonder  daartegen  de  geringde 
twijfeling  bij  zich  te  laten  opkomen.  Deze  grond- 
regel kon  waarlijk  weinig  dienen  tot  uitbreiding  van 
echte  en  gegronde  AVijsgeerte  of  Godgeleerdheid ,  ook 
vindt  men  meermalen  in  anselmus  fchriften ,  dat 
hij  meer  fpitsvinnigheden  heeft  bijgebragt  dan  be- 
hoorlijke onderzoekingen  of  bewijsredenen    (f). 

RoscELiN  Naast  berengarius  ,  lanfrank  en  anselmus  , 
moet  op  het  einde  der  Xlde  eeuw  als  een  VVijsgee- 
rig  brein  ook  geplaatst  worden  roscelin  of  ruse- 
LIN  of  rucelin  ,  een  Kanunnik  te  Compiegne  , 
waar  hij  als  Scholasticus ,  dat  is  als  Opziener  der 
Bisfchoppelijke  School  ,  eigener  beweging  open- 
lijke voorlezingen  hield.  Hij  was  één  der  eerfte 
Nominalisten  van  dezen  tijd,  en  haalde  zich  als 
aanvoerder  en  hoofd  van  dezelven  ook  voornamelijk 
de  befchuldigingen  van  Ketterij  op  den  hals.  De 
vraag  namelijk  was ,  of  de  algemeenheden  in  de  Z)/- 

alec'. 

(*)  Ibid.  pag.  37-40' 

(t)  De  werken  van  anselmus  zijn  door  den  Benedie' 
tyner  gabr.  gerberon  te  Parys  uitgegeven  in  Folio 
16.75,  en  danr,  met  eene  vermeerdering  van  XIV  Brie- 
ven, lierdrukt  1721. 


GESCHIEDENIS.  8c 

akctica ,  {genus ,  fpecies ,  differentia ,  proprium  ,  acci-       V 

deus j}  enkel  verflandsdenkbeekien   waren   of  buiten     ^°^^ 

het  verlland  wezenlijk  beftonden.     plato  had   der-  Hoofdft. 

zelver    wezenlijk    beftaan  in  het  verftand  van   God  na  C.  G. 

beweerd;    aristoteles   liet  hare   wezenlijkheid   al-  ]^^''^°/'3* 

■ot  1517. 
leen  in  de  bijzondere  dingen  zelve  toe;  de  Sio'icymn  - 

eindelijk  hielden  ze  voor  niets  dan  afgetrokkenheden , 
en  waren  dus  in  een'  firenger  zin  de  eerfte  Nomina^ 
ies  oï  Nominalisien;   terwijl   men  daartegen  aan   de 
anderen ,  inzonderheid  aan  de  Platoiusten ,  den  naam   . 
van  Reaks  gaf.    In   die   middel  -  eeuwen ,  in   welke 
deze  namen  opkwamen ,  was  men   ook  gewoon   het 
eerfte  der  gemelde  gevoelens,  Univerfalia  ante  rem^ 
het  tweede  Um'verfa/Ia  in  re;  en  het  derde ,  C/w/Vtfr- 
falia  post  rem  te  noemen.     De  jongere  Platonisten 
hadden,  naar  hunne  gewoonte,   alle   deze  gevoelens 
met    eikanderen    zoeken  te   vereenigen ;    maar    daar 
door  alleen  een  nieuw  fpinneweb  geweven.     De  ach- 
ting voor  de  VVijsgeerte  van  plato   had  het   eerfte 
gevoelen,  ook  door  augustinus  begunftigd,    bij  de 
Christenen   geliefd   gemaakt;    toen   derhalve  rosce- 
LiN  de   wijze  van   voorflelling   der  Stoïcynen  ^   zoo 
veel    men    oordeelen  kan,    want    wij  hebben  geene 
fchriften  van  hem ,  verdedigde ,   tastte  men  hem  niet 
alleen  daar  over  aan ,  maar  leide  hem  ook  de  fchroo- 
melijkfte  gevolgen  te  last.    JVIen  meende  te  ontdek- 
ken, dat  de   Nominalisten  alle  menfchelijke   kennis 
alleen  tot  namen  bepaald  wilden  hebben ,   en  dat  zij 
het   werkelijk  beftaan    der  dingen  loochenden.      In 
het  eerst  echter  vond  dit  gevoelen  bijval ,   maar  ,  kon 
zich   niet  lang  handhaven   tegen  de  aanvallen  van 
XV.  Deel.  F  an. 


84  KERKELIJKE 

V       ANSELMUS  van  Canterbury  ^  odo    van  Clugny ,  na- 
BOEK     derhand    Bisfchop    van    Kamerik ,    alberich    van 
Hoofdft.   Rheims ,  bernhard  van   Chartres ,  en  andere  ver- 
na  C.  G.  maarde  Diakctici  of  Redeneerkundigen.    Zelfs  ver- 
J^J^J°^^*  zekert  JOANNES  van  Salisbury  (*),   dat   dit  gevoe- 
pi.       ■  .    len  met  roscelïn  weder  verdwenen  is.    Zoo  veel 
is  ten  minden  zeker,  dat  de  Reales^  hoewel  in  eene 
eenigzins  meer    in   den  Ariftotelifchen  vorm   veran- 
derde gedaante,  ten  dezen  tijde  de   overhand  hebben 
behouden. 
BILDE-  Een  ander  tijdgenoot  van  anselmus  was  hilde- 

^KT  van  g^j^^  yj^j^  Mans ,  geboren  in  het  jaar   1055  te  La- 
vardin ^  in    het   Kerspel    van  Mans;   hij  fchijnt  te 
Tours  het  onderwijs  genoten  te  hebben  van  beren- 
GER  of  BERENGARius,  wicn  hij  ook  mct   een   graf- 
fchrift  in   eene   Latijnfche  Elegie  vereerd  heeft.     In 
het  jaar  1092  werd  hij  Archidiaconus  ^  en  vijf  jaren 
daar  na  Bisfchop   te  Mans.    Kort  na  deze  verkie- 
zing fchreef    de  beroemde  ivo  of  ives,   Bisfchop 
•        van  Chartres ,  hem  eenen  Brief  (  f  )  ,  in  welken  de- 
ze hem  voorhield ,    hoe  hij  van  fommige  aanziene- 
lijke  leden   zijner  Kerk  befchuldigd  werd,  verfchei- 
dene  onechte  kinderen  verwekt  te  hebben,   met  bij- 
gevoegde vermaning,  om  deze  verkiezing  niet  op  te 
volgen,  ingevalle  hij  zich  fchnldig  bevond,    hilde- 
BERT    nam  de  verkiezing  aan,   of  zich  onfchuldig 
vindende,  of  de  befchuldiging  niet  bewezen   of  aan- 
gedrongen   wordende.    De  oorlog  tusfchen  de  Ko- 

nin- 
(*)  jo.  sARisBER.  Metalog.  L,  II.  C.  17.  />.  814. 
(t)  Epist.  277.  Opp.  pag,  IJ 8. 


GESCHIEDENIS.  S3 

ningen  van  Engeland  en  de  Graven  van  Mans  ver-       V 
oorzaakten   hem  vele  onaangenaamheden;  hij  werd     ^^^J^ 
zelfs  in  het  jaar  1099   naar  Engeland  overgevoerd ,  Hoofdft. 
alwaar  Koning  willem  van  hem  eischte ,   dat  hij  na  C.  G. 
zijne    onfchuld    door  de   vuurproef  zou  bewijzen  ,  jo^lci^r* 
hetwelk  hij  echter  op  raad  van  den  bovengemelden  .  .  .    .w 
ivo  weigerde,  zich  op  de   Kerkelijke  wetten  beroe- 
pende ,  en  aanbiedende ,  om    volgens  dezelve  zijne 
onfchuld  aan  te  toonen.    In   het  jaar  1125  tot  hec 
Aartsbisdom  van  Tours  verheven  ,  werd  hij  van  de- 
ze lastige  omrtandigheden  bevrijd,   hoewel  daartegen 
in  nieuwe  moeite   met  den  Koning  van  Frankryk^ 
LODEWYK  den  Dikken  ,  ingewikkeld.    Hij  overleed 
waarfchijnlijk  in  het  jaar  11 34. 

Zyn  gefchriften  Wijsgeerige  ,  Godgeleerde,  Ce- 
fchiedkundige  ,  Kerkredenen  en  Brieven ,  zijn  te 
gelijk  met  die  van  marbod,  Bisfchop  van  Ren- 
nes^ zijnen  tijdgenoot,  te  Parys  in  1718  in  Folio 
uitgegeven,  door  den  Benedictijner  antonius  beau- 
GENDRE  ,  en  vertoonen  hem  als  eenen  man ,  die 
wat  meer  dan  de  gemeene  geleerdheid  van  zijne 
eeuw  bezat.  Onder  zijne  fchriften  is  eene  Zedelijke 
Wijsgeerte ,  (  moralis  philofophia  de  honesto  et  utiH , ) 
zynde  eene  verzameling  van  zeer  vele  plaatfen  uit 
de  Ouden,  over  het  eerlijke  en  nuttige,  uit  cicero, 
SENECA,  HORATius,  juvENALis  CU  anderen.  Den 
inhoud  van  dit  gefchrift  heeft  hij  in  Latljnfche  Eli- 
gien  gebragt  in  zijn  Libellus  de  quatuor  virtutibus 
viice   konestce, 

In  de  eerfle  twintig  jaren  der  Xllde  eeuw  maakte  honorius 
zich  HONORius  van  /iugustodunum ,  waarfchijnlijk  ^^"  ^"' 
F  2  /f//. 


§4  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       Autun  in  Bourgondi'è  ,  fcboon  anderen   daar   door" 
BOEK      Augihnrg ,  of  ook  wel  Augt  of  Augu ,   eene  Bis- 
HooWn.  fclioppelijke  (lad  bij  Bazel ,  hebben  willen  verftaan , 
na  C.  G.  ook  eciiigen  naam  door  zijne  Wijsgeerige  fchriften, 
10^1^17  "'^  welke  men  den  toeftand  der   Geleerdheid  in  het 
— —  ■    gemeen ,  en  der  Wijsbegeerte  in    het   bijzonder ,  in 
gustodu-   (Je  gewone  Bisfchoppelijke   Scholen   van   zijnen   tijd 
kan  leeren  kennen ,  inzonderheid  uit    zijn  klein   ge- 
fchrift:  de  anim(S    exfiïio  et  patria  ^  alias  de  arti- 
bus  ( * ).    De   onwetendheid   is   het   land   der  bal- 
lingfchap  voor   de    ziel ,    uit   welke   zij   door  tien 
kunsten ,  als  door  zoo  vele  fteden  en  vlekken ,  rei- 
zen moet,  om  tot  haar  vaderland  weder  te  keeren. 
De  eerfie  dezer  fiieden    is    de    Grammatica ;    alwaar 
de  letters  leiden  naar   de    woningen   der  Hellingen; 
de  lange  en  korte  lettergrepen  zijn  als  het   ware  de 
deuren  der    huizen  ;   en   de   geheele   ftad   wordt   in 
acht  wijken  verdeeld ,  in  welke  het  Nomen  en  Fer- 
hum  als   twee    Confuls   regeren;   het  Pronomen  het 
ambt  van  Proconful  bedient  enz.     De  overige  (le- 
den,   welke  hij  op  gelijke  wijze  befchrijft,  zijn    de 
Rhetorica  en  Dialectica  ,  welke    vijf  poorten   heeft , 
de  Univerfalia ,  haar   kasteel    is   de  Suhftantia ,   en 
de    daar  om   flaande   torens    de  negen  Accidentia ; 
voons    de    Arithmetica ,    de   Mufica  ,    Geometria , 
Astronomia  ^  Phyfica  en  Oeconomica,  door  welke  zij 
eindelijk   aanlandt  aan  de  Heilige    Schrift ,  als  haar 
ware  vaderland  ,  waar  menigvuldige  wijsheid  heerscht. 

In 
( *  )  In  BERN.  pEZii  T/ies,  Anccdd,  Novisf.  Tom*  Ih 
pag,  228-234. 


GESCHIEDENIS.  9$ 

In  twee  andere  fcliriftcn  :  fca/a  coeli  major  of  fcala       v 

ct7<f//  minor  y    komt  eigenlijke  Filcfofie   voor.     Door     '^osk 

deze    hemd -ladder     verftaat    honorius    de  Üefde  ,  ^Jq^^jj^^ 

wier  trappen   zijn   vvetenfcliap   en    wijsheid.     Dewijl  na  C.  G, 

zij  zich   tot  den   derden   hemel   verheft,    zoo   klimt  F^ano^a. 
1  ,  .      ..  ^  .         •    tot  1517. 

men  langs  drie  rijen  van  trappen  op,  waar  int  even  ^ 

.  zoo  vele  foorten  van  zien  onilban,  het  ligchnme- 
lijke,  geestelijke  en  verftandelijke,  waar  van  de  der- 
de zich  met  het  wezen  van  God,  ook  met  de  na- 
tuur der  Engelen  en  zielen  bezig  houdt.  ( IntelleC' 
tuaïis  vi/to,')  enz. 

,  Wanneer  men  federt  de  XHde  eeuw  begon  eigene  petrus 
Scholen    aan    te    leggen,    afgezonderd   van   de  Bis-  •^t'^^'-^^^'* 
fchoppelijke  en    Kloo.srerfcholen ,  kreeg  de   Wijsbe- lard. 
geerte  eene  vrijere  ruimte.    Zulk  een  School ,   gelijk 
wij  gezien  hebben,   werd  te   P<arys    aangelegd   door 
WILLEM    van   Champeaux»      Deze    had    tot  zijnen 
leerling  petrus  abelard  of  abeillard,  ^\q.  fpoe- 
dig  zijnen  meester  in  vermaardheid  te   boven   ging, 
met  wien  hij  hevige  verfchillen  over  de  Wijsbegeerte 
gehad    heeft,     petrus    abelard   of  abeillard  , 
wiens  naam,   niet   alleen  wegens  zijne   geleerdheid, 
maar  inzonderheid  uit  hoofde  van  zijnen  minneban- 
del  met   iielolsa,   zelfs  in   Romans  en   Dichtflnk- 
ken,  vermaard  is  geworden,  was  in   het  jaar   1079 
te  Pnlets ,  {oï  Palais,')  'm    het  Graaffchap  JSnntes 
in  Bretagne  geboren,  en  de  Zoon  van   aawi.^  i'.del- 
man.     Door  eene  bijzondeie  neiging  tot  de  Dialecti' 
ca  gedreven,  kwam  hij  te  Par'^s  in  het   School  van 
"WILLEM  van  Champeaux ,  den  beroemdflen  Leeraar 
\\\  de  kunst  van  disputeren ,  doch  met  zijnen  meester 
F  3  ia 


86  KERKELIJKE 

V  in  verfchil  geraakt  zijnde,  rigtte  hij  een  eigen  School 
BüEK  Qp  jg  Me/un,  in  de  nabuuricliap  van  Parys,  om- 
Hjofdft.  trent  dertig  jaren  oud  zijnde,  verzoende  hij  zich 
na  C.  G.  met  zijnen  Leermeester ,  en  werd  zelfs  andermaal 
jy;  j^j'p' zijn  leerling,  maar  verfchil  van  gevoelens  verdeelde 
>■-  hen  op  nieuw,    willem  leerde,  het  geen  de   Scho- 

lastieken  Univerfale  a  parte  rei  genoemd  hebben  ; 
dat  is,  dat  dezelfde  zaak  wezenlijk  en  geheel  in  alle 
daar  toe  behoorende  ondeelige  dingen  ,  (  indm- 
dua,)  is,  welke  dus  niet  in  wezen,  maar  alleen  in 
de  menigte  van  hare  toevallige  eigenfchappen ,  («c- 
cidemia,')  van  ellvanderen  onderfcheiden  zijn.  abe- 
1.ARD  daartegen  beweerde,  dat  de  algemeene  dingen 
der  Dialectica  zelfltandige  denkbeelden  in  God  zijn; 
met  dén  woord,  de  eerftc  volgde  aristoteles,  de 
ander  plato's  meening.  Het  berigt  van  otto  van 
Fry/tngeu(*},  dat  ABELARoeen  leerling  van  roscelin 
geweest  zij,  en  dus  tot  de  Nominales  behoord  heb- 
be,  wordt  niet  van  allen  aangenomen.  Hoe  het  zij, 
WILLEM  werd  door  abelard  genoodzaakt ,  zijn 
gevoelen  te  laten  varen  ,  en  abelard  kreeg  zelfs 
den  leerdoel  van  willems  opvolger,  die  ook  zijn 
leerling  werd,  maar  willem  wist  een'  ander  opvol- 
ger te  laten  aanftellen ,  waar  op  abelard  weder  te 
Melun  begon  te  leeren,  terwijl  willem  zich  met 
zijne  Kanunniken  op  het  land  begaf.  Nu  begaf  zich 
abelard  met  zijne  leerlingen  weder  naar  Parys  ^ 
alwaar  de  leerlingen  van  willebis  nieuwen  opvol- 
ger in  grooten  getale  tot  hem   overgingen,     willem 

kwam 
(•)  De  Ge  i  f.  is  Fit  der.  I.  Cap,  47. 


GESCHIEDENIS.  ^7 

fewam  zijn*  opvolger  wel  te  hulp,    maar  kon  niet      v 

beletten ,   dat  deze ,  van  zijne  leerlingen  verlaten  ,     ^^^^ 

zich  in  een   Klooster  begaf.      Nu  bleven   de  beide  Hoofdft. 

hoofden  met   malkander  twisten ,   met  dien   uitdag ,  na  C.  G. 

fchriift   ABELARD   zelve,    dat    hij   ten   minden  iiict  ^^^"°^^' 
•^  ?  j  [Qj  1527. 

overwonnen  werd.  . 

De  ftrijd  nam  een  einde,  toen  willem  in  het 
jaar  11 13  Bisfchop  te  Chaïons  aan  de  Marne  ge- 
worden was.  Thans  reisde  abelard  naar  Laon^ 
om  zich  onder  anselmus,  die  daar  Scholasticus 
was,  in  de  Godgeleerdheid  te  oefenen,  maar  vond 
bij  dezen  ,  zoo  als  hij  zich  uitdrukt,  meer  rook  dan 
iicht,  meer  bladeren  dan  vruchten;  waarom  hij  zich 
toeleide,  om  door  behulp  van  goede  verklaringen 
zich  tot  een'  goeden  Uitlegkundigen  te  vormen;  en 
tot  eene  proeve  zijner  vorderingen ,  verklaarde  hij ,  in 
openlijke  voorlezingen ,  het  eerde  Hoofdftiik  van 
EZECHiEL,  toen  ANSELMUS  hem  het  leeren  der 
Godgeleerdheid  verbood,  omdat  hij  zich  dit  regt  en- 
kel had  aangematigd,  abelard  begaf  zich  naar 
Parys  ^  en  verkreeg  daar  het  eerfte  Leeraarambt  in 
de  \Vijsgeerte  en  Godgeleerdheid,  en  tevens  eene 
Kanunnik  splaats,  waar  na  hij  zijne  gemelde  voorle- 
zingen met  grooten  toeloop  van  leerhngen  vervolgde. 

Ondertusfchen  gebeurde  het,  dat  fulbert,  een 
Kanunnik  te  Parys ,  een  Nichtje  van  XVIII  jaren, 
HELOiSA  genoemd  ,  in  zijn  huis  had ,  fchoon  en 
geestrijk  ,  waarom  hij  haar  geleerde  kundigheden 
zocht  te  bezorgen;  hier  toe  bood  abelard  zich 
aan,  om  haar  voor  niet  te  onderwijzen,  indien  de 
Kanunnik  hem  in  zijn  huis  wilde  aannemen.  Wel- 
F  4  d» 


88  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V        dra  ontflond  'er  eene  liefde  tusfchen  dit  paar,  wel- 

BOEii     i^e  eejie  zwangerheid  van  heloisa  ten  gevolge  had, 

Hoofdft.  Deze  minnehandel  had  een'  grooten  invloed  op  abe- 

na  C.  G.  LARDS  karakter ,  zijn  onderwijs  werd  onachtzaam  en 

10^^17  '^^'  ^"  ^^^  ^^^^^  '^'■^S''   ^^^'"'S   nieuws  voort,   dan 
p  minnedichten,      fulbert   was   de   laatde,   die  van 

deze  verkeering  van  zijne  Nicht  met  abelard  iet 
vernam,  en  toen  het  te  laat  was,  abelard  ten 
huize  uitftiet,  maar  deze  ontvoerde  hem  zijne  he- 
loisa ,  in  het  gewaad  van  eene  Non ,  naar  zijn  va- 
derland, alwaar  zij  van  eenen  Zoon  beviel,  dien  hij 
ASTROLABiuM  uoemde.  Ook  verklaarde  hij  zich 
gereed  om  zijne  beminde  te  trouwen  ,  mits  dat  het 
huwelijk  geheim  gehouden  werd,  opdat  hij  zijn  ambt 
fiiet  verloor ,  waar  in  ook  fulbert  bewilligde  , 
maar  waar  tegen  helolsa  ,  met  een  zeldzaam  voor- 
beeld, uit  liefde  jegens  hem,  zich  verzette,  vree- 
zende,  dat  hij  door  een  huwelijk  zijn  ambt  als 
Leeraar,  en  ziin'  roem  en  geluk  verliezen  mogt,  hoe- 
\v'el  haar  in  den  grond  ook  eene  geheime  liefde 
meer  behaagde.  Evenwel  werd  het  huwelijk  vol- 
trokken, maar  als  haar  Oom  dit  tegen  zijne  belofte 
bekend  maakte ,  loochende  zij  het  zelfs  met  eede. 
Toen  zij  even  daarom  van  haren  Oom  mishandeld 
werd,  bragt  abelard  haar  in  een  Nonnenklooster 
te  Ar  genteuil  ^  alwaar  hij  zijne  verkeering  met  haar 
voortzette.  De  Oom  fulbert  en  hare  overige 
bloedverwanten  hielden  echter  abelard  verdacht, 
dat  hij  voornemens  was ,  haar  te  noodzaken ,  het 
Geestelijke  kleed  a:^n  te  nemen,  en  zijn  huwelijk 
met  haar  te  vernietigen,  waarom  zij,  ter  voldoening 

van 


GESCHIEDENIS.  89 

van  hunne  wraakzucht,  hem   door  zekere  daar  toe       V 

omgekochte  lieden  lieten  overvallen ,   en  ontmannen.     ^^^-^ 

De  Overheid   liet   twee  van   de   daders    vatten,   en  [^oofdft. 

die    niet  alleen  dezelfde   ItrclFe   aandoen,  maar    hun  na  C.  G. 

ook  de  ooffen   uitfteken.     Algemeen   was   het  mede-»  P''*^°73» 
°                              ^                                        tot  15 '7. 
lijden  met  abelard.     Edn  zijner  vrienden,  fulco  , . 

of  FOüLQUES,  Prior  re  Detiil ,  digt  bij  Prirys  , 
fchreef  hem  een'  meikvvaardigen  troostbrief,  maar 
fchaamte  en  verwarring,  na  bij  wanhoop  komende, 
noodzaakten  hem,  zijne  toevlugt' te  nemen  in  het 
Klooster  Si.  Denys ,  alwaar  hij  in  het  jaar  11 19  de 
gelofte  als  Monnik  afleide  ,  na  vooraf  zijne  vrouw 
overreed  te  hebben ,  om  het  Nonnenkleed  te  /^r^en- 
teuil  aan  te  nemen.  Hij  vond  echter  in  St.  Denys 
de  gevvenschte  rust  niet.  Daar  hij  zich  onder  de 
losbandige  Monniken  tot  zedenmeester  wilde  opwer- 
pen ,  maakte  hij  zich  gehaat,  en  toen  hij  op  een 
Prioraat  digt  bij  het  gebied  van  den  Graaf  van 
Champagne  zijne  vorige  lesfen  met  grooten  toeloop 
hervatte,  werd  de  nijd  gaande.  Men  befchuldigde 
hem  van  onregtziiinigheden  ,  en  hij  werd  in  het  jaar 
II 21  veroordeeld.  Dit  deed  hem  naar  St.  Denys 
terug  keeren.  Maar  in  beda  gelezen  hebbende,  dat 
de  Heilige  dionysius  cJe  Areopagiet .,  Bijfchop  te 
Korinthe.^  en  niet  te  Athene  geweest  was,  befloot 
hij  daar  uit,  dat  dezelve  niet,  zoo  als  men  geloof- 
de, de  (lichter  van  het  Christendom  in  Galli'é  kon 
geweest  zijn.  Deze  waarheid  konden  de  Monniken 
niet  dulden ,  maar  , klaagden  hem  deswegens  aan  bij 
den  Abt,  waar  op  hij  de  vlugt  nam  in  een  Kloos- 
F  5  ter. 


90  K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

V       ter,  onder  het  gebied  van  den  Graaf  van  Champag» 
BOEK     ^^.  (Joch  de  Abt  kort  daar  na  overleden,    en   door 
Hoofdrt.  d^'i  vermaarden  suger  opgevolgd  zijnde,  vergunde 
«a  C.  G.  deze  hem,  te  gaan  waar  hij  wilde,  als   hij  maar   in 
torj^i^?'  S^^'^  Klooster  van  zijne  Orde  beftendig  verblijf  nam. 
y.i.1    ,    .     ABELARD  verkoos  daar   op  eene  woeste  plaats   aan 
x\v\ti  Ardusfon^  digt   bij   de   ftad   Nogent  ^   aan    de 
Seine^  tot  zijne  woonplaats,   alwaar  velen  van  zijne 
leerlingen  bij  hem  kwamen,  en  eene  Kerk   en  voor 
zich  hutten  ftichtten.     Maar  als  hij,  ter   gedachtenis 
van  den  troost ,  dien  hij  in  deze  eenzaamheid  genoten 
had,  deze  plaats  aan  den  paracletus,  (denTroos- 
ter,  of  onder  dezen  Bijbelfchen  naam   aan   den  H. 
Geest  wijdde,)    werd  dit  als  eene  nieuwigheid  afge- 
keurd; ook  mishaagde  het,  dat  hij  daar  een   beeld 
had  gefteld  van  de  Drieeenheid,  met  drie  volmaakt 
gelijke,   rugwaards  tegen    elkander    leunende  aangc» 
zigten ;   als   hij   deswegens  de   vervolgingen  vreesde 
van  twee  heilige  mannen  van  die  eeuw,   bernhard 
en  NORBERT ,   werd   hij  onverziens  tot  Abt  verko- 
zen van  het  Klooster  van  den  Heiligen    gildas   te 
Ruits  in  Neder- Bretagne,  waar  hij   zich   heen   be- 
gaf in  het  jaar  1126,  maar  weder  tot  zijn  ongeluk; 
want  te  ftreng  zijnde  voor  de  Monniken,  ftonden 
dezen  hem   naar  het  leven.      Ondertusfchen  verne- 
mende, dat   de  Nonnen  van  ^r genteuil,  met  der- 
zelver  Prioresfe ,  zijne  heloisa  ,  door  de  Monniken 
van  St.  Denys  verdreven  waren,   ftond  hij  zijn  ver- 
blijf   paracletus  ,    hetwelk    intusfchen    tot    eene 
Abdij  verheven  was  ,  aan  deze  zijne  vrouw  en  haar 

ge- 


BOEK 
II 


GESCHIEDENIS.  91 

gezelfchap  af,   alwaar  hij  haar  verfcheidene  bezoe» 
ken  gaf,    maar  toen   dit  verkeerd   werd  uitgelegd, 
befloot  iiij,   nooit   weder   bij  haar  te   komen.    Ook  [ioofd(>. 
verliet  hij  in  het  jaar    1136   zijne  Abdij  van  Ruiis^^C.  G. 
geheel.  '  J^^r^ojs. 

Van  dit  jaar  af  leerde  hij  weder  met  den  gewo-  .. 
nen  toeloop  op  den  Berg  der  Heil.  genovefa  te 
Parys;  maar  verliet  deze  (tad  in  het  volgende  jaar, 
zonder  dat  men  weet,  waar  heen  hij  zich  begaf. 
Weldra  bragten  echter  nieuwe  befchuldigingen  tegen 
zijne  regtzinnigheid  hem  weder  te  voorfchijn,  tegen 
welke  hij  zich  door  een  beroep  op  den  Paus  in  het 
Jaar  1140  vergeefs  zocht  te  redden.  Doch  midden 
in  het  onweder,  dat  hem  dreigde,  kreeg  hij  eene 
fchuilplaats  in  de  Abdij  van  Clugny^  bij  deszelfs 
Abt  PETRUS  den  Eerwaardigen ,  maar  om  zijne  ge- 
zondheid van  daar  gezonden  naar  het  Prioraat  St, 
Marcel^  te  Chalons  aan  de  Saone  ^  overleed  Jiij  te 
dezer  plaatfe,  in  het  jaar  1142.  heloisa  verzocht, 
gelijk  dit  ook  zijn  wil  geweest  was,  om  zijn  lijk, 
hetwelk  zij  van  petrus  van  Clugny  verkreeg,  om 
het  in  haren  Paracktus  te  begraven;  ook  verwierf 
zij  eene  abfolutie  of  vrlifpraak  voor  den  overlede- 
nen, welke  behelsde;  dat  petrus  hem  onder  het 
gezag  van  den  almagtigen  God  en  allëf  zijne  Heili- 
gen ,  nit  kracht  van  zijn  ambt  ,  van  alle  zon- 
den ahfolveerde^  welke  vrijfpraak  dus,  naar  de  ge- 
woonte dier  tijden  ,  op  abelards  graf  gefield 
werd. 

petrus    van    Clugny  was   zeer   met    abelard 
ingenomen  ,  wien   hij  ook  met  een  graffchrift  ver- 
eerd 


91  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       eerd   heeft  ,    waar    in  hij   onder   anderen  zich  dus 
BOEK  ■  uitdrukte: 

Hoofdfl:.  ^  ,,  „  T«       «r    •         TT 

^    f^    r>  Galloiiiin  Socrnces,  Phto  Maximus  Hespcnarum, 

ca  C  (.1.  ^  .  .  . 

Tanrio7?  No>ter  Ariftokles ,  Logicis,  quicunque  fuenint, 

tot  lsI7  Aut  pnr  aut  nielior,  ftudiorum  cognitiis  oibi  ; 

,  Piinccps,  ingeilio  variiis,  fulnilis  et  acer, 

Omnia  vi  fiipcraas  rationis  et  arte  loqueudi, 

Absel.irdus  crat.  — 

Voor  het  overige  was  het  oordeel  zijner  eeuw 
over  hem  zeer  verdeeld,  zoodat  hij  in  eene  Chro- 
niek  van  Clugny  ^  een  zwarte  Kunden  aar  en  een 
vertrouwde  des  Duivels  heet,  en  dat  eernhard 
van  Clartveaux  hem  al  de  dwalingen  der  beruchtfte 
Ketters  te  last  legt ,  terwijl  petrus  van  Clugny 
hem  een  eerlijk  en  godvruchtig  man  noemt,  die 
fteeds  Goddelijke,  Wijsgeerige  en  Geleerde  voor- 
werpen betrachtte  en  leerde.  Ook  heeft  petrus 
EERENGER,  ccn  vau  ABELARDS  laatfte  Leeraren, 
eene  verdediging  voor  hem  gefchrevcn,  welke  ook 
in  zijne  werken  gedrukt  is. 

Hij  was  in  der  daad  een  man  van  groote  gaven 
voor  de  Wijsgeerte,  en  vatbaar  voor  alle  geleerd- 
heid in  het  gemeen ,  maar  zijne  zucht ,  om  de  vóór- 
naamfle  Dialecticus  en  disputeerder  van  zijn'  tijd 
te  zijn,  flrcmde  hem  in  het  beoefenen  der  Wijs- 
geerte op  die  wijze,  dat  hij  een  hervormer  dcrzel- 
ver,  of  der  wetenfchappen  in  het  gemeen,  zijn  kon, 
en  toch  wekte  hij  velen  van  zijne  tijdgenooten  op 
tot  eene  vrijere  Wijsbegeerte,  daar  hij  dezelve /iro- 
blematisch  durfde  behandelen ;  ook  had  hij  velen  der 
■oude   Romeinen   gelezen  ,    ook  aristoteles  ,    en 

veel 


GESCHIEDENIS.  93 

Veel  van  plato  ,  maar   beiden   in   vertalingen.      Hij       v 

had  eenio;e  kennis  van  liet   Grieksch,  maar  van  het     eoek 

II 
Hebrceuwsch  flechts  zoo    veel,   als  hij   uit    plaatfen  j-i^ofcift 

van  Kerkvaderen    opdoen   kon.     Het    Latijn   fchrijft  na  C.  G, 

hij  vrij    gemakkelijk,   zuiver  en   bevallig,   inzonder- •^^^'"'^73* 

heid    kan  men    dit    van  zijne   Latijniche  gedichten  ' 

2cggen. 

Zijne  werken  zijn  in  het  Jaar  161 6  te  P^rjj  in 
4to  verfchenen ,  alhoewel  fommige  Exemplaren  1606 
en  andere  1626  op  den  titel  hebben;  ook  wordt  op 
een  aantal  afdrukken  fr.  van  amboise,  op  andere 
ANDPvEAS  DUGHESNE  ,  als  uitgcvcr  gcnocmd,  omdat  zij 
namelijk  eerst  te  zamen  de  uirgave  ondernamen ,  welke 
eindelijk  aan  duchesne  fchijnt  overgelaten  te  zijn. 
Titzt  uitgave  is  de  eenigde  en  zeer  zeldzaam,  ook 
ontbreken  'er  nog  vericheidene  gefchriften  van  abe- 
LARD  in,  die  alleen  nog  in  Handichriften  voorhan- 
den zijn. 

HELOiSA  overleed ,  gelijk  men  gevvonelijk  gelooft , 
in  het  jaar  1163,  als  eerfie  Abdisfe  van  den  para- 
KLETus,  zij  was  even  zoo  buitengewoon  onder  hare 
kunne ,  als  abelard  onder  de  zijne.  Zij  had  eenen 
hoogen  geest,  cene  vurige  verbeeldingskracht,  niet 
weinig  vernuft ,  en  velerhande  geleerdheid ;  of  ten 
minden  belezenheid  in  Romeinfche  en  Kerkelijke 
Schrijvers;  zij  drukte  zich  in  het  Latijn  met  beval* 
ligheid  en  fterkte  uit,  en  was  zelfs  in  het  Grieksch 
en  Hebreeuwsch  niet  onervaren.  Hare  driftige  liefde 
voor  ABELARD  is  tcn  laatften  in  vrome  llille  gezind- 
heden overgegaan. 

Het  voorbeeld  van  abelard  leerde  de  Wijsgeeren  Scholas- 

voor- 


94  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       voorzigtigheid  ,    zoodat    niet  ligt  een  fclierpzinnig 

BOEK     brein  het  durfde   ondernemen,    om   van   de   vastge- 

ÏIoofd(ï    ftelde  begrippen  in    de  Godgeleerdheid   af  te    gaan. 

na  C.  G.  GiLBERT  DE  LA    PORREE,   Bisfchop  van    Poitiers  y 

Jaar 1 073.  j^Q^  een  tijdgenoot  van  abelard,  deed  dit  Icort  na 

tot  1517.      ^  ' 

____«    ABELARDS  dood ,  maar  wcrd  terftond  verketterd  en 

tieke        kwam  ter    naauwernood    met   eene   herroeping   vrij. 

tl  oio  e.  ^jar  PETRUS  lombardus,    Bisfchop   van  Parysy 
verftond  het  ten  zelfden   tijde   beter,  hoe  men  ten 
dienfte  der  Godgeleerdheid  mogt  filofoferen,   en  zijn 
leerboek  in  de  Godgeleerdheid  in   zijnen  filofofifcheii 
leerftand    opgefteld  ,   verwierf  zoo  veel   gezag ,  dat 
het  omtrent  honderd  Jaren  lang  het  algemeen  aange- 
nomen leerboek  en  een  voorfchrift  van   eenen  rcgt- 
zinnigen    Wijsgeer   bleef.      Zelden   ondernam    men 
voorts   wijsgeerige   onderzoekingen  ,    zonder   betrek- 
king  tot   de  Godgeleerdheid  ,    maar  de   Wijsgeeren 
waren  tevens  Godgeleerden ,  die  zich  verpligt  reken- 
den ,  hunne  Wijsgeerte  aan  de  Godgeleerdheid  dienst* 
baar  te  maken,  hoewel  *er  onder   hen  ook  fchran- 
dere  geesten  waren ;  doch  met  dit  al  was  het  licht, 
hetwelk  zij    meenden   te    ontfteken,  niet  meer   dan 
een    fchemerlicht.      Men    noemt   deze    Wijsgeerte , 
welke    thans   de    heerfchende   werd  ,    doorgaans   de 
Scholastieke^  doch  is  nog  niet  eens   omtrent  de  re- 
den dezer  benaming,  of  den  tijd  van  derzelver  oor- 
fprong.     Al  in  vroeger   eeuwen  beteekende  Schoïas* 
ticus  eenen  Leeraar  in  een   Klooster  -—  of  in  een 
Bisfchoppelijke  School ,  en  ook  eenen    Geleerden   in 
het  gemeen  ;  misfchien   echter  is   het  bijzonder  ge- 
bmik  van  dezen  naam   af  te  leiden  van  die  Leer- 
aars, 


GESCHIEDENIS.  c^s 

aars,  die  federt  de  Xlde  eeuw  eigene   Scholen  be-      y 

gonnen  op  te  ng:ten;van  daar  kan  ook  de  oorfprong     ^^^^ 

der    Scholastieke    Wijsbegeerte    begonnen    worden  ,  Hoofdft 

terwijl  anderen  ze  reeds   van  augustinus  afleiden,  na  C.  G, 

en  v^^eder  anderen  ze   eerst  laten  aanvangen  met  de  r-^iozJ» 

°  tot  15 17, 

XlIIde  eeuw,  toen  de   Wijsgeerte  van  auistoteles  «_»..^ 

die  der  Nieuwe  Platoaisten  verdrong. 

Doch,  hoe  zeer  de  Scholastieken  der  Xllde  eeuw 
na  ABi'LARD  doorgaans  meer  Godgeleerden  waren, 
of  zijn  wilden ,  dan  Wijsgeeren ,  evenwel  vindt  men 
'er,  die,  geliik  hun  voorganger  anselmus,  Wijs- 
geerige  naarfporingen  ondernamen,  of  die  nu  en  dan 
nieuwe  verklaringen  van  Godgeleerde  ftellingen  in 
VViisgeerige  fchriften  waagden. 

Tot  deze  laatfte  klasfe  behoort  willem  van  Con  Willem 
ches ,  een  vermaard  Leeraar  in  de  Spraakkunde  en  ^f"  ^^^ 
Wijsbegeerte  te  Parys^  'm  de  eerfle  helft  der  XÏIde 
eeuw.  Zijn  vermaarde  leerling  joan  van  Saleibu' 
ry  (*),  verhaalt  van  hem,  dat  hij  zich  inzonder- 
heid verzet  heeft  tegen  de  genen,  die  door  de  rede- 
neerkunde  geene  zekerheid  zochten ,  maar  alleen 
hunne  disputeerzucht  poogden  te  voldoen.  In  één 
zijner  werken :  Philofophia  Minor ,  Jive  quatuor  li' 
hri  de  elementis  Philofophice ,  draagt  hij  een  kort 
begrip  der  Wijsbegeerte  voor,  welke  hij  de  kennis 
der  ligchamelijke  en  onligchamelijke  dingen  noemt. 
In  hetzelve  merkt  hij  onder  anderen  aan,  dat  fom» 
migen  di&xi  loop  der  Planeten  afleidden  van  de  aan- 
trekkende   kracht    der   zon ;   welke   dus    misfchien 

voor» 

(*)  MetaJos»  L.  III.  C.  10. 


96  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 


V  voorloopers  waren  van  de  leere  van  newton,  aan» 
BORK  gaande  de  aantrekkingskracht;  bovendien  erkent  hij 
Hoofdft.  uitdrukkelijk  Antipoden  of  Tegenvoeters.  Dus  heeft 
na  C.  G.  hij  meer  merkwaardigheden;  maar  een  ijverig  regt- 
£0^1^17*  '^"^'^'S^  yiow^  in  zijne  fchriften  aanftootelijke  plaat- 
■I I  fen,   welke    hij   aan    den   Heiligen  bernhard   aan- 

wees, hetwelk  fpoedig  ten    gevolge   had,   dat  wil- 
LEM    deze   hem    tegenge worpene  dwaHngen    in    een 
ander  gefchrift  herriep. 
HUGo  Voorzigtiger ,  doch  niet  onwaardig,  om  onder  de 

van  St.  Wiisseeren  gerekend  te  worden ,  was  een  ander  tiid- 
genoot  van  abelard,  hugo  van  st.  victor  5 
over  wiens  eigenlijk  vaderland  getwist  is,  daar  hij 
wecens  het  opfchrift  op  zijn  graf  voor  een  Sakfer 
gehouden  wordt. 

Hugo  ftib  hoc  faxo  jacet  hic  vir  origine  Saxof. 

Hoev\7el  anderen  beweerd  hebben ,  dat  hij  te  Iperen 
in  Vlaanderen  geboren  was,  maar  dat  hij  zijne  va- 
derftad  als  kind  reeds  verlaten,  en  in  Sak  fen  zijne 
vroege  jeugd  doorgebragt  hebbe.  Hij  leerde  te  Pa^ 
rys  met  grooten  toeloop,  inzonderheid  de  Godge- 
leerdheid, en  werd  de  Tweede  augustinus  ge- 
noemd. Hij  overleed  in  het  jaar  1141.  Zijne  fchri^ 
ten  zijn  grootendeels  te  Reuen  'm  het  jaar  1648  in 
IH  Deelen  in  Folio  gedrukt.  —  Ook  leefde  'er  om 
dezen  tijd  een  andere  hugo,  die  in  het  jaar  1164 
als  Aartsbisfchop  van  Rouen  gedorven  is,  en  over 
de  alomtegenwoordigheid  van  God  enz.  gefchreven 
heeft.  —  Ook  riciiard  van  St,  Victor  ^  die  in  het 
jaar    1170   een    zeer  voornaam  Mijlliek  Schrijver , 

maar 


GESCHIEDENIS.  97 

ïnaar  die  ook   wijsgeerige  verhandelingen   gefchreven       V 
heeft  over  het  beltaan   van  God,  zijne  eenheid  en     ^'^'^-'^ 
eigenfchappen    enz.   —  Nog  beflaat  robert   pul-  Hoofdfl. 
LEIN,  PULLUS,  of  PULLINUS,   ccn   Efige/sckman ,  T^^  C.  G. 
die    omtrent    het  jaar    1147   Kardinaal  en   Kanfelier  .''^"J°^^* 
der  Roomfche  Kerk  geweest  is  ,  eene  plaats   onder  — — . 
de  Scholastieke  Wijsgeeren  van  dezen  tijd. 

Maar  niemand  muntte  onder  deze  Wijsgeeren  van  alanus 
dezen  tijd  na  abelard  zoo  zeer  uit,  als  alanus  ^'^^  ^*' 
van  Rysfel ,  (  Alanus  ab  infulis , )  zoo  als  hij  naar 
zijne  vaderllad  in  Vlaanderen  genoemd  wordt.  Hij 
werd  om  het  jaar  1114  geboren,  en  werd  te  CJari' 
veaux  in  het  Klooster  van  den  Heiligen  bernhar.» 
dus  Monnik,  en  in  het  jaar  1140  eerst  Abt  van' 
La  Rivour.  Elf  jaren  daar  na  kreeg  hij  het  Bisdom 
Auxerre ',  hetwelk  hij  in  het  jaar  1167  vrijwillig  af- 
ftond ,  om  weder  als  Monnik  te  Clariveaux  te  le- 
ven. Zijn  Abt  nam  hem  mede  in  het  jaar  1180, 
op  de  Kerkvergadering  van  Lateranen,  te  Rome^ 
en  hij  overleed  eerst  in  het  jaar  1203.  Door  zijne 
tijdgenooten  bewonderd,  werd  hij  de  groot  e  en  de 
algemeene  Leeraar  genoemd.  De  meesten  van  zijne 
fchriften  zijn  door  den  Ciftercienfer  Abt  karel  de 
viscH  te  Antwerpen  'm  het  jaar  1654  in  Folio  uit- 
gegeven. Hij  was  een  vrij  goed  Latijnsch  Dichter, 
gelijk  blijkt  uit  eenige  dichtftukken:  Anti-Claudia» 
mts ',  carmïna  ex  planctu  naturce ;  Parabo/a ,  fetf 
DoctrinnJe  aJtum  ,  feu  Compilatie  proverbiorum  ; 
Rhythmi  contra  amorem  Veneris  (*),  Als  Wijs- 
geer 

(*)  In  POLYCARP.  LYSER.  H.  Toette  nad.  avi  p,  1022, 

XV.  Deel,  G 


0S 


K   E   R  K  E  L  IJ  K  E 


V  geer  heeft  al  anus  zich  inzonderheid  bekend  ge- 
BOEK  maakt,  in  een  werk:  Lihri  quinque  de  arte ^  Jive 
Hoofdfl,  -^rtkiilis  catholica  fidei  (♦),  in  hetwelk  hij  de  Ge- 
na  C.  G.  loofsleere  met  Wijsgeerige  gronden  betoogt,  en  be- 
J^^"°^^' wijzen  geeft,  dat  hij  boven  zijne  tijdgenooten  in 
■  regelmatig  denken  en  klaarheid  van   uitdrukken   uit- 

muntte. 
Tegen-         Met  reden   trouwens    klaagde  men  over  het  mis- 

IJanders     y^^^,;-^      hetwelk   de   meeste   Leeraars    en   Schrijvers 

der  SchO'  '  i      t>. 

lastieke     der  Xllde  eeuw  van  de  Dialectica  of  Redeneerkun- 

Wijsgeer-  ^g  maakten,  en  over  de  diiiftere  muggen-  en  woor- 
^j^j^Pj-ioJ  denzifierij ,  aan  welke  zij  zich  overgaven;  hoewel 
van  St.  ook  fommigen  deze  klagten  te  ver  dreven ,  en  zich  vol- 
Victor,      j^^gj.j.    jgg^j^    gijg   Wijsbegeerte    verklaarden  ,    gelijk 

GAUTIER  ,     (ook    WALTHER,    GUALTERUS , )    Pfiot 

der  Kanunniken  van  St.  Victor  te  Parys  ^  die  kort 
na  het  jaar  1174  een  Boek  tegen  de  voornaamfle 
Wijsgeerige  Schrijvers  van  dezen  tijd  in  het  licht 
gaf,  in  hetwelk  hij  voKlrekt  alle  gebruik  der  Wijs- 
begeerte in  de  Godgeleerdheid  afkeurde  (f). 
JOANNF.S  Doch  met  meer  geleerdheid,  en  zonder  het  goed 
Sarisbcri-  gebruik  der  Wijsgeerte  te  betwisten,  ontdekte  jo- 
ANNES  van  Salisbury  de  gebreken  der  Scholastieke 
Wijsbegeerte.  Hij  voerde  dezen  naam  naar  zijne  ge- 
boorteplaats in  het  Engelsch  Landfchap  Salisbury^ 
van  da;ir  in  het  Latijn   Sarisberienjis  ^  ook  wel   Se- 

ve~ 
(*)  Uitgegeven    door    fez,    een  Benedictyner  Thef, 
Anccdott.  Noviffim.  T.  I.  P.  Il,  p,  475-504. 

( t )  Uittrekfels   uit  hetzelve   heefc  du  boüLAï  ffist, 
Uniyerfit,  Paris.  T,  II.  p,  200.  enz. 


GESCHIEDENIS.  99 

vsrlamts  ^  naar  den   ouden   Rome'infchen   naam  van       V 

deze  ftad;  ook  had  hij  den  bijnaam  van  de  Kleine,     "^oek 

(^Parvus,  Petit.^    Korten   tijd   genoot  hij    de  les- j^qo^j^^ 

fen  van    abelard  ,   en   vervolgens    die   van   albe-  na  C.  G* 

RiCH  van    Rheims  en    robert    van   Melun  ,    den  F''''"^°73» 

'  :ot  15 17. 

cerflen  een  fpitsvinnig   Redeneerkundige,    (^Oplnath'  r 

fimiis  Dialecticus , )  en    een  hevig   vijand   der  Aö- 
minalisten ,  beide   groote  mannen,  zoo    zij   üever, 
dan    zich   in    hunne    eigene    haarkloverijen   te   ver- 
liezen, in  de  voctftappen  der  ouden  getreden  waren; 
behalve  dezen   hoorde  hij  nog  andere  leermeesters  , 
terwijl  hij  zelve ,  om  te  beftaan ,  aan   kinderen  van 
voorname  lieden  onderwijs  gaf.     Dus  elf  jaren  door- 
gebragt  hebbende  ,   keerde    hij    naar  Engeland ^    al- 
waar hij   onder    den   Clerus    van    Kanterbury   werd 
aangenomen,  zijnde  onder  anderen  een  lieveling  van       ' 
THOMAS  BEKET,   welkc  Aartshisfchop    op   last  van 
Koning  hendrik  II   vermoord  werd,  waar   op  jo- 
ANNES  naar  Frankryk  vertrok,  en  in  het  jaar  11 72 
Bisfchop  van  Chartres  werd  ,  in  welke   waardigheid 
hij  in  het  jaar  1182  overleed.      Hij    was   een   groot 
Voorfiiander    van    den    gemelden    Aartshisfchop  ,    en 
heeft  deszelfs  leven  befchreven ,  ook   genoot   hij   de 
gunst   der    Paufen  ,    bijzonder    van    adrianus    IV, 
Met  dit  alles  is    deze    geleerde  en   vernufrige   man 
vrijmoedig  genoeg,  om  de  i',ebreken  van  zijnen  tijd 
door  te  ftrijken    en    te   ontdekken,   inzonderheid  in 
twee  van  ziine  voornaamfte  werken,  het   eene   Poli- 
er aticus ,  ftve  de  nugis  Curialiiim,  et  vestigiis  Phi» 
lofophorum,  Libri   octo  ^   o  der   anderen    te    Leyden 
'm  de  jaren  1595  en  J679  in  8vo  gedrukt,  hetwelk 
G  2  eene 


loo  KERKELIJKE 

V  eene  verzameling  is  van  velerhande  aanmerkingefï  j 
BOEK  welke  zijne  uitgeftrekte  belezenheid  hem  aanbood, 
Hoofdft.  ^^  welke  voornamelijk  de  zedeleer  en  ftaaikunde  be-» 
na  C.  G,  treffen ;  zeer  prijst  hij  de  Wijsgeerte  aan ,  die  tot 
l^^'^j^l'^*  deugd  en  betrachting  opleidt,  en  onderzoekt,  waar* 
■  om  hij  ook  de    Academici  wel   berispt,    om  hunne 

te  groote  zucht  tot  twijfelen,  maar  tevens  erkent, 
dat  'er  vele  onderwerpen  zijn,  omtrent  welke  een 
wijs  man  twijfelen  mag;  doch  weinige  Wijsgeeren 
van  zijnen  tijd,  zegt  hij,  willen  de  Academici  na- 
volgen; elk  kiest  willekeurig  gevoelens,  aan  welke 
hij  gehecht  blijfc,  het  zij  zijne  eigene,  of  die  van 
anderen ,  of  de  denkwijze  van  den  grooten  hoop. 
Evenwel  verfpillen  de  geliefdfle  Leeraren  der  Wijs- 
begeerte van  onzen  tijd  hun  leven  aan  eenige  wei- 
nige onderwerpen  en  vragen,  die  regt  voor  twisten 
en  twistredenen  voegen ;  neemt  men  hunne  woorden 
weg,  dan  zijn  zij  waarUjk  arm.  —  Het  is,  zegt  hij 
verders ,  eene  onbefchaamde  dwaling ,  dat  men  de 
Wijsbegeerte  enkel  in  woorden  (lelt,  en  dus  ook 
de  deugd  in  woorden  befluit.  Die  zoo  gezind  zijn, 
willen  flechts  wijs  fchijnen,  zwerven  langs  de  ftra- 
ten  om,  bezoeken  de  geleerden  vlijtig,  werpen  niets- 
beduidende  vragen  op,  vlechten  woorden  in  malkan- 
der ,  om  hunne  eigene  gedachten  en  die  van  ande- 
ren te  verduilleren ,  en  zijn  meer  genegen  om  te 
ftrijden,  dan  om  de  zwarigheden  te  onderzoeken  en 
te  toetfen  ;  ten  einde  hunne  onwetendheid  te  ver- 
bergen, fpreken  zij  fchielijk  over  elke  floffe;  beoor- 
deelcn  allen ;  berispen  anderen ,  en  roemen  zichzel- 
ven  als  uitvinders,  enz. 

Zyu 


GESCHIEDENIS.  loi 

Zijn  ander  voornaamfte  werk,  dat  te  gelijk  met  V 
liet  eerstgemelde  uitgegeven  is,  {3'Ietalogictts  Libri  "°^^ 
IV.  )  is  eene  verantwoording  voor  de  Redeneerkun-  Hoofdft. 
de,  Spraakkunde  ,  en  vooral  voor  de  Logica  of  i"  C.  G, 
Redekunde.  Zeker  Leeraar  in  Frankryk,  dien  hij  'ot^!?^^* 
jOANNEs  coRNiFicius  Hoemt ,  en  dien  hij  als  zeer  i  , ..  » 
befpottelijk  affchildert,  verachtte  deze  kundigheden, 
en  zijne  partij  vond  onderfteuning,  inzonderheid  bij 
Monniken,  joannes  verdedigt  ze ,  doch  erkent , 
dat  hare  tegenwoordige  Leermeesters  niet  doorzien, 
hoe  vruchtbaar  dezelve  zij  in  veel  goeds  en  nuttigs; 
zij  zelve  onderzoeken  flechts  hun  leven  lang,  enkel 
lettergrepen  en  letters  van  anderen;  zij  verzamelen 
de  nietsvvaardigfle  gevoelens ;  twijfelen  en  vragen 
over  alles;  maar  verkrijgen  nooit  eenige  wetenfchnp, 
en  blijven  enkel  zwetzers  en  praters.  Hunne  leer- 
wijze verfchaft  hun  wel  volheid  van  woorden,  buig- 
zaamheid der  tong,  en  een  veel  bevattend  geheu- 
gen; maar  naardien  zij  zich  niet  weten  te  matigen, 
heeft  die  alles  geene  nuttigheid,  en  men  moet  met 
SENEKA  zeggen ,  dat  niets  hatelijker  is ,  dan  woor- 
denzifterij,  als  zij  niets  meer  is  dan  woordenziftcrlj. 
Ook  CICERO  en  aristoteles  zelve  berispen  het, 
wanneer  men  eene  onbezonnene  praatzucht  voor 
eene  oefening  der  Dialectica  houdt.  Gelijk  de  wel- 
fprekcndheid  zonder  wijsheid  nutteloos  is,  zoo  baat 
ook  de  Dialectica  elk  flechts  naar  mate  van  zijne 
wetenfchap ,  en  hem  het  minde ,  die  weinig  weet. 
Op  zijn  meest,  dient  zij  daar  toe,  om  over  alles  te 
redetwisten;  hoewel  dit  zeker  niets  groots  is,  zich 
fleeds  in  zichzelven  rond  te  draaijen,  en  zijne  ge- 
G  3  hei- 


I02  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       heimen   door  te  fnufFclen ;    enkel  aan  zulke  dingen 

BOEK     zijnen  tijd  te  veifpillen,  welke  noch    te   huis,  noch 

Hoofdft.  "^  ^^^    ki*yg>  noch  ter  plaatfe  des   j-erigts  ,   noch 

na  C.  G.  in  het  Klooster,    noch   op   het  Raadhuis,   noch   in 

jr.ario73.  ^    Kerk     ia  nergens  dan  in  het  School,  eenise  nut- 

tOC    1517,  ■ï    J  Ï3  7  JJ 

,  tigheid  hebben.     Gelijk  de  Dialectica   andere  weten- 

fchappen  voorltelt  ,  zoo  ligt  zij ,  alleen  blijvende , 
droog  en  onvruchtbaar  neder.  Weshalve  onze  Wijs- 
geer hare  wezenlijke  nuttigheid  ontvouwt,  overeen- 
komftig  zijn  hoofdoogmerk ,  om  eene  algemeen  nut- 
tige leerwijze,  de  Dialectica^  in  verband  met  de 
Spraakkunde,  en  beftendige  toepasfnig  op  de  vveten- 
fchappen  ,  aan  te  prijzen;  en  levens  ook  voor  de 
tegenovergeflelde  misbruiken  zijner  tijdgenooten  te 
waarfchuvven. 

Daar  zijn  van  dezen  man  nog  301    Brieven,   door 
jo.  3MASS0N  uitgegeven  te  gelijk  met   de  Brieven  van 
GERBERT  en    STEVEN,   Bisfchoppeu   van    Tournay ^ 
te  Parys  in  1611  in  410.     Nog  63  zijn  in   eene  an- 
dere   verzameling    geplaatst    onder    de   Brieven   van 
THOMAS  ,    Aartsbisfchop     van     Kanterbtiry ,    door 
CHRiST.    LUPUS,   Brusfel  1682  in  4:0.,  en  zeven 
derzelven    heeft  duchesne  als  echte  ftukken  voor 
de  Franfche  Gefchiedenis  geplaatst,  in  zijne  Scriptt, 
Hst,  Franc.  T.  IV.  p.  453.  fqq, 
DeWijs-       Wij  vinden  dus  in  joannes    van   Salesbury  eeneii 
geerte  van  ]-5oewel  niet  partijdigen  vereerder  van  aristoteles. 
LES  mnakt  ^^^^^    ^"    ^'^  Xllde  eeuw   werden   de   fchriften    eti 
opgnng     leerflellingen  van    dezen    Griek fchen  Wijsgeer  onder 
c'u  f       de  Scholastieken    meer    bekend   en  bemind,    hoewel 
licken.      enkel  uit  oude  Latijufche  Overzettingen.     Reeds  om- 
trent 


GESCHIEDENIS.  103 

trent  het  midden  der  Xlde  eeuw  had  in  Duitschland ,       v 
HERMANNUS  Cofttractus ^  of  de  Gebrekkelijke,  ^chn^'     "^^^ 
ten  van    denzelven  uit   het  Grieksch^   zoo   niet  uit  Hoofdft. 
y^r^Z-v/c-^^  Vertalingen ,  in  het  Latijn  overgebragt(*).  na  C.  G. 
OTTO,  Bisfchop    van  Freyjingen ^   die   in   de  eeifte  ^^^  ^^"' 

tijden  der  Xllde  eeuw  zich   te  Parys ,  onder  abe- 

LARD    en    anderen  in   de   Dialectica  «reocfend  had,  T^Y^f^® 

.  tijaflip 

kwam  van  daar,  met  deze  Wijsgeerte  zeer  ingeno- jer  Scho- 
men ,  in  zijn  vaderland  terug ,  en  leerde  de  Beyer-  lastieken. 
fchen  naar  de  leerwijze  van  aristoteles  dispute' 
ren  en  zijne  Logifche  Boeken  verftaan  (f).  Doch 
allengs  bragt  de  partij  der  Nominalisten ,  en  voor- 
namelijk de  beoefening  en  het  gebruik  der  Dialec- 
tica of  Redeneerkunde  veel  toe,  om  de  Wijsgeerte 
van  ARISTOTELES  Opgang  te  doen  krijgen ;  en  zij 
vond  nieuwe  onderfteuning  ,  toen  tegen  het  einde 
der  XlIde  eeuw  zijne  fchriften  uit  Konftantinopolen 
naar  Frankryk  overgebragt  en  in  het  Latijn  ver- 
taald werden.  Da:ir  door  werden  reeds  voor  het 
jaar  1209  te  Parys  openbare  lesfen  over  zijne  Na- 
tuur- en  Bovennatuui kundige  werken  gehouden. 
Maar  dewijl  toen  een  Leeraar  aldaar,  amalrich  of 
AMAURi  van  Benevento ,  dwalingen  voordroeg , 
welke  de  Bisfchopnen  uit  deze  Wijsbegeerte  afleid- 
den, en  men  andere  Ketterijen  wilde  voorkomen, 
welke  daar  uit  ontfpringen  m'-gten ,  beval  eene  .S";;- 
node  te  Parys  ^  in  het  jaar  1209,  dat  al  de  fchrif- 
ten van   ARISTOTELES    Verbrand   zouden  worden , 

en 

(*)  TRiTHP,Mius  (Ie  SS.  Eccles.  C.  321. 

(t}  RADEVicus  de  Gest.  F,ed.  1.  Imper,  L,  11.  C.  ii. 
G4 


104  K  E  Pv  K  E  L  IJ  K  E 

V  en  verbood ,  op  ftrafFe  van  den  ban ,  dat  niemand 
BOEK  dezelve  affchrijven  ,  lezen  of  bezitten  zou,  Ket  lijk 
Hoofdft  van  AMALRiCH,  die  ondertusfchen  overleden  was, 
m  C.  G  lieten  deze  Bisfchoppen  opgraven ,  en  wegwerpen ; 
10^1^17' ^^j  veroordeelden  tien  van  zijne  aanhangers  ten  vure, 
-  en  vier  anderen,  om    binnen  vier  muren   gemetfeld 

te  worden  (♦).  Doch  mosheim  (f)  houdt  dezen 
zoogenoemden  Ketter  en  zijne  aanhangers  enkel  voor 
Myfiieken  of  Dweepers,  misfchien  niet  ten  onregt; 
maar  vergeefs  maken  anderen  hem  tot  den  voorloo- 
per  of  Patriarch  der  Albigenzen.  Zi]ne  Wijsgeerige 
dwahngen  waren:  Alles  is  God,  en  God  is  alles; 
^  alles  zal  in  God  terugkeeren,  om  in  God  onveran- 
derlijk te  rusten,  en  met  hem  één  wezen  uit  te  ma- 
ken (§).  Zijn  voornaamfte  Leerling,  petrus  van 
Dinant ,  een  ander  Parijsch  Leeraar  ,  die  te  gelijk 
met  hem  veroordeeld  werd ,  maar  die  zich  met  de 
vlugt  redde ,  drukte  hetzelfde  met  verandering  van 
woorden  uit:  God  is  de  eerlle  ftoffe  van  alle  din- 
gen ,  naardien  deze  zich  alle  tot  drie  klasfen 
laten  brengen,  tot  eeuwige  onligcharaelijke  zelfftan- 
digheden ,  zielen  en  ligchamen  ,  elke  van  welke  hare 
eigene  ondeelbare  grondoorzaak  heeft,  namelijk  God, 

het 

(*)  RIGORD.    in    Vit.   Phil.   Jng.   et  hugo    in   Conti' 
nuat.  Chron.  Roherti  ad  a.  12 lo.  ap.   launoium  de  va- 
'   ria  Arijiot.  in  Acad.  Paris,  fortuna   Cap,  i.  Opp.  Tom. 
ÏV.  P.  I.  pag.  174. 

(f)  Kerk'Gefck.  V  Deel,  Bladz.  227.  volgg. 
(§)  llcercfis ,  pro    qiiihus  facerdotes  Parifiis  igne  cm- 
fumti  funt,  in  wartinu  The  f.  anccdott,  2\  IV.  *.    163. 


GESCHIEDENIS.  105 

het  vcrfland,  en  de  ftofie,    maar  die  wezenlijk  één       V 

zijn.  ■>-,« 

Evenwel    was  dit  verbod,  fchoon  door   grego-  Hoofdfl. 

Rius  IX  in  het  jaar   1231   bevestigd,   niet  lang  van  na  C.  G. 

kracht.      Eene  nieuwe   overzetting  van  aristote-  j^'j.  ^  jj* 

LES    uit   het   Griel' sch  en   Aralhch^    op  last    van 

Keizer  frederik  II,  bevorderde   in  Italië  de  ken- P*^  ^^^""^ 
'  ken  \'\\\. 

nis  en  opgang  van  zijne  Wijsbegeerte;  en  voorna-  ari-to- 

melijk  rees    de  achting   derzelve ,  toen   twee  groote  tri  r? 

j     -«r.rri  j     /-.  verboden 

mannen,  m  de  XlIIde  eeuw,  albert   de  Groote^ 

en  deszelfs  leerling  thomas  van  Aquino  ^  kort  na 
het  verbod  van  gregorius  IX,  Uitleggingen  over 
deze  Wijsbegeerte  fchreven.  WaarfchijnJijk  oordeel- 
den zy  hier  mede  niet  te  misdoen  tegen  het  Paufe- 
lijk  verbod,  hetwelk  eigenlijk  deze  Wijsbegeerte  zoo 
lang  verboden  had,  tot  zij  getoetst  zou  zijn,  het- 
welk nu  deze  twee  Wijsgeeren  voorgaven  te  onder- 
nemen. Ook  was  reeds  in  het  Jaar  1265  dit  verbod 
eenigzins  verzacht  ,  de  Kardinaal  simon  ,  Legaat 
van  den  Apostolifchen  Stoel  in  Frankryk,  verbood 
wel  op  nieuw  de  fchriften  van  aristoteles,  over 
de  Bovennatuurkunde  en  Natuurleer  ;  maar  veror-  • 
dende  uitdrukkelijk  ,  dat  zijne  Dialectica  te  Parys 
verklaard  zou  worden.  Hoe  het  zij,  toen  mannen 
van  naam  niet  alleen  deze  Wijsbegeerte  verklaarden , 
maar  ook  met  groote  toejuiching  in  het  binnen  (Ie 
der  Godgeleerdheid  indrongen ,  raakte  dit  verbod 
eerlang  geheel  in  vergetelheid.  Thans  werd  de 
Wijsbegeerte  geheel  Ariftotelisch  ;  en  daar  mede 
nam  het  tweede  Tijdperk  der  Scholastieke  JVijshe» 
geerte  eenen  aanvang. 

G  5  Had. 


10(5  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  Hadden  de  Scholastieke   VVijsgeeren  aristoteles 

BOEK     genoegzaam  kunnen  verdaan ,  en  zicli  met  ecne  goe- 

Hoofdft.  ^^  kennis  van  talen  en  wetenfchappen   toegerust,  zij 

na  C.  G.  zouden  hoogstwaarfchijnlijk  der  Wijsbegeerre   goede 

■J^^'^.^^^"  dienften  hebben  kunnen  bewijzen,   door   de   kennis 

tot  15 17.  J         y  , 

■.     I         welke    zij   aan  de  leerwijze   van  aristoteles   kre- 

ALEXAN-   gen^  maar  thans  waren  zij  daar  toe    te  meer   buiten 
DER  van    ^  ,        ..      .  ,  ,  , 

Halesen    "^^^  9  omdat  zij   zich  aan   eene  zucht   om   te  rede- 

wiLLEM  twisten  volkomen  overgaven,  en  van  de  leerwijze 
vani'arys.  ^^^  aristoteles  voornamelijk  gebruik  maakten , 
om  in  deze  kunst  van  redetwisten  uit  te  munten, 
waar  door  in  der  daad ,  niettegenftaande  vele  fcherp- 
zinnige  vernuften  onder  hen  gevonden  werden,  de 
Wijsgeerte  geene  vorderingen  maakte. 

ALEXANDER  van  Haks ,  een  vermaard  Engelfche 
Franciscaner,  Leeraar  der  Wijsgeerte  en  Godgeleerd- 
heid te  Parys,  die  in  het  jaar  1245  gedorven  is, 
was  de  eerfte,  die  van  de  leerwijze  van  aristote- 
les gebruik  maakte;  ook  was  willem,  Bisfchop 
van  Parys,  van  het  jaar  issB  tot  1249,  een  voor- 
naam Wijsgeerig  Schrijver  van  dezen  tijd,  wiens 
werken  te  Orleans  in  het  jaar  1674  in  twee  Folio- 
banden zijn  uitgegeven. 
ALBERTus  Maar  met  meer  regt  wordt  aan  het  hoofd  der 
MAGNus  Scholastieke  Wijsgeeren  van  dit  tweede  Tijdperk  ge- 
Groote.  ^^^^  albertus  magnus,  of  de  Groote  bijgenoemd, 
om  zijne  uitnemende  geleerdheid ,  hoewel  heuman 
gegist  heeft,  dat  de  Groot  zijn  geflachtnaam  ge- 
weest zij.  Hij  was  Provinciaal  der  Dominikaoer 
Orde  in  Duitschland ,  en  in  het  jaar  1260  Bisfchop 
van  Regensburg^    maar    deze  waardigheid  nederge- 

legd 


GESCHIEDENIS.  107 

legd  hebbende,  leefde  hij   onder  zijne   Dominikanen       v 

te  Keulen^    alwaar   hij   in   her  jaar   iioo  in  eenen     ''^^^ 

hoogen  ouderdom  van  meer  dan    80  jaren   overleden  Hoofdd. 

is.     Men   heeft    hem   aan   den  eenen   kant   ver!. even  ^a  C.  G, 

als  een  bijzonder  Godzalig  man,  van  wien  men  vtv- '''"J\°Z\' 
-'  01  f,,j  1517» 

haalt,  dat  hij   in  het   eerst   zonder   eenige   begaafd-  ■ 

heid  zijnde  voor  de  vvetenfchappcn ,  deze  begaafd- 
heid bij  uitnemendheid  ontvangen  hebbe  van  de 
Maagd  MARIA,  maar  ook  op  zijn  gebed,  alle  zijne 
wetenfcliap  vijf  jaren  voor  zijn'  dood  vergeten  heeft, 
om  toch  enkel  als  een  Christen  te  kunnen  fterven ; 
aan  den  anderen  kant  heeft  men  hem ,  uit  hoofde 
van  zijne  kennis  in  de  Natuurkunde,  voor  eenen 
Tooveraar  gehouden  ( * ) ;  terwijl  men  van  hem 
verhaalt,  dat  hij  eens  in  het  jaar  1254  op  een  gast- 
maal aan  Keizer  vvillem  te  Keulen  gegeven,  mid- 
den in  den  winter  dien  geheelen  oord  in  eenen  war- 
men zomer  veranderde,  zoodat  de  boomen  en  wijn- 
ftokken  rijpe  vruchten  hadden  ;  ook  zal  hij ,  na 
eenen  arbeid  van  dertig  jaren,  een  fprekend  hoofd 
gemaakt  hebben,  hetwelk  door  zijnen  leerling  tho- 
MAS  van  Aqiiino ,  met  eenen  ftok ,  verbrijzeld  zal 
zijn,  omdat  hij  ontflelde,  toen  hij  het  hoorde  fpre- 
ken  enz.  Zijne  Natuurkennis  namelijk,  flclde  hem 
in  ftaat,  om  onkundigen  te  verbazen,  door  natuur- 
lijke kunstbewerkingen,  welke  ligtelijk  door  de  ver- 
bazing vergroot ,  en  als  wonderen  aangezien  wer- 
den.   Hij  was  een   Veelfchrijver,  en  zijne  werken, 

te 
(*)  TRiTHEM   Chron.  Hivfaug.  T.   l.p.     592.   die  hem 
echter  tegen  deze  befchuldiging  verdedigt. 


io8  K  E   R  K  E  L  IJ  K  E 

V  te  Li  on  in  het  jaar  1051  uitgegeven,  beflaan  XXI 
BOEK  Deelen  in  Folio,  behalve  dezen  zijn  'er  nog  ge- 
Hoofdft.  Schriften  van  hem  afzonderlijk  gedrukt ,  en  andere 
na  C.  G.  h'ggen  nog  in  Handfchriften.  In  alle  deze  fchriften 
J^j'^j^J^*  heerscht  groote  belezenheid,  maar  meest  van  Kerk- 
^..  vaders ,  nieuwe  Platonistcn  ,  Rabbijnen  en  Arabiers. 

Behalve  aristoteles  ,    die  bij   hem   alles  is ,  kent 
hij   geenen    ouden   Griekfchen,    en   buiten    cicero 
geen'   ouden   Latijnfchen  Schrijver,      In  de  Godge- 
leerdheid is  hij  beneden  het  middelmatige,   maar   in 
de    Wijsgeerte    vertoont   hij    zekere   grootheid   van 
geest. 
THOMAS        Zijn  Leeraar ,  thomas  aquinas  ,  of  van  Aqiiino  , 
van  Aqui-  ^^j^  echter    reeds   voor   hem   overleden    is ,   overtrof 
Aquinas.   zijnen  meester  nog  m  geest  en  m  vermaardheid.    Uit 
een  Graaflijk  Huis  in  het  jaar  1224  geboren,  werd 
hij ,  van  zijn  vijfde  jaar  af,    naar  de   gewoonte   van 
die  tijden ,  in  het  Klooster  te  Moi:ie  Casftno  opge- 
voed ,  vervolgens  zette  hij  zijne  Letteroefeningen  te 
Napels  voort,  maar  zijne  neiging  tot  het  Monniks- 
leven  deed  hem  in  het  jaar   1243   de   Orde  der  Do- 
minikanen  aannemen;  en  nu  werd  albert  ue  Groo- 
te ziin  voornaamfle   Leermeester,      Zijne   medeleer- 
lingen noemden  hem  een'  ftommen  os,   omdat  hij, 
ingenomen  met  de  menigvuldige  kundigheden  ,  welke 
hij    hier    hoorde  ,    dezelve    ftilzwijgend    bepeinsde , 
maar   albert   zeide:    Deze   os  zal  eens  met  zijn 
gebulk    de    geheele    wereld   vervullen.      Ook   leerde 
THOMAS  te  Parys  eenigen  tijd  daar  na  met  grooten 
toeloop,  en  de  Univerfiteit  kreeg  in   het  jaar   1255 
van  den  Paus  bevel ,  hem  als  Doctor  of  Leeraar  in 

de 


GESCHIEDENIS.  icp 

de  Godgeleerdheid  aan  te  nemen,  waar  toe  zij  ech-       v 
ter  node   befloot,    omdat  zij  geene   Bedelmunniken     J^oeit 
onder  hare  gewone  Leeraren  wilde   hebben.    Eenige  f-ioofdil. 
jaren  daar  na  keerde  hij  naar  Italië  terug,   en  leerde  na  C  G» 
te  Rome,  Bologna   en   Pifa ,   ook   droeg   Paus   ur-  P^-rio73» 
BANus  IV  hem  het  opftellen  van  verfcheidene  fchrif-  , 
ten    bijzonder    tegen   de  Grieken   op,    eindelijk  be- 
kleedde hij   met  roem   het  Leeraarambt   te   Napels, 
maar  weigerde  het  Bisdom  van   die   fi:ad  aan   te  ne- 
men.    GREGORius   X   zond  hem  in  het  Jaar  1274 
Daar  de  Kerkvergadering  te  Lions,    om  aan  dezelve 
zijn  gefchrift  tegen  de   Grieken  ter  hand  te   ftellen, 
maar  hij  overleed  onder  weg,  op  de  reize  derwaarts. 
Na  zijn  dood  heeft  joannes  de  XXIIlie  hem  in  het 
jaar   1323  onder  de  Heiligen  geplaatst.      Men  gaf 
hem,  wegens  de  voortrefTelijkheid  zijner  Godgeleerde 
fchriften,  den  titel  van   Doctor  Angelicus,   (Eiigel- 
achtigen  Leeraar,)  en  Engel  der  Kerk;  Ja  .men  ge- 
loofde in  goeden  ernst,  dat  eens  een    Crucifiks  hem 
zal  toegeroepen  hebben:    „  Gij  hebt  regt  van   mij 
gefchreven  ,  thomas  ! "  (*)    Deze   thoêias   heeft 
ook,    niettegenftaande   de   kortheid   van   zijn   leven, 
veel  gefchreven.    Zijne  werken  zijn  op  kosten   van 
Paus  pius  V  in  het  Jaar  1570  en  1571   te  Rome  ge- 
drukt,  in  XVIII  Deelen    in    Folio,    en    naderhand 
door  de  Dominikanen  te   Parys ,  in   de  Jaren   1636 
tot  1641 ,  in   XXIII  zulke   Deelen ;   evenwel  wordt 
'er  over  de  echtheid   van   vele   zijner  fchriften  zelfs 

in 
(*)  Fit.  S.   Thonia  Aquinatti  in  Act.  SS.  Antvtr^, 
Ülartii  T,  I.  p,  655.  etc» 


IIO 


KERKELIJKE 


V 

BOEK 
II 

Hoofd  il. 
na  C.  G 
Jnar'073. 
tot  15 17. 


JOANNES 

DUNS 
SCOTUS. 


in  de  Roomfche  Kerk  hevig  geftreden.  Nog  zijn 
'er  verfcheidene  van  zijne  kleinere  opflellen  afzon- 
derlijk uitgegeven ,  en  onder  dezen  velen  van  wijs- 
geerigen  inhoud :  de  unit  at  e  int  dieet  us  contra  Aver- 
roistas ;  de  aternitate  mundi ;  de  fato ;  de  principio 
individuationis ;  de  ente  et  csfentia;  de  principiis 
natura ;  de  natura  materia  ,  et  dimenfionihus  intevm 
minatis ;  de  occult  is  operibus  naturce ;  de  demonfira^ 
tione;  de  fallaciis ;  de  propofitionibus  modalibusi  de 
natura  accidentis ;  de  natura  generis ;  de  potentiis 
animce ;  de  natura  fijllogismorum ;  de  intellectu  et 
intelligibili y  de  quo  est ^  et  quod  est;  de  univerfa» 
ïihus  etc.  Schoon  zijn  ftijl  zuiverder  en  gemakke- 
lijk is,  dan  gewoonlijk  die  der  Scholastieken,  heeft 
hij  echter  door  al  te  groote  fpitsvinnigheid  veel  dui- 
fters ,  de  woorden  Entitas  en  Quidditas  komen  ook 
het  eerst  in  zijne  fchriften  voor.  Aan  aristote- 
LES  verflaafd,  wil  hij  de  eeuwigheid  der  wereld 
niet  volllrekt  ontkennen,  maar  beweert,  dat  de  be- 
wijzen uit  de  Wijsbegeerte  voor  noch  tegen  dezelve 
befiisfend  zijn ;  met  een  woord ,  men  kan  hem  den 
roem  niet  weigeren ,  van  eenen  naarfporenden  Wijs- 
geerigen  geest ,  maar  dezen  had  hij  te  veel  gek'ui- 
fterd  door  zijne  verkleefdheid  aan  het  gezag  van 
ARISTOTELES  en  aan  de  uitfpraken  der  Kerkvade- 
ren, waar  door  hij  die  dienden  niet  aan  de  Wijs- 
begeerte heeft  bewezen  ,  welke  men  anders  van  hem 
had  mogen  verwachten. 

THOMAS  kreeg  eenen  vermaarden  Tegenfchrijver 
in  joANNES  DUNS  SCOTUS,  die  aan  zijnen  diiifleren 
ilijl  en  leerwijze  te  danken    heeft,  dat  de   nakome- 


GESCHIEDENIS.  iii 

lingfchap  verachtelijker  van    hem  ,  gelijk  doorgaans       V 
van    de    Scholastieken ,   geoordeeld    heeft ,   dan    hij     ^^^-y- 
misfchien  verdiende,     VVaarfchijnlijk  is   hij  te   Dun-  Hoofdft, 
fton  'm  Northumherland   geboren ,    en  heeft   te  Ox-  na  C.  G. 
ford  gedudeerd ,  zijnde  een  Franciscaner  Monnik  5  |^'^^j°^^* 
omtrent  het  jaar  1301  werd   hij   te   Oxford  Leeraar  ■ 

in  de  Wijsbegeerte;  in  het  jaar  1304  verkreeg  hij  te 
Par'^s  de  waardigheid  van  Doctor  in  de  Godgeleerd- 
heid,  en  leerde  daar  tot  het  jaar  1308,  hier  leide 
hij  den  grond  tot  de  naderhand  zoo  vermaarde  par- 
tijen der  Thomisten  en  Scotisten  ^  welke  door  den 
naarijver  der  Dominicanen  en  Franciscanen  tot  in 
de  latere  eeuwen  is  voortgeplant.  Eindelijk  op  be- 
vel van  den  Generaal  der  Franciscanen  naar  Keulen 
gekomen ,  om  daar  onderwijs  te  geven ,  overleed  hij 
in  die  ftad,  kort  na  zijne  aankomst.  Hij  heeft  even 
als  ALBERTus  cn  THOMAS,  uitleggingen  gefchreven 
over  de  Natuur  -  en  Bovennatuurkundige  werken 
van  ARiSTOTELES,  CH  eenige  Wijsgeerige  fchriften, 
bij  voorbeeld :  Grammatica  fpeculativa ,  ftve  Trac- 
latus  de  modo  Jignificandi ;  Tractatus  de  rerum 
principio  ;  de  primo  principio  ,  et  Tractatus  tkeore- 
tnatum  XIIi.  Q^icestiones  miscellanea  de  formalitati- 
hus  etc.  Zijne  werken  zijn  te  Lions  in  1639  in  XII 
Deelen  in  Folio  uitgegeven.  Hij  munt  boven  al  de 
Scholastieken  uit,  in  duifterheid  en  eenen  flechten 
flijl  ,  die  de  icherpzinnigfte  lezers  zijner  fchriften 
meestal  te  leur  ftelt.  Nergens  vindt  men  zoo  vele 
barbaarfche,  gedeeltelijk  nieuw  uitgevonden,  kunst- 
woorden  ,  als  bij  hem.  De  volgende  mogen  tot 
eene  proeve  dienen :    Hascceitas ,  fuppojitalitas ,  Po- 

ten- 


112  K  £  R  K  E  L  rj  K  E 

Y       tent  ia  aciiiabi/is ,  est  de  ratione  Equinitatis  ^  Recti^ 

BOER     ficativa  potentie  prapticantis  aliimde ,  quam  a  fe  rec- 

u     r-a    tificabilis  ^  Refpectus  aplitudinalh  ad  praxin  ^  fi  ra- 

jia  C.  G.  titiido  entis  fundatur  in  aliquitate   eet»     Men    heeft 

Jaar 1 973 ^£g  jg  j-gg^  geoordeeld,  dat  de  Griek fche   beteekenis 

tot  151 7.  o    o  '  J 

,  van   zijnen   naam    Scotns ,  dui/Iernis  ^   of  o-kcthvos^ 

de  duiflere ^  volmaakt  op  hem  past;  ondertuslchen 
heeft  men  hem  in  zijnen  tijd ,  uit  verwondering  ovec 
z^ne  fpitsvinnigheid ,  den  titel  van  Doctor  fubtilis 
gegeven. 
BONAVF.N-  Naast  deze  Helden  onder  de  Wijsgeeren  van  de- 
TüRA.  2en  tijd  verdient  geplaatst  te  worden  bonaventu- 
RA,  die  onder  den  naam  van  Serafynfcken  Leeraar  ^ 
(^Doctor  Seraphicus  ^')  vereerd,  dopr  sixtus  iV  ia 
het  jaar  1482  voor  Heilig  verklaard ,  en  van  sixtus 
V  de  zesde  plaats  onder  de  grootfte  Leeraren  der 
Kerk  bekomen  heeft,  naast  ambrosius,  augusti- 
Nus ,  HIERONYMUS ,  GREGORius  den  Grooten  ^  en 
THOMAS  van  Aquino.  bonaventura  kwam  in 
het  jaar  isai  te  Bagnarea  in  het  Florentynfche  ter 
wereld.  In  het  jaar  1243  ^^ad  hij  in  de  Orde  der 
Franciskanen  ,  aan  welke  zijne  moeder  hem ,  toen 
hij  ziek  was,  met  eene  gelofte  gewijd  had,  wan- 
neer hij  den  naam  bonaventura  aannam ,  in  plaats 
van  zijn  geflachtnaam  joannes  van  fidanza.  Hij 
werd  te  gelijk  met  thomas  van  Aquino  in  het  jaau 
1257  te  Parys  Doctor  en  Profesfor  in  de  Godge- 
leerdheid ,  nadat  hij  reeds  in  den  ouderdom  van 
naauvvelijks  34  jaren  de  waardigheid  van  Generaal 
zijner  Orde  bekomen  had.  gregorius  X  benoemde 
hem  tot  Kardinaal ,  en  vaardigde  hem  af  tot  de  aU 

ge* 


GESCHIEDENIS.  113 

gemeene  Kerkvergadering  te  Lyons^  in  het  jaar  1274,       v 
alwaar  bonaventura    in   datzelfde  jaar    overleed ;     2°^^ 
de  Paus ,  de  Koning  van   Arragon ,   Patriarchen   en  Hoofdlt. 
Kardinalen ,  meer  dan  400  Aarts bisfc hoppen  en  Bis-  na  C.  G. 
fchoppen,  60  Abten,  en  meer    dan   1000  Geestelij. '^".'°73' 
ken ,  behalve  eene  menigte  Heeren    van    wereldlijken  -^_— 
ftand,  geleidden  zijn  ligchaam  ten  grave.     bonaven- 
tura   ondernam   eene   moeijelijke   taak,  te   weten, 
de    Mijflikerij    en   Ariftotelisch  -  Scholastieke  WijS' 
geerte  met  malkander   te   vereenigen.       Hoe    weinig 
Mijfiikerij  met  Wijsgeerte  fchijnt  te  flrooken,    had 
BONAVENTURA  cchtcr  reeds  zijne  voorioopers,   niet 
alleen  in  richard    van   St.    Fictor ^   maar   ook   al 
onder  JOAN  scot  of  scotus,    die  de  Alexandrijn» 
fche  Wijsbegeerte  met  het  Mijfiieke  van  den  Areo^ 
pagiet  DiONYSius,  had  zoeken  te  rijmen;  ook  heeft 
BONAVENTURA,  wiens  werken  te  Rome  in   1588  en 
1596  in  VIII  Deelen  in  Folio  gedrukt  zijn ,  vele  goede 
Wijsgeerige  ophelderingen;  hij   beflrijdt    de    eeuwig- 
heid der  wereld,  met  vrij  goede  gronden,  maar  er- 
kent te  gelijk,   dat   men   ze   kan  verdedigen,   wan- 
neer men  de  eeuwigheid  der    ftofFe    onderftelt.     Hij 
bewijst ,   dat   de  zielen    niet   uit   de  zelfftandigheid 
van  God    beflaan;   en  voor   de    onfterfelijkheid   der 
zielen  gebruikt  hij  de  volgende   bewijzen:  hier  blijft 
veel  goeds   onbeloond,   veel   kwaad   ongeftraft,   ge- 
volgelijk  moet  een   ander  leven    deze   wanorde   ver- 
beteren  —  geene    natuuriijke  begeerte   blijft   onvol- 
daan; dus  ook  niet    de  begeerte   naar  eene    volko- 
mene gelukzaligheid ,  welke  evenwel  in    deze  te;^en- 
woordige  wereld   niet  voldaan   wordt  —  eindelijk, 
XV.  Deel.  H  de- 


ÏI4  KERKELIJKE 

V    -'  dewijl    het    vermogen    der  ziel  met  den    ouderdom 
BOEK     fterker  wordt,  zoo  moet  de  ziel  onvergankelijk  zijn 
Hoofdft.  enz. 

na  C.  G.      Nog  is  'er  een  en  ander   Wijsgeer,  in  de  latere 
toriT^  jaren  der  Xlllde  eeuw,  die  van  den  grooten  hoop  der 

Scholastieken  verdient  onderfciieiden  te  worden.     De 

HENDRIK  eerlle  onder  dezen  is  hendrik  van  Gend,  (^deGan- 
'  davo  J  in  de  nabuurfciiap  dier  ftad ,  in  de  Neder» 
lavden  geboren.  Hij  leerde  de  Godgeleerdheid  en 
Wijsbegeerte  in  de  Sorhonne  te  Par-^s  met  zoo  veel 
roem,  dat  men  hem  den  tiitel  gaf  van  Doctor  So- 
lennis^  en  is  te  Toitrnay  als  Aartsdiaken  in  het  jaar 
1293  overleden. 
RicHARD       Een  Engelfche  Franciscaner^  richard  van  3fid- 

van  Mid-  j/^/o;/     ook  de  Mediavilla   genoemd  ,    verkreeg   ins- 
leten. ,...  ,        .  ,  7^  ^ ,, 
gelijks  geen   geringen  naam,   en  heette  Doctor  foUm 

dus ,   copiofus  ,  fmulatisfimus ,    autoratus.     Te   Ox- 
ford  had    hij  zijne   vvetenfchap    verkregen  ,    die    hij 
eerst  te  Parys ,  en  naderhand  te  Oxford  onderwees , 
alwaar  hij  in  het  jaar  1300  overleden  is. 
«GiDïus        Nog  beroemder   was   ^egidius,   uit   het  aanzien- 

deColiim-  j-j^  Romeinsch  ^eflacht  der  Colonnd's  ^  C-^gidius  de 
na,  '' 

Columna,  vel  Romanus  ^^  een  Augustyner  Monnik. 

Hij  onderwees  te  Rome  ^  met  den  eernaam  van  den 
gegrondften  Leeraar  ,  (  Doctor  fundatisfimus , )  en 
overleed  aldaar  in  het  jaar  1316.  Hii  poogde  te  be- 
wijzen ,  dat  de  dwaling  in  het  verftand  niet  altijd 
de  boo.^beid  in  den  wil  voorgaan ,  of  die  veroorza- 
ken moet.  Ook  wüst  hij  aan,  in  hoe  verre  God 
betere  dingen  had  kunnen  voortbrengen;  God  kon, 
intenfive^  de  wereld  volkomener  maken;   deels  door 

de 


GESCHIEDENIS.  tt$ 

èe    vermeerdering    der    toevallige    volkomenheden ;       V 
deels  ook  daar  door,   als  hij,  in   plaats  der  tegen-     °^^* 
woordige   deelen ,  wezenlijk  volkomener   daarflelde ;  Hoofdft. 
maar  ten  aanzien    van   het  oogmerk   kon   de   wereld  na  C.  G^ 
en  derzelver  orde  niet   beter  zijn ,   dewijl  zij   geen  ^^^  ^  .^A,' 
beter  oogmerk  kan  hebben  dan  God  zelven,  en  niet  ■ 

beter  tot  dit  oogmerk  geordend  kan  zijn, 
In  zeker  opzigt  mag  ook  vincent  van  Beauvais,  vjncênt 

Vin  II  Pull* 

(  Bellovacenjts ,  )  Onderprioor  in  het  Dominikaner  ' . 
Klooster  dier  (lad,  hier  ook  gemeld  worden.  De 
Heilige  lodewyk  ,  of  lodewyk  IX,  Koning  van 
Frankryk^  gebruikte  hem  als  zijnen  Voorlezer^  en 
liet  ook  zijne  Zonen  door  hem  onderwijzen,  vin- 
cent ftierf  waarfchijnlljk  in  het  jaar  1264.  Hij 
fchreef,  op  kosten  van  dezen  Koning,  het  eerst 
eene  foort  van  Encyclopedie  ^  in  een  wijdloopig  werk 
van  drie  Deelen:  fpecuium  naturale,  doctrinale  et 
hifloriale ,  in  het  eerfte  Deel  behandelt  hij  de  Na» 
tuurlijke  Gefchiedenis  ,  Aardrijksbefchrijving  en  Tijd- 
rekening; in  het  tweede:  de  Godgeleerdheid,  Wijs- 
begeerte, en  alle  overige  Wetenfchnppen ;  het  derde 
Deel  behelst  de  Wereldlijke  Gefchiedenis.  Nader- 
hand is  hier  nog  een  Deel  bijgekomen:  fpecuium 
morale^  bevattende  de  Zedeleer.  Deze  vier  Deelen 
zijn  te  Douny  in  1624  in  Folio  gedrukt. 

Men  is  het ,  federt  de  herftelling  der  Geleerdheid  Beoorde-, 
en   de  Hervorming   der  Kerk,    onder  de  Geleerden  l'"gder 
genoegzaam  ééns  geweest ,  om  de  Scholastieke  Wijs-  ^\^^q  *** 
begeerte  ,   en    derzelver  leerwijze  ,    te  befchouwen  ,  Wijsbe* 
als  eene  bron  van   verderf  voor  alle  Geleerdheid   en  ^eerte^ 
nuttige  Wetenfchappen ;   en  de  Hervormers  befchul- 
H  a  djg. 


J 


li6  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       digden   deze  Wijsbegeerte ,  als  hebbende  de  kere  vaff 

^'^^l'      den  Ga Jsdienst  geheel  verminkt,   en  de  verbetering 

Hoofdft.   derzdve  verhinderende  en  belettende.    Evenwel  heeft 

na  C.  G  LEiBNiTZ,  de  vermaarde  Wijsgeer  der  vorige  eeuw, 

tot  1517.  I^ew^^rd,  dat    'er   in   den   modder   der   Sholastieken 

m nog  goud  verborgen  is,   en  aangemerkt,   dat   gro- 

Tius  dit  wel  geweten  hebbe  C*)»  c"  ^^^^^  h^dt 
TiEDEMANN  lu  zlju  werk  :  Geest  der  fpeculative 
Pnilofophie  ,  gunftig  over  de  Scholastieke  Wijsbe- 
geerte geoordeeld,  maar  hoe  het  zij,  dit  is  onloo- 
chenbaar zeker ,  dat  deze  Wijsgeeren  wezenlijke 
Wetenfchappen ,  Wiskunde,  Gefchiedkunde  ,  beoe- 
fening der  Ouden,  verachtende,  en  zich  geheel  over- 
gevende aan  befpiegelingen  en  bovennatuurkundige 
fcherpzinnigheden ,  in  eene  drooge  leerwijze ,  alles 
in  den  vorm  van  fluitredenen  ,  misfchien  wel  op 
deze  of  gene  waarheid  konden  komen,  nooit  echter 
ware  geleerdheid  hebben  kunnen  bevorderen,  maar 
die  veeleer  geheel  met  hunne  haarklooverijen  ver- 
donkeren  moesten. 

Trouwens ,  volgens  een  getuigenis  van  biat- 
THEUS  van  Parys,  een'  Engelfchen  JMonnik  uit  het 
midden  der  XlUde  eeuw,  een  Schrijver,  die  veel 
gezond  verftand  in  zijne  fchriften  betoont,  had  'er 
een  geheel  verval  der  wetenfchappen  plaats  (f)  , 
mettcgenftaande  den  ijver  en  pogingen  van  zoo 
vele  voorname  mannen,  als  wij  tot  hier  toe  uit 
dit   Tijdperk   genoemd   hebben  :    Daar ,    zegt  hij , 

de 
(*)  Epistt.  Vol.  iV.  Ep.  r.  pag.  8. 
(t)  Uist,  Major  ad  a  12$^.  p,  S82' 


GESCHIEDENIS.  117 

de  vrije  kunfien  genoegzaam  in  kostwinningen ,  om       V 

winst  en  een  beftaan  te  hebben ,  veranderd  waren ,  en     ^^^^ 

men    van  de  Wijsbegeerte  ,   als  van   eene   openbare  Hoofdff. 

hoer,  de  plaats  van  den  Dicnter   kon  gebruiken  :      nn  C.  G. 

Ja:irio73. 
Proftat,  et  in  pretio  pro  nieretrice  fedeU  tot  1517. 

Bijtia  alle ,   die   ftuderen ,    vervolgt    hij ,   laten   de 
eerfte  beginfelen  der  Spraakkunde   onaangeroerd ,  als 
ook  de  oude  Schrijvers  en  Wijsgeeren ;   zij   haasten 
zich  veelmeer,  om  de  wetten  te   hooren ,  die  toch 
niet  behooren  tot  de  vrije  kunden ,  alzuo  men  deze 
om  hare  eigene  waarde   beoefent,  maar  de  wetten, 
om  'er  bezoldingen   door   te   bekomen.     Ja,  gelijk 
bekend  is ,  jongelingen ,  die   in   ouderdom   en   we- 
tenfchap    vrij  eenvoudig   zijn  ,   beklimmen  ,  zoodra 
zij  eenige  weinige  Sofisterijen  met  veel  gedruis  heb- 
ben leeren  babbelen,  de  leerftoelen,    (^cathedr(e  ma- 
gistrales , )   om  onder  den  aangematigden  naam  van 
Leeraar ,    zich  trots   te   kunnen   verhelfen ,  en ,   als 
zij  daar  door  eerwaardiger   zijn  geworden,   tot  ver- 
hevener posten  op  te  klimmen ,  en  na  het  bezoeken 
van    deze    of   gene    School    van    het   Burgerlijk    of 
Geestelijk  regt,  Bisfehoppelijke  ambten  tot  zich  te 
fleepen;  fchoon  het  toch  beter  en  nuttiger  zou  zijn, 
om  zich  eerst  de  oefening   van    andere   Scholen    te 
bezorgen  ,  en    dus    naar  het   oordeel   van    anderen 
waardig  ,    eerst    tot   hooger    posten    over  te   gaan. 
Hij  meldt  voorts,  dat  Paus  innocentius    IV,  ten 
einde  dit  misbruik  tegen  te  gaan,  eenen   Brief  heeft 
afgezonden  aan    alle    Prelaten    in  Frankryk^   Enge- 
land,   Schotland^   Wall  e:  ^   Spanje,  en  Hongaryen^ 
H  3  wel« 


ii8  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       welke  Brief  ook  in  de  Bijvoegfelen  van  's  mans  Ge- 
DOER     fchiedenis  geplaatst  is  (*).     De  Paus   beklaagt  zich 
Hoofdft.  ^"  denzelven ,  dat  de  Geestelijkheid  van   hare   heilige 
ra  C.  G,  hoogte   in   de    dieplte    buiteufporigheden  verzonken 
tot  i<;i7  ^^'  "^"^^"^^^1  hij  meermalen  het  berigt  gehoord  heeft, 
^-  ..  n, .    dat  die   (tand  ,  om   niet   van  de   Godgeleerdheid   te 
fpreken,  de  Wijsbegeerte  en  de  VVetenfchappen  daar 
toe  betrekkelijk,  verre  van    zich   verw^erpt;   en  het- 
welk nog  fl;rafwaardiger  voor   Gods  gerigte  is,    in 
de  meeste  landen  worden  tot   Kerkelijke   Ambten  en 
Prebenden  van   de  Prelaten   geene  anderen  aangeno- 
men,   dan   die  openlijke  Leeraars  eener  wereldlijke 
wetenfciiap  of  advokaten   zijn.    Evenwel  behoorden 
de  zoodanigen  van  hen  veel  meer  afgewezen  te  wor- 
den; inzonderheid,  dewijl  de   leerlingen   der  Wijsbe- 
geerte, die   in   haren  fchoot  zoo  teeder  opgevoed, 
zoo  vlijtig  onderwezen,   en   zoo   uitnemend  vaardig 
en   geleerd   geworden  zijn  ,   van  gebrek   aan  onder- 
houd   en  kleeding   zich  voor  de  menlchen  verber- 
gen ,  en  als  de   nachtuilen ,  zich   hier  en   daar  ver- 
fteken    moeten ;   terwijl  integendeel   onze ,   of  liever 
des  Duivels  advokaten ,  in    den  prachtigfien   opfchik 
omwandelen;  zich  niet  als  plaatsbekleeders  van   den 
gekrüifi-^den,  maar  als  erfgenamen  van  Lucifer^  ver- 
toonen;  zich  overal  ten  fchouwfpel   maken,   en  het 
ongenoegen  en  den  haat  der  Leeken   tegen    zich,   ja 
Ijl  zelfs  tegen  de  geheele   Kerk   van  God,   verwekken. 

De  Paus  beveelt  daarom ,  opdat  de  Godgeleerdheid , 
I  welke  den  regten  v^^g  ter  zaligheid   aanwijst,  volle- 

f!  di- 

i^')  Additamenta  pag.  i^o. 


GESCHIEDENIS.  119 

diger  geleerd,  of  ten  ininftcn  de    Wijsbegeerte  beflu-       V 
deerd    worde,   welke    wel  zonder  Godzaiigheid  is,     ^^^^ 
maar   toch   tot  kennis  leidt ,  en   van   hebzucht  be-  Hoofdft. 
vrijdt ,  dat  geene  zoodanige  Regtsgeleerden  tot  Gees-  na  C.  G, 
telijke  ambten  bevorderd   zullen    worden,   indien   zij  '  ,  ^''^' 
niet  ook  in  de  vrije   kunrten    ervaren ,   en   in   zeden  ■ 

aanprijzens waardig  zijn.  —  Te  weten,  de  Bisfcnop- 
pen  fchonken  aan  de  genen,  die  wel  in  de  Wüsbe- 
geerte,  maar  niet  in  de  Regten  geftudeerd  hadden, 
geene  aanzienelijke  Geestelijke,  ambten  en  Kanunniks- 
plaatfen,  omdat  zij  hunne  enkel  befpiegelende  School- 
wijsheid  en  Dispiiteerkunst  in  Kerkelijke  belangen 
en  twisten  over  regten  en  goederen  der  Geestelijk- 
heid volflrekt  niet  gebruiken  konden.  Daarom  lei- 
den zij  zich  meer  op  de  Regtsgeleerdheid  ,  inzon- 
derheid op  de  Geestelijke  en  Pauleliike,  toe,  wier 
geoefende  kennis  hen  tot  de  gewigrigfle  ambten  in 
de  Kerk,  en  fomtijds  zelfs  tot  de  Paufelijke  waar- 
digheid ,  leidden. 

In    de    Oosterfche  of  Griekfche   Kerk  ,    bepaalde  Wijcbe- 
zich    de    beoefening   der   Wijsgeerte    gedurende    dit  ^'^'^""=,  bij 
Tijdperk    blootelijk   tot   de    uiikgging   der   fchr.ften  j^gu^  ' 
van  ARiSTOTELES.     Daar  door  hebben  zich  eenigen 
naam    gemaakt,     ecstratius  ,   Metropolitaan    van 
Nicea,  in  het  begin  der  Xllde  eeuw;    en  tegen   het 
einde  dier  eeuw,  de  Patriarch  van  Konftantimpokn ^ 
MiCHAEL    ANCHiALUs;    in   de  Xllide   eeuw   mco- 
LAL'S  BLEMMYDA,  eeu  Pfiester  en  Monnik   in    Grie^ 
kenland ^    die  de  Patriarchale   waardigheid,   hem   in 
het  jaar  1255  aangeboden,  weigerde  aan   te   nemen; 
GEORGiüS  PACHYWERES  ,  die  vcrfcheidene  aanziere- 
H  4  lij. 


•    I20  K  E  R  K  E  L  ÏJ  K  E 

V       lijke  ambten  aan  het  Hof  en   in   de  Kerk   te  Kon' 

HOEK     ftantinopolen  bekleed,  en   lot    na  het  jaar  1310  ge- 

ïloofdft.  ï^^f*^   heeft ;   theodorus  '  Metocheta  ,   die   na    zijn 

na  C.  G.  ambt     als   algemeen    Rekenmeester  ^    (  Logotheta^  ) 

janiio73  y^^^Qj-gj^  ^^  hebben,  als  Monnik  te  Konftantinopolen 
tot  1517.  '  ^  '■ 
■     geleefd  heeft,  tot  het  jaar  1332  enz. 

MiCHAEL       Alleen  heeft  boven  alle   Grieken    van   dit   Tijdvak 
psELLUs    jj^  Geleerdheid  en  als  Wijsgeer  uitgemunt   michael 
^  PSELLUS ,   te    onderfcheiden    van    den    ouderen    mi- 

chael PSELLUS,  in  de  IXde  eeuw  (*).  Deze  jon- 
gere MICHAEL  PSELLUS,  geboreu  kort  na  het  jaar 
1,000,  toonde  reeds  van  zijn  vijfde  jaar  af,  eene 
zucht  en  vatbaarheid  om  te  leeren,  terwijl,  gelijk 
hij  zelve  naderhand  beweerd  heeft,  joannes  chry- 
sosTOMUS ,  en  de  Maagd  maria  ,  aan  zijne  Moe- 
der in  eenen  droom  verfchenen ,  bijzonder  de  we- 
tenfchappen  bepaalden ,  welke  hij  moest  beoefenen. 
Hoe  het  zij ,  hij  maakte  zich  met  allerlei  weten 
fchappen  en  befchaafde  kunflen  bekend,  zelfs  naar 
zijne  eigene  bekentenis,  met  flechte,  ten  einde  die 
genen  te  kunnen  tegenftaan ,  die  zich  van  zooda- 
nige bedienden.  Hij  werd  fpoedig  de  voornaamfte 
Leeraar  onder  de  Grieken^  en  werd  ook  in  ftaats- 
zaken  gebruikt,  in  welke  hij  evenwel  weinig  lof 
behaald  heeft.  Hij  bekent  dus  zelve,  fchoon  niet 
tot  zijne  eer,  dat  hij  den  raad  gegeven  heeft,  onfi 
den  waardigen  maar  ongelukkigen   Keizer  rojmanus 

Dï- 

(*)  Zie  Beel  XlII.  Bladz.  49.  Vergelijk  leg  alla- 
iius  de  Pfellis  et  eorum  fcriptis  Diatriba  in  FADRia 
BibL  Gr.  Fol.  V.  pag.  165. 


GESCHIEDENIS.  loi 

■DTOGENES,  toen  hij  uit  zijn  gevangenis  bij  de  Tur-       V 

ken  terug  keerde ,  niet  te  ontvangen  of  te  erkennen ,     ^'^^^ 

maar  liever  ter  dood  te  brengen,     michael  dukas,  Hoofdft. 

die  thans  federt   het  jaar  1071  Keizer   was,  genoot  "^  C.  G, 

j  j  Taario73, 

het  onderwijs   van  psellus,   en  wordt  van  dezen  ^'^^  j^j^^ 

geroemd  als  een  geleerd  en  prijswaardig  Vorst,  hoe-  '■ 

wel  hij  bij  de  Bijzantijnfche  Schrijvers  in  een  geheel 
ander  licht  verfchijnt.  Nadat  michael  in  het  jaar 
1078  genoodzaakt  was,  den  troon  te  verlaten,  ver- 
loor ook  PSELLUS  al  zijn  aanzien  ten  Hove  ,  en  be- 
gaf zich  kort  daar  na  in  den  Monnikenftand  ;  ook 
kreeg  hij  eenen  Wijsgeer,  joannes  italus,  voor- 
heen zijn'  leerling,  tot  zijne  partij,  die  door  zijne 
vaardigheid  in  het  redetwisten  zijnen  roem  verdoof- 
de, en  nadat  psellus  de  Hoofdflad  verlaten  had, 
den  eerften  Leeraarspost  met  den  titel  van  virotlos 
Tcüv  <piAo<ro<pcüv ,  (  Opperfle  der  Wijsgeeren ,  )  ver- 
kreeg (*).  psellus  zal  nog  tot  het  jaar  1105  ge- 
leefd hebben ;  hoewel  dit  twijfelachtig  is.  Hij  heeft 
zeer  veel  gefchreven,  waar  van  veel  gedrukt  en  uit- 
gegeven is,  doch  ook  nog  veel  ongedrukt  in  Hand- 
fchriften  ligt ;  ook  twijfelt  men  over  verfcheidene 
(lukken ,  of  dezelve  niet  aan  den  ouderen  psellus 
toebehooren. 

PSELLUS  heeft  zich  als   Gefcliiedfchrijver  ook   bij  Griek- 
zijn vaderland  verdienftelijk  gemaakt;    gelijk  behalve  ^'^'^^ 9^ 

"  rdiicd- 

hem  meer  andere  Gefchiedfchrijvers  onder  de  Bijzan-  fchrijvers 

tijnfche  Schrijvers  voorkomen,  die  tot  dit  Tijdvak 
behooren,   van  welken    niceforus   bryennius  en 

des- 

(*)   ANXA  COMNEKA  Alcx.    L.  V.   p.    I44, 

H5 


IS2  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       deszelfs  Gemalin  de  Prinfes  anna    comnena   reeds 
BOEK     ^Qor  ons    genoemd   zijn.    Omtrent   dienzeifden   tijd 
Hoofdfl.  van  het  jaar  1140  tot  ii8o  fchreef  zonahas  zijne 
na  C.  G.  Jaarboeken  der  Wereldgefchiedenis.    Hij  was  bij  den 
J^J^j^[^' Keizer  alexius  comnenus,  die  in    het  jaar    1118 
«— —    ftierf,  Opperfte  over  de  Wachts,  (Mg)'*?  A^xj'^öt- 
giof  rns  /3<yA>;?,)  en  eerfte  Geheimfchrijvcr,    (vr^ca" 
TOfljiDjx^jjrir,)   maar   huisfeUjke   ongevallen    bewogen 
hem ,  ziine  ambten  te  verlaten ,   en  een    Mom  ik  te 
worden    (*).   —  joannes    cinnamus    leefde     ten 
tijde    van   manuel    comnenus,  wiens   Gefchiede- 
nis,  en  die  van  deszelfs  Vader  hij  befchreven  heeft 
van  het  jaar  11 18  tot  1176.     Hij  was  des   Keizers 
Grammaticm  ,  dat  is ,   naar    den    toenmaligen    ftijl , 
Geheimfchrijver.  —  Zijn  tijdgenoot  was  omtrent  het 
jaar  11 50  konstantinus  manasses,  Schrijver  van 
een  Uittrekfel  der   Gefchiedenis   van   het   begin   der 
Wereld,  tot  het  jaar  108 ï,   in  zoogenoemde  verfus 
politici^  een    werk    van   weinig   aanbelang,   —  Van 
meer    gewigt    is    het     Gefchiedboek    van   nicetas 
ACOMiNATES ,  Ckotjiates  bijgenoemd,  naar  zijne  ge- 
boorteflad  Chonce  in  Frygt'é,     In  zijn'   leeftijd   werd 
Konftantinopohn  in   het  jaar  1203  door  de  Franken 
veroverd.      Hij   befchreef  de   Gefchiedenis   van    het 
Griek fche    Keizerrijk    van    het   jaar    11 18   tot  om- 
trent  1205,  in   een    vi^erk    van   XXI   Boeken,    en 
wel   allerwijdloopigst   de   gebeurtenisfen  ,   welke    hij 
zelve    beleefd    heeft.      Later    Roomfche    Geleerden 

ver- 
(*)  G.  j.  voss.  de  Hiftor.  Gr,  L.  II.   C.    27.   fabric. 
Blhl.  Gr.  Vol.   X. /).   z\\,  fqq. 


GESCHIEDENIS.  123 

verwijten  hem ,  gelijk  doorgaans  aan  de   Bijzantijn-       v 

fche  Schrijvers  zijne  partijdigheid  tegen  hunne  Kerk,     ^^oek 

en  tegen  de  Latijnen   in  het  algemeen,  maar  fchoon  Hoofdft. 

men  hem  daar  van  niet  geheel  kan  vrijlpreken  ,  is  het  na  C.  G, 

aan    den    anderen   kant  niet  minder  zeker,    dat   de  J^^f'°73» 

toe  1517. 
Latijnfche  Schrijvers  hun  ten  dezen  niets  toegeven ,  , 

en  in  den  grond  tegen  de  Grieken  even  partijdig 
zijn.  —  Op  hem  volgt,  als  zijn  vervolger,  geor- 
cius  AKROPOLiTA,  in  het  Jaar  1220  te  Konftanti' 
nopolen  geboren;  in  het  jaar  1260  beleefde  hij  het 
genoegen,  dat  deze  Hoofdftad  weder  door  de  Grie- 
ken veroverd  werd ,  en  ftelde  op  hoogen  last  het 
dankgebed  op ,  hetwelk  wegens  deze  gebeurtenis 
openlijk  in  de  Kerk  werd  voorgelezen ;  hij  wordt 
voor  een'  der  geleerdfte  mannen  van  zijnen  tijd  ge- 
houden. Niemand  heeft  de  Gefchiedenis  van  het 
zoogenoemde  Latijnfche  Keizerrijk  van  Konftantino- 
polen  en  het  te  gelijk  in  y^fi'é  voortdurende  Griekfche 
Keizerrijk,  van  het  jaar  1203  tot  1261 ,  zoo  goed  be- 
fchreven ,  als  hij  in  zijne  Tijdbefchrijving ,  (  x^ohkv) 
cuy'y§x(pyi.^  Eindelijk  befluitCREGORius  pachymeres 
de  reeks  der  Bijzantijnfche  Gefchiedfchrijvers  in  dit 
Tijdvak,  Hij  leefde  tot  in  het  begin  der  XlVde  eeuw. 
Hij  verhaalt  in  dertien  Boeken  de  Griekfche  Gefchiede- 
nis van  het  jaar  1258  tot  1308,  en  dus  de  gebeur- 
tenisfen  van  zijnen  tijd. 
Bij  deze  Griekfche  Gefchiedfchrijvers    mogen   wij  Oosrer- 

twee    Oosterfche     voegen.      De     ééne    gregoriüs  1 , /9^ 

fchied- 
ABULPHARAGius  ,    eigenlijk    abulfaradsch  ,     ook  Cchrijver 

Bar  Hebraus^  (de   Zoon   van   een*   Hebreer ,^  ge.  abulfa- 

'^    %      RADSCH. 

noemd , 


124  K  E  R  K  E  L  U  K  E 

V  noemd,  omdat  zijn  Vader  een  ^oodsch  Geneesheer 
BOEK  \ii2iS,  die  zich  had  laten  doopen,  was  in  het  jaar 
Hoofdfl.  ^226  te  Melitina  in  ArmenVè  geboren.  Wegens  den 
na  C.  G,  inval  der  Mogollen  zijn  vaderland  in  het  jaar  1243 
tor^i5i7  v^'*^^^^"  hebbende ,  werd  hij  door  den  Patriarch  der 
■'>  Jakobiien ,   ignatius  ,  in   zijn   twintigfte  jaar  tot 

Bislchop  van   Guba  benoemd,  welken  post  hij  ver- 
volgens met  het  Bisdom  van  Lacahena  en  toen  van 
Aleppo  verwisfelde.    In  het  jaar  1264  werd  hij  door 
^t\\  Patriarch  ignatius  of  jozua  tot  M'ifrian   der 
Oosterfche  Gemeenten,  oï Primas  Orientis  benoemd, 
welke  waardigheid  hij   tot   zijnen    dood   toe  in    het 
Jaar  128Ö  bekleedde.     Hij  heeft   verfcheidene  fchrif- 
ten   nagelaten    (*),    en   onder  deze   eene    Syrifch& 
Chroniek  ^  het  geleerdfte  en  nuttigde   van   alle   zijne 
werken,  eene  foort  van    Wereldgefchiedenis   in   drie 
Deelen. 
GEoRGius     De  ander  dezer  Geleerden  is  georgius   elmakin 
ELMAciN.  Q^  ELMACiNUS ,  cen   Christcn  Arabier  ,   die    in    de 
eerfte  jaren  der   XlIIde   eeuw    geboren   was ,  en   bij 
Muhammedaanfche  Vorsten  als   Geheimfchrijver  ge- 
diend hecfr.     Hij  fchreef  eene  Gefchiedenis  der  Ara^ 
bieren  ,  beginnende  met  muhammed  ,  en  eindigende 
met  den  Chalif  most  ader  billah  ,  die  in  het  jaar 
1118  overleed. 
Gefchied'      In  het  Westen  ontmoeten  wij  in  dit  Tijdperk  een 
fchrijvers  aantal    Gefchiedfchrijvers ,    onder    genoegzaam   alle 

vol- 
(*)  AssEMANi    Bihliotli.    Oriënt,    Tom,   II.   Cnp,  42, 

pag,   244.  fqq. 


GESCHIEDENIS.  ns 

volken  van    Europa^    maar    hun    ontbreekt  meestal      v 

de   behoorlijke    gefchiedkundige    fchrljfftijl ,    en   een     »oeb 

vrijmoeiiglieid    om    de    gcbeurtenisfen    te  onderzoe-  Hoofdft. 

ken,  hoe  zeer  fommigen  blijken  geven,  dat  zij   daar  na  C.  G* 

toe  aanleg   hadden,    maar   door  de   omftandigheden  r^'^^°^^* 
"                                                                          tot  151 7* 
van   hunne   tijden   te   zeer    belemmerd   werden  ;    te  * 

meer,  omdat  de  meesten  Monniken  en  Geestelijken  '"  het 

Westen, 
waren.  Duicfche, 

Onder  de  Duitfchers,  hoewel  hij  niet  gewaagd 
heeft  in  het  Duitsch  te  fchrijven,  maar  in  bet  La- 
tijn ,  munt  in  de  Xlde  eeuw  uit  lambert  van 
Afchafenhurg ,  (  Schnfnaburgenfis , )  naar  zijne  va- 
derftad ,  gelegen  in  het  Aartsbisdom  Mentz  aan  den 
Main ;  van  hem  hebben  wij  eene  Gefchiedenis  der 
Duitfchers,  (^de  rebus  gestis  Germanorum,^  welke 
na  eene  korte  fchets  der  merkwaardigfle  gebeurte- 
nisfen  van  de  Schepping  der  Wereld,  tot  in  het 
midden  der  Xlde  eeuw,  vervolgens  de  Kerkelijke 
en  Wereldlijke  veranderingen  in  Duitschland  tot 
het  jaar  1077  uitvoerig  vermeldt.  —  Zijn  tijdge- 
noot ADAM  van  Bremen  is  insgelijks  geen  ^verachte- 
lijk Gefchiedfchrijver;  hij  was  in  het  jaar  1067  Ka- 
nunnik te  Bremen^  alwaar  hij  ook  het  opzigt  had 
over  de  Bisfchoppeliike  School.  Hij  fchreef  eene 
Kerkelijke  Gefchiedenis  ,  (  Hiflorics  Eccleftastic(& 
Libri  14.  )  bijzonder  van  de  uitbreiding  van  het 
Christendom  in  de  Noordfche  Landen,  en  een  aan- 
hangfel  op  dezelve  over  de  Aardrijkskunde,  Gefchie- 
denis en  Zed£n  der  Noordfche  Volken,  Qde  fitu 
DanidS  y  vel  reliquarumy   qu(S  trans  Daniam  funt , 

Ti' 


r<26  KERKELIJKE 

V       regionum  natura, )  —  marianus   scotus  ,  in  het 

BOEK     jaar  1028  m Ierland  geboren,  maar  in  het  jaar  1056 

Hoofdfl.   i"   Duitschland  gekomen,    en   in  het  Jaar   1086   te 

na  C.  G.  Mentz    overleden ;    hij  was  een   Monnik ,    en  wel 

torj^f?'  ^^"'  ^^^  ^^^^  "^^^  ^^  andere  Monniken  in  zijn  Kloos- 
■  ter  gemeenfchappelijk ,   maar  in  zijne  Cel  afgezon- 

derd ,  als   een  zoogenoemde   Redufus  ,    zijne    dagen 
doorgebragt  heeft.     Hij  heeft  eene   Chroniek  nagela- 
ten   van   het   begin   der  wereld   tot  het  jaar   1083, 
Van  zijn  verhaal  aangaande  de  Paufin  joanna   heb- 
ben wij  op  zijne  plaats  gefproken.  —  Nog   een  tijd- 
genoot van   dezen  Schrijver  is  de  Monnik  bruno, 
wij  hebben  van  hem  eene  Gefchiedenis  van  den  Sak» 
fifchen    Oorlog,   van  het  jaar   1073   tot   1082,   die 
zeer  partijdig  is   tegen   Keizer  hendrik  IV,    wien 
hij  als  een  monfter  van  wellust,  valschheid  en  wreed» 
heid  befchrijft,  —  Twijfelachtiger  is   de  onpartijdig- 
heid van  siGEBERT  van  Gemhlours  ^   Monnik  in  het 
Klooster  van    Gemblours  of    Gemblacum ,    in  Bra^ 
band^  hij  had  eenige  kennis  van  het    Hebreeuwsch, 
waarom  hij  ook  bij  de  Joden  bemind  en  gezien  was. 
Ook    verftond    hij    Grieksch  ,   en   bezat   eene    voor 
zijnen  tijd  zeldzame  geleerdheid  ,  en  fchreef  met  bij- 
zondere  vrijmoedigheid   over  verfcheidene  ook   Ker- 
kelijke onderwerpen;  hij  fiierf  in   hoogen   ouderdom 
in  het  jaar  1112.     Hij  fchreef  verfcheidene  Levens- 
befchrijvingen  van  en    Lofdichten   op   Heiligen;  on- 
der anderen  ook  het  leven  van  diederik»!,  Bisfchop 
van  Mets^  die  in    het   jaar  984   overleden   is,  half 
in  Verzen,  van  welken  iedere  regel    twee  gelijklui- 
dend* 


GES  C  II  I  E  D  E  N  I  S.  127 

dende  rijmen  had,  waar  van  het  volgende  tot  eene      V 
proeve   flrekt:  "^^* 


Kijrie  Christe  ih  os,  pantokraion  archos  anarchos, 


Hoofdft. 
na  C.  G. 


tot  1517, 


Sis  mihi  principium,  diix  ,  via ,  prsfidium.  ■, 

Ur  valcam  per  Te  conchgne  fcribcre  de  Te,  j  ' 

Pendct  mens  a  Te,  quis  qiiid  eric  fine  Te? 
Vix  mutire  queo,  mutiim  prccor  os  aperito; 

Ipfe  doces  aCnam,  qus  doceat  Balaam. 


Order  alle  zijne  fchrifren  is  zijne  Chroniek  de 
voornaamfte ,  in  welke  hij  de  Chroniek  van  euse- 
Bius,  van  het  jaar  381  af,  waar  de  Overzetting  van 
HiEROiWMUs  ophoudt,  vervolgt ,  tot  het  jnar  11 11. 
Men  befchuldigt  hem  van  partijdigheid  tegen  den 
Paus  GRECoRius  VII,  waarom  ook  te  Kome  ver- 
fcheidene  plaaifen  in  zijne  ichriften  op  den  Index 
llhrorum  expiirgandorum  worden  doorgehaald.  — 
Minder  is  de  onpartijdigheid  in  twijfel  getrokken 
van  OTTO  van  Freyflngen.  Hij  was  een  Zoon  van 
LEOPOLD  den  Heiligen ,  Markgraaf  van  Oostenryk , 
en  van  agnes  ,  eene  Dochter  van  Keizer  hendrik 
IV,  en  dus  een  Stiefbroeder  van  koenraad  III, 
en  Oom  van  frederik  I.  Zijn  Vader  benoemde 
hem  tot  Proost  van  het  door  hem  in  het  jaar  11 14 
gedichte  S'.ift  van  reguliere  Koorheeren  te  Neubiirg, 
itiaar  gaf  hem  eenen  plaatsvervanger  in  dit  ambt  , 
zoo  lang  hii  zich  nog  te  Patys  in  de  Wijsbegeerte 
en  Godgeleerdheid  oefende.  Van  daar  bragt  hij  de 
liefde  voor  de  Wijsbegeerte  van  aristoteles  in 
zijn  vaderland  mede.  Ondertusfchen  trad  hij  in  het 
Franfche  Klooster  Morimont ,  in  de  Orde  der  Cifier^ 
cienfen ;  en  weinige  jaren  daar  na  verkozen  de  Mon- 


U8  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  niken  hem  tot  hunnen  Abt.  Doch ,  in  het  Jaar 
BORK  1137,  kwam  hij,  als  Bisfchop  van  Frey fingen,  in 
Hoofdft.  Beyeren  ,  na  deze  waardigheid  lang  geweigerd  te 
na  C  G.  hebben ,  weder  in  zijn  vaderland,  In  het  jaar  1 147 
Jaario73.  ^^^  otto  ,  waarfchijnlijk  ten  gevalle  van  zijnen 
it  Broeder  koenraad  III,  met  twee  andere  Beyerfche. 

Bisfchoppen ,   het   kruis  aan ,    en   verzelde   hem   op 
zijnen  ongelukki^en  kruistogt  naar  Palestina.    Toen 
de  Kruisvaarders  in  Kappadoci'è  van  de  Turken   ge- 
flagen  werden,  kon  otto  naauwelijks   langs  omwe- 
gen naar  j/eruzalem    ontkomen.     Evenwel   gewaagt 
hij  in   zijne   fchriften   van   zijne   lotgevallen    in   het 
Oosten  niet.    Eenige  jaren  na  zijne  thuiskomst  ver- 
zoende hij  den  Keizer  frederik    I  met   den  Paus 
ADRIAAN  IV.     Hij  zou  den  Vorst  in  het  jaar  1158 
op  zijnen  veldtogt  naar  Italië   verzeilen;    maar    tot 
aan  de   Alpen  gekomen  ,   verzocht   hij  verlof,   om 
terug  te  keeren ,  en  overleed  kort    daar  na    in    zijn 
Klooster  Morimont.  — Deze  otto  heeft,  behalve  eene 
Gefchiedenis  van  het  Huis  van  Oostenryk ,  twee  voorna- 
me Gefchiedkundige  wei  ken  nagelaten;  eene  Chroniek 
of  Gefchiedenis  der  Wereld,   tot  in  het  jaar  1146, 
in  acht  Boeken.    Dit  werk  zond  hij  met  eenen  Op- 
dragtbrief  aan  Keizer  frederik  I,  wien   hij   tevens 
verzocht,   dat   hij  hem   de   noodige   berigten   wilde 
toezenden ,  om  dienvolgens  zijne  Gefchiedenis  te  be- 
fchrijven.     De   Keizer  aan  dit  verzoek  voldaan  heb- 
bende, bearbeidde  otto  in   zijne   Inatfte  jaren  ook 
nog  de  gefchiedenis  van   dezen    Keizer ,  ( de  gestis 
Friderici  I.  Caf.  Aug.  Lihri  duo , )  doch  bragt  de- 
zelve niet   verder  dan  tot   het  jaar   1158.     rade- 

WICH, 


GESCHIEDENIS.  129 

WICH,  Domlieer  te    Freyftngen,   vriend   van  otto,        V 
vervolgde  dit  werk   in   twee    Boeken,   maar  flechts     ®°^* 
tot  liet  j'.iar  1160.  —  Ten  zelfden  tijde  leefde  hel-  Hoofdfl. 
ï.ioLD ,  Pfarheer  van  het  Dorp  Bofow  of  Bofau  ^  ook  "^i  C   G. 
Bufu^  in  het  Bisdom  Luhek.     Hij  verzelde  gerold,  [^^  \s\7. 
eerden    Bisfchop   van    Lubek  in   het  jaar  1155,   op  — 
zijne  reizen  onder  de  Slaven  langs  de  üostzse^  wel- 
ke  hij   meer   tot  het   Christendom   poogde   over  te 
brengen;   op    deszelfs    aanmanen   fchreef  helmold 
zijne  Chroniek  der   Slaven,  waarom  hij  de   gefchie- 
denis  begint  met  de  bekeering  der  Sakfen  door  ka- 
rel  den  Grooten ,  en  met  het  jaar  1170  befluit,  'vi 
welk  jaar  de  JVagrièrs ,  Polabers ,  Ohotriten ,  Ponv- 
merfchen   en    andere  S/aven  door  den  magtigen  Her» 
tog  van   Sakfen  en  Beyeren ,  iiendrik  den  Leeuw  ^ 
al  grootendeels ,  hoewel  ook  met   de  wapenen ,  tot 
Christenen  gemaakt  waren.     Dit  werk  is  eenigen  tijd 
daar  na  door  arnold.   Abt   van  een   Benediktijner 
Klooster  te  Liibek  in  zes  Boeken  van  het  jaar  1171 
tot   1209  achtervolgd. 

In  de  XlIIde  eeuw  verkoelde  deze  ijver  der  Duit-  Dnitfche 
fchers,  eisjenliik   der  Geesteliikheid,   om   Gefchiede- 9f'*^'"^°' 
nislen   te   fchrijven ,   ook   met.     Buiten    en    behalve  in  de 
eenige   ongenoemden,   behoort   hier  toe   koenraad  XlIIde 
van  Licht enau^  Abt   van   het  Klooster  Ursperg  of  *^^^^' 
Auer^perg   van  de   Premonflratenfer   Orde,  gelegen 
in  Zn'aben  aan  den  Mindel ,  alvvaar  hij  in  het  jaar 
1240  overleden  is,  na  in  hetzelve  eene  aanzienelijke 
Boekverzameling   aangelegd  te  hebben.     Zijne  Chro' 
niek  ^  van    den  Asfyrifchen   Koning    belüs  af,   tot 
het  jaar  1229,  beteekent  in  de  oude  gefchiedenisfen 

XV.  Deel.  I  niet 


130  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  niet  veel ,  maar  heeft  veel  bijzonders  in  de  gefchiede- 
BOEK  nis  der  Duitfche  Keizeren.  koenraad  vleijt  de  Panfen 
Hoofdft.  zoo  weinig ,  dat  men  hem  de  nadeelige  afteekeningen 
na  C.  G.  van  derzelver  karakters  verweten  heeft.  Ondertusfchen 
to'tisi7  ^^  dit  zonderling,  dat  hij  van  gebeurtenisfen ,  die 
■  I  honderd  jaren  voor  hem  gefchied  zijn,   in  de  eerfte 

perfoon ,  en  als  ooggetuige  fpreekt ,   doch  men  heeft 
in  later  tijd  ontdekt,  dat  het  eerfte  en  grootfte  deel 
van  dit  werk   de  arbeid  van  een'  ander  is,   welken 
KOENRAAD    flechts   van  het  jaar    1126   af  vervolgd 
heeft.  —  KOENRAADS  tijdgenoot,  albert  van  Stade 
mag   hier   ook    niet   vergeten  worden.     Nadat  deze 
iSedert  het  jaar  1232  Abt  van  een  Benedictijner  Kloos- 
ter in  de  gemelde  Stad  onder  het  Aartsbisdom  Bte' 
men    was ,   en  in   het  jaar    1236  bij  zijn  verblijf  te 
Rome  eene  Pausfelijke    Bulle   verkregen    had,   door 
welke  de  Cistercienfer  hervorming  in   zijn  Klooster 
aanbevolen  werd,   welker    uitvoering  hij  echter   niet 
kon  doorzetten,  trad  hij  in  het  jaar  1240  in  de  or- 
de  der  Franciskanen  ^  onder  welken  hij  ten  minden 
tot  het  jaar  1260  geleefd  heeft.    Hij  heeft  eene  Chro- 
fitek  nagelaten  van  de  Schepping  der  wereld  tot  het 
jaar  12.^6»  —  Eindelijk   kan  hier  nog  gemeld  wor- 
den alberich,   een   Monnik,  deze  heeft   insgelijks 
een  Chroniek  gefchreven   van   de    Schepping   af  tot 
het  jaar  1241. 
Italiaan-        In  Italië  deden  zich  in  de  Xllde  en  XHIde  eeuwen 
fcbe.        insgelijks  verfcheidene  Gcfchiedfchrijvers  voor.     led 
marsicanus,  naar  zijne  geboorteflad  MarJ?a,een  Be- 
nedictijner in  het  Klooster  Monte  Casftno ,  naderhand 
Bisfchop  van  Qstia  en  Kardinaal, waarom  hij  ook  leo 

van 


GESCHIEDENIS.  131 

van  Ostia  genoemd  wordt ,  leefde  ten  minfte  tot  het       V 
jaar  11 15  en  heeft  eene   Chroniek  van  dat  Klooster    ^^V^ 
gcfchreven;    het  vierde  Boek  van  deze  Chroniek  is  Hoofdi^, 
een  vervolg  van  petrus  den  Diaken,  insgelijks  een  "^  C.  G. 
tijd  lang  Monnik  te  Monte  Caifino ,  naderhand  Dia- -^^^  1-17.' 
ken,  die  hetzelve  wel  in  het  jaar  11 28  verliet,  maar  ■ 

'er  naderhand  in  terugkeerde.  Deze  prtrus  heeft, 
behalve  eenige  gefchiedanisfen  van  Heiligen  ook  nog 
een  Boek  nagelaten  van  de  .beroemde  Mannen  van 
dit  Klooster  (^de  viris  illustrihus  Caftnenfihm  Capp, 
47.)  —  GOTTFRiED  van  V'iterho  wordt  gemeenlijk 
ook  onder  de  Italiaanfche  gefchiedfchrijvers  geteld, 
omdat  hij  in  deze  fiiad  als  Priester  tot  na  het  jaar 
II 86  geleefd  heeft ;  oorfpronkelljk  echter  fchijnt  hij  een 
Duitfcher  geweest  te  zijn.  Hij  ftelde  eene  foort  van 
wereldgefchiedenis  zamen ,  onder  den  naam  van  Paw 
theon ,  omdat  hij  daarin  de  gefchiedenis  van  zoo  vele 
Vorllen  of  Goden  der  aarde  befchrijft.  In  XX  Af- 
deelingen  brengt  hij  deze  gefchiedenis  van  de  Schep- 
ping tot  het  jaar  1186  dikwijls  met  tusfchen  inge- 
vlochrene  historifche  gedichten  of  verzen,  in  welke 
de  regels  of  halve  regels  meestal  op  malkander  rij- 
men. In  zijn  werk ,  hoewel  hij  als  geestelijke  den 
Paufen  doorgaans  gunflig  is,  komt  echter  eene  en 
andere   merkwaardige  plaats  voor,  zoo  als  deze  (*) 

Tertiiis  est  Papa  Bonificius  ille  benignus , 
Qiii  petit  a  Phoca  raunus  per  fecula  dignum. 

Ut  Sedes  Petri  prima  Cc,  ille  dedit. 
PTima  prius  fucrct  Cnnft^nmopolitana ; 
Est  modo  Romana,  raeliori  dograate  clara. 


C*)  Part.  XVLpag.  289. 
I2 


Met 


i3a  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  Met  voorbijgaan    van   andere    min   merkwaardige 

^^^'^  Italiaanfche  Schrijvers,  mogen  wij  den  vermaarden 
Hoofdft.  Reisbefchrijver  marco  polo  of  marcus  paulus 
nn  C.  G  niet  verzwijgen.  Deze  Venetiaan  reisde  in  iiet  jaar 
10^15^7  '^72  met  zijn'  Vader  en  Vaders  Broeder,  die  reeds 
■  eene   negentienjarige   reize   naar  den  Chan  der  Mo- 

gollen^  KOBLAI,  gedaan  hadden,  in   den   ouderdom 
van  negentien  jaren  weder  derwaarts ,   en  kwam ,  na 
een  goed  onthaal  genoten  te  hebben ,  zeventien  jaren 
daarna  met  hen  beiden  in  het  jaar  1295  in  zijne  Va- 
derftad  terug.    Hij  heeft  de  Befchrijving  van  deze  reis 
in  het  Itallaansch  uitgegeven ,  welke   naderhand   in 
het  Latyn  een  en   andermaal  en  ook  in  het  Fortw 
geesck ,  Hoog-  en  Nederduitsch  vertaald  is  geworden. 
Franfche        Fraukryk  was  in  deze  eeuwen  nog  even  vruchtbaar 
Gefchied  in Gelchiedfchrijvers ,  maar  meestal  zeer  middelmatige, 
*  die  de  levens   van  Heiligen,   de  gefchiedenisfen  van 
Kloosters,  ook  eenige  de  Wereld gefchiedenis   en   de 
i^r^«/c/^eGefchiedcnis  befchreven  hebben.    Onder  die 
weinigen ,  die  eenige  aanmerking  verdienen ,  is  iiugo 
de  ,Sancta  Maria  ^  Monnik  te  Fleury ,  omtrent  het 
midden  der  Xllde  eeuw.  Schrijver  van  eene  Chro« 
niek,  welke  in  de  Handfchriften  zeer  ongelijk  voor- 
komt, dan  in  vier,  dan  in  zes  Boeken,   beginnende 
in  het  eene  met  ninus,   in  het  ander  veel  later;   en 
eindigende  dan  met  het  Jaar  855,  maar  in  andere 
Handfchriften  zich  uittrekkende  tot  het  jaar  1034. 
Ook  heeft  hij   nog  een  Werk  nagelaten  over  de  Ge- 
fchiedenis  der   Franfche   Koningen  van   zijnen  tijd. 
(^Liher  de  ges  f  is  Dwdernorum  Regum  Francia^.  — 
PETRUS,  met  den  bijnaam  de  Eter  (/<?  Mangeur)^ 

of 


W 


GESCHIEDENIS.  133 

of  Comeflor ,  of  Mandticator  )  was  vooral  een  geliefd       V 
Schrijver  van  dien  tijd.    trittenheim  (♦)  geeft  de     ^'^^^ 
volgende  ver  genoej^   gezochte  reden   van  dezen  bij-fjoofdd. 
naam  op :  quod  fcr'ipturarwn  auctoritates  in  ftiis  Ser-  ^^  C.  G. 
monibus  et  Opusculis   crehrius   nllegando  ^   qiiafi   ^'^  [q,.  j^-f^ 
ventr^m  tnetnoria  manducarit.     Waarfchijnlijk   was  ■ 

dezelve  in  het  Fransch  ziin  geflachtnaam.  Hij  was 
eerst  Priester  en  Deken  bij  eene  Kerk  in  zijne  Vader- 
ftad  Troyes ;  naderhand  Leeraar  der  Godgeleerdheid 
bij  de  Bisfchoppelijke  School  te  Parys^  en  Kanfelier 
der  Kerk  aldaar.  Eindelijk  verkoos  hij  de  eenzaam- 
heid van  het  Klooster  ^S"^.  Victor  ,  in  hetwelk  hij  in 
het  jaar  1178  overleed.  Hij  had  zich  zelven  een 
Grafichrift  gefchreven ,  hetwelk  men  nog  lang  op 
zijn  graf  in  gemelde  Klooster  gelezen  heeft; 

Petrus  cram,  qunm  Petra  tegit,  dictiisque  Cymester, 
Nunc  comedor:  Vivus  docui,  nee  cesfo  docere 
IMortuus,  ut  dicat,  qui  me  videt  incineratum: 
Quod  fuiniis,  ille  fuic;  erimus  quandoque,   quo.1  hic  est. 

Hij  fchreef  een  uittrekfel  der  Bijbelfche  Gefchiede- 
nis  tot  gebruik  der  Scholen ,  hetwelk  hij  daarom 
Hhtofia  Scholastica  noemde,  en  hetwelk,  fchoon 
maar  middelmatig,  evenwel  in  de  middeleeuwen 
voor  het  voortreffelijkst  in  zijne  foort  gefchat  is  ge- 
worden. 

Vermaard  is  onder  de  Franfche  Schrijvers ,  niet 
alleen  als  Schrijver,  maar  voornamelijk  als  Staats- 
man, de  Abt  suGER.  Hij  was  in  het  jaar  1081 , 
waarfchijnlijk    te   Saiiii    Omer ,    geboren ,  en   werd 

reeds 

(*)/)::  5S.  Ecelef,  c.  3P0. 


134 


KERKELIJKE 


V       reeds  in  zijn  teedere  kindsheid  aan  het  Klooster  Sf. 
BOEtt     Befjys   gewijd ;   en  daar   opgevoed  met   den  jongen 
Hoofdft.  P''ins  LODEWYK,  zoon  van  Koning  filippus  I.  het- 
na  C.  G.  vvelk  gelegenheid  tot  eene  duurzame  vriendfchap  tus- 
torisi?  ^^^^^^  ^^™  ^"  LODEWYK  gegeven  heeft ,  die  onder  den 
p.i  I         naam   van  den  Dikken  regeerde:   en  aan  wiens  Hof 
suGER  van  zijn  XXlilfte  jaar  af  geleefd  heeft.     Hij 
werd  vervolgens  tot  Abt  van  zijn  Klooster  verkozen  , 
en  werd  van   lodewyk  in   verfcheidene   fiaatszaken 
gebruikt;  na  de  dood  van  lodewyk  den  Dikken  in 
het  jaar  1137  bleef  suger  bij  des  Konings  Zoon  en 
Opvolger,  LODEWYK.  den  'Jongeren  in  hetzelfde  aan- 
zïen.  Deze  Koning  had ,  wegens  het  verwoesten  der 
Stad   Vitry  te   vuur  en   te  zwaard,   de   gelofte  van 
eene  Kruisvaart  gedaan ,  waarvan  suger  hem  te  ver- 
geefs zocht  af  te  houden,   integendeel  toen  de  Ko- 
ning in  het  jaar  1147  dadelijk   den  togt  aanvaardde, 
werd  SUGER  tot  eerften   Staatsdienaar  en  Beftuurder 
des  Rijks  aangefteld,   welken  post   hij  roemrijk  en 
gelukkig  waarnam,  terwijl   de   Koning  met  veel  ver- 
lies en  moeite  in   Syi'è  niets    uitvoerde.     Kindelijk 
kwam  de  Koning  terug,  maar  was  terftond  op  eenen 
nieuwen  togt  bedacht,   waarom  suger  befloot,  ten 
einde  den  Koning  daarvan  te  oniflaan ,  op  zijne  eigene 
kosten  zoodanigen  togt  te  doen,   maar  hij  overleed, 
gedurende  de  toerustingen  tot  denzelven  in   liet  jaar 
1151.     SUGER  verdiende  inderdaad  den  titel  van  ^- 
der   des  Vaderlands^    met   welken  de  Koning  hem 
befchonk.  —  Hij  had  onder  zijne  veelvuldige  bezig- 
heden nog  tijd   gevonden,   om    het  leven  van  lode- 
wyk den  Dikken  te  befchrijven,  ook    bcfclireef  hij 

in 


GESCHIEDENIS.  i?5 

lil  ccn  ander  Werk  zijne  eigene  verrigtingcn ,  inzon-       V 
derheid  ten  beste  van  zijn  Klooster.  ^^J:^ 

Een  ander  Franfche  Geestelijke  in  de  eerfte  tijden  Hoofdd. 
der  XUide  eeuw,  willem  brito,    ook  Armoricus ^  aa  C.  G. 
of  uit  Bretagne^  Onderwijzer  van  peter  charlot,  [01^5^7! 
onecliten  Zoon  van  filippus  augustus,   berdireef  ^n 

het  leven  van  dezen  Koning,  die  in  het  jaar  1223 
overleed,  in  twee  Werken;  het  eene  in  Proza,  het- 
welk enkel  loopt  tot  bet  jaar  1219,  het  ander  is  in 
Dichtmaat,  en  eindigt  met  den  dood  des  Konings. 
Men  prijst  de  vloeibaarheid  van  zijne  verzen ,  en  de 
getrouwheid  van  zijne  verhalen,  welke  veel  bevat- 
ten, wat  WILLEM  zelve  gezien  en  bijgewoond  had; 
doch  in  het  grootfte  gedeelte  volgt  hij  rigord  ,  een 
geboren  Goth  ^  of  uit  het  zuidelijke  van  Frankryk  y 
die  ook  eene  Gefchiedenis  gefchreven  heeft. 

OnJer  verfcheidene  Engelfche  Gefchiedfchrijvers  Engel- 
van dezen  tijd  komt  de  eerde  plaats  toe  aan  wil-  ^*-^^ 
LEM  van  Somerfst  ^  gemeenlijk  genoemd  van  MaU 
mesbury ^  Monnik,  Boekbewaarder  en  Voorzanger 
van  dit  Benediktijner  Klooster;  men  noemt  hem  met 
regt  den  Vader  der  Engelfche  Gefchiedenis;  omdat 
federt  beda  den  Eenvaardigen  de  Gefchiedkunde  in 
Engeland  genoegzaam  geheel  verwaarloosd  was.  Hij 
leefde  ten  minften  tot  het  jaar  1143.  Zijne  drie 
hoofdwerken  zijn:  de  oude  Engelfche  Gefchiedenis 
(  Regalia  jtve  de  rebus  gestïs  Regum  Anglorum  Li' 
hri  II.  ab  a.  449—1127.)  de  nieuwere  (^Historia 
novella  Libri  duo  ab  a.  11 27 — 1143.)  ^"  '^^  Ge- 
fchiedenis der  Engelfche  Bisfchoppen  (^  Libri  IV.  de 
gesii:  Pontificum  Anglorum^.  Nog  worden  onder 
I  4  de 


13Ó  K  E  R  K  E  L  JJ  K  E 

V        de  Engelfche   Schrijvers    met   min   of  meer  lof  ge- 

DOEK      noemd  odeiucus  (of  oldericus  of  odelricus) 

Hoofdft.  viTALis,  Schrijver  van  eeiie   Hiftoria   Eccleftaflica  ^ 

na  C.  G.  ook  naar  zijn  Klooster  St.  Evroul  {^monaflerium  Uti- 

l33r  1 07  5 

tot  IS  17  ^^^A)    Uticenfis   hiftoria^    welke    Gefchicdenis   met 
■  het  jaar   114a   eindigt.  —   henrik   van   hunting- 

TON,  Schrijver  eener  Engelfche  Gel'chiedenis  in  XII 
Boeken,  we'ke  eindigen  met  den  dood  van  Koning 
STEVEN  in  het  jaar  1153.  —  roger  van  hoveden 
fchreef  Jaarboeken  der  Engelfche  Gefc  hiedenis  van 
731  tot  1204.  —  GERVAS1US  van  Tilbury  (fTilhe- 
rienfis^  fchreef  voor  Keizer  otto  IV.  in  het  jaar 
12 II  een  gefchiedkundig  werk  van  gemengden  in- 
houd, hetwelk  hij  Otia  Imperialia  noemde,  omdat 
het  tot  eene  uitfpanning  voor  den  Keizer  dienen  zou. 
Het  werk  is  een  foort  van  verzameling  van  Anecdo' 
ten  of  Bijzonderheden. 
MATTHE-  Maar  alle  deze  Engelfche  Schrijvers  werden  over- 
p^  ^^!"  troffen  door  mattheus  paris  of  Pariflenfis  ^  een 
Benediktijner  Monnik  in  het  Kiooster  te  St.  Alhans , 
een'  man  van  geen  gemeene  wetenlchap  en  een'  vrij- 
iroedig  en  onpartijdig  Gefchiedlchrijver.  Hij  heeft 
twee  merkwaardige  gffchiedkundige  Werken  gefchre- 
ven :  eene  Wereldgefchiedenis  ^  welke  tot  het  jaar 
1066  loopt ;  eene  kortere  Engelfche  Gefchiedenis  van 
het  jaar  1066  tot  1250,  en  een  grooter  Werk ,  waar 
het  evengemelde  een  Uictrekfel  uit  is  (^Hifloria  ma" 
jor)  van  het  jaar  1066  tot  1259,  in  welk  jaar  hij 
overleden  is.  Onder  al  de  Gefchiedfchrijvers  der 
middeleeuwen  is  niemand  zoo  openhartig  in  het  voor- 
lieren  van  de  overheeriching  der  Paufen  over  Europa^ 

over 


GESCHIEDENIS.  137 

over  derzelver  hebzucht,  trotsheid  en  de  buitenfpo-       V 
righeden  van  hunne  Legaten ,    niet  met  fchimpen  of     ^^^^ 
fpouen ,   maar  bewezen    met  eene   menigte  daadza-  Hoofdd. 
ken  uit  de  gefchiedenis  van  zijne  tijden,    en  bijzon- if  C.  G. 
der  van  ziin  Vaderland.     Het  was   om  deze   reden;,,,  ,/,l' 
dat  BARONius,  bkllarmikus  en  andere  Voorvech-       ■'     '■ 
ters  van  het   Roomfche   Hof  gaarn  de  Protestanten , 
die  dezen  Schrijver  het  eerst  in   druk  hadden   gege- 
ven ,  hebben  willen  in  verdenking  brengen ,   dat  zij 
verfcheidene  plaatfen  verdicht  en  ingelascht  hadden  , 
welk  vermoeden  echter  volftrekt  geenen  grond  heeft. 

In  Spanje  hebben  Hechts  enkele  als  Gefchiedfchrij-  Spaan- 
vers  in  dit  Tijdperk  de  pen   gevoerd.     Onder   dezen  |5|^?  ,_  ' 
RODERICH  siMONis  of  xiMENES  ,  Aartsbisfchop  van  fchrij- 
ToJedo^   'm    het  jaar    1208,    op   wiens  raad   Koning  vers. 
AfFONsus  van  KastiU'èn  eene  Leerfchool  oprigtte  te 
Palentia  ,    tot    welke    Onderwijzers    uit    Italië    en 
Frankryk  ontboden  werden ;  en  uit  welke  in  het  jaar 
1239  de  vermar.rde  Hoogefchool  van  Salamanca  ont- 
daan is.     Zijne  Gefchiedenis   van   Spanje   in    negen 
Boeken,   welke  hi.]   ook  Hifloria    Gothica   noemde, 
gaat  tot  het  jaar  1243.     In  een  Bijvoegrei  tot  dezelve 
heeft  hij  de  Gefciiiedenis  gegeven  van  de  Ooitgothen^ 
Hunnen^  Wandalen^  Sueven ^  Arabieren  txi  Romein 
nen.  —  Ten  zelfden  tijde  fchreef  lucas  tudensis, 
Bisfchop  van  Tw^  in   GaJHcién^  eene   Chroniek  van 
de  Schepping  tot  het  jaar  1236. 

In  de  Xllde  eeuw  begon  men  in  Denemarken  voor  Deen- 
het  eerst  de   inlandfche   Gefchiedenisfen    te    bcfchrii-  ^'^^■"^' 
ven,  maar  op   het    euide   dier   eeuw  g;if  absalon,  Gmmraa- 
Aartsbisfchop  van   Lund^  last  aan   twee  van  zijne  ^icus. 

I  5  Ge- 


ISS  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       Geheimfchrijvers  sveno  aageson,  om  eene  korte, 
*°^''      en  aan  saxo  om   eene  uitvoerige  Deenfche  Gefchie- 
Hoofdd.   denis  op  te  Hellen.     De  eerfte  flelde  dan  eene  zeer 
na  C.  G.  beknopte  Gefchiedenis  op,   welke  in   het  jaar  1642 
jQj  j^j^' onder   het  opfchrift:    Suenonis    Agonis   Opuscuïa  is 
y   '■■■■  -    uitgegeven;   saxo,   die   wegens  zijnen  fierlijken  La- 
tijnfchen  flijl    den  naam    Grammaticus    heeft  gekre- 
gen, had  meer  ten  oogmerk,  om  de  eer  van  zijne 
Natie  te   verhcflen,   dan  wel   om  zijne  verhalen  op 
behoorlijk  onderzoek   te  vestigen.    Hij  leidt  daarom 
de  Deenfche  Koningen  af  van  eenen  verdichten  dan, 
en  fch rijft  in  der  daad  de  Gefchiedenis  tot  omtrent 
het  einde  der  Xlde  eeuw  enkel  als  een  Dichter,  zon- 
der Tijdrekening,   en  vol  vertellingen,  fiibelen   enz, 
maar  in  de  Gefchiedenis  van  zijne  eeuw  vergoedt  hij 
deze  gebreken  door  uitvoerige  en  met  geleerdheid  en 
oordeel  gefchrevene  berigten,    geflaafd    door    echte 
ftaatsfchriften. 
SNORRO        Zweden   en   Noorwegen    bragten   geen'  Gefchied- 
STURLE-    fchrnvers  in  dit   tijdvak  voort,  die  eenige  aanmer- 
Schrijver  king   verdienden.      Maar  des  te  meer  trekt  snorro 
der  Ys-    sturleson,  Lagman  van  Tsland ,    of  Opziener  der 
G^'f-h-^t  wetten,   de  verwonderhig    der   nakomelingfchap    tot 
denis.       zich.     Onder  de  gemelde  benaming  was  hij  Beftuur- 
der  van  dat  ten  dien  tijde  nog  vrij  en  onafhankelijk 
Eiland.     Hij  kwam  in  het  jaar  \ii6  'm  Noorwegen^ 
derwaarts  door  rijke  gefchenken  genoodigd  zijnde  van 
den  yarl  (Graaf)  hakon   en  deszelfs  echtgenoote, 
die  zijne   geleerdheid    en    dichterlijke    begaafdheden 
hoogfchatten.      Hier  befloot  hij  tot  het  fchrijven  der 
Noorweegfche  Gefchiedenis ,  hetwelk  hij  ook  volvoer- 
de 


GESCHIEDENIS.  139 

de  in  een  Werk ,  in  zijne  moedertaal  genoemd  Heims-       V 
hing/a,    dat    is,    de   aard  -  kring  ^   naar   de  eerlle     ^"^^^ 
woorden,  met  welke   het    begint;   in   dit   werk   ver- Hoofdü. 
haak    hij    de   Gebcurtenisfcn    der    Beheerfchers    van  ^^  C*  G. 
Noorwegen  zoo  geloofwaardig    en    aangenaam,  dat.^^j.j^^ 

hij  den   naam   van  eerilen  Noorweegfchen  Gefchied- 

fchrijver  verdient. 

Meer  dan   honderd  jaren  voor  dezen  merkwaardi  nestor, 
gen  Gcfchiedfchrijver ,  leefde  nestor,  ds  Vader  der  ^'"^'^^^^^^^'j^ 
Rusfifche  Gefchiedenis.     Hij  was  van  zijn  zeventien-  Geichie- 
de  jaar ,  of  federt  het  jaar  1073 ,  Monnik  in  het  groo-  tl'-""^^'* 
te  Piczerfche  of  Petsfcherfche  Klooster   te   Kiew  in 
de  Ukraine;  waar   hij   ren   minften   veertig  jaren  ge- 
leefd heeft.    In  dit   Klooster  fchreef  hij  in  den  Sla- 
vifchen  Tongval  van  zijne  Natie  eene  Chroniek ,  wel- 
ke de  achting  alzins   waardig  is ,  die  de  Rusfen  'er 
altijd  voor  gehad  hebben,     nestor  is  naderhand  een 
Heilige  van  zijne   Kerk  geworden;   en  zijn  ligchaam 
rust  nog  onvergaan  in  het  beroemde  Hol  van  Kiew. 
Zijne  Chroniek  is   van   tijd  tot   tijd  vervolgd,  zoo 
dat  de  Rusfen  een'  zoo   uitmuntenden  voorraad  van 
verzamelingen  tot  hunne  Gefchiedenisfen  hebben,  als 
eenige  andere  Natie. 

Andere  SJavifche  Natiën  konden  naauwelijks  eenen  Pcolfche 
of  anderen  Latijnfchen  Chroniekfchrijver    aanwijzen.  ^'^^''''J- 

RADLUBEK    en    BOGUPHAL,    tWeC    Poolfche  Bisfchop-   .MARTI- 

pen  der  XlIIde  eeuw,  zijn  de  eerfte  Schrijvers  van  '^'-■s  po 
die  foort  voor  de  Poolfche  Natie.  Meer  bekend  is 
MARTYN  de  Pool  (martinus  polonus  )  te  Troppati 
in  Silezië  geboren ,  omdat  Sileziè  toen  een  landfchap 
van  Pokn  was.  Hij  leefde  als  Dominicaner  Mon- 
nik" 


HO  KERKELIJKE 

V  nik  eerst  in  een  Klooster  te  Troppau;  naderhand  tot 
^^^^  het  Jaar  1277  te  Rome  als  Major  Poenitentiaritts  ^  of 
Hoofdft.  Opperopziener  dor  Boetelingen,  die  onder  de  Kerke- 
na  C.  G.  liji^'e  Boete  vervallen  waren.  PIlj  was  tot  Bisfchop 
tot  i«;i7.*  v^"  Gnefen  en  Primaat  van  Polen  bertemd  ,  toen  hij 
■  op  de  reize  derwaarts,  in  het  jaar  1278  te  Bologfia 

llicrf.     Hij    heeft   eene   Chroniek  der  Paiifen  en  der 
Roomfche   Keizers  nagelaten ,  van   de    geboorte  van 
CHRISTUS  tot  het  jaar  1277;  als  een  onderdanig  die- 
naar der  Paufen ,  fpreekt  hij  doorgaans  hoonend  van 
de  Keizers ,  die  hem  mishaagden ;   van   zijn  verhaal 
aangaande  Paufin  joanna,  hebben  wij  te  zijner  plaat- 
fe  gewaagd. 
Bvóheem-       De  Bohemers  hadden  reeds  op  het  einde  der  Xde 
fche  G-- eeuw  eenen   Gefchiedfchriiver ,  den  Monnik   chris- 
fchrijver  tiaan  of  christianus  ;  maar  deze  werd  in  de  Xlde 
cos  MAS     eeuw  ver  overtroffen  door   cosmas,   die  in  het  jaar 
Pj.j^jj„.        1045  geboren,  in  het  jaar  1099  tot  Priester  gewijd, 
en  naderhand  in  het  Domftift  v.in  St,  vitus  te  Praag 
geweest  en  daar  in  het  jaar  1125  overleden  is.    Even- 
wel is  hij  getrouwd  geweest,   en   heeft  eenen  Zoon 
gehad ,    gelijk   hij   zelve  verhaalt.     Hij  fchreef  eene 
Gefciiicdenis,  onder  den  tijtel:  Chronica  Bohemorum, 
van  dit  Volk,  beginnende  met   den   oorfprong  van 
hetzelve  en  loopende  tot  zijnen  leeftijd  toe. 

Wij  gaan  hier  voorts  de  Levensbefchrijvcrs  der 
Heiligen,  of  van  bijzondere  Keizers,  Koningen  of 
Paufen ,  der  Kruisvaarten ,  en  de  Opftellers  van  Rijm- 
chronieken  voorbij,  die  in  het  vervolg  ons  nog  bij 
gelegenheid  zullen  voorkomen. 
R.egt?ac-       Hoe  zeer  uien,  fcdert  het  Invoeren  der  Paufelijke 


GESCHIEDENIS.  ut 

hecreten^  onder  welke  zoo   veele  verdichte  waren,       V 
het     beoefenen     van    het   zoogenaamd  Kanonjk   of    ^^^' 
Kerkdijk,  maar  in   der   daad   Pamfelljk  PvCgt,   ver-  Hoofdf!. 
hief,  en  daardoor  de  oude  regtsgelcerdheid  verdruk-  "«  C.  G, 
te,  evenwel  had  het  Romeinfche  Regt  in  Italië  nog  J^j.      (^' 

fteeds  gezag  behouden,  naast  de  Frankifche  en  Lom- 

bardifche  wetten:    zoo  zegt  in  het  jaar  ïo6i  zekere '^^'■""^'°' 

-'  '  ^  /^    /.         /•         lUNERlUS. 

ALDOVRANDi  van  zich  zelven ;  giii  profesfus  [urn 
lege  vivere  Romana  ^  en  'er  waren  in  Italië  Scho- 
len, in  welke  dit  Regt  nog  aanhoudend  onderwezen 
werd;  maar  in  de  Xllde  eeuw  herleefde  de  beoefe- 
ning van  het  oude  Romeinfche  Regt  met  nieuwen 
glans.  Men  verhaalt  daaromtrent,  dat,  wanneer  de 
ftad  Amalfi  in  het  Napel fche  in  het  jaar  1137  door 
Keizer  lothartus  II  veroverd  werd ,  men  daar  een 
fchoon  en  oud  affchrift  der  Pandekten  gevonden 
hebbe,  hetwelk  door  dien  Keizer  aan  zijne  bondge- 
nooten  de  Pifaners  zal  gefchonken  zijn,  en  dat 
dit  aan  irnerius  te  Bologna  aanleiding  gegeven  heb- 
be, om  over  de  Pandekten  voorlezingen  te  houden. 
Dit  geheele  verhaal  echter  is  onzeker,  en  zelfs  on- 
waarfchijnlijk ,  zoo  veel  alleen  is  zeker,  dat  de  Flo- 
rentijnen^  bij  het  bemagtigen  van  Pi  fa,  dit  kostba- 
re Handfchrift  naar  hunne  Stad  hebben  overgebragt, 
en  dat  hetzelve  daarnaar  den  naam  draagt  van  de 
Florentijnfche  Pandekten  (  *  ). 

De  gemelde  irnerius,  uit  Bologna  oorfpronke- 
lyk,  en  geen  Duitfcher,  wiens  naam  eigenlijk  wer- 
NER  zou  geweest  zijn,   onderwees  de  Regtsgeleerd- 

heid 

(*)  BACH.  Ilist.  Jur.  Rom.  L.  IV.  C.  3.  §  6. 


142  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  heid  met  algemeene  toejuiching,  en  fchijnt  ten  min^ 
BOEK  f^ejj  {Qf  jjgf  J23J.  JJ25  geleefd  te  hebben.  Door  hem 
Hoofdft.  ^^  zijne  Opvolgers  bloeide  deze  fludie  te  Bologna  ^ 
na  C.  G.  welke  Srad  daardoor  den  naam  kreeg  van  de  Geleer- 
tot  1^17  ^^  Stad  ^  de  Moeder  der  Studiën  i  maar  alle  deze 
m  beroemde  Leeraars   werden   overtroffen    door  fran- 

ciscus  ACcuRSius,  die  in  het  jaar  1229  te  Bologna. 
overleed.  Deze  verzamelde  alle  de  glosfen  of  korte 
verklaringen  van  zijne  Voorgangers,  en  gaf  zelve 
zijne  eigene,  met  zoo  veel  juistheid  van  oordeel,  dat 
zijne  glo^fe  tot  op  de  jongst  verloopene  tiiden  haar 
gezag,  bijna  gelijk  aan  dat  der  wetten  zelve,  behou* 
den  heeft. 
Legist®  De  herlevende  oefening  der  Regtsgeleerdheid  ver- 
en Deere- J3j.£j^j(je  zich  ook  fpoedig  elders;  in  Frankryk  gaf 
reeds  omtrent  het  jaar  109Ö  placentinus,  ( mis- 
fchien  in  zijne  landstaal  plaisance)  onderwijs  in 
deze  wetenfchap  te  MontpeUier  ^  en  werd  daardoor 
de  (lichter  van  de  Hoogefchool  aldaar.  In  Engeland 
werd  het  Romeinfche  Regt ,  hetwelk  theobald  , 
Aartsbisfchop  van  Kanterbury ,  daar  gebragt  had , 
en  zelfs  de  Boeken ,  in  welke  het  bevat  was ,  om- 
trent het  midden  der  Xüde  eeuw  door  een  bevel  van 
Koning  steven  verboden;  maar  kort  daarna  fchreef 
JOAN  van  Salisbury  (*),  dat  God  gezorgd  had,  dat 
de  kracht  dezer  wetten  meer  verfterkt  was  ge- 
worden ,  hoe  meer  de  goddeloosheid  die  had  zoeken 
te  verzwakken.  —  Ondertusfchen  kon  dit  Romein" 
fche  Regt  moeijelijk  overeengebragt  worden  met  het 

Paus* 
C*)  Policrat.  L.  VIÏI.  C.  22. 


GE  S  C  Hl  E  D  E  N  I  S.  143 

Pausfelijke  of  zoogcnoemde  Kamnieke^  zoo  dat  'er       V 
twee  partijen  ontftonden  Legist<e  en  Decretist<e ;  de  eer-     ^^J:^ 
ften ,  die  het  Romein fcke  Regt  voorftonden ,  werden  Hoofdfl. 
door  de  Keizers  gehandhaafd  en  beloond ,  wier  zaak  "^  C.  G, 
zij  weder  verdedigden  tegen  de  Paufen,  voor  welken  lyi'^jff^' 

de  Decrettstcs  ijverden.    Van  hier  ook,  dat  de  Pau- 

fên  dan  eens  verboden,  de  burgerlijke  Regtsgeleerd- 
heid  te  onderwijzen;  en  dan,  dat  men  geene  Regts- 
geleerden  tot  Geestelijke  Ambten  zou  bevorderen. 

Ook  konden  de  Paufen  die  verzameling  van  Duit-  Snkfen- 
fche  Regten  kwalijk  dulden ,  welke  in  deze  eeuwen  7  ?^l  ^° 
onder  den  naam  van  den  Sakfenfpiegel  te  voorfchijn  fpiegeL 
kwam.  De  Duitfchers  hadden  tot  hier  toe  geene  vast 
befchrevene  wetten,  alleen  was  als  zoodanig  aan  te 
merken  de  Fredebrief  oï  Landivrede  ^  in  het  jaar  11 87 
door  Keizer  frederik  I  vastgefleld  (*).  Dit  was 
ook  de  reden,  waarom  de  Duitfchers  voornamelijk 
federt  de  XlIIde  eeuw  begonnen  gebruik  te  maken 
van  de  Romeinfche  en  Pausfelijke  Wetten ;  evenwel 
hadden  zij  geregtelijke  van  ouds  wel  hergebragte  ge- 
woonten en  zeden ,  van  welke  men  thans  begon  ver- 
zamelingen te  maken ,  waarfchijnlijk  ook,  ten  einde  de 
landswetten  en  zeden  niet  geheel  door  vreemde  wet- 
ten zouden  verdrongen  worden.  Zulke  verzameling 
maakte  tusfchen  de  jaren  1205  en  1230,  gelijk  men 
gemeenlijk  gelooft,  epko  of  eyke  van  repkau  of 
RsPKOvv,  dien  men  voor  een'  Sakfisch  Edelman 
houdt,  op  begeerte  van  den  Graaf  van  falken- 
STEIN  voor  de  Sakfen  en  voor  die  Landen,  welke 

,  het 

C*)  coNRAD.  Ursperg,  Chron.  ad  a.  1171  eb  11 87. 


T44  KERKELIJKE 

V  liet  Sakjïfche  Regt  gebruikten;  deze  verzameling 
loEK  £gj.gj.  jj^  jjgj.  Latijn  gefchreven ,  naderhand  door  epko 
Hoofdft.  zelven  in  het  Duitsch  of  in  den  Nederlakfifchen 
na  C.  G.  Tongval  vertaald,  heet  de  Sakfenfpiegel.  Deze  Sak- 
tot  xKV^'  f^^^-^P"^S^^  of  verzameling  van  Landsvveiten  en  reg- 
m'  terlijice  gebruiken ,  mishaagde  zoo  zeer  aan   de  Pau- 

fen,  dat  gregorius  XI ,  die  van  1370  gezeten 
heeft,  in  eene  bijzondere  BuUe  niet  alleen  veertien 
artikelen  van  denzelven,  maar  in  den  grond  te  gelijk 
de  geheele  verzameling,  welke  hij  verfoeijelijk  noem- 
de, veroordeelde.  Onder  deze  artikelen  betroffen 
fomraige  de  magt  der  Paufen  en  der  Geestelijkheid  j 
een  dezer  artikelen  moest  der  Kerk  alleronaangenaamst 
zijn,  hetwelk  verbood,  zonder  toeflemming  zijner 
erfgenamen,  en  niet  dan  voor  eene  wettige  regtbank, 
iet  van  zijn  eigendom  of  lijfeigenen  weg  te  fchen- 
ken.  —  Daartegen  veroorloven  deze  wetten ,  zich , 
bij  befchuldiging  van  dicfflal  of  moord,  door  gloei* 
jend  ijzer,  of  kokend  water,  of  tweegevecht  te  regt- 
vaardigen.  Naderhand  heeft  de  Kerkvergadering  van 
Bazel  nog  acht  andere  artikelen  van  dezen  Sakfeti" 
fpiegel  verworpen. 

Eene  andere  dergelijke  verzameling  is  de  Zwahen» 
fpiegel^  waarfchijnliïk  in  de  laatfte  tijden  der  XlIIde 
eeuw  tot  (land  gebragt ,  welke  het  oude  AUemannifcht 
en  Frankifche  Regt  bevat,  hetwelk  in  Zwahen  en  an- 
dere naburige  landen  in  zwang  en  gebruik  was  (^♦). 
Genees-  De  Geneeskunde  werd  in  deze  eeuwen  voorname- 
kunde.     jy^  beoefend  en  geleerd  in  de  School  te   Salerno , 

wel- 
(*)  HEINECC.  Hht.  Jur.  Civ,  Kom. 


GESCHIEDENIS.  145 

welke  thans  in  haren  vollen  bloei  was.     De  Genees.       V 

heeren  dezer  School  hebben  zich  inzonderheid  eenen     '^^^'^ 

naam  gemaakt  door  een  Geneeskundig  Gedicht ,  op»  Hoofdd. 

gedragen  aan  eenen  robert,  die  Koning  van  Enge-nz  C.  G. 

iand  genoemd    wordt,    en    bevattende    levensregelen  r^^^^73* 
°  '  °        cot  1517. 

tot  bewaring  der  gezondheid ,  welk  Gedicht  nog  on-  , 

der  de  benaming  van  Schola  Saleniitana  of  ook  Re* 
gimen  Sanitatis  Salerni  bekend  is, 

Ondertiisfchen  was  het  geen  geringe  hinderpaal 
voor  den  voortgang  der  Geneeskunde  in  deze  eeu- 
wen, dat  de  meeste  Geneesheeren  Kerkelijken  en 
Monniken  waren.  Zelfs  Nonnen  leiden  zich  toe  om 
deze  kunst  te  oefenen,  en  in  de  Franfche  Nonnen- 
kloosters moest  'er  ttï{  minften  eene  de  kunst  ver- 
flaan,  om  ader  te  laten  (*).  Verfcheidene  Kerk- 
vergaderingen verboden  wel  aan  Kerkelijken  en  Mon- 
niken het  oefenen  dezer  kunst ,  doch  naar  het  fchijnt , 
bepaaldelijk,  om  daar  eene  kostwinning  van  te  ma- 
ken of  het  Klooster  te  verlaten ;  eindelijk  verbood 
HONORius  III  in  het  jaar  1218  deze  oefening  vol- 
ftrekt  aan  de  Geestelijkheid,  evenwel  werden  de  Ge- 
neesheeren nog  fteeds  in  de  meeste  landen  als  ker- 
kelijke lieden  geacht,  en  in  Frankryk  is  hun  eerst 
in  de  Xlde  eeuw  de  vrijheid  geven,  óm  te  mogen- 
trouwen. 

Onder  de  Geneesheeren  van  dezen  tijd  heeft  zich 
in  de  eerfte  tijden  der  Xlllde  eeuw  eenigen  naam  ver- 
worven /EGiDius  (of  gillis)  vau  Corbeil ,  Kanun- 
nik te  Parys,  en  Lijfmedicus  van  IConing  fh-ippus 

(*)  Hts  f.  Lin.  de  la  Trance  T,  IX,  /.  191, 
XV.  Deel.  K 


X46  KERKELIJKE 

V  AUGUSTUS,  onder  anderen,  door  een  Latijnsch  Ge* 
BOEK  ^ij.[-,j-  Qyoj.  ^g  Geneesmiddelen,  Lther  de  virtutibus 
Hoofdft.  compofitorum  medicamentorum ,  metrice  compofiiiis , 
na  C.  G.  edilus  a  Mag'iftro  JEgidio  Corhoilenfi  ( *  ). 
tot  i<i7  ^^'^  ander  Geneeskundige  in  het  laatfle  der  ge- 
*  melde  Xlllde  eeuw ,  arnaldus  van  Villanova ,  over 

wiens  vaderland  de  Franfchen  en  Spanjaarden  ge- 
twist hebben ,  verbond  de  Godgeleerdheid  met  de 
Geneeskunde.  Hij  was  de  eerfte  Scheikundige,  en 
oefende  zijne  kunst  te  Barcellona^  in  Arragon  en  te 
Parys;  men  hield  hem  verdacht  van  tooverij,  en  hij 
was  bij  de  Monniken,  voornamelijk  de  Bedelmonni- 
ken ,  gehaat ,  omdat  hij  zich  vrijmoedig  over  het 
nadeelige  van  hunne  levensv^ize  had  uitgelaten.  De 
Godgeleerden  te  Parys  begonnen  onderzoek  te  doen 
naar  zijne  gevoelens ,  maar  hij  week  naar  Sici/ie , 
waar  hij  in  het  jaar  1313  geftorven  zal  zijn.  In  het 
jaar  1309  veroordeelden  de  Godgeleerden  ,  en  in  Ar- 
ragon de  Inquiliteurs  verfcheidene  van  zijne  gevoelens : 
Bij  voorbeeld ,  hij  zal  geleerd  hebben :  dat  de  men- 
fchelijke  natuur  van  christus  God  in  alles  gelijk 
geweest  zij  —  dat  de  Duivel  de  geheele  Christen- 
heid van  den  Godsdienst  van  jezus  afvalig  gemaakt 
en  ter  helle  gevoerd  hebbe  —  dat  alle  Monniken 
liefdeloos  waren,  het  Christendom  vervalschten ,  en 
daarom  verdoemd  zouden  worden  —  Men  had  ver- 
keerd gedaan ,  met  de  Wijsbegeerte  in  de  Godge- 
leerdheid te  mengen  — ■  Kapellen  en  Misfen   na  den 

dood 
(*)  Tn   POL.  LEYSER.  Hist.  Poeti.  et  Poetn.  mcd,  avi 
f.  502—691. 


GESCHIEDENIS.  147 

Jood  te  ftichreu,  was  zoo  weinig  een  liefdewerk,       v 
dat  het  veel  eer  de  verdoemenis  ten  gevolge  had,     **^^* 
als   men   daarom  de  armen  verwaarloosde  —  In  het  Hoofd/l. 
MisoiTer  wordt  God  alleen  met  den  mond  geprezen  —  na  C.  G. 
God   heeft  niet  aan   de  zondaren  in  het  algemeen ,  ;[^j  i<;i7* 
maar  fleclits  aan  hun ,   die  een   flecht  voorbeeld  ge-  .. 

ven,  de  verdoemenis  bedreigd  enz.  Het  is  jammer, 
dat  de  Gefchiedenis  van  dezen  merkwaardigen  man 
zoo  onzeker  en  gebrekkig  is.  Het  verwekt  geen  ge- 
ring begrip  van  zijne  begaafd  heden ,  dat  de  Paus 
CLEMENS  V,  voor  wien  hij  met  eenen  Dominicaner 
Monnik  geredetwist  had,  hem  ten  laatften  tot  zijnen 
Geneesheer  beriep ,  en  ook  na  zijn'  dood  hem  ver- 
eerde; en  dat  zelfs  bonifacius  VIII  zijn  Boek,  het- 
welk de  Paryfche  Godgeleerden  veroordeeld  hadden  , 
goedgekeurd  heeft.  Hij  was  ook  één  van  de  eer- 
Hen,  die  het  verbazend  gezag  van  avicenna  in  de 
Geneeskunde  hevig  beftreden  heeft,  hoewel  hetzelve 
geftadig  heeft  voortgeduurd. 

Naast  hem  mag  hier  gefteld  worden  de  vermaarde 
Geneesheer  petrus  van  /Ipono  qï  Abano  ^  in  welk 
vlek  digt  bij  Padua  hij  in  het  jaar  1250  ter  wereld 
kwam.  Hij  heeft  in  de  Geneeskunde  te  Pndiia  on- 
derwijs gegeven  tot  zijnen  dood  toe  in  het  jaar  1315 
of  het  volgende.  Men  heeft  ook  hem  voor  eenen 
Tooveraar  gehouden,  en  wegens  fommige  gevoelens 
voor  een'  Ketter,  zoo  dat  de  Inquifttie  hem  in  zijne 
laatfte  jaren  tweemalen  tot  verantwoording  riep. 
Men  leert  hem  best  kennen  uit  zijn  werk:  CGncilia* 
tor  dijferentiarum  Philofophorum ^  et  pracipue  Me' 
dicorum^  hetwelk  zoo  geacht  was  bij  zijne  Tijdge^ 


148  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       nooten,  dat  men  hem  zelven  deswegen  den   naam 
^^Y^     van  Conciliator  gegeven  heeft. 
Hoofdrt.       De  Ontleedkunde  ^  die  zoo  vele  eeuwen   was  ver- 
na  C.  G.  ^vaarloosd,   begon    eindelijk  in   dit   Tijdperk   weder 
jQj  j,j,*  te  ontwaken,     mundinus,  een   Geneesheer  te  Bo- 
logna^  die  in  het  jaar    1318   üierf,  was  de  eerfte, 

Oniieed-  ^jg  ^jch  daaromtrent  verdiend  maakte,  in  een  kleine 

en  Heel-  ' 

kunde,     proeve  Anatome  omnium  humani  corporis  interhrum 

membrorum^   welk  boekje  twee  eeuwen  lang  alleen 

gediend  heeft  om  'er  Akademifche  voorlezingen  over 

te  houden.  —  De   Heelkunde  begon  ook  opgang  te 

maken,  zij  was  teen  nog  niet  geheel  van  de  Genees* 

kunde  afgezonderd;  Italianen,  Franfchen  en  Engel- 

fchen  muntten  'er  in  uit.     Onder  anderen  kwam  lan- 

FRANK ,  een  Geneesheer  te  Milaan ,  uit  zijne  vader- 

ftad  verdreven,  in  de  Xllïde  eeuw  te  Parys ^  alwaar 

hij  de  Chirurgie  onderwees  en  oefende.    Ondertus- 

fchen  beklaagt  hij  zich,   dat  de  Geneeshecren  {Phy- 

Jici)  de   met  de  hand  te  verrigten  Heelkunde  (w^- 

fiualis  operatio )   aan    de  Leeken   overlieten ,   omdat 

Priesters  ze  niet  mogten  verrigten.    Spoedig  volgden 

'er  in    Frankryk    meer    bekwame   mannen   en    ook 

Schrijvers  in  deze  kunst. 

Griek-  Onder  de   Griek fche  geneeskundige  Schrijvers,  is 

fche  Ge  tqannes   achiariüs    de    voornaamrte,  minder  dan 

neeshce-  ** 

ren.  deze   wordt  gelchat  nicolaus  myrepsus   ook   van 

Alexandrie ;   beiden  in  het  laatfte  der  Xfllde  eeuw. 

Natuur-        Natuur-  en   Wiskunde   behoorden   in   dezen    tijd 

en  Wis-    j  j.  ^jg  wetenfchappen ,  welke   geheel  niet  of  flechts 
kunde.  rr      7  p 

ROGE*      fpaarzaam  beoefend  werden.     De  naam  van  Natuur- 
BACüN.     kundigen  (^Phyfici^  werd  bepaaldelijk  aan  de  Genees- 

hee- 


GESCHIEDENIS.  149 

heeren   gegeven ,   alhoewel   deze  zoo   veel  als   niets       V 
van   de   Natuurkunde    wisten.     De  Wiskunde  werd     ^^^-^ 
begrepen    onder   den    naam    van    het    Oiiacln'u'um',  Hoofdfl. 
waar   in  men  de  eerfte  beginfelen    der  Rekenkunde,  na  C.  G; 
Muzijk,  Meetkunde  en  Starrenkunde  leerde,  zoo  ver  }^^^^°7Z» 
men  daar  in  vroeger  eeuwen  in  gekomen  was.    Een  - 

Engelschman  joan  halifax,  j^oannes  de  Sacro 
Bosco ,  fchreef  in  het  midden  der  XlIIde  eeuw  een 
heel  middelmatig  Leerboek  over  de  Starrenkunde, 
(^de  fphera  miindi')  hetwelk  tot  in  de  XV'Ide  eeuw 
algemeen  bij  de  voorlezingen  over  de  Starrenkunde 
gebruikt  werd. 

Alleen  de  beroemde  Engelfche  Monnik  roger 
EACON  beoefende  de  gemelde  Wetenfchappen  met 
ijver,  en  was  één  der  buitengewoone  vernuften  de- 
zer eeuw.  Hij  werd  in  het  jaar  1214  niet  ver  van 
Ilchester  in  Sommerfetshire  geboren ,  oefende  zich  in 
de  wetenfchappen  te  Oxford^  en  vervolgens  te  Pu' 
rys^  alwaar  hij    kennis   en  vriendfchap   maakte  met 

ROBERT     GROUTHEAD  ,     of    GRASTHEAD ,     ( vaU     de 

Franfchen  Grosfeteste ,  in  het  Latijn  Capito  genoemd) 
een'  vrij  en  fcherpdenkenden  Geleerden ,  die  in  het 
jaar  1:153  als  Risfchop  van  Lincoln  geftorven  is. 
In  het  jaar  1240  in  zijn  Vaderland  teruggekeerd,  en 
in  de  Franciskaner-orde  getreden,  onderwees  bacon  • 

te  Oxford  met  groote  toejuiching.  Zijne  in  Natuur- 
en Wiskunde  gedane  proefnemingen  en  uitvindingen 
haalden  hem  fpoedig  de  befchuldiging  van  tooverij 
op  den  hals,  en  zijne  vrijmoedigheid  tegen  de  ver- 
basterde Geestelijkheid  hier  bij  komende,  werd  'hij 
van  zijne  Overften  zorgvuldig  bewaakt ,  die  ook  ver- 
K  3  hin- 


150  K  E  Pv  K  E  L  IJ  K  E 

V       bindeiden  ,  dat  zijne  gefchriften  niet  verfpreid  werden; 

BOEK     evenwel  was  de  roem  zijner  geleerdheid  zoo  groot, 

Hoofdft.   ^^^  lïi^"  hem  den  verwonderlijken  Leeraar,  (^Doctor 

na  C.  G,  mirabilis')  gaf.    In  het  jaar  ii66  verzocht  de  Paus 

ir^Jlllt'  CLEMENs   IV   hem   met  eenen   eicenliandigen  Brief, 

tot  15 17.  n  o  » 

wi  ...  II  om  hem  zijne  werken  over  te  zenden;  hij  voldeed 
aan  dit  verzoek  met  zijn  Opus  majus  ad  Clementem 
IV  Pontif.  Rom.  hetwelk  in  het  jaar  1733  te  Lon' 
den  in  folio  gedrukt  is.  Nu  fcheen  zijn  lot  gunfti- 
ger  te  willen  worden;  maar  deze  Paus  kort  daarna 
overleden  zijnde,  werd  baco  weder  in  zijne  Cel  op- 
gefloten  ;  op  voorfpraak  echter  van  eenige  aanzienlij- 
ke Heeren  verkreeg  hij  zijne  vrijheid  weder,  weinige 
jaren  vóór  zijnen  dood,  welke  in  het  jaar  1292  of 
1294  volgde.  Behalve  het  bovengemelde  groote 
werk  fchreef  hij  eene  verhandeling  de  fecretïs  na~ 
turcs  et  artis  operibus  ^  et  de  niiUitate  magia  ^  ook 
genoemd  de  mirahiU  potefiate  artis  et  natura.  In 
dit  gefchrift  zegt  hij  onder  anderen :  men  kon  door 
de  kunst  werktuigen  vervaardigen,  met  welken  door 
een  mensch  de  vaartuigen  in  rivieren  of  op  zee  veel 
fneller  voortgedreven  werden ,  dan  of  zij  vol  men- 
fchen  waren;  ook  wagens,  die  zich  fnel  bewogen, 
zonder  paarden  of  trekbeesten;  eene  machiene,  in 
•  welke  een  mensch  kon  zitten,   en   door  een*  kunfti- 

gen  vleugel  in  de  lucht  vliegen;  eene  andere  waar- 
door één  man  duizend  anderen  tegen  wil  en  dank 
tot  zich  kon  trekken;  fpiegels,  in  welke  een  ding 
zich  vermenigvuldigd  .vertoont;  werktuigen,  door  wel- 
ke de  verst  afzijnde  dingen  nabij  gebragt,  of  de  heer- 
lijkfte  dingen ,  maar  die  volfl:rekt  niet  befl:onden ,  vooi*- 

ge- 


GESCHIEDENIS.  151 

j^efleld  werden ;  een   kunftig  vuur  uit  fulpeter  en  an-        v 
dere  bcftanddeelen ;  onophoudelijke  lichten  en  warme     ^^^^ 
baden ;  zoo  als  men  ook  een  veel  vreesfelijker  geraas  Hoafdft. 
in  de  lucht  kon  voortbrengen,  dan  de  natuur  zelve.  ^^  C  G. 
Dienzelfden  geest   van   ontdekkingen  en   uitvindingen  /Jj'^I^^t* 
ziet  men  in  twee  andere  van   zijne    gefchriften    heer-  — 

fchen.  (de  Pcrfpectiva  et  de  Speculis^  Hoe  zeer 
BACO  niet  vrij  te  fpreken  is  van  zwakheden ,  zoo 
veel  is  echter  zeker,  dat  hij  op  den  weg  was,  tot 
het  uitvinden  van  vergrootglazen,  verrekijkers,  brand- 
'  glazen ,  ja  van  het  buskruid  en  van  andere  latere 
ontdekkingen,  zoo  dat  hij  met  regt  eene  plaats  be- 
kleedt onder  de  grootde  Geleerden  der  XlIIde  eeuu'. 

De  Spraakkundigen  van  dezen  tijd  waren  zeer  mid-  Spraak- 
delmatig,  echter  was  hun  arbeid  nuttig.  Zeker  Do-  '^^°'^^* 
minikaner  uit  Genua  ^  joannes  januensis  de  baL" 
Tis  genoemd,  vervaardigde  een  Latijnsch  Woorden- 
boek ,  onder  den  naam  van  CathoUcon ,  hetwelk  tot 
in  het  begin  der  XVfde  eeuw  meermalen  gedrukt  is 
geworden.  Ook  leefde,  gelijk  men  gemeenlijk  ge- 
looft, hoewel  zijn  eigenlijke  leeftijd  onzeker  is,  in 
de  eerfte  helft  der  .Xlldc  eeuw,  suidas  ,  de  beroem- 
de Schrijver  van  het  Griekfche  Lexicon ,  hetwelk 
met  al  de  gebreken,  eenen  fchat  van  kundigheden 
vervat ,  en  hetwelk  daarom  van  de  geleerdfle  m?nnen 
na  het  herdel  der  wetenfchappen  opgehelderd  en  be- 
arbeid is.  —  eüstathius,  in  het  laatst  der  Xllde 
eeuw  Bisfchop  van  Thesfahnica ,  fchreef  eenen  ge-, 
leerden  Comirentarius  over  HOMERt'S,  ook  et\^^n 
over  het  aardrijkskundig  gedicht  van  dionysius  pe- 

RIEGMTES. 

K  4  Doch 


152  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  Doch  eigene  Dichters ,  die  ten  minften  dezen  naam 


noEK 
II 


waardig  waren ,  hadden  de  Grieken  van  dezen  tijd 
Hoofdfl  "iet;  in  het  Westen  had  men  genoeg  Latijnfche 
na  C.  G  Dichters,  en  onder  dezen  fommigen,  welken  het  niet 
tol  1517.8^'^^^^  ^^"  dichterlijken  geest,  en  eene  gelukkige  na- 

volging  der  ouden  ontbrak,  maar  hunne  taal  en  fmaak 

Dicht-  waren  bedorven ,  en  zij  waren  wel  te  vrede ,  ja  zagen 
het  voor  eene  fchoonheid  aan,  als  hunne  verzen  met 
eiken  regel  of  ook  halven  regel  rijmden,  polykar- 
pus  LEYSERus  heeft  van  hen  het  beste  berigt  mede- 
gedeeld in  zijne  Hiftoria  Poetarum  et  Poematum 
medii  avi. 

Men  beproefde  echter  ook  Vaderlandfche  Dicht- 
kunde, in  de  Westerfche  toen  gebruikelijke  talen. 
De  Provencalifche  Dichtkunde  der  Troubadours  vond 
ingang,  zelfs  bij  verfcheidene  volken  buiten  Frank' 
ryk;  in  Spanje  hielp  zij  de  Kastiltaanfche  Dicht- 
kunst vormen  ,  in  Italië^  inzonderheid  in  Lomhar' 
dyen  vond  men  in  de  Xlllde  eeuw  verfcheidene  Dich- 
ters in  de  Provencalifche  taal,  zelfs  de  reizende  Ts- 
ïanders  vonden  fmaak  in  de  Gedichten  der  Trouba^ 
dours^tn  vervulden  hun  Vaderland  met  zoogenoemde 
Sagen,  of  Historifche  Romans,  Vertellingen,  My- 
then» In  Duitschland  ontflonden  onder  de  Keizers 
uit  het  Zwahifche  Huis  van  Hohenflauffen ,  de  Duit- 
fche  Minnezangers  of  Dichters  der  Liefde,  ook  d& 
Zwahifche  Dichters  genoemd,  maar  deze  dageraad 
der  Dichtkunde  duurde  niet  lang,  en  werd  van  gee- 
nen  vollen  dag  gevolgd. 
Toclte-  Voor  de  teekenende  en  vormende  Kunfien  werd  bij 
nende  en  jg  Grieken ,  weleer  de  voorbeelden  derzelve ,  niets 


GESCHIEDENIS.  153 

gedaan;  zij  verloren  veel  meer  de  oude  gedenkftuk-       V 
ftukken,  die  bij   hen  bewaard  gebleven   waren,  in-     ^^^|* 
zonderlieid  bij  de  plundering  van  KonflantimpoJen  in  Hoofdlh 
het   iaar   1204  door   de    Franfchen   en  Fenetianen  ^  ^^  C  G. 
wanneer  vele  van  dezelve  naar  Fenetie  vervoerd  wer- ^^^  j^j  ' 

den.     Maar  in  Italië^    waar  men   (leeds  zoo  vele  

oude  ftukken  voor  oogen  had ,  fcheenen  deze  Kun-  ^g'^Kun* 
ften  het  hoofd  op  te  beuren ,  te  weten  de  Schilder-  ften. 
kunst.  Bouw-  en  Beeldhouwkunde.  cimarue,  die 
in  het  jaar  1240  te  Florence  ter  wereld  kwam,  en 
die  in  het  jaar  1300  overleed,  was,  zoo  al  niet  de 
herfteller,  ten  minde  een  fmaakvol  verbeteraar  der 
Schilderkunst. 

Ook  was  dit  Tijdperk ,  gelijk  wij  reeds  gezien  heb-  Uitvin- 
ben, niet  geheel  ontbloot  van  nieuwe  uitvindingen  ^ '"^^'^' 
en  ontdekkingen.  Onder  dezelve  behooren  de  zoo 
algemeen  nuttige  Brillen^  welke  een  Florentyner^ 
SALviNO  DEGLi  ARMATi,die  in  het  jaar  1317  over- 
leden is,  zal  uitgevonden  hebben;  de  Magneetnaaïd 
of  het  Kompas^  insgelijks  in  Italië^  hoewel  men  de 
uitvinding  daarvan  ook  bij  de  Arabieren  zoekt ;  ein- 
delijk het  Schrijfpapier  ^  gemaakt  uit  lompen  en  vod- 
den,  hoewel  men  niet  zeker  weet,  of  in  Spanje^ 
of  Frankryk  ^  of  Duitschland  (*). 

Doch  alle  uitvindingen  zouden  ver  overtroffen  zijn  Kunst vnn 
door  de  kunst  van  alle  kunften,  welke  naar  ray- '^■^^'^^"f^* 
MOND  LULLUS  of  LULLius  deu  naam  draagt,  indien  lius. 

de- 

(*}  GEn.  MEERMAN  et  Boctoriim  Virorum  ad  eiimEpii' 
tolde  atque  Obferyationes  de  Charta  vulgarts  feu  Linea 
origine.     Hagae  Com.  1767.  8. 


154  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       dezelve  die  hooge   waarde   had,   welke   hij  en  zijne 
BOEK     bewonderaars  daar  aan   toefchrijven.     Velen  hebben 
Hoofdft    dezen  man   voor  eenen  heiligen   en  wijzen  man  ge- 
na  C.  G.  houden ,  wien  God  zelve  deze  kunst  zou  hebben  in- 
Jaario73  ,,...  _,  , 

iQt  151;.  gegeven,   voor  eenen  grooten  Wijsgeer  en   Geleer- 

■  den,  ook  voor  eenen  Goudmaker,  maar  anderen  heb- 

ben hem  verachtelijker  beoordeeld.  Als  men  zijne 
echte  Schriften  inziet,  b  ijkt  hij  een  man  van  groote 
begaafdheden ,  doch  befmet  met  dweeperij  en  van  eene 
verhitte  verbeeldingskracht  geweest  te  zijn,  en  een  Ge- 
leerde van  velerhande  maar  wilde  en  verwarde  kun- 
digheden; zijne  zoo  geroemde  kunst  komt  enkel  hier 
op  neder ,  om  met  behulp  der  algemeenile  denkbeelden 
en  kunstwoorden ,  derzelver  betrekking  en  verbindte- 
nis ,  de  vaardigheid ,  om  daarover  v  >or  de  vuist  te 
fpreken ,  te  verkrijgen ,  met  dien  fchijn ,  alsof  men 
in  ailes  geoefend ,  en  zelfs  in  ftaat  was ,  om  nieuwe 
waarheden  uit  te  vinden.  Hij  was  op  het  eiland 
Majorka  in  het  jaar  1235  of  1236  geboren,  en  gaf 
zich  in  zijne  jeugd  geheel  aan  den  wellust  over,  tot 
hem  een  fchoon  vrouwsperfoon ,  daar  hij  op  verliefd 
was,  hare  borst  toonde,  die  van  de  kanker  geheel 
doorgevrcten  was,  waardoor  hij  geheel  van  leven 
veranderde.  Tlians  befloot  hij  het  Christendom  on- 
der de  Ongeloovigen  te  prediken,  en  deed  ten  dien 
einde  verfcheidene  togten ,  onder  anderen  naar  Afri- 
ka,  tot  hij  door  de  Muhammedanen ,  die  hij  bekee- 
ren  wilde ,  zeer  mishandeld ,  en  door  een  Genueesck 
vaartuig  geborgen  ,  op  hetzelve,  in  het  gezigt  van 
zijn  Vaderland,  in  het  jaar  1315  overleed. 

Herleving     De  Wetenfc happen  en  echte  Geleerdheid,  hadden 

düs 


GESCHIEDENIS.  T55 

dus  Jammerlijk  gedurende  de  laatfte  eeuwen  verwaar-       V 

loosd  gelegen,   en  fchenen ,  niettegenflaande  'er,  ge-     ^^^^ 

lijk  wij  gezien  hebben ,  geen  gebrek  was  aan  fcliran-  Hoofdft. 

derc   vernuften,   en    geleerde   Vorsten,   begunUigers  "^  C.  G. 

der  VVetenfchappen ,  geheel  te  zullen  verderven,  toen  l^^  isij, 

in  het  einde   der  XlVde  en   in    de   volgende   XVde — 

eeuw   ve/e    Geleerden  uit   Griekenland  en   Italië   de  .'^'"  ,?^". . 

teerdheid 
toevlugt  kwamen  nemen,  uit  hun  ten  ondergang  nel-  in  je 

gend  Vaderland,  die  de  tot  dus  ver  onbekende  fchat-  Xlvde 
ten  der   voort lefTeiijkde   Schrijvers   der   oudheid   met  p^A^cEs- 
zich  bragten,  en  velen  tot  derzelver  gebruik  met  een  co  pe- 
gelukkig  gevolg  ,    aanfpoorden.     Ondertusfchen  had-  ''^^^^^^ 
den  reeds  twee  Italianen  petrarca  en  bgccaccio, 
voor  hen  in  de  cerfle  helft  der  XlVde   eeuw,   ja  al 
vroeger  dante   alighiePvI,   hun  landgenoot,  door 
hun   vernuft  en   fcherpzinnigheid  het   ijs   gebroken, 
èn  den  weg  voor  de  Geleerdheid  gebaand.    Van  den 
laatstgemelden   zullen   wij   vervolgens   onder  de  Ita-' 
liaan fche  Dichters  fpreken;  van  de  twee  eerstgemel- 
de  hier  met  weinige  woorden. 

francesco  petrarca  ,  in  het  Latijn  gemeenlijk 
PETRARCHA  gcuoemd ,  was  in  het  jaar  1304  te 
Arezzo  in  het  Florentynfche  geboren.  Reeds  vroeg 
had  hij  lust  in  het  lezen  der  oude  Romeinen,  waar- 
om zijn  Vader,  die  hem  tot  de  beoefening  der  Reg- 
ten  beftemd  had,  deze  Boeken  op  het  vuur  wierp, 
doch  hem,  op  zijne  tranen,  virgilius  en  een  (luk 
van  CICERO  liet  behouden,  met  vermaning,  om  die 
alleen  tot  zijne  uitfpanning  te  gebruiken.  Na  zijn 
vaders  dood  vierde  petrarcha  zijne  gelieftle  bezig- 
heid den  ruimen  teugel.     Zijn  flechts  middelmatig 

ver 


155  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  vermogen  noodzaakte  hem,  een  Wereldlijke  Geeste- 
BOEK  lyi^c  te  worden ,  maar  zijne  geringe  genegenheid  tot 
Hoofdft.  ^^zen  ftand,  en  zijne  liefde  voor  zijne  laura  te 
na  C.  G.  j4vigjwn ,  door  zijne  Gedichten  zoo  vermaard  ge- 
tot  1^17  ^^^^^^9  lieten  hem  niet  toe  in  denzelven  voortgangen 
>  te  maken.     Om   zich  te  verfiirooijen  reisde  hij  Italië 

en  Frankryk  door,  en  hoopte  eindelijk  de  rust  te 
vinden,  in  een  eenzaam  leven  te  Vauclufe^  waar  hij 
in  het  jaar  1337  zich  een  klein  landgoed  kocht,  op 
hetwelk  hij  een  groot  gedeelte  van  zijne  Gedichten 
en  verfcheidene  Boeken  fchreef.  Zijne  Gedichten 
maakten  hem  fpoedig  zoo  beroemd,  dat  hij  in  het 
jaar  1341  den  lauerkrans  als  Puikdichter  te  Rome 
ontving,  welke  hem  met  groote  plegtigheid,  onder 
algcmeene  toejuiching ,  werd  opgezet.  D^ar  hij  lang 
gevvenscht  had,  homerus  en  plato  in  hunne  eige- 
ne taal  te  lezen ,  leerde  hij  de  Griekfche  taal  met 
behulp  van  den  vermaarden  Monnik  barlaam.  Paus 
CLEMENS  VI  was  zijn  begunQiger,  maar  aan  des- 
zelfs  Opvolger  innocentius  VI  werd  petrarca 
in  een  zeer  ongunflig  licht  voorgeflield,  als  een  Too- 
veraar,  omdat  hij  virgilius  las;  petrarca  begaf 
zich  daarom  onder  de  befcherming  van  galeazzo 
viscoNTE ,  Heer  van  het  Milaneefche.  —  petrar- 
ca was  niet  alleen  een  uitmuntend  Dichter  in  de  Ita- 
liaan fche  Taal,  maar  ook  een  navolger  der  Ouden 
in  zijne  Latijnfche  Gefchriften ,  waar  onder  zijne 
Brieven  over  allerhande  onderwerpen  uitmunten,  van 
welke  wij  verfcheidene  verzamelingen  hebben:  Epis- 
tolarum  de  rebus  familiaribus  Libri  XIV:  Varia' 
rum  Epistolarum  Liber;  Liber  Epistolar urn  fine  ti- 


GESCHIEDENIS.  157 

tulo;   Epistolarum   ad  viros    illtiftres   vet  er  es   Liber       V 

untis ;  Epistolarum  de  rebus  Senilibus   Libri  XVII.     ^^ek 

In   plaats  van  Ariflotelisch- Scholastiek    mengelmoes  Hoofdfï. 

fchreef  hij   over  de    Wijsgeerige   Zedeleer   en    Staat-  na  C.  G, 

kunde  verfcheidene  Werken:    de  Remediis  utriusaue  '^^■'  °''* 

cot  1517. 
fortume ,  de  f^ita  Solitaria  ;    Secret U7n    Tuum ,  five  - 

de  contemtu  mundi ;  de  Repiihlica  optime  admini. 
flranda^  et  de  officio  et  virtutibus  Imperatoris» 
Ook  fchreef  hij  Gefc  liedenisfen  in  den  fmaak  der 
Ouden,  onder  anderen  in  navolging  van  valerius 
MAXIMUS ,    Rcrum   memorandarum  Libri  IV.    Epi-  < 

toma  virorum  illuflrium  XIV.  Alhoewel  hij  in  de 
Latijnfche  Dichtkunde  die  hoogte  niet  bereikte  als 
in  zijne  vaderlandfche,  erkent  men  toch  ook  hier  d^^n. 
man,  die  meer  was  dan  bloot  navolger,  het  was  zijn 
Heldendicht  over  den  tweeden  Ptinifchen  oorlog, 
dat  hem  voornamelijk  den  Dichterlijken  Lanerkrans 
verworven  heeft.  (^Africa  five  de  bello  Punico ,  et 
gestis  Scipionis  Africani  Libri  IX.  BucoUcorum 
Eclogdi  XII.)  Ook  zijn  zijne  Latynfcbe  Redevoe- 
ringen niet  verachtelijk. 

Zijn  vriend  joan  boccaccio,  of  naar  den  Latijn-  joannes 
fchen  uitgang  boccatius  bevorderde  benevens  hem  ^'O^cac- 
de  oude  Geleerdheid  gelukkig;  even  als  hij,  wekte 
deze  zijne  landgenooten  op  tot  befchaving  van  fmaak 
en  vernuft  in  hunne  moedertaal,  en  deed  voor  de 
Italiaanfche  Proza,  wat  petuarca  voor  hunne  Dicht- 
kunst gedaan  had.  Hij  was  de  Zoon  van  eenen 
Koopman,  geboren  te  Certaldo  in  \\ti  Floreutynfchey 
in  het  jaar  1313.  Zijne  geboorteplaats  is  echter  on- 
zeker, en  wordt  van  fommigen  Parys  daar  voor  ge- 


158  K  E  R  K  E  L  ÏJ  KE 

V  houcien.  Hij  leerde  te  Florence  de  Spraakkunde  ^ 
BOEK  ji^aar  gijn  Vader  fchikte  hem  voor  den  Koophandel; 
Hoofdft.  "^P  zijne  reizen  wegens  denzelven  in  het  jaar  1341 
na  C.  G.  geraakte  hij  te  Napels  bij  het  gewaande  graf  van 
J''^'^'°^^' viRGiLius  in  zulke  geestvervoering,  dat  hij  zich  ge* 
I,  heel  aan  de  Dichtkunst  wilde   overgeven.     Zijn  Va- 

der vergunde  hem    dus,    om   zijne    letteroefeningen 
voort  te  zetten ,  en  hy  oefende  zich  zes  jaren  in  het 
Kerkelijk  of  Kanonieke  Regt,  ook  nam  hij  onderwijs 
in  de  Starrekunde.     Maar  allengs  leide  hij  zich  toe 
op  de  Griekfche  Spraakkunde  en  Geleerdheid ,   ge- 
holpen door  LEONTius  piLATus.     BOCCACCio  be- 
kleedde federt  het  jaar  1373  te  Florence  den  nieuw 
opgerigten  leerdoel  tot  verklaring  van  het  beroemde 
Dichtftuk  van  dante.    Maar  zijne  eigene  Dichtwer- 
ken mishaagden  hem  zelven   zoo  zeer,  toen   hij  de 
Italiaanfche  Gedichten  van  petrarca  te  zien  kreeg, 
dat  hij  ze  in  het  vuur  wierp.      In  het  jaar  1361  liet 
een  ftervende  Carthuizer  Monnik  hem  in  Gods  naam 
vermanen ,  om  zijne  dartele  zeden  te  verbeteren ,  en 
daar   hij   door  zijne    wellustademende  Verhalen   een 
200  verleidelijk    Schrijver    geworden    was,    van   de 
Dichtkunst  geheel  afftand  te  doen,  waartoe  boccac- 
cio  ook  werkelijk   befloot,  maar    petrarca   wist 
hem  te  overreden,  dat  hij  vroom  leven  kon,  zonder 
die  kunst  en  het  lezen  der   Heidenfche  Schrijvers  te 
laten  varen,    boccaccio  befleedde  zijne  kennis  in  de 
Oudheid  aan  het  opftellen   van   het  eerde  zamendel 
der  Griekfche  en  Romeinfche  Fabelkunde  {GenealO' 
gia  Deorum  Libri  XF')  andere  van  zijne  Schriften 
zijn  gefchiedkundig :  ck  claris  mulieribus ',  de  cafihm 


GESCHIEDENIS.  159 

virorum  et  foeminarum  illuflrium  Lihri  X;  Histoti<e       V 
Romanx  Compendium.     Iii  het  eerfte  van  deze  VVer-     ^^^ 
ken  heefc  hij  ook  de  P.uifm  joanna    niet  vergeten.  Hoofdft. 
Zijne  Italiaanfche    Werken    hebben  nog  beflendiger  'i^  C.  G. 
toejuiching  verworven ,  inzonderheid    zijn    -^^^^'^   tói:  1^17 
rone  ^  eene   verzamehng  van  honderd  gezelfchappelij*  ■ 

ke  Vertellingen,  die  in  tien  dagen  verhaald  zijn. 
Dit  Werk  heeft  bij  de  Italianen  nog  eene  klasfifche 
waarde ,  en  is  in  verfclieidene  andere  talen ,  ook  in 
het  Neder  duit  sch  vertaald.  Schoon  men  voor  lang 
heeft  aangewezen ,  dat  deze  Vertellingen  in  ware  ge- 
beurtenisfen  haren  grond  hebben,  en  dat  den  Mon- 
niken, die  door  hem  in  dezelve  zoo  zeer  worden 
ten  toon  gefield,  geen  ongelt'k  wordt  aangedaan,  zij 
zyn  echter  al  te  dartel ,  en  hebben ,  door  al  te  naakte 
affchildering  dezer  ongebondenheden ,  voor  de  zeden 
meer  dan  te  veel  nadeel  geflicht. 

Deze   voortreffelijke   vernuften   zouden   echter  be-  Verdiens-^ 
zwaarlijk  gedaagd   zijn ,  om   de   Wetenfchappen   en  ^^".  ^^'^ 
Geleerdheid   te   herllellen,   indien   niet,  ten  zelfden  bij  hec 

tijde ,  een  vrij  aanzienlijk  getal  Griekfche  Geleerden ,  herleven 

der  ffG" 
gedrongen  door  het  verval  en  kort  daarna  gevolgden  leerdheid, 

ondergang  van  hun  Vaderland,  zich  naar  het  Wes- 
ten, en  bijzonder  naar  Italië  begeven  hadden,  al- 
waar zii ,  gedeeltelijk  om  hun  beftaan  te  vinden ,  de 
Griekfche  taal  onderwezen,  en  tevens  hunne  leerlin- 
gen eenen  lust  inboezemden  ,  tot  het  naarfporen  en 
beoefenen  der  oude  Griekfche  en  Latijnfche  Schrij- 
vers; zelve  waren  zij  goede  vernuften,  evenwel  be- 
ftond  hunne  voornaamfte  verdiende  daar  in,  dat  zij 
den  weg  baanden  en  anderen  opleiden  om  dcnzelven 
te  bewandelen.  ma- 


Ito  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  MANUEL  CHRYSOLORAS  was  de  ecffte  dezer  Gf/^- 

BOEK     f^gff  ^  (Jie  een  vruchtbaar  zaad  in  lia/ie  (Irooide ,  waar 

Iloofdft.  hy  ^'s    Afgevaardigde   van    den    Griekfchen    Keizer 

na  C.  G.  MANUEL  paleolocus  in  het  jaar   1393   aankwam, 

tot'^i^''^'  ^"  ^"  ^^^^  '^^^^  *3'^^  ^°'^''  ^^  tweede  keer  deze  reis 
■  doende,  door  die  van  Florence  op  een  jaargeld  van 

100  gulden  aangefteld  werd,  om  onderwijs  te  geven 
in  de  Griekfche  taal,   hetwelk  hij  ook  naderhand  te 
Pavia  gedaan  heeft.     Hij  woonde  de  Kerkvergadering 
van  Conftans  bij,  alwaar  hij  in  het  jaar  1415  over- 
leed.   Zijne  Erotemata  Graca  was    de  eerfte  goeds 
Griekfche  Spraakkunde,   van   welke  zich  ook  reu- 
CHLiN  en  ERASMUS  als  een  Leerboek  bediend  hebben, 
joANNES    ARGYROPULUS,    uit    Koiiftantinopolen  ^ 
kwam  in  *t  begin  der  XVde  eeuw  in  Italië^  en  leer- 
de te  Fadua^  Florence  en  Rome^  alwaar  hij  omtrent 
het  jaar  1486  overleden  is.    Hier  was  het,  dat  reu- 
CHLïN  zijne  voorlezingen  over  thucydides  bijwoon- 
de.   Als  ARGYROPULUS  tot  zijnc  verwondering  zag, 
dat  deze  Dmtfcher  het   Grieksch  wel  verflond,  riep 
hij  uit :  Nu  is  Griekenland  over  de  ^Ipen  gevlogen ! 
Een   ander  dezer  Grieken ,   georgius  gemistus 
PLETHO  had   wel  geen  beftendig  verblijf  in  Italië^ 
maar  is  vermaard  geworden  door  zijnen  leerling  bes- 
SARioN,  met  wien   en    andere   Griek fcHe  Godgeleer- 
den hij  de  Kerkvergadering  van  Florence  in  het  jaar 
1438  bijwoonde,   op   welke   hij   de  leer  zijner  Kerk 
ftandvastiger  dan  de  overigen  verdedigde.    Het  merk- 
vvaardigfte   van   zijne  Gefchrifren  is   zijn  Boek  over 
het  onder fcheid   tusfchen   de   Wijsbegeerte  van  ari- 
STOTELES  en   PLATo,  waardüor  hij,   voornamelijk: 

we- 


G  E  S  C  lï  I  £  D  E  N  t  S.  iöï 

'A'Cgens  zijn   hevig  uitvaren   en  fcheklcn   tegen    den       v 

etTStgeraelden ,   het  (ein   gaf  tot   den  twist,  welken     °^^^ 

de  Grieken  vervolgens   over  deze   beide   Wijsgeeren  Hoofde. 

gevoerd  hebben.  na  C.  G, 

Zijn  leerling   dessarion,   mt  Trapezus  ^   was  jn '^^'^'°^^* 
^  °  '  r         f  tot  151 7. 

meer  dan  één   opzigt   van   hem   verfchiliende.     Hij     ■ 
was  een  Monnik  naar  den  Regel  van  den  Heil.  ba- 
siLius   en  Aartsbisfchop  van   Nicea,     Op   de  i%- 
rentynfche  Kerkvergadering  in   het  jaar    1438   verde- 
digde hij  eerst  het  ieerllelfel  der  Griekfche  Kerk ,  raaar 
ging  vervolgens  geheel  over  tot  de  zijde  der  Paiifen, 
die  hem  daarvoor  ook  hunne  dankbaarheid  bewezeni 
EUGENius  IV  benoemde  hem ,  den  eerflien  van  alle 
Grieken,  tot  Kardinaal.    Ja  men  zegt,  dat  hij  bijna 
tot  Paus  zou  verkoren  zijn,  indien  niet  zijn  Concla- 
vist,  NicoLAus    PEROTTus,   met  onftuimigheid  de 
Kardinalen  had  afgewezen,   die   hem   deze   waardig, 
heid  wilden  opdragen,      bessarion  was  zelve  een 
Geleerde   en   een  bevorderaar    der  Geleerden,  zijne 
denkwijze  was  gematigd ,  welke  gem.atigdheid  hij  bij- 
zonder vertoonde  in   zijne  wederlegging  van  zijnen 
vriend  georgius  trapezuntius,   die  plato  even 
bitter  had  aangevallen  ,  als  pletho  aristoteles 
gedaan  had. 

GEORGius  TPvAPEzuNTius ,  of  van  Trapezus ,  van 
waar  zijn  gedacht  afkomftig  was,  kwam  omtrent 
het  jaar  1420  te  Venetië^  alwaar  hij  naderhand  on- 
derwijs gaf  in  de  Griekfche  Spraakkunde;  maar  zijn 
driftige  en  woelige  aard  berokkende  hem  vele  moeije- 
Ujkheden.  In  het  laatst  van  zijn  leven  verloor  hij  zijn 
geheugen,  en  overleed  omtrent  het  jaar  1489. 
XV.  Deel.  L  thü* 


i6i  K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

V  THEODORus  GAZA ,  gcboortig  vaii  Thesfaïonka ^ 

^'^^^  vlugtte  van  daar  in  liet  Jaar  1439  naar  Italië^  en 
Hoofdft.  had  federt  het  jaar  1450  zijn  verblijf  te  Rome  in  het 
na  C.  G.  hQis  van  den  Kardinaal  bessarion.  Op  verlan- 
tot  i<ri7  §^"  ^^"  Paus  NIC OLAUS  V  vertaalde  hij  de  gefchie- 
—  denis    der  dieren  van   aristoteles  ,   die  hij   zorg- 

vuldig op  Pergament  fchreef ;  maar  intusfchen  was 
NicoLAus  V  overleden,  en  deszelfs  Opvolger  six- 
Tus  IV,  die  omtrent  de  Wetenfchappen  zeer  onver- 
fchillig  was ,  fchonk  aan  gaza  ,  toen  deze  hem  zijne 
Overzetting  overhandigde,  flechts  50  Dukaten,  wel- 
ke deze,  misnoegd  en  verdrietig,  in  den  Tiber  wierp, 
en  weder  Onderwijzer  werd  te  Ferrara^  alwaar  ru- 
DOLF  AGRicoLA  in  het  jaar  1476  één  zijner  Toe- 
hoorderen was;  hij  overleed,  gelijk  men  meent,  in 
het  jaar  1478  in  Kalabrie,  Zijne  Griekfche  Spraak- 
kunde  ( Libri  IV  introductionis  Grammatica^ )  die 
meermalen  in  het  Grieksch  en  Latyn  gedrukt  is ,  be- 
hoort ook  onder  de  beste. 

Nog  zijn  'er  eenige  Grieken^  wier  namen  het  ge- 
noeg zal  zijn  hier  te  plaatfen,  die  hier  insgelijks  toe 
behooren.  konstantinus  lascaris,  wiens  Spraak- 
kunde  het  eerde  Boek  is,  hetwelk  in  het  Grieksch 
gedrukt  is  geworden  te  Milaan  in  het  jaar  1476,  en 

JOANNES    LASCARIS  ;    DEMETRIUS    CHALCONDYLAS , 

aan  wien  men  de  eerfte  uitgave  der  Werken  van  ho- 
merus verfchuldigd  is  te  Florence  1488  in  twee  Dee- 
len  in  Folio;  michael  apostolius;   marcus   imu- 
suRus  enz. 
Hand-  De  nieuw  opgewekte  lust  tot   echte  Geleerdheid 

fchrifteii.  vvekte  ook  den  ijver  aan  tot  het  opzoeken  en  ver- 

krij- 


geschiedenis/  153 

krijgen  van  Handfchriften  der  oude  Schrijveren ,  waar       V 

toe  geleerdheidlievende  Vorsten  ,  als  die  uit  het  huis     ^^^^ 

de  Medici   en  Koning   iniatthias   van   Hongaryen  Hoofdft. 

mildelijk  de  hand  boden ;  verfcheidene  Italiaanfche  na  C.  G. 

Geleerden  deden  ten   dien   einde  opzettelijke  reizen ,  J^^'^^°73- 

toe  1 51 7* 
gelijk  GUARiNi  van   Verona^  joannes   aurispa  en  - 

FRANCiscus  PMiLELPHUs;  vau  dcu  eerstgeuoemden 
GUARiNi  verhaalt  men,  dat  van  fchrik  en  fpljt,  dat 
eeue  kist  met  Handfchriften,  die  hem  toebehoorden, 
op  zee  verongelukte,  zijn  haar  in  ^{^^w  nacht  grijs 
is  geworden.  In  de  Westerfche  Kloosters  lagen  ook 
nog  vele  Handfchriften  van  oude  Schrijvers  in  een* 
hoek  of  winkel  onder  het  (lof  bedolven;  dus  ont- 
dekte poGGius,  toen  hij  in  het  jaar  1414  de  Kerk- 
vergadering van  Konftam  bijwoonde,  in  eenen  don- 
keren toren  van  het  Klooster  St.  Gallen^  de  werken 
van  QuiNTiLiANUs,  hetgeen  en  ander  van  valerius 

FLACCUS,  TERTULLIANÜS  en  LACTANTIUS  ,  LUCRE- 

Tius,  viTRUVius,  siLius  iTALicus  cnz,  Onder- 
tusfchen  bleven  deze  en  foortgelijke  Werken,  van 
welke  dikwijls  maar  één  Handfchrift  te  vinden  was, 
zeldzaam,  gelijk  de  Handfchriften  in  het  gemeen 
duur  en  bijkans  onverkrijgbaar.  In  het  midden  der 
XlVde  eeuw  werd  een  Handfchrift  van  plutarchus 
Levensbefchrijvingen  in  Italië  voor  tachtig  Dukaten, 
en  een  van  de  Brieven  van  seneca  voor  vijftien  of 
zestien  te  koop  aangeboden.  Te  Parys  werd  eene 
Concordantie  voor  100  Dukaten  verkocht,  poggius 
kon  zich  voor  eenen  livius  ,  dien  hij  zelve  heel  fier- 
lijk  afgefchreven  had,  een  Landgoed  koopen,  het- 
welk het  omgekeerd  geval  was  van  anïonius  van 
h  2  Pa^ 


tÓJL  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  Pakrmö,  die  een  landgoed  verkocht,  om  dnar  voo^ 
*^^-'^  een  aflchrifc  van  livius  te  koopen  (*).  Eene  adelijke 
Hoofdft.  Juffer  'mFrankryk  kreeg  tot  een  gedeelte  van  haar  huw- 
na  C.  G.  lijksgoed  een  prachtig  afgezet  pergamenten  handfchrift 
tot" SI  7  ^^"  het  Corpus  j^urls.  Nog  in  het  jaar  1471,  toen  de 
^.  Boekdrukkunst  te  Parys  naauwelijks  begon  bekend  te 

worden,  moest  Koning  lodewyk  XI,  dewijl  hij  zij- 
ne Bibliotheek  met  een  affchrift  van  het  hoofdwerk 
van  den  Arabifchen  Geneesheer  rhases  wilde  ver- 
rijken, aan  de  Medicijnfche  Faculteit  aldaar,  van 
welke  hij  hetzelve  leenen  liet,  daar  voor  12  Mark 
zilvergoed  en  loo  goudgulden  in  pand  geven;  waar- 
bij de  Faculteit  nog  rekende,  hem  eenen  bijzonderen 
dienst  te  doen. 
Uitvin-        Eindelijk  werd  omtrent  het  midden  der  XVde  eeuw 

dmg  der  ^g  Boekdrukkunst  uitgevonden ,  dat  heerlijk  middel , 

Boek-     -•  1     /-i 

druk-       om  den  fchat  der  Geleerdheid  voor  allen  verkrijgbaar 

kunst.  te  maken,  en  de  beoefening  der  VVetenfchappen  te 
verligten.  Zeldzaam  is  het,  dat  eene  zoo  nuttige 
kunst  eerst  zoo  laat  is  uitgevonden  geworden,  daar 
men  reeds  van  ouds  zoo  vele  aanleiding  had,  om 
tot  deze  uitvinding  te  worden  opgeleid ;  en  niet  mi« 
zeldzaam,  dat  men  daar  over  heeft  kunnen  twisten,. 
aan  wien  de  eer  der  uitvinding  moet  worden  toege- 
fchreven,  of  aan  de  Duitfchers  joan  guttenbergs 
en  joan  faust  te  Ments^  dan  wel,  hetgene  onze 
Neder  1  and fche  Geleerden  met  zeer  vele  redenen  be- 
weerd hebben ,  aan  den  Haarlemfchen  Burger  laurens 
KOSTER,  geen' onaanzienlijk  man  in  zijne  Vaderftad, 

Spoe« 
(*}  Zie  van  hem  boven     ladz.  4^. 


GESCHIEDENIS.  if^s 

Spoedig  werd    deze  kunst    tot    meer  volkomenheid       V 

gebragt,  en   door  alle  landen  van  Europa  verfpreid,     ^^^^ 

en  daardoor  niet  alleen  aan  de  Geleerdheid  maar  ook  Floofc^lï. 

aan  den  Godsdienst  uitmuntende  dienften  bewezen,  "a  C.  G, 

Thans  werd  de  Griek fche  en  Latynfche  Letterkun-  \^^^  j.j^' 

de  met  ongewone  drift  beoefend;  inzonderheid  was 

men  zoo  Ijverig  omtrent  het   Grieksch^   dat  het  in  5^,"'^^^' 
•'       ^  fche  en 

ItaUe  een  algemeen    gezegde    werd ,   dat ,    vine  het  Lntijn- 

Grieksch  en  de  oude  Griekfche  Schrijvers  niet  ver-  ^che  Let- 
ftond,  onwetender  was,  dan  die  geen  Latyn  ver- 
ftond.  Een  aantal  Geleerde  Mannen  in  dit  vak  zou- 
den hier  kunnen  opgenoemd  worden,  welke  door 
deze  Letteroefeningen  hunnen  naam  tot  de  nakome- 
lingfchap  hebben  overgebragt.  Een  der  eerden  was 
jOANNES  MALPAGHiNO  of  jOANNES  vau  Ravemia, 
geboren  te  Ravenna  1355,  overleden  omtrent  het 
jaar  1420,  hij  was  een  leerling  van  petrarca,  tot 
wien  hij  in  zijne  jeugd  door  donatus  ,  die  de  La* 
tynfche' S^x23i\;k\xudit  te  Venetië  met  toejuiching  leer- 
de, gezonden  werd;  hij  werd  zelve  vervolgens  een 
geleerd  en  verdienftelijk  Onderwijzer  ,  uit  wiens 
School  vele  Geleerden  zijn  voortgekomen,  onder  wel- 
ken cén  der  vermaardllen  geweest  is  poggiüs,  ei- 
genlijk poGGio  liRAccioLLN'i ,  geborcH  in  het  jaar 
13S0.  Wij  hebben  reeds  gezegd,  dat  hij  in  het  jaar  - 
1414,  ten  tijde  der  Kerkvergadering  van  Konflans 
het  geluk  had ,  van  vele  oude  Handfchriften  van  La- 
t-ynfcha  Schrijvers  te  ontdekken,  en  van  den  onder- 
gang te  bewaren;  merkwaardig  is  een  Brief  van  hem 
aan  leonardus  van  Arezzo  of  aretinüs,  behel» 
;5ende  een  verhaal  van  den  dood  van  hierokymus 
L  3  van 


i6S  KERKELIJKE 

V]       twee  Neeven ,   beide  hermolaus    genoemd ,  is  d© 
BOEK     jongde  de  vermaardfle  geleerde  van  zijn  huis  gewor- 
Hoofdft.  <^^"  ?  ^^^^  ^^^^^  "ï  ^y"  negenendertigfte  jaar  overle- 
na  C.  G.  den.  —  joannes  antonius  caimpanus  werd  in  het 
toc'^i^fr  J^^*"  "^"^^^  °P  ^^  Dorp  in  7>;t/2  ^/  Lavoro^  het  ou- 
..  de  Campanie ,  geboren  ,   en  door  een   Dorpspriester 

van  achter  de  kudde,  die  hij  weidde,  genomen  en 
zorgvuldig  onderwezen,  waarna  liij  te  Napels  het 
onderwijs  van  laurentius  valla  genoot.  De  Paus 
pius  II  verhief  hem  tot  Bisfchop  van  Teramo,  ea 
PAULUS  II  zond  hem  in  het  jaar  14  71  op  den  Rijks- 
dag te  Regensburg ,  maar  camp  anus  kon  zich  ge- 
heel niet  naar  Duitschland  fchikken,  en  fchreef  zelfs, 
een  vermaard  Hekeldicht  op  dat  land,  hetwelk  in  zijne 
Werken  gevonden  wordt  (*).  nicolaus  perottus 
werd  in  het  jaar  1430  geboren  te  Sastofcrrato  in  het 
Hertogdom  Urbino,  en  genoot  het  onderwijs  en  de 
vriendfchap  van  den  Kardinaal  bessarion.  pius  IÏ 
benoemde  hem,  in  het  jaar  1458  tot  Bisfchop  van 
^iponto  of  Manfredonia  in  het  Napel fche.  Keizer 
FREDERiK  III  vereerde  hem  in  het  jaar  1452  den 
Lauerkrans.  —  joannes  jovianus  pontanus  uit 
het  Hertogdom  Spoleto  ^  die  in  het  jaar  1503  geflor- 
ven  is,  was  een  der  vruchtbaarfte  Latijnfche  Dich- 
ters. —  PHiLiPPus  BEROALDUS  ,  die  zijne  dagen  in  het 
jaar  1505  in  zijne  Vadcrdad  Bologna  eindigde,  heeft 
zich  door  de  oordeelkundige  behandeling  der  oude 
Schrijveren  zeer  vermaard  gemaakt.  —  biarsilius 
FiciNUS,  Kanunnik  te  Florence  ^  waar  hij  in  het  jaar 

1499 
(*)  Carm.  L.  VIII.  Carin.  I. 


GESCHIEDENIS.  160 

1499   geftorven  is,  beroemd  door  zijne  hoogachting       V 
voor  PLATO  en  de  vertahng  van  deszelfs  Werken.  -     ^'j^*^ 
PETROS  CRiNiTus,  eigenlijk  pietro  ricci;  —  am- Hoofd(!. 
BROSius   CALEPINUS  ,  ceii  Aiigustintancr  te  Berga- nti  C.  G. 
mo,  waar  hij  in  het  jaar  15 10  geltorven   is,   bekend  JqJ'^Jj'J^] 

door  zijn  Latijnsch  Woordenboek.  —  angelus  po- 

LiTiANus,  naar  Monte  Pukiano  ^  (of  Mons  Politia- 
««ƒ)  eene  Had  in  het  Florentijnfche  ^  daar  hij  in  het 
jaar  1454  geboren  was,  eigenlijk  angelo  AMBROi- 
ciNi;  hij  was  een  gunfleling  van  laurentius  van 
Medici  s ,  en  werd  de  opvoeder  van'  deszelfs  zoon  en , 
de  jongde  van  welken  Paus  leo  X  geworden  is. 
Zijne  vricndfchap  met  den  beroemden  Graaf  joan- 
mes  picus  van  Mirandola^  gaf  aanleiding,  dat  hij 
zich  ook  op  de  Wijsbegeerte  toeleide.  —  Doch  bo- 
ven alle  deze  Geleerden  muntte  laurentius  valla 
eenigermate  uit.  ï^qzq.  kwam  waarfchijnliik  in  het 
jaar  1428  te  Rome  ter  wereld.  Koning  alfonsus 
van  Napels  was  zijn  begunftiger,  onder  deszelfs  be- 
fcherming  had  hij  gelegenheid,  om  met  vrijmoedig- 
heid tegen  de  Paufen  uit  te  varen ,  evenwel  kon 
'sKonings  befcherming  hem  niet  in  veiligheid  ftellen 
tegen  de  vervolging  der  Inquifiteurs ,  voor  wier  regt- 
bank  hij  befchuldigd  werd ,  en  gevaar  liep ,  naar  den 
brandflapel  gevoerd  te  worden.  De  vrees  liier  voor 
noodzaakte  hem ,  zich  aan  het  oordeel  der  Kerk  te  . 
onderwerpen,  en  Koning  alfonsus  redde  hem  ver- 
volgens uit  de  klaaiiwen  dezer  geloofsonderzoekeren. 
valla  is  naderhand  Kanunnik  bij  de  Lateraan-kerk 
te  Rome ,  en  Pausfelijk  Geheim fchrijver  geweest ,  en 
iu  het  jaar  1457  overleden.  Onder  zijne  Werken 
L  5  Biun- 


170  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  munten  uit  zijue  Ekganüariim  Lhigwz  Lat»  Libri 
^^r*^  A^j  irï  welk  werk  hij  de  ware  fchoonheden  der  La- 
Hoofdfl.  tijnrche  taal  aanwijst,  en  uitvaart  tegen  de  onwetend- 
na  C.  G.  heid  der  Godgeleerden  van  zijnen  tijd,  In  een  ander 
tot  Hl 7  w^^'k:  Dialectice  Libri  UI  zocht  hij  de  gebreken 
*■  van  de  Redeneerktmde  der  Scholastieken  te  ontdek- 

ken^ en  zelfs  die  van  aristoteles  te  verbeteren. 
Onder  hetgene  hij  in  dezen  Wijsgeer  berispte,  waren 
deszelfs  tien  Pradicamenten ,  welke  hij  tot  drie  ver- 
minderde. Men  verzekert,  dat  de  Godgeleerden  hem 
dit  ook  als  eene  Ketterij  toegerekend  hebben,  om- 
dat de  tien  Pradicamenten  met  groot  voordeel  in  de 
Godgeleerdheid  gebruikt  werden.  Nog  grooter  ver- 
toont zich  LAURENTius  VALLA  in  een  Bijbelsch- 
uitlegkundig  werk ,  Annotatioms  in  Novum  Testa- 
inentum,  als  den  eerflen  Godgeleerden  in  de  Wes- 
terfche  Kerk ,  die  na  veele  eeuwen  de  gegronde  Uit- 
legging des  Nieuwen  Testaments  met  behulp  der 
Griekfche  Spraak-  en  Taalkunde  wist  te  herftellen. 
Nog  meer  te  verwonderen  is  zijne  kunde  en  vrijmoe- 
digheid, met  welke  hij  de  Kerkelijke  Gefchiedenis 
van  Fabelen  trachtte  te  zuiveren.  valla  hoorde 
eens  eenen  Franciskaner  Monnik  te  Napels  predi- 
ken ,  dat  de  Apostolifche  Geloofsbelijdenis  ontdaan 
was  in  eene  zameukomst  der  Apostelen,  wanneer 
PETRUS  zeide:  Ik  geloof  in  God  den  ahnagtigen 
Vader',  waarop  andreas  liet  volgen:  Schepper  des 
hemels  en  der  aarde  en  zoo  vervolgens  de  overige 
Apostelen  elk  een  artikel,  valla  vraagde  vervol- 
gens den  Monnik ,  welk  bewijs  hij  voor  deze  vertel- 
ling had;  deze,  die  niets  kou  antwoorden,  noemde 

VAL- 


GESCHIEDENIS.  171 

VALLA  een'  vijand   van   den   Godsdienst,  en  fchold       V 

hem  openlijk  van  den  Pre  dik  (loc  l ,  tot  dat  de  Koning     '^"'^'^ 

hem    ilaaiin  belette,      valla    bood    aan,    met   den  ^oofaft. 

Monnik  daarover  een'  redetwist  te  willen  houden,  na  C.  G, 

maar  hij  werd   voor   het   geestelijk   gerigt   gedaagd,  Joc''J^('7* 

en  genoodzaakt  om  te  belijden ,  dat  hij  ook  ten  aan-  - 

zien  van  deze  geloofsleuze  alles  geloofde ,  wat  de  Kerk 

geloofde.  Nog  merkwaardiger  is  een  ander  gefchrift  van 

valla, waar  in  hij  de  onechtheid  der  gewaande  gifte 

en'  gift'orief  van   Keizer  konstantvm   den   Grooten 

aan  den  Roomfchen   Bisfchop   sylvester  aantoont. 

In   Duïtschland ,  waar    eerlang  een    helderder  en  Duicfche 

van   de   Italianen  nooit  gekend   licht  in  den  Gods- ,      p/' 

^  kuiidigen. 

dienst  zou  doorbreken ,  verwierf  rudolf  agricola 
het  eerst  de  verdiende,  dat  hij  de  Griekfche  en  Ro- 
meinfche  Letterkunde  over  de  Alpen  \\\  Duitichland 
bragt.  Zijn  eigenlijke  naam  was  rudolf  of  roe- 
JLOF  HAUSMAN  of  HUISMAN,  welkeu  hij  in  den  La- 
tijnfchen  naam  agricola  overzerte ;  en  het  Dorp 
Bafflon  bij  Groningen ,  in  welke  Stad  zijn  vader  eeu 
welgezeren  burger  was ,  omtrent  het  jaar  1442  zijn 
geboorteplaats,  thomas  van  kempen  ,  gemeenlijk 
a  Kempis  genoemd,  naar  ^^w/>^«,  een  ftadje  in  het 
Keulfche ,  leefde  en  leerde  ten  tijde ,  dat  agricola 
zich  in  de  eerde  beginfelcn  der  wetenfchappen  begon 
te  oefenen ,  als  reguliere  Kanunnik  van  den  Heil.  hu- 
GUSTiNus ,  in  een  Klooster  bij  Zwol  in  Overysfel, 
Zijne  voornaamfle  leerlingen  waren,  behalve  agri- 
cola, de  Graaf  MA üRiTS  van  spiegelberg,  ru- 
dolf   VAN    lange,      ANTONIUS    LIBER  ,     LODEWYK 

Dringenberg  en  alexander  hegius,   alle  gebo- 

re- 


172  K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

V       rene  IVestfalingers,    Na  verloop  van  hunnen  leertijd 

BOEK     vermaande  de  Leermeester  de  rijken  onder  hen  ,   om 

Hoofdff.   naar  Italië  te  reizen,  en  daar  zich  in   de    Griekfche 

na  C-  G,  i^n   Romelufche    Spraakkunde   te  oefenen  ,    maar  de 
laan  073.  ,  .  ,  o  .    t  1    j- 

tot  1517.  '^^'^  vermogenden  om   zich  van   Schriften   te   bedie- 

-■  nen,  uit  welke  men  de  Geleerdheid  der  Ouden  fchep- 

psn   kon.     agricola   was  één  der  genen,  die  .de 
reize  naar  Italië  deden ,  alwaar  hij  met  de  Geleerden 
^  aldaar  kennis  en  vriendfchap   maakte ,  en   rijk   bela- 
den van  kundigheden ,  naar  Duitschland  iieerde. 

Onder  de  jonge  Duitfchers  ^  welke  uit  het  onder- 
wijs van  AGRicoLA  voordeel  trokken ,  waren  alexan- 
DER  Hegius',  naderhand  Onderwijzer  te  Deventer^ 
LODEvvYK  DRiNGENBERG,  naderhand  Onderwijzer  te 
Schktftad  ^  en  ^q  West  faal fche  Edelman  herman 
van  DEN  EuscHE  ,  een  merkwaardig  voorbeeld  van 
geestdrift  voor  de  beoefening  der  Ouden.  Hij  was 
in  het  jaar  1468  geboren,  en  deed,  na  het  onder- 
wijs ook  van  agricola  genoten  te  hebben,  verfchei- 
dene  reizen  naar  Italië  en  Frankryk ;  hij  werd  door 
den  Graaf  van  nieüwenaar  te  Keulen  geroepen, 
om  zich  tegen  de  barbaarschheid  der  Godgeleerden 
aldaar  te  verzetten,  maar  zij  waren  zoo  magtig,  dat 
hij  de  ftad  verlaten  moest.  Op  gelijke  wijze  werd 
hij  te  Leipzig  op  aanfloken  der  vijanden  van  de  nieu-. 
we  Geleerdheid  gebannen.  Zijn  vriend  de  Graaf  van 
MiEUWENAAR  Uet  licm  iu  het  jaar  1517  andermaal 
te  KQulen  komen ,  maar  hij  kon  noch  door  zijne 
voorlezingen,  noch  door  gefchriften  iet  uitregten; 
de  Godgeleerden  aldaar  verdreven  hem  op  nieuw. 
NIEUWE  NA  .XR  bczorgde  hem  kort  daarna  het  Recto- 

rai^t 


GESCHIEDENIS.  173 

ïaat  (3er  School  te  Wezel ^  het  eerde  voorbeeld,  het-  V 
Welk  een  Duitsch  Edelman  op  deze  wijze  gaf.  Hier  ^^^* 
fchrecf  iiij  zijn  vermaarde  VaUnm  himanitatis ;  eene  [loofdfl, 
verantwoording  voor  de  oude  Letterkunde.  Te  Keu-  'i^  C.  G. 
len  predikten  de  Dominil-anen  vooral  hevig  daar  Jij'^J^^t^ 
tegen;  zij  noemden  de  Dichters  fchelmen,  de  rede-  — 
naars  zwijnen  ,en  dcrzelver  werken  kaf  van  den  Dui- 
vel; de  beoefening  der  oude  Talen  en  Schrijvers 
fcholden  zij  voor  eene  averregtfche  en  bedriegelijke 
poging,  welke  voor  vrome  menfchen  niet  paste; 
waar  tegen  busche  zich  met  nadruk  en  befcheiden- 
heid  verzette.  Uit  genegenheid  tot  de  Kerkhervor- 
ming leide  hij  in  het  jaar  1522  zijn  ambt  neder; 
en  oefende  zich  te  TVittenherg  onder  aanleiding  van 
LUTiiER  en  MELANCHTHON  in  de  Uitlegkunde  des 
Bijbels.  Naderhand  werd  hij  Leeraar  der  Gefchied- 
kunde  te  Marburg^  en  overleed  in  het  jaar  153^ 
in  het  Bisdom  Mimjler,  '—  koenraad  celtes, 
die  zich  zelven  ook  den  naam  potucius  gegeven 
en  eigenlijk  meissel  geheten  heeft,  was  insgelijks 
een  leerling  van  agricola.  Hij  was  in  het  jaar 
1459  te  Wiipfdd  ^  een  Dorp  in  het  TViirtshtirgfche , 
geboren.  Hij  ontliep  zijnen  Vaader,  die  een'  VVijn- 
gaardenier  van  hem  wilde  maken ,  zoo  als  hij  zelve 
was,  en  begaf  zich  naar  Keulen^  en  van  daar  naar 
Hehielbcrg ,  waar  hij  door  agricola  in  de  He- 
breeuwfche  en  Griekfche  talen,  als  ook  in  de  La- 
tijnfche  Welfprekendheid  en  Dichtkunst  onderwezen 
werd.  Hij  reisde  vervolgens  naar  Italië,  en  weder- 
gekeerd vond  hij  in  den  Keurvorst  van  Sakfen^ 
FREDERiK  dcit  IVijzeH^  ccncn  begunlliger,  die  hem 

a.11 


174  K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

V       aan    Keizer    frederik  III  aanprees,   welke  Vorst 

BOEK     hem,  den  eerlten  van  alle   Duitfchers ^   in  het  jaar 

Hoofdft.   I4'^7  d^"    Dichterlijken    Lauerkrans   vereerde.      Hij 

nr.  C.  G.  werd  door  Keizer  maximiliaan  I  in  het  jaar  1501 

ja.irio73.  ^^  pf/cenen  beroepen  als  Lecraar  in   de  Dichtkunde 

IOC  1517. 

—  en  WelfprekendheiJ ,  en  overleed  in  het  jaar  1508.  — 

KOENRAAD  PEUTiNGER  uit  een  adelijk  geflacht  te 
Aiigshurg  in  het  jaar  1465  geboren  en  onder  anderen 
bekend  door  de  oude  Romeinfche  Reiskaart,  welke 
hij  bezat ,  en  welke  daarom  de  Tahula  Peutingerianct 
genoemd  wordt.  —  bilibald  perkhaimer.  Kei- 
zerlijk Raad  en  Raadsheer  te  Neurenberg  ^  waar  hij 
in  het  jaar  1470  geboren  was,  was  een  vrieild 
van  REUCHLIN,  en  heeft  zich  als  krijgman,  als 
ftaatsman ,  als  geleerde ,  en  vriend  der  Hervorming 
onderfcheiden ;  en  overleed  in  het  jaar  1530.  —  In 
Bohemeji  leefde  om  dezen  tijd  bohuslaw  hassen- 
stein,  Vrijheer  van  Lobkowits ,  overleden  in  het 
jaar  1510,  bekend  door  zijne  Latijnfche  Brieven, 
Redevoeringen,  en  inzonderheid  door  zijne  Gedich- 
ten. —  petrus  mosellanus,  welken  bijnaam  hij 
voerde ,  naar  een  Dorp  aan  de  Moezel ,  zijne  geboor- 
teplaats, in  het  Aartsbisdom  van  Trier  ^  eigenlijk 
PIETER.  SCHADE,  ouderwecs  van  het  jaar  1515  de 
Griekfche  Letterkunde  te  Leipzig,  maar  overleed 
reeds  vroeg  in  den  ouderdom  van  31  jaren. 
joArcKES  Doch  onder  alle  Dtiltfchers  hebben  reuchlin  en 
ERASMUS,  in  het  laatfte  der  XVde  en  het  begin  der 
XVIde  eeuw  zich  bijzonder  verdienflelijk  gemaakt. 
De  eerde,  joannes  reuchlin,  ook  capnio  ge- 
noemd, welken   Griekfchen  naam  eeue  vertaling  van 

■  zij- 


REUCII 
LIN. 


GESCHIEDENIS.  175 

zijnen  Duitfchcn  reuchlin,  hermolaus  barba-       V 
RUS  hem  in  Italië  gegeven  had,  zag  in  het  jaar  1455    °°^^ 
het  eerde  levenslicht  te  Pforzheim  in  het  Markgraaf-  iioofdf!. 
fchap   Baden ;  wegens    zijne    bcvalh'ge    ftern    in   het  'ia  C.  G, 
zingen,  kreeg  hij,    zeventien  jaren   oud   zijnde,  een  J^^^^  °^^* 
ambt   als   Hofzanger  aan   het   Hof  van  den  Mark-  ■ 

graaf.  Hij  ging  vervolgens  naar  Parys  ^  waar  hij 
zich  in  het  Grieksch  en  in  de  Godgeleerdheid  oefen- 
de, te  Bazel  ontving  hij  in  het  jaar  1474  de  waar- 
digheid van  Magister^  en  fchreef  hier  het  cerfle  La- 
tijnfche  Woordenboek  in  Duïtschland^  onder  <\qi\ 
tijtel:  Breviloquus,  Na  het  jaar  1479  oefende  hij 
zich  te  Orleam  en  te  Poitiers  in  de  Regtsgeleerd- 
heid,  in  welke  hij  Licentiaat  v^^erd;  vervolgens  te 
Tiibingen  Doctor  in  de  Regten,  waar  na  hij  een 
bezig  leven  aanvaardde  en  Zaakwaarnemer  (^Procu- 
reur') werd.  Met  den  Graaf,  naderhand  eerden 
Hertog  van  Wurtenherg ,  e  eer  hard  met  den  Baard  ^ 
kwam  hij  te  Rome^  waarna  hij  door  dien  Vorst  ge- 
zonden werd  aan  Keizer  maximiliaan  I;  andermaal 
in  Italië  gekomen,  kwam  hij  in  kennis  met  de  Ita- 
liaan fche  Geleerden.  In  het  jaar  1492  reisde  hij 
tnet  Graaf  eberhard  naar  Keizer  frederik  UI 
naar  Lintz;  deze  Keizer  verhief  hem  in  den  Adei- 
ftand ,  en  benoemde  hem  tot  zijnen  Raad,  Te  Lintz 
werd  hij  door  den  Keizerlijken  Lijfarts  en  Ridder, 
den  Jood  jacob  jechiel  loans  verder  in  de  He- 
breeuvvfche  Taal  onderwezen.  Na  den  dood  van 
ziinen  begunltiger  Graaf  eberhard  ,  zag  hij  zich 
genoodzaakt  het  Wurtenherg  fche  te  verlaten  en  zich 
naar  Heidelberg   te    begeven,    alwaar  hij  van  den 

Keur* 


17Ö  K  E  il  K  E  L  IJ  K  E 

V  Keurvorst  van  den  Paltz  gunftig  ontvangen ,  en  als 
^°^^  zijn  gevolmagtigde  naar  Kome  gezonden  werd,  waar 
Hoofdft.  hij  zijne  kundigheden  in  het  Grieksch  door  het  on- 
na C.  G.  dervvijs  van  argyropulus  en  in  het  Hebreenwsch 
tot  1^17  ^^*-"'-  ^^^  J'^^^  ABDiAS  vermeerderde.  In  het  jaar 
*■  1502  werd   hij    tot   een   der   drie    Regters  van    het 

Zwahifche  Verbond  verlcoren,  welke  de  twisten  tus- 
fchen  de  Vorften  en  Leden  van  dit  Verbond  naar 
de  Wetten  beflisten ;  maar  als  Hertog  ulrich  van 
Wiirtenberg  door  dit  Verbond  in  het  jaar  1519  uit 
zijti  land  verdreven  werd,  week  reuciilin  naar 
Ingolflad^  alwaar  hij  door  Hertog  willem  van 
Beyeren  in  het  jaar  1520  aangefteld  werd  tot  open- 
baar Leeraar  in  de  Griekfche  en  Hebreemvfche  ta- 
len; maar  tot  denzelfden  post  naar  Tubingen  beroe- 
pen zijnde,  nam  hij  dit  beroep  aan,  doch  overleed 
in  het  jaar   152 1  te  Stut  gard. 

Onder  de  Leerlingen  van  reuchlin,  was  zijn 
neef  bielanchtiion,  welken  Griekfchen  naam  hij 
aan  dezen  gegeven  had  voor  zijnen  Hoogduitfchen 
scHWARTZERD  —  Het  gewigtigfte  AVetk  van  reuch- 
lin is  eene  Hehreeuwfche  Spraakkunde  en  Woov 
denboek ,  met  het  opfchrift :  de  rudimentis  Hebrat-' 
cis  Libri  tres,  In  een  ander  Werk:  de  accent ibus 
et  orthographia  Lingua  Hebraicce  heeft  hij  de  He- 
hreeuwfche accentuatie  het  eerst  op  eene  regelmatige 
wijze  voorgedragen.  Jammer  was  het,  dat,  dewijl 
hij  het  Hehreeuwsch  van  Joden  leerde,  hij  verfchei- 
dene  vooroordeelen  van  deze  Natie  overnam,  bij 
voorbeeld  van  de  bijzondere  heiligheid  der  Hehreeuw- 
fche Taal;  ook  was  hij  zeer  ingenomen  met  de  '^ood- 

fchi 


GESCHIEDENIS.  177 

/che  Kabbala  of  Sijmbolüche  en  geheime  Wijsbegeerte       V 
'óer  Joden ^\WQ\ke  hij  met  de Gr/V/(yc/^i? Wijsbegeerte  en     '^^J^ 
zelfs  met  den  Christelijkeii  Godsdienst  zocht  te  ver»  Hoofdfl. 
eenigen ;  doch  wel'ie  hem  tevens  te  veel  deed  opheb-  ^^  C.  G* 
ben  met  de  natuurlijke  Tooverkunde  en  Starrenwig-  roc^i^^y 

chelarij.    Doch  daartegen  heeft  reuciilin  met  re^t  — • 

den  lof  van  geleerdheid  en  van  den  herlteller  der  He- 
breeuwfche  Spraakkunde,  enz.  welke  zijne  'J'ijdge- 
nooten  hem  gegeven  hebben.  Inzonderheid  is  hij 
vermaard  geworden  door  zijne  verdediging  der  Jo- 
den, tegen  de  woelingen  van  joan  pfefferkorn, 
eenen  gedoopten  Jood,  en  der  Keiüfche  Godgeleer- 
den, de  Dominikanen,  die  een  gebod  .hadden  v^reten 
te  bewerken  van  dew  Keizer,  om  den  Talmud  en 
andere  Boeken  der  Joden  te  verbranden,  waartegen 
REUCHLiN  deze  Boeken  in  zijne  befcherming  nam, 
in  eene  verhandeling :  Of  men  den  Joden  hunne  boe* 
ken  ontnemen  en  die  verbranden  zou?  u-aartegen 
PFEFFERKORN  in  het  jaar  151 1  een  Werk  uitgaf  vol 
fcheldwoorden ,  hetwelk  hij  zijnen  Handfpiegel  noem- 
de, maar  hetwelk  reuchlin  in  zijnen  Oogenfpiegel 
beantwoordde,  waarin  hij  pfefferkorn  van  vier 
en  dertig  onwaarheden  overtuigde.  Nu  werd  de 
ftrijd  heviger.  De  Godgeleerden  te  Keulen  droegen 
aan  eenen  onder  hen,  arnold  van  tongeren,  op, 
om  te  onderzoeken ,  of  men  hem  niet  als  een'  Ket« 
ter  behandelen  moest.  Nu  verloor  reuchlin  uit 
vrees  voor  de  Inquijïtie  zijnen  meed,  en  fchreef 
eenen  vlcijenden  Brief  aan  arnold  ,  verklarende  alles 
t£  gelooven,  wat  de  Kerk  geloofde,  en  ook  zijne 
Uitleggingen  over  den  Bijbel  aan  de  witfpraken  der 
XV,  Deel.  M  Kerk 


173  K  E  R  K  E  L  Ij  K  E 

\ 

V       Keik  te  onderwerpen.     Maar  de  Godgeleerden  eisch- 

BOEK  jgj-,^  jjjgj.  bedreigingen,  dat  hij  zijnen  Oogenfpiegel 
lïoofdft.  lierroepen  zou.  Nu  vatte  REucHLir^  weder  moed , 
na  C.  G.  en  gaf  eene  verklaring  uit,  in  vvtllie  liij  wel  het  een 
itoM^i/"  c"^"der  verzachire 5  maar  zijne  tcgenftreevers  te  gelijk 
^  ■  duchtig  vvederlcide;  deze  daartegen  gaven  in  het  jaar 
J512  drie  en  veertig  ftellingen  uit  zijne  fchriften  in 
druk,  welke  zij  als  ergerlijk  en  aanftootelijk  teeken- 
den j  zij  werden  door  reüciilin  wederlegd  in 
eene  fcherpe  verdediging  in  het  jaar  1513  aan  Keizer 
MAXiMiLiAAN  gerigt,  in  welke  hij  hen  op  eene  he- 
vige wijze  doörftreek,  noemende  pfilfferkorn  een 
vergiftig  beest,  een  aartsfchurk  {Trifurcifer ,^  voor 
wien  geene  ftrafFe  te  hard  was.  De  Godgeleerden  te 
Keulen  vergeleek  hij  met  paarden  en  muilezels,  die 
^maar  één  voeder  aten,  haver  en  ftroo,  en  zich  dus 
met  één  leerrtuk  vergenoegden ,  dat  zij  in  haast  van 
buiten  hadden  geleerd.  Hij  vergeleek  hen  met  zwij- 
nen ,  die  zich  in  hunnen  eigenen  drek  wentelen ,  en 
de  parelen  van  anderen  met  voeten  treden ;  of  liever 
met  looze  vosfen ,  die  zich  van  drogredenen  bedien- 
den; met  verfcheurende  wolven,  en  erger  dan  Ara- 
bifche  leeuwen.  Hij  wil  hen  niet  meer  Theologie 
muar  Theologhta^  Theofophista  ^  en  wegens  hunne 
lasterzucht  Diahologi  genoemd  hebben,  reuchlins 
vrienden  zelve,  en  onder  die  erasrius,  hoe  zeer 
zij  zijne  zaak  billijkten ,  keurden  echter  ^tzt  hevig- 
heid van  fchelden  af,  maar  hij  verdedigde  zich  daar 
mede,  dat  zijne  eer  beledigd,  en  dat  de  befchuldi- 
ging  van  Ketterij  ook  voor  een  bedaard  man  onver- 
dragelijk  ware, 

'  Thans 


GESCHIEDENIS.  17^ 

Thans  vereenigden  zich  alle  Geleerden,  en  allen,       V 

die  de  Geleerdheid  beminden ,  ten  voordeele  van  reu-     ^°^* 

CHLiN,  en  men  twistte  niet  langer  over  de  Boeken  Hoofdfl. 

der  Joelen^  maar  of  domheid  en  barbaarschheid  nog  '"  C.  G, 

langer  de  plaats  van  echte  Geleerdheid  bekleden  zou-  I^^'"^°73* 
^                                                                                    toe  15^7» 
den?     En   deze  ftrijd    werd  zoo    algemeen  en  met  -' 

zoo  veel  nadruk  gevoerd,  dat  zij  niet  weinig  heeft 
toegebragt,  om  de  Kerkhervorming  ingang  te  doen 
krijgen,  en  overal  te  doen  aannemen. 

Voor  de  Godgeleerden  te  Keulen  was  niets  meef 
overig,  dan  de  weg  van  geweld,  jakob  van  hoog» 
STRATEN,  openbaar  Leeraar  der  Godgeleerdheid j 
Prior  der  Domimkanen  en  Kettermeester  (^Inejiiijitor 
hceretkce  pravitatis ^')  verzeld  van  velen  van  zijne  or- 
de, begaf  zich  naar  Ments ,  en  fpande  daar  eene 
regtbank,  voor  welke  reuchlin  wegens  zijnen 
Oogenfpiegel  gedaagd  werd.  reuchlin  zond  eenen 
Zaakgelastigden,  die  zijnentwege  hoogstraten  ,  als 
een  partijdig  Regter  verklaarde,  en  zich  vervolgens 
op  den  Paus  beriep,  hoogstraten  leide  nu  wel 
zijn'  post  als  Regter  neder ,  maar  gaf  denzelven  over 
aan  twee  Geestelijke  Raden ,  die  op  zijne  zijde  wa- 
ren, met  welke  reuchlin  even  min  te  doen  wilde 
hebben.  Dezen  singen  echter  voort,  en  vonnisden, 
dat  zijn  Oogenfpiegel  oijenliik  verbrand  zou  worden; 
doch  het  üom kapittel  te  Mentz  bragt  een  uiiftel 
van  de  voltrekking  van  dit  vonnis  te  weeg ,  tot  dat 
REUCHLIN  in  perfoon  zou  komen;  hij  kwam,  maar 
beriep  zich  van  dit  vonnis  op  den  Paus;  en  als  de 
Regters  echter  wilden  voortvaren,  en  den  12  Octo- 
ber  van  het  jaar  151 3  bepaald  hadden,  om  het  von* 
M  2  lii^ 


i8o  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       nis  te  voltrekken,  verfcheen  *er  een  bevel  van  derf 
BOEK     Keurvorst  van  Mentz,    om  daarmede  eene  maand 
Hoofdft,  la"g  te  wachten. 

na  C.  G,  LEO  X ,  een  Paus ,  die  de  Geleerden  beminde , 
^^^"^j'l' nam  het  beroep  van  reuchlin  aan,  en  gaf  last  aan 
■  II.  den  Bisfchop  van  Spier s ,  om  deze .  zaak  op  nieuw 
te  laten  onderzoeken ;  intusfchen  gingen  de  Inquiji' 
teurs  te  Keulen  voort,  en  lieten  in  het  jaar  1514 
è^tw  Oogenfpiegel  openlijk  verbranden,  en  zelfs  hun 
vonnis  door  pfefferkorn  te  Mentz  aan  het  Bis- 
fchoppelijk  Geregtshof  aanplakken.  Doch  de  Reg- 
teis  door  den  Bisfchop  van  Spiers  gevolmagtigd , 
veroordeelden  hoogstraten,  en  leiden  hem  een  eeu- 
wig flHzwijgen  over  deze  zaak  op,  fpraken  reuch- 
LiNs  Boek  van  onregtzinnigheid  vrij ,  en  verwezen 
HOOGSTRATEN  om  vooF  de  kosten  van  dit  geding, 
honderd  en  elf  Rhijiifche  goudguldens  te  betalen, 
doch  aan  4eze  uitfpraak  bekreunden  zich  de  Inqui- 
fiteurs  niet,  waarom  reuchlin  zich  op  nieuw  aan 
den  Paus  wendde,  met.  verzoek,  om  deze  zaak  eens 
voor  al  beflisfend  af  te  doen.  Dit  verzoek  werd  door 
den  Keizer  en  andere  Vorften ,  en  drie  en  vijftig  Zwa- 
hifche  Steden  onderfteund ;  maar  de  Godgeleerden ,. 
die  alom  van  dit  verfchil  zich  eene  gemeene  zaak 
maakten ,  vuisten  de  behandeling  dezer  zaak  te  Rome 
te- .  rekken ,  en  zouden  ze  nog  langer  gerekt  hebben  , 
indien  niet  de  vermaarde  en    krijgshaftige   Edelman 

FRANS    VAN    SIKKTNGEN,   CCn    Vricud  VaU  REUCHLIN  » 

de  Godgeleerden  van  Keulen  door  bedreigingen  in 
het  jaar  1520  genoodzaakt  had,  de  bovengemelde 
fom  aan  reuchlin  te  betalen,  en  te  beloven,  dat 

zy 


GESCHIEDENIS.  iSi 

tl)  bij  den  Paus,  op  hunne  kosten,  en  zonder  reu-       V 

CHLiNS  eer  te  krenken ,  bewerken  zouden,  dar  deze     ^^^-^ 

geheele  twistzaak  te  niet  gedaan  en  onderdrukt  werd.  Hoofdft. 

Veel   deed   deze    twist  ,   en   de   gelukkige   uitflng  na  C.  G. 

derzelve,  om  de  gemoederen  in   DuHschland  te  be- ^^^'^'^''^ 

in-,  tot  1517 

reiden  tot  net  gunftig   beoordeelen   der   Kerkhervor- . 

ming  door  luther.  ten  zelfden  tijde  ondernomen, 
welke  juist  van  de  zijde  van  diezelfde  Dominikan 
nen  ^^n  hevigflcn  tegenftand  ondervond ,  die  door 
REucHLiN  en  zijne  vrienden  in  hunne  naaktheid  en 
fchande  zoo  zeer  waren  ten  toon  gefteld ,  hoewel 
de  zaak  der  Hervorming  in  der  daad  van  dezen 
handel  met  reuchlin  zeer  onderfchciden  was.  lu- 
ther zelve  wenschte  in  het  jaar  1518  reuchlim 
in  eencn  Brief  geluk ,  dat  God  hem  gebruikt  had  to 
herrtel  der  zuivere  Godgeleerdheid,  en  tot  vernede- 
ring der  Sofistifche  Dwingelandij;  het  had  hem, 
voegde  hij  'er  bij,  flechts  aan  gelegenheid  ontbro- 
ken ,  om  zich  voor  hem  te  verklaren ;  maar  met  zij- 
ne gebeden  en  wenfchen  had  hij  hem  altijd  blige- 
ftaan;  thans  vielen  hem,  zijnen  navolger,  de  tanden 
van  denzelfden  B^hemoth  aan,  die  van  hem  zoo 
fchandelijk  ten  toon  gefteld  waren;  lüj  verdedigde 
zich  daartegen  wel  met  veel  minder  begaafdhcJen  en 
geleerdheid ;  maar  toch  met  even  zoo  veel  vertrou- 
wen, als  REUCHLIN. 

Onder  de  menigvuldige   Schriften,   die,   bij   gele-  Epistol» 
genheid  van  deze   zaak  van  reuchllm  het  licht  ge    Obfcuro- 
zien  hebben ,  deed  geen  een  aan   zijne  partijen   zoo  [°J[JJ51  ^^" 
groot   nadeel  als   de   Epistolce  Obfcuroriim  rirorum ,  ulrich 
( Brieven  van  duistere  of  onvermaarde  mannen  .'^  die  ^^^  "^^' 

^  -  ,  ■^  TEN, 

^J  3  het 


183  KERKELIJKE 

V        het  eerst  omtrent  het  jaar  1517  gedrukt  werden.    In 

BOEK     deze    Brieven ,    die   meest  allen    aan    den    Magister 
II  ** 

Iloofdft.  ORTuiNus  GRATius  gefclireven   zijn,  eenen  openba- 

na  C.  G.  ren  Leeraar  te  Keulen^  worden  de  tegenpartijen  van 

Jaario73  reuchlin  door  verdichte  Brieffchriivers  in  het  Kloos- 

tot  15 17 

-  ter-   en  iMoiiniken  -  Latijn ,    aan    de    Monniken    en 

Geestelijken  van  die  tijden  eigen,  hoewel  wat  over- 
dreven, befpot,  door  gewaande  klagten  over  de  we- 
reldfche  Dichters  en  Juristen,  door  het  opwerpen 
van  onnozele  en  nuttelooze  vragen,  door  voorbeel- 
den van  hunne  onwetendheid,  ligtgeloovigheid  en 
bijgeloof,  en  door  ergerlijke  tooneelen  uit   het  leven 

van    HOOGSTRATEN,     PFl-FFERKORN      eUZ.  ,     WaHrbij 

ORTUiNus  GRATIUS  zelve  niet  verfchoond  wordt. 
De  ware  opftel.'ers  dezer  Brieven  hadden  alles  zoo 
gelukkig  uitgevoerd,  dar  erasmös  ons  verhaalt  (*), 
dat  in  het  eerst  de  Dominikanen  en  FrancUknnen 
in  Engeland  geloofden,  dat  deze  Brieven  wezenlijk 
tot  hun  voordeel  en  tot  befchimping  van  reuchlin 
aan  den  Magister  ortuinus  gefthreven  waren; 
zelfs  had  een  Prior  der  Dominikanen  en  Leeraar  der 
Godgeleerdheid  in  Braband,  in  zijne  eenvoudigheid, 
ten  einde  zijnen  ijver  te  toonen,  eene  menigte  af- 
drukfels  van  deze  Brieven  gekocht ,  en  aan  de  voor- 
naam ften  van  zijne  orde  ten  gefchenk  gezonden.  Maar 
de  Ouitfche  Bedelmonniken  waren  zoo  dom  niet , 
en  bragten  het  fpoedig  zoo  ver,  dat  leo  X  in  een 
bijzonder  Breve  gebood,  dat  wie  deze  Brieven  lan- 
ger dan  een*  dag,  nadat  hem  dit  bevel  bekend  was 

gCH 

(*)  Epist.  Libr,  XXII.  Ep,  l\.  p.  i\9S7 


GESCHIEDENIS.  183 

geworden,   zou  hoii:^cn ,  zonder  ze-  te  verbranden,       V 
in  den   ban   zou   zijn,  van   welken  alleen   de  Paus     ^^^^ 
hem ,  in  het  uur  des  doods ,  zou  kunnen  ontbinden.  Hoofdft. 
Maar  dit  gebod  was  vergeefsch   en   kon  de  verbrei-  "^  C.  G. 
dinff  dezer  Brieven  en  den  indruk,  welken  zij  maak- •;''  ,.;^* 
ten ,  niet  beletten  ;  de  Bedelmonniken  en  allerlei  ibort  » 

van  Godgeleerden  werden  aan  de  befpotting  van  allen 
blootgefteld ,  en  de  Schoolgeleerden  kregen  daardoor 
den  laatlten  ftoot,  terwijl  nadenkende,  moedige  en 
vernuftige  lieden  de  Hervorming  des  te  gereeder  aan- 
namen. 

In  de  eeuw,  toen  deze  Brieven  te  voorfchijn  kwa- 
men ,  en  nog  lang  daarna ,  werden  zij  aan  reuchlin 
en  fomtijds  ook  aan  eenigen  van  zijne  vrienden  toe- 
gefchreven.  Zoo  veel  is  zeker,  dat  meer  dan  een 
Geleerde  van  dezen  tijd  'er  aan  gewerkt  hebben; 
doch  de  voornaamlle  Opftelkrs  dezer  Brieven  waren 

CR.OTUS  RUGIANUS  eU  ULRlCil  VAN   HUTTEN.     ERAS- 

Mus  gewaagt  nog  van  eenen  derden,  maar  zonder 
hem  te  noemen,  omtrent  wien  men  gegist  heeft  op 

HERMAN   VAN   DEN   BUSCHE. 

CROTUS  RUBiANus  heette  eigenliik  jan  jager, 
maar  had ,  naar  de  gewoonte  dier  tijden  zijnen  naam 
dus  overgebragt,  omdat  hij  te  Dornhdm  'm  Thiirin- 
gen  geboren  was.  Hij  was  federt  het  jaar  15 15  Pro- 
fesfor  te  Erfurt  ^  en  ddn  der  eerfte  aanhangers  van 
LUTHER ;  maar  die  zich  door  de  voordeelige  gees- 
telijke ambten,  welke  de  Keurvorst  \2iVi  Mcntz  hem 
aanbood,  liet  bekooren,  om  tot  de  Roomfche  Kerk 
terug  te  keeren;  deze  een  goed  kenner  der  Ouden, 
en  vol  verachting  tegen  de  Godgeleerden  en  Monni- 
M  4  ken 


184  K  E  R  K  E  L  JJ  K  E 

V  ken  van  zijnen  tijd,  vereenigde  zich  met  zijnen  vriend 
BoeK      HUTTEN,  om  Iicn  te  befpotten  en  te  hekelen,   het- 

Hoofdfl.  ^v^'k  zij  in  deze  Epistolce  Obfcurorum  vironim^  en 

na  C.  G.  in  andere  Schimpfchriften  deden. 

jQj'     j^'      ULRiCM  VAN  HUTTEN  damde  uit  een  oud  adelijk 

■■  gedacht  in  Frankeuland  af,  en   kwam  in   het  jaar 

148S  op  den  burg  Steckelberg  aan  den  Mein ,  eenige 
mijlen  van  Fulda,  ter  wereld.  In  zijn  elfde  jaar  zond 
men  hem  naar  het  Klooster  Fulda ,  om  daar  eens  als 
Monnik  te  leven.  Doch  in  het  jaar  1504  verliet  hij 
Jiet  Klooster  heimelijk ,  en  begaf  zich  naar  Keulen , 
waar  hij  kennis  kreeg  aan  de  oude  talenten  Schrij- 
vers, maar  als  zijn  Leermeester  joannes  rhugius 
/ESTiCAMPiANUS  vau  de  Keulfche  Godgeleerden  ver- 
dreven werd ,  verzelde  hij  dien  in  het  jaar  1506  naar 
de  nieuwelings  gedichte  Hoogefchool  te  Frankfort 
aan  den  Oder ,  alwaar  hij  de  waardigheid  van  B;Iees' 
ter  ontving,  en  fpoedig  uiimuntte  als  een  bekwaam 
Latijnsch  Dichter.  Vervolgens  zworf  hij  in  het 
Noorden  van  Dultschland  om;  in  het  jnar  151 2  was 
hij  te  Paria ,  arm  en  behoeftig  gekleed ,  en  met  eene 
ziekte  beladen ,  die  men  toen  onbefchroomd  en  open- 
lijk noemde,  maar  thans  des  te  meer  zoekt  te  ver- 
zwijgen ,  evenwel  was  hij  de  lieveling  van  velen  om 
zijne  Latijijfche  Gedichten.  In  het  jaar  1513  werd 
hij,  uit  armoede,  foldaat,  en  leed  ook  in  het  vol- 
gende jaar  veel  ellende,  eitelwolf  van  Stein^  eer- 
ile  Staatsdienaar  van  albert  van  Brandenburg^ 
Keurvorst  van  Bïentz ,  prees  hem  bij  zijnen  Heer  aan , 
maar  deze  zijn  begunftiger  flierf  reeds  in  het  jaar 
1513.    hutten  in  zijn   vaderland   terug   gekeerd, 

had 


G  E  S  C  II  I  E  D  E  NM  S.  iV>$ 

Tiacl  in    dit  zelfde  jaar  moeds   genoeg,   om   Heriog       V 

ULRicK    van  f'Furteiiberg  ^   die  eenen    zijner   nabe-     "^"^j 

baanden  met  eigene  handen  vermoord  had ,   in  ver-  Hoofdft. 

fcheidene  Reden  en    Gedichten   als  een  laaghartigen  "^  ^'  ^• 

]a^rio73. 
dwingeland  ar  te  fchilderen.  tot  15 17. 

Omtrent  dezen  tijd  nam  hij  ook  deel  in  de  twis- 

ten  van  reuchlin  met  de  Dominikanen  van  Keu' 
ien,  en  fchreef  in  het  jaar  1515  een  dichtfluk : 
Trïumphus  Capnionis ,  in  lietwelk  hij  den  Inqtiïfiteur 
HOOGSTRATEN  dus  cii^enaardig  afbeeldt:  „  Men 
mag  fpreken  van  den  godsdienst;  van  waarheid  of 
valschheid ,  van  regt  of  onrcgt ,  hij  zal  altijd  fchreeu- 
wen :  ten  vure  !  ten  vure !  Hi]  is  geheel  vuur ,  vreet 
vuur,  zijn  hart  is  uit  gloeijende  kolen  zamengefleld; 
maar  offchoon  hij  enkel  vuur  fpuwt,  de  eenige  cap- 
Nio  heeft  hem  gekluisterd."  In  het  jaar  1516  reis- 
de hij  met  eenige  jonge  Edellieden  naar  Rome  ^  om 
daar  zich  in  de  Regten  te  oefenen.  Een  gelukkig 
gevecht  met  vijf  Franfchen ,  die  op  den  Keizer  ge- 
fchimpt  hadden ,  noodzaakte  hem ,  naar  Bologna  te 
gaan,  van  waar  hij  reuchlin,  die  in  zijn'  ftrijd 
met  de  Monniken  begon  te  vcrflaauvven ,  nieuwen 
moed  inboezemde.  In  het  jaar  151 7  in  Dultschland 
terug  gekeerd,  werd  hij  aan  den  Keizer  aangepre- 
zen, die  hem  in  tegenwoordigheid  van  zijn  gcheele 
Hof  den  Dichterlijken  Lauerkrans  opzette. 

In  dat  zelfde  jaar  1517  begon  hutten  den  Paus 
zei  ven  aan    te  tasten.     Hij  liet  de  verhandeling  van 

LAURENTIUS    VALLA  OVCt  dc  giftC   Van    KONSTANTYN 

den  Grooten  drukken ,  waar  hij   eene  opdragt  voor 

plaatfte  aan  Paus  leo  X   in  eerbiedige  en  vleijende 

M  5  be- 


i8ö  KERKELIJKE 

V  bewoordingen,  maar  in  welke  hij  tevens  al  de  voor» 
BOEK  gaande  Paufjii  mee  de  zvvartde  lileuren  affchilderde; 
Hoofdd.  "^oor  welke  vleijende  opdragt  hij  dit  Boek  zelfs  de 
na  C.  G.  ijverigfte  vereerders  van  het  Roomfche  Hof  in  han- 
tot  i<cn*  ^^"  fpeeldc,  en  tevens  zijn  oogmerk  volkomen  be- 
■  reikte  om  de  Paufen  ten  toon  te  ftellen. 

Van  dien  tijd  af  behandelde  hutten  het  Room» 
fche  Hof  zonder  eenige  verfchooning  in  zijne  Punt- 
en Hekeldichten  en  andere  Gefchriften,  de  meesten 
van  welke  ook  gevonden  worden  in  eene  verzame- 
ling van  Hekeldichten  op  de  Paufen ,  derzelver  Hof, 
Geestelijkheid  en  Kerk,  door  coelius  secundus 
cuRio  bezorgd  in  het  jaar  1544  in  twee  Deelen  in 
Octavo  (Fasquilïorum  Tornt  duo.')  In  het  jaar  1520 
gaf  HUTTEN  onder  anderen  uit  zijne  Trias  Romana^ 
een  gefprek  tusfchen  hem ,  zijnen  vriend  ehren- 
HOLD ,  en  eenen  Reiziger,  vadiscus,  in  hetwelk 
deze  laatfte,  van  Rome  terug  gekomen,  telkens  drie 
gelijkvormige  onderwerpen  in  zijne  gedane  waarne- 
mingen zamenvoegt ,  bij  voorbeeld :  Drie  dingen  hou- 
den Rome  in  zijne  waardigheid:  de  overblijffels  der 
Heiligen,  de  Paus  en  de  Aflaten;  drie  dingen  brengt 
men  gemeenlijk  van  Rome  mede :  een  kwaad  gewe- 
ten, een  bedorven  maag,  en  een*  ledige  beurs;  drie 
dingen  gelooft  Rome  niet :  de  onflerfelijkheid  der  zie- 
le, de  opftanding  der  dooden,  en  de  Hel  met  de 
Duivelen;  Rome  drijft  handel  met  driederlei  waren: 
met  CHRISTUS  ,  met  geestelijke  waardigheden  en  met 
vrouwen;  en  dergelijke  meer. 

Het    was    zonderling,    dat   hutten    foortgelijke 
Schriften  te  Mentz  durfde  laten  drukken,  onder  het 

oog 


GESCHIEDENIS.  1^7 

oog  van  den  ccrflcn  Geestelijken  Keurvorst,  ALBEP^.T       V 
van  Brnj7dc:ihurg ,  die  omtrent  even  dartel  leefde  als     ^^^^ 
LEO  X;   en   die  onlangs  van  den   Paus  de  volmagt  noofdlT. 
gekrti^en  had,  tot  het  beduren  van  het  Pausfelijk  Af-  "^i  C.  G, 
laatprediken   in   Duitschland.      Maar    hutten    was  ^^^  j^^^] 
in  het  jaar  15 18  in  deszelfs  Hofdienst  getreden,  en  '■■ 

werd  van  den  Keurvorst  geacht,  doch  heel  fpoedig 
had  HUTTEN  een'  tegenzin  tegen  het  Hof,  en  ver- 
kreeg daarom  in  15 19  zijn  ontflag.  Ook  beklaagde 
de  Paus  zich  in  1520  bij  al  bert  over  zijne  Schrif- 
ten. Nu  verbond  zich  hutten  met  luther;  de 
Paus  begeerde  van  de  Duitfche  Vorflen ,  dat  zij  hem 
naar  Rome  zouden  zenden ,  maar  hoewel  hutten 
zich  eene  poos  op  een  Slot  van  zijnen  vriend  frans 
van  sikkingen  verborgen  hield,  kondigde  hij  ^fo. 
Paus  en  het  Roomfclie  H»f  volkomen  den  oorlog 
aan ,  den  Keizer  en  andere  Vorflen  aanfporende ,  om , 
ter  handhaving  der  Duitfche  Vrijheid  ,  de  wapenen 
op  te  vatten.  Ja  op  het  einde  van  het  Jaar  1520  had 
hij  zelfs  befloten ,  om  aan  het  hoofd  eener  krijgsben- 
de  op  het  Roomfche  Hof  los  te  gaan ,  en  in  het  vol- 
gendf  jaar  flnot  hij  tegen  de  liisfchoppen  en  Monni- 
ken een  verbond  met  een  groot  gedeelte  der  Rijks- 
ridderfchap;  maar  de  dood  overviel  hem,  in  het  jaar 
1523  in  den  bloei  zijns  levens  op  het  eiland  Ufnau 
in  het  Zuriger  meer. 

Hoe  koen  ook  deze  man  het  Roomfche  Hof  aan- 
getast, en  door  zijne  Hekelin  en  ook  den  invloed 
der  Monniken  en  Geestell  ken  hebbe  befnoeid ,  men 
gaat  echter  te  ver ,  wanneer  men ,  gelijk  fommigen , 
bevveeren  wil ,  dat  hij  luther  het  eerst  de  gedachte 

tot 


i88  K  E  R  K  E  L  -If  K  E 

V       tot  eene  Kerkhervorming  hcbbe  ingeboezemd ,  of  dat 

^^Y'      iet  van  de  eigenlijke  Geloofshervorming  van  luther 

HoofdJï,   ^^^  dezen  Frankifchen  Ridder  zij  toe   te  fchriiven. 

na  C.  G.  Doch  dit  behoort  tot  de  Gefchiedenis  der  Kerkher- 

7r:ario73. 

'     vorm  in"'* 
tot  15 17   *^* """--* 


ERASMUS,  het  groote  h'cht  onder  de  Geleerden 
DEsicE-  Yjjjj  j|g2e  eeuw,  verdient,  dat  wij  ook  eene  korte 
EuASMus.  levensfchets  van  hem  hier  plaatfen. 

GERRiT  of  GiïRHARD,  een  jong  Hollander  uit 
Gouda ^  in  later  jaren  een  Priester,  en  margare- 
THA,  de  dochter  van  eenen  Geneesheer,  waren, 
zonder  wettig  met  malkander  getrouwd  te  zijn,  de 
ouders  van  erasmus,  die  waarfchijnlijk  in  het  Jaar 
1467  te  Rotterdam  geboren  is.  Hij  heette  naar  zijn' 
Vader  gerrit  gerritszoon  ;  maar  naderhand  noem- 
de hij  zich  uit  het  Latijn  desiderius  ,  en  uit  het 
Grieksch  erasmus.  Tot  in  zijn  negende  jaar  Koor- 
»  leerling  van  de   Kathedrale  Kerk  te  Utrecht  geweest 

zijnde,  werd  hij  naar  de  School  te  Deventer  gezon- 
den, welke  alexander  hegius  thans  in  den  groot- 
ften  bloei  gebragt  had.  Aan  dezen ,  die  nog  in  zijn 
veertigfle  jaar  een  leerling  geweest  was  van  rudolp 
AGRicoLA  in  de  oude  Letterkunde,  had  erasmus 
de  gronden  van  zijne  kennis  derzelve  te  danken. 
Toen  hij  in  zijn  dertiende  jaar,  uit  hoofde  van  de 
pest,  Deventer  verlaten  moest,  zond  men  hem  in 
een  Leerfchool  van  Geestelijken  in  ^s  Hertogenbosch; 
die  hem  tot  het  Kloosterleven  zochten  te  bewegen, 
maar  wegens  zijnen  afkeer  van  hetzelve  deden  zij, 
geli-.k  ook  zijne  voogden ,  daartoe  vergeeffche  moei- 
te, tot  eindelijk  édn  zyner  Schoolvrienden  hem  over- 
haal' 


GESCHIEDENIS.  185 

haalde,   dat  hij,  in  het  jaar  14SÖ  in  het  Klooster       V 
der  reguliere  Kanunniken  te  Emaus  oï Stein  bij  Gou-     ^^eic 
da  giii^.     Hier  onderwees   hij   zijnen   vriend   in   de  [joofdH, 
geleerdheid  der  Ouden  ,   die   hij  met  hem  nog  meer  "^  C.  G. 
beoefende;  maar  ook   hier   mishaagde  hem    ccne  1^- J^'^      [^* 
venswijze,  die  niet  voor  zijne  ligchaams  zwakheid,  — 

noch  voor  zijnen  vrijen  en  wectgierigen  inborst  gefchikt 
was.  Uit  dezen  dwang  bevrijdde  hem  in  het  jaar 
1490  de  Cisfchop  van  Kameryk^  die  naar  Rowe  ftond 
te  reizen,  en  iemand  in  zijn  gevolg  begeerde,  die 
goed  Latijn  fprak  en  fclïreef.  Deze  reis  bleef  wel 
achterwege,  maar  de  Bisfchop  hield  erasmus  in 
zijn  huis,  waar  hij  zijne  Letteroefeningen  voortzet- 
te, en  in  het  jaar  1492  tot  Priester  gewijd  werd. 
Op  zijn  verzoek  liet  de  Bisfchop  hem  in  het  jaar 
1496  eene  reize  naar  Parys  doen,  ook  verzekerde 
hij  hem  van  een  jaargeld ,  maar  hetwelk  niet  betaald 
werd.  Alhoewel  erasmus  te  Parys  eene  vrije  wo- 
ning had  in  het  Kollegie  van  Moutaigu,  echter  werd 
hij  hier  zoo  ftreng  gehouden,  dat  zijne  gezondheid 
voor  zijn  geheele  overige  leven  leed,  ook  noodzaak- 
te hem  zijn  geldgebrek ,  jonge  lieden  te  onderwij- 
zen. Onder  dezen  waren  ook  eenige  rijke  Engel' 
fchen  ^  en  bijzonder  Lord  mountjoye,  die  hem  na- 
derhand, zoo  lang  hij  leefde,  jaarlijks  honderd  kro- 
pen betaalde.  Op  eene  reize  door  de  Nederlanden 
in  het  jaar  1497  werd  hij  bekend  met  de  Markgra- 
vin van  Fere^  dife  hem  insgelijks,  uit  hoogachting 
voor  zijne  geleerdheid  ,  een  dergelijk  jaargeld  fchonk. 
In  het  gemelde  jaar  deed  hij,  op  aanzoek  van 
MOUNTjOYE,  eene  reize  naar  Engeland,  alwaar  hij. 


ipo  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       met  aangename  verwondering  zag,  hoe  zeer  de  Klas- 

■^^'"     fieke  Letterkennis  daar  reeds  verfpreid  was.     In  het 

Hoofdft.  j^sr  1498    was  hij  weder  te   Parys ,   alwaar   hij   ge- 

m  C.  G.  loofde ,  op  de  voorbede  van  den  Heil.   genovefa  , 

Tflcirioy^ 

tot  i'jir*  Cof  GENE  vieve)  befchermheilige  van  Frankryk ,  van 

m  de  koorts  genezen  te  zijn.     Gaarne  had  hij  eene  rei- 

ze  naar  Italië  ondernomen ,  maar  het  ontbrak  hem 
aan  geld ,  zijnde  de  Markgravin  van  f^ere ,  door  om- 
ftandigheden  verhinderd,  om  hem  het  beloofde  jaar- 
geld te  voldoen. 

Omtrent  het  jaar  1487  gaf  erasmus  zijn  eerfle 
werkje  uit ,  de  contemtn  mundi ,  waarin  hij  nog  aan- 
dringt, om  de  wereld  te  verlaten,  door  het  aanvaar- 
den van  het  Kloosterleven  ,  evenwel  erkende  hij  reeds 
de  verbastering  der  Kloosters ,  en  ftond  toe ,  dat  men 
ook  in  eene  maatfchappij  van  deugdzame  Christenen 
godzalig  leven  kon;  in  een  aanhaiigfel  op  dit  werk 
noemde  hij  de  Kloosters  fcholen  der  goddeloosheid, 
in  welke  lediggang  en  weelde  heerschten;  waar  in 
velen  gebragt  werden  bij  geval,  andere  door  eenen 
mislukten  minnehandel,  andere  door  vrees  voor  on- 
weders,  door  eene  ziekte  of  levensgevaar,  door  bij- 
geloof of  onkunde  aan  het  eigenlijk  Christendom. 
Spoedig  nam  het  inzien  in  ^txi  verdorvenen  toefland 
der  Kerk  bij  erasimüs  zoodanig  toe,  dat  hij  reeds 
in  het  begin  der  XVIde  eeuw  de  dringende  noodza- 
kelijkheid eener  Hervorming  erkende.  Onder  zijne 
Brieven  leest  men  'er  eenen  ,  in  'het  jaar  1499  uit 
Pavj^  aan  thomas  grey  gefchreven  (*),   waarin 

hij 
(*)  Epht.  L.  VI.  Ep,  39. 


GESCHIEDENIS.  191 

hij  de  Theolngmtri  van  zijnen  tijd  dus  affchlldert:       V 
quorum  cerehelUs  nihil  putidius ,    lingiia   nihil  har-    ^^^* 
hariiis  ^  ingenio  nihil  flupidius  ^  doctrina   nihil  fj)i-  Hqq^^^^ 
ftojiits ,  moribus  nihil  asperius ,   vita  nihil  fucatiiis ,  na  C.  G, 
oratione  nihil  virulentius  ^  peet  ore  nihil  nigrius*     In  |''    °j2* 
het  jaar  1500  gaf  hij  zijne  Adagia^   of  verzameling  ■ 

en  verklaring  van  Grickfche  en  Romeinfche  fpreek- 
woorden  uit,  welke  raenigvuldigmalen  gedrukt  zijn. 
Ondertusfchen  deed  hij  weder  verfcheidene  geleerde 
reizen.  Te  Leuven  oefende  hij  zich  in  de  Godge- 
leerdheid onder  adriaan,  naderhand  Paus  adria- 
Nus  Vr.  In  Engeland  onderwees  hij  te  Camhridge 
de  Griek fche  taal  als  Profesfor,  in  het  jaar  1506,  en 
werd  daar  tot  Baccalaureus  der  Godgeleerdheid  be- 
noemd. In  dat  jaar  ging  hij  naar  ïtalie  ^  en  werd 
te  Turin  Doctor  'm  de  Godgeleerdheid.  Te  Boïogna 
ergerde  hij  zich  aan  de  prachtige  intrede  van  Paus 
jULius  II,  omdat  hij  die  met  de  eenvoudigheid  der 
Apostelen  vergeleek.  Hij  vond  in  Italië^  hoewel  hij 
'er  aan  vele  Geleerden  kennis  kreeg,  en  het  gebruik 
van  zeldzame  Handfchriften  bekwam,  den  toeftand 
der  wetenfchappen  en  kunden  niet  zoo  bloeijende, 
als  hij  verwacht  had.  Integendeel  ontmoette  hij  Ge- 
leerden ,  die  de  onfierfelijkheid  der  ziel  beflreden , 
en  anderen  te  Rome  zelve,  die  het  Christendom 
openlijk  lasterden.  Men  bood  hem  in  deze  hoofd- 
ftad  den  aanzienelijken  post  van  Pcenitentiarius  aan; 
maar  hij  haastre  zich  naar  Engeland  teru2;.  Hier, 
waar  hendrik  VIII  in  1509  den  troon  beklommen 
had,  die  de  Geleerden  achtte,  en  geloofde  zelve  de 
gdeerdheid  te  kennen,  met  wien  ook  er.asmus  brief- 

wis- 


J92  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       vvisfeling  had ,  beloofden  zijne  vrienden  hem  een  uk-' 
BOEK     ftekend  geluk,  maar  evenwel   had   hij  berouw,  dac 
Hoofdft.  ^^y  "^^^  ^^  Rome  gebleven  was.;  hij  bJeef  echter  ver- 
na  C.  G.  fcheidene  jaren  in  Engeland. 
Jaario73,      j^^  j^^^.  j^^^.  ^^^^  g^^  j^-j   ^y^^  EnchirlcUum  militis 

p  I  Christiani  in  het  licht,    met    welk    boekje    hij   ten 

hoofdoogmerk   had,   de   dwalingen  van  den  grooten 
hoop  te  bellrijden,   die  den  Godsdienst  in  kerkpleg* 
tigheden  en  meer  dan  Joodfche  naauwgezetheid  om- 
trent uitwendigheden  Helden ,  en  de  eigenlijke  God- 
zahgheid  verwaarlopsden.     Niet  duister  verwerpt  hij 
in  hetzelve  de  aanroeping  der  Heiligen :   „  Daar  zijn 
lieden,  fchrljft  hij,  die  zekere  .Heiligen  met  zekere 
plegtigheden  vereeren.     De  één  begroet  den  heiligen 
christoffel;  maaralleen  wanneer  hij  gezien  heeft, 
waar  het  beeld  van  denzeiven  zich  heen  wendt;  daar 
heen  namelijk,   dat  hij  zich  verbeeldt,  dat  hij  dien 
dag  voor  een'  kwaden  dood  beveiligd  zal   zijn;  een 
ander  aanbidt  zekeren  rochus  ,  en  waarom?  omdat 
hij  gelooft,  dat  deze  het  ligchaam  van  de  pest  be- 
vrijdt.    Een   ander  murmelt  de  Heil.  barbara  of 
ST.  JORIS  zekere  gebeden  voor,  opdat  hij  niet  in  de 
magt  van  zijne  vijanden   valle.    Deze  vast  ter  eere 
van  de  Heil.  apollonia;  opdat  hij  geene  tandpijn 
hebbe;  die  flaart  op  een  beeld  van  job,   omdat  hij 
daardoor  de  fchurft  hoopt  te  ontgaan;  velen  beftem- 
mcn  een  deel  van  hunnen  winst  voor  de  armen ,  op- 
dat hunne  fcbepen  en  goederen  op  zee  niet  veronge- 
lukken ;   anderen  ontfteken  voor  den    Heil.    hiero 
een  waschkaarsje,  om  het  gene  zij  verloren  hebben, 
weder  te  vinden.    Met  één  woord,  wij   houden  de 

Hei- 


GESCHIEDENIS. 


lp- 


Heiligen  bezig ,  naar  het   gene  wij  vreezen  of  wen-       v 

fchenj   de  Heil.  paulus  wordt  in  Frankryk  aange-     ^^^-^ 

•roepen,  om  te  doen  ,  het  gene  hiero  bij  ons  doet;  Hoofdfl. 

en  wat  de  Heil.  jacouus   of  joannes   in    het  déne  na  C.  G. 

land  vermoffen  ,   dat  kunnen  zij    in  het  andere   niet  J'''"''^°'^3. 
,  tot  1517. 

verrigteii.'      erasmus    oordeelt  heel  vrij,   dat  zulke  - 

gebeden,   die   niet   tot   christus   gerigt    zijn,   het 
Bijgeloof 'der  Heidenen   nabij  komen,   die  het  tiende 
gedeelte  hunner  goederen  aan   hercules  wijdden, 
om  rijk  te  worden;  of  aan  ^esculapius  eenen  haan, 
om  gezond   te   worden;    of  aan  neptunus    eenen 
ftier,  om  gelukkig  de  zee  te  kunnen  bevaren. 
-    In   het  jaar   1505  gaf  erasmus   de  aanmerkingen 
van  LAURENTius   VALLA  Ju   het  licht ;  eenc  fi:oure 
onderneming,  welke  hij  ook  n 00 dig" achtte  in  de  op- 
dragt   aan  den  Pausfelijken  Protonotarius   christof- 
PEL  FiscHER  tc  Verdedigen,  om  den  haat  der  God- 
geleerden af  te  weeren.     Kort  daarna  fchreef  hij  zijn 
Hekelfchrift  op   de   dwaasheden   van    alle    ftanden, 
(  Mwj'iöêj'  E^KW/L^öc ,  feu  lans  fluhitia  ^  lof  der  zot- 
heid , )    weJ   eigenlijk    tot  tijdvervirijf  op   eene   reize 
naar   Engeland^    maar   Hoor    zijne    vrienden    aangC" 
fpoord,  gaf  hij  het  "werkje  in  het  jaar   1508  in  druk 
uit.    Het  werd  van  allen ,  die  eenen  edelen  geest  had- 
den,  met   goedkeuring    ontvangen,   zelfs   van  Paus 
LEO  X.     Maar  wanneer  'er 'in    het  jaar   1517  eene 
kwalijk   gedaagde    en    met    willekeurige   bijvoegfelen 
vermeerderde  Franfche  vertaling  van  verfcheen ,  waar- 
door het  ook  in  handen  van  ongeleerden  kwam  ,  ver- 
hieven de  Godgeleerden  hunne  rtem  tegen  hetzelve, 
als  tegen  een  werk,  gevaarlijk  voor  den  Godsdienst, 
XV.  Deel.  N  ca 


194  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  en  ERASMUS  werd  'er  in  gefchriften  over  aangeval- 
BOEK  len.  Hij  verdedigde  zich  meesterlijk,  ook  Ichreef 
Hoofdft.  ^y"  vriend  thomas  morus  eene  verdediging  ten 
na  C.  G.  voordeele  van  dit  werkje ;  maar  de  partij ,  die  zich 
10^1^17  beledigd  voelde,  was  daardoor  niet  te  verzachten. 
■  Nog  na  den  dood  van  iüiasmus  ,  velde  de  Sorbonne^ 

die  al  bij  zijn  leven  zijne  Zanten fpr aken  ^  en  zijne 
Paraphrajis  van  het  Nieuwe  Testament  veroordeeld 
had ,  ook  in  het  jaar  1 546  over  den  Lof  der  Zot- 
heid  en  deszelfs  Schrijver  een  vonnis  van  veroordee- 
ling.  Zij  verklaarde  hem  voor  eenen  onzinnigen, 
die  God,  christus,  de  Maagd  maria  ,  de  wetten 
en  gebruiken  der  Kerke,  de  Godgeleerden  en  Mon- 
niken ,  gelasterd  en  befpot  had ;  volgens  hunnen  wil , 
behoorde  dit  Bock  van  geen'  Christen  gelezen  ,  maar 
onderdrukt  te  worden,  opdat  'er  niet  nog  meer  door 
hetzelve  tot  zotten  en  ketters  mogten  gemaakt  wor- 
den. ERASMUS  bekende  zelve  in  het  jaar  1518  in 
eenen  Brief  aan  eenen  Kardinaal  (*)  openhartig, 
dat  hij  misfchien  wat  te  vrij  gcfchcrtst  had. 

ERASMUS  bleef  in  Engeland  tot  het  jaar  1514. 
Maar  toen  volgde  ccne  beroeping  van  den  Aarts- 
hertog KAREL  van  Oostenryk  in  de  Nederlanden^ 
waarbij  hij  met  een  inkomen  van  400  gulden  tot 
Raad  benoemd  werd,  p.  servatius  ,  die  ten  de- 
zen tijd  Prior  was  van  het  Klooster  der  reguliere 
Kanunniken  te  Stein^  zocht  hem  tot  zijn  voorig 
verbliif  terug  te  trekken,  maar  erasöius  floeg  dit 
volftiekt  af,  en  hield  veel  eer  bij  den  Paus  om  een 

ge- 
(*;  Lib.  XI.  Ep.  I. 


GESCHIEDENIS.  195 

geheel  ontflag  van  zijne  Kloosterverbindtenis  aan ,  die      v 
hem  hetzelve  ook  om  niet  verleende.  boei^ 

Thans  begaf  zich  e  ras  mus  ,  van  alle  andere  be-  Hoofdrt. 
trekkingen  en  verbindtenisfcn  ontflagen,  naar  Bazel,  na  C  G. 
om  daar   in  eene  ftille   rust  zijnen  geleerden  arbeid  ^  r"^!^!^* 
voort  te  zetten ,  en  door  den  bekwamen  Boekdruk-  ■■ 

ker  joANNES  frobenius  zijne  Schriften  te  laten 
drukken;  en  nu  verfchenen  federt  het  jaar  1516  die 
menigvuldige  Werken  van  dezen  geleerden  man, 
welke  voor  de  uitleg-  en  oordeelkunde  des  Bijbels, 
bijzonder  van  het  Nieuwe  Testament,  voor  de  God- 
geleerdheid, voor  de  oude  Letterkunde,  en  de  wer- 
ken der  Kerkvaderen  zoo  voordeelig  waren,  en  zoo 
veel  licht  ontdoken  hebben.  Zijne  uitgave  van  den 
Griekfchen  Tekst  des  Nieuwen  Testaments  in  het 
jaar  1516  was  de  eerlte  van  allen ,  want  de  Compliu 
tenfifche  uitgave  was  nog  niet  in  openbaren  druk 
verfchenen;  kort  daarna  volgde  zijne  Paraphrajts 
Novi  Testamenti;  zijne  Methodus  compendio  perve- 
niendi  ad  veram  TheoJogiam ,  ook  genoemd:  Ratio 
ver<z  Theohgia;  zijn  Ecckfiastes  ^  five  de  ratione 
concionandi.  —  Zijne  {Jolloquia  fatniliaria  waren 
bovenal  zeer  gefchikt,  om  de  denkwijze  en  zeden 
van  zijnen  tijd  te  verbeteren ,  maar  werden  ook  van 
de  Geestelijkheid  en  van  de  Sorbonne  rijkelijk  ver- 
ketterd. 

Over  het  algemeen  was  erasmus  bij  de  Geestelijk- 
heid en  Monniken  zoo  zeer  gehaat,  dat  hij  al  zijn 
aanzien,  hetwelk  hij  bij  Vorften  en  zelfs  bij  Paufen 
bezat,  en  al  het  licht,  hetwelk  toen  Europa  op 
nieuw  begon  te  beftralen ,  noodig  had ,  om  de  euvele 
Na  ge- 


ip6 


KERKELIJKE 


tot  1517. 


V       gevolgen  van  dezen  haat  te   verhinderen.    Zijne  ont« 
^"^^'^     ftandigheden  waren  te  zorgelijker ,  omdat ,  terwijl  de 
Iloofdil,  driftige   aanhangers  der  oude  Kerk  hem  aanmerkten 
na  C.  Cl.  gig   egf,»  verrader  van   het  geloof  en  een'  vijand  der 
tot  K17' Geestelijkheid,  de  vrienden  der  Hervorming  hem  in« 
tegendeel  als   eenen  vreesachtigen    huichelaar  behan- 
delden.    Maar   dit  behoort   meer  tot    de  tijden,   in 
welken  de  Hervorming  reeds   meer  was  doorgedron- 
gen, waarom  wij  hier  befluiten,   met  'er  alleen .  bij 
te  voegen,  dat  erasmus   zijn   verblijf  te  Bazel  ge- 
houden heeft  tot  het  jaar   1529,   maar  wanneer  in 
dat  jaar  de  Hervorming  in  die  (iad  werd   ingevoerd, 
begaf  bij  zich  naar  Fryburg  in  het  Brisgaufche;  hoe- 
wel  hij  op  eene  reize  naar  Bazel  in  het  jaar  1536 
toch  in  die  (lal  overleden  is. 

In  Frankryk  was  de  oude  Letterkunde  reeds  in 
het  midden  der  XVde  eeuw  begonnen  te  ontlui- 
ken, maar  de  eerde  groote  kenner  derzelve  willem 
BUDE  of  BüD/Eus  vverd  eerst  in  de  eerrte  jaren  der 
XVJde  eeuw  vermaard,  hoewel  hij  reeds  in  het  jaar 
1467  te  Parys  geboren  was.  Hij  was  opziener  der 
'Koninklijke  Bibliotheek,  Maitre  cles-  Requétes  en 
Provoost  der  Kooplieden^  en  is  in  het  jaar  1540  te 
Parys  overleden.  Hij  is  inzonderheid  bekend  door 
zijn  werk  de  asfe  et  partihm  ejus  Libri  V,  Paris, 
J5\6  foi.  waarin  hij  het  eerst  het  oude  Muntwezen 
heeft  opgeheWerd.  —  jakob  le  fevre,  naar  zyne 
geboortellad  EstapJes  jacobus  faber  stapulensis  , 
was  Leeraar  der  Sorbonne ,  en  de  eerfte  in  Frankryk y 
die  ondernam  den  heerfchenden  wanfmaak  in  de 
Wijsbegeerte  en  Godgeleerdheid    te  zuiveren.     Dit 

haal- 


Frn.nfche 
Letter- 
kundi- 
gen. 


GESCHIEDENIS.  197 

haalde  hem   fpoedig    eene   vervolging  op  den  hals,       V 

waartegen  de  Koning  francois  I  hem  wel  bcfcherm-     ^°^^ 

de,  maar  hij  verliet  Parys  gewillig,   en   begaf  zich  fioofdft. 

naar  Nerac   in   het  Koningrijk    Navnrre ,    waar  de  "^  C.  G. 
mr     ■     ■  1         faario73« 

Konmgui  ftfARGAREXiiA ,  zuster  van  francois,  nem  i^^  icA, 

zeer  genegen  was.     Hier  overleed  hij  in  eenen  hoo-  ■ 

gen  ouderdom  in  het  jaar  1537. 

Ook  in  Spanje  drong,  federt  het  einde  der  XV^de  InSpanje. 
eeuw,  de  betere  geleerdheid  door.  Voornamelijk 
bloeide  in  dezelve  helius  antonius  nedrissknsis, 
gelijk  hij  zich  naar  zijne  vaderdad  Lebrixa  of  Le- 
hrifa  in  Andaluzïe  noemde,  een  medearbeider  aan 
den  veeltaligen  Bijbel  van  den  beroemden  Kardinaal 
xiMiiNES ;  hij  overleed  als  Leeraar  in  de  Spraakkunst 
(^Grammatica')  te  A]cola  in  het  jaar  1522. 

Engeland  had  tenzelfden  tijde  vele  zulke  Gelcer-  In  Enge* 
den,  die  alle  ais  vrienden  v.m  erasmus  bekend  zijn.  '"""• 
De  voornaamfte  was  thomas  more  of  morus;  ge- 
boren in  het  jaar  1480  te  Londen  werd  hij,  in  het 
jaar  i529,Grootkanfelier  van  Engeland.  Doch  deze 
waardigheid  leide  hij  in  het  jaar  1532  vrijwillig  ne- 
der, omdat  hij  de  Cchikklngen  van  Hendrik  VIII 
omtrent  den  Godsdienst  niet  kon  goedkeuren,  hoe- 
wel hij  niet  verhoeden  kon,  dat  hij  in  het  jaar  15-35 
wegens  zijn  ftandvastig  fpreken  tegen  dezelve,  op 
'sKonings  bevel,  onthoofd  is  geworden.  Onder  zij- 
ne werken  is  zijne  Utopia^  of  volledig:  de  optimo 
reipuhUc(£  flatu ,  deqiie  infula  Utopia  door  menig- 
vuldige drnkkcn  en  overzettingen  in  andere  talen  be- 
kend geworden.  Een  werk  in  den  fmaak  der  Repu. 
bliek  van  plato,  en  der  Atlantica  nova  van  den 
N  3  Kan- 


ipS  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       Kanfelier  verulamius  gefchreven ,  maar  in  eenen  be- 

BOEK     valliger  en  vermakelijker  ftijl,  hetwelk  men,  naar  den 

Hoofdft.  ^^^^  v^^  ERASMUS  (*)  lezen  moet,  als  men  eens 

m  C.  G.  lagchen,  en  te  gelijk   de   bronnen  befchouwen  wil. 

Jaar  1073.    j    ^g^^g  ^^g  ftaatsgebreken  voortvloeijen. 
tot  1517.  °  •' 

m-  Een  der  leermeesters  van  thomas  morus,   Tho- 

mas LiNACER,  eerst  Doctor  en  Profesfor  in  de  Ge- 
neeskunde te  Oxfort ,  en  Koninklijk  Lijfarts,  einde- 
lijk Priester  en  bezitter  van  eene  Prebende  ,  die  in 
het  jaar  1524.  overleden  is,  kreeg  het  Nieuwe  Tes- 
tament niet  lang  vóór  zijnen  dood  eerst  in  handen , 
en  las  'er  eenige  Hoofdftukken  in  uit  mattheus  , 
maar  aan  het  einde  van  de  bergleerrede  Matth,  V-VII 
gekomen,  wierp  hij  het  boek  weg,  en  riep  tevens 
met  een'  vloek  uit:  „  Of  dit  is  het  Euangelie  niet, 
of  wij  zijn  geene  Christenen ! " 

jOAN  coLET,  de  derde  onder  erasmüs  voornaam- 
fte  vrienden  in  Engeland^  Doctor  der  Theologie, 
en  Deken  van  St.  Paul  te  Londen ,  waar  hij  in  het 
jaar  1519  gefliorven  is,  was  ijverig  bedacht,  op  het 
onderwijs  der  jeugd ,  en  ftichtte  ten  dien  einde  bij  de 
St.  Pauls  Kerk  in  het  jaar  1510  het  zoogenoemd 
KoUegie  van  het  {'ind  jezvs,  of  eene  rijkelijk  voor- 
ziene School,  in  welke  353  kinderen  van  arme  lie- 
den om  niet  moesten  onderwezen  worden. 
In  Hon-  Zelfs  in  Uongaryen  was  de  nieuwe  verlichting  in 
garyen.  j^gt  midden  der  XVde  eeuw  zigtbaar  geworden,  jo- 
ANNES  viTEZ  was  de  eerfle ,  die  in  zijn  vaderland  de 
liefde  voor  de  geleerdheid  der  oude  Grieken  en  Ro' 

mei' 
(*)  Bpiit.  L,  I.  Ep.  18. 


iitfeiie  aii 


o*,  eii  i-iepi.  even  smet  een  v^oe^k    i:it-.©s 
Lel,o£-wn  zijn  peene  Ciirisleiien  I " 

XV.U.:Bladz.i3S  . 


GESCHIEDENIS.  199 

meinen  opwekte.    Hij  was  de  opvoeder  van  den  be-       V 
roemden  en  geleerden  Koning  matthias  corvinus  ,    ^^^^ 
zoon  des  vermaarden  joannes  van  hunijad,  en  ver-  [loofdft. 
krcL>g    van   denzelven    het    Aartsbisdom    Grah ,  de  na  C.  G. 

Zijn  zusters  zoon,  joan   cesinge;    ook   genoemd  ■ 
joan  viTEZ  </^  Jonge,  en  in  't  Latijn  janus  pan- 
NONIUS,   was  een  groot  Latijnsch   Dichter,   hij   is 
als  Bisfchop  van  Vyfkerken  \\\  liet  jaar  1472  over- 
leden. 

De  Grieken  liadden  ten  dezen  tijde  eenige  Spraak-  Spraak- 
kundigen^  die  hun  werk  maakten,  om  de  zuiver- ''""'^'" 
heid  en  fierlijkheid  der  Griekfche  taal  te  beoefenen. 
Dus  bragt  één  van  dezelven  thomas  magister, 
omtrent  het  jaar  1327,  die  waarfchijnüjk  aan  het  Hof 
van  Keizer  andronikus  pal.kologus  den  Ouden 
een  foort  van  Hofmaarfchalk ,  (^Magister  oijlciorum) 
en  Archivarius  (^Chariophylax^  was,  maar  nader- 
hand in  een  Klooster  ging,  en  den  naam  theodu- 
Lus  aannam ,  uit  de  voortrefft'lijkfte  Dichters  en  Re- 
denaars, Gefchiedfchrijvers  en  Wijsgeeren  zijner  Na- 
tie de  echt  Ait'ifche  woorden  en  zegswijzen  bij  een 
( xar«  'AA(PA.3ifiov  6}>oiaxtu.v  Arrr/.av  iKkayat,')  — 
MANUEL  of  EMANUEL  MOscHOPULus ,  die  om  het 
midden  der  XVde  eeuw  naar  ItaJie  cene  reis  heeft 
gedaan ,  heeft  een  dergelijk   nuttig  Boek   gefchreveii 

(jTvKhoyn    ÓvOfACiTCüV  'hTTlXm.  )    MAXIMUS    PLANU» 

DES  was  een  dergelijk  Spraakkundige,  niet  zonder 
godgeleerde  kennis.  Hij  werd  van  den  bovengemel- 
den  Griek fchen  Keizer  in  het  jaar  1317  !als  Gezant 
«aar  Venetië  gezonden ,  maar  hij  had  niet  weinig  te 
N  4  .  lij. 


»<fó(  KERKELIJKE 

V       lijden ,  zelfs  de  ftraf  der  gevangenis  ,  om  zijne   nei- 

BoEu      ginj^  tot  de  Roomfche  Kerk,   tot  dat  hij  zich  vol- 

Hoofdft,   ftrekt  tes;ön  dezelve  verklaarde.     Hij  fchijnt   kort  na 

na  C.  G.  het  jaar  1353  geltorven  te  zijn.     Hij  heeft  zich  bij- 

0^1  ^1^7  2^"^^^  verdiend  gemaakt,  door  zijne   Anthologie  of 

verzameling  van  kleine  Griekfche  Dichtftukjes. 

Griek-  Ha.lden  de  Grieken  van  eeuw  tot  eeuw  zich  ijve- 

fche  Ge  j-jgr  getoond  in  het  befchriiven  der  lotgevallen  van 
fciuijvers,  ^^^  '''y'^ »  ^^^  vervolgden  zij  ook  tot  den  ondergang 
van  hetzelve.  De  eerite  onder  dezen  was  nicefo- 
Rus  GREGORAS ,  gcboreu  omtrent  het  jaar  i'295  te 
Heraclea  in  Poutm  ^  dien  men  bij  uitftek  den  naam 
van  den  Wijsgeer  gaf.  Zijne  Byzantynfche  Gefchie- 
denis  (Pco/axïkvi  k^o^ix}  is  in  38  Boeken  vervat,  en 
begint  mei  de  verovering  van  Konflantinopolen  door 
de  Franfchen  in  het  jaar  1204  en  eindigt  met  het 
jaar  1.5^.  Zijn  tijdgenoot  joannes  cantacuzenus 
beeft  hem  afgefchilderd  als  een  oproerig  mensch , 
een'  kugenaar  en  lasteraar.  Maar  de  overweging  van 
de  partiizncht  dezer  tijden  leert  ons  deze  harde  be- 
fchuldigingcn   merkelijk  te   verzachten    ■ —   Diezelfde 

JOANNES  CANTACUZENUS,  VOOgd   en   vervolgens  me- 

deregeiit  van  eenen  jongen  Keizer,  doch  die  in  1355 
van  de  regering,  het  zij  vrijwillig , gelijk  hij  zelve  zegt, 
of  genoodzaakt  volgens  anderen  ,  afflond ,  waarna  hij 
Monnik  werd,  en  den  naam  joasaf  aannam,  was 
ook  niet  vrij  te  pleiten  van  alle  partijdigheid  in  zijne 
Byzantynfche  Gefchiedenis ,  loopende  van  het  jaar 
1320  tot  1354.  Schoon  hij  anders  één  der  kundig* 
fte  en  geloofwaardlgfle  /Gefchiedfchrijvers  van  dien 
tijd  is.  —  Min  aanmerkelijk  zijn  de  gefchrifteu  tot  de 

ge- 


GESCHIEDENIS.  aor 

gefchiedkiinde  behoorende   van  manuel  chrysolo-       V 
RAS  coDiNus,  die  de  verovering  van  Konjlantinopo-     ^^^^ 
len    d(or    de    Turken    in   het  jaar    1453  overleefd  Hoofdfl, 
heeft.  —  Te  geliiker  tijd  met  dezen  fclireef  joannes  na  C.  G. 
DUKAS ,  uit  het  Keizerlijk  gedacht  van  dezen  naam ,  ;q^'^!°{'^* 
eene   ByzMntynfche   Gefchiedenis   van   het  jaar   1341  ^ 

tot  1462,  waar  hij  eene  korte  Chronologifche  We- 
reldgefchiedenis  voorzette.  In  zijne  Gefchiedenis  ver- 
wijt hij  zelve  zijnen  Griekfchen  Landgenooten ,  dat 
zij  de  vereeniging  met  de  Latijnen  alleen  daarom 
zochten,  opdat  zij  van  deze! ven  hulp  zouden  beko- 
men tegen  de  Turken.  —  Tot  dienzelfden  tijd  be* 
hoort  ook  laonicus  of  nicolaus  chalcocondy- 
LAS  of  verkort  Chalcondylas ,  die  omtrent  het  jaar 
1470  bekend  geweest  is ,  en  eene  Gefchiedenis  in  X 
Boeken  heeft  opgefteld  van  het  jaar  1298  tot  J462. — 
MicHAEL  GLYKAS,  die  gemceuelijk  in  het  jaar  1120 
plag  gefield  te  worden,  maar  die  waarfchijnlijk  in 
het  midden  der  XVde  eeuw  geleefd  heeft,  —  Einde- 
lijk   befluit    GEORGIUS    PHRANZA     of    PHRANZES     de 

lange  reeks  der  Byzantynfche  Gefchiedfchrijvers.  Hij 
heeft  eene  Chronïck  der  Byzantynfche  Gefchiedenis 
van  het  jaar  1401  tot  1477  in  vier  Boeken,  welk 
Werk  in  het  oorfpronkelijk  Grieksch  nog  niet  ge« 
drukt  is,  maar  waarvan  de  Jefuiet  jakob  pontanus 
eene  verkorte  Latiinlche  vertaling  in  drie  Boeken  ge- 
geven heeft,  die  van  de/.e  verkorting  verfcheidene  re- 
denen geeft,  welke  echter  zi;ne  behandeling  niet  regt* 
vaardigen ;  onder  deze  redenen  zijn  bij  voorbeeld , 
deze,  dat  phranza  in  zijn  werk  eene  Geloofsbelij- 
denis had  ingevlochten,  welke  hij  als  Monnik  bad 
N  5  af. 


302  KERKELIJKE 

V  afgelegd,  maar  waarin,  volgens  pont  anus,  het  een 
BOEK  en  ander  voorkomt ,  hetwelk  ftrijdig  is  met  het 
Hoofdft.  Roomsch •  Catholijk  geloof;  en  voornamelijk,  dat  da 
na  C.  G.  Griekfche  Schrijver  de  reden  van  den  ondergang  van 
10^1517  ^^^  Griekfche  Rijk  niet  afleidt  van  de  fcheuring  en 
f  den  afval  der  Griekfche  Kerk  van  de  Roomfche ,  zoo 

als  men  dit  in  het  Westen  geloofde,  maar  van  de 
zonden  der  Grieken  en  van  de  voorzeggingen  om- 
trent het  Rijk,  waar  uit  de  Turken  zijn  voortgeko- 
men, en  dat  de  Griekfche  Schrijver  beweert,  dat  de 
Latijnen  van  de  Griekfche  Kerk  waren  afgevallen. 

Nog  is  'er  een  Grieksch  Schrijver  der  Kerkelijke 
Gefchiedenis  uit  de  XlVde  eeuw,  niceforüs  kal- 
LisTus,  van  wien  wij  reeds  in  onze  Inleiding  (*) 
gefproken  hebben. 
Wester-  In  het  Westen  had  men  een  aantal  Gefchiedfchrij- 
^rw^A^^  vers,  maar  in  deXVde  eeuw  eerst  zulken  ,die  de  oude 
fchrijvers.  Romeinen  gelukkig  navolgden,  ptolemeus  (eigen- 
lijk BARTHOLOMEUs)  van  Lucca  ^  Bisfchop  van  Tor» 
celli  in  het  Venetiaanfche  ^  waar  hij  in  het  jaar  1327 
in  zijn  XCIlle  jaar  geftorven  is,  heeft  yaarboeken 
gefchreven  van  het  jaar  loGo  tot  het  jaar  1303,  en 
eene  Kerkelijke  Gefchiedenis  van  christus  geboor- 
te tot  het  jaar  1312.  —  Hij  werd  echter  ver  over- 
troffen door  ALBERTiNUS  MussATus ,  geboren  te 
Padita  in  het  jaar  1261,  in  welke  ftad  hij  ook  bur- 
ger- en  krijgsambten  bekleed,  en  met  vele  tegenfpoe- 
den  geworsteld  heeft.  Hij  heeft  het  leven  van  Kei- 
zer  HENDRIK  Vn  bcfchreven;    {Hifioria  Augujia 

Hen» 
(*)  Zie  I  Bed  bladz,  LVII. 


GESCHIEDENIS.  203 

Henrici  VH.  Cafaris  LL.  XVI.)  ecne  Italiaanfche       V 

Gefchiodenis  na  den  dood  van  dezen  Vorst  in   het     '**^^* 

jaar   1313  tot    13 17  en   een  gedeelte   der  Levensge-  Hoofdft. 

fchiedcnis  van   Keizer  lodewyk   van    Beyeren.   —  na  C.  G. 

Tiir  1 07^ 
ALBK.ECHT  van  Straat shurg  (^Albertus   Argentinen-^^^^  \'^\ï^ 

Jïs^  een  Priester  omtrent  het  einde  der  XlVde  eeuw,  . 

fchreef  eene  Chroniek  van  het  jaar  1273  tot  1 378. 
Deze  ALBRECHT  is  den  van  die  Schrijvers,  die  het 
vergiftigen  van  Keizer  hendrik  VII  in  het  Avond- 
maal in  liet  jnar  1313  dooreen'  Italiaanfchen  Domini- 
kaner,  verhalen,  nadat  's  Keizers  zoon,  jan.  Ko- 
ning van  Bohemen ,  de  Dominikaner  orde  reeds  pleg- 
tig  van  deze  befchuldiging  had  vrijgefproken  ,  gelijk 
ook  de  zoo  evengemelde  mussatus,  die  in  ItaJit 
leefde  ten  tijde  van  Hendriks  dood,  dezen  dood 
aan  meer  dan  ééne  ziekelijke  omftandigheid  van  des- 
zelfs  ligchaam  heeft  toegefchreven.  Op  eene  andere 
plaats  meldt  albrecht  ,  dat  de  Paus  en  eenige  Kar- 
dinalen verdacht  geweest  zijn ,  van  aan  den  moord 
van  andrea s  ,  Koning  van  Hoiigaryen ,  te  Napels 
'm  het  jaar  1545,  deel  gehad  te  hebben. 

De  Duitfche  Gelchiedlchrijvers ,  zoo  zij  dien  naam  Duitfch^ 
verdienen,  waren  Chroniekfchrijvers  en  verzamelaars, 
die  men  gebruiken  moet ,  omdat  men  niets  beters  van 
deze  tijden  heeft.  Zoo  fchreef  siffrid,  die  een  Do' 
minikaiier  te  Meisfen  was,  eene  Chroniek  der  We- 
reldgefchiedenis,  —  hendrik  van  Rebdorf,  een  Au- 
gustiner  Monnik  eene  Chroniek  van  het  jaar  1295 
tot  1303.  GOBELiNus  PERSONA,  onder  den  titel 
van  Cosmodromiiim ,  eene  algemeene  Wereldgefchiede- 
nis  tot  het  jaar  1418.     In  de  Hoogduitfche  Taal, 

het- 


I' 


ao4  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  f    henvelk  zeldzaam  was,  fchrcef  eberhard  windek, 

BOEK     j^j,.^(j  y^jj  j.jg,^  Koning  ,  naderhand  Keizer,  sigismund  , 

Hoof^rt.   ^^  gefchiedenis  van  dezen  Vorst  tot  bet  jaar  1440, 

m  C.  G.  met  trouwhartig-'  waarheidsliefde  en  vrijmoedigheid, 
Tmr  I o7  ^  • 

tot  1/17'.     Onder  de  menigvuldige  //rt/Z^^/ï/c/?^  Gefchiedfchrlj- 

i vers  wordt  genoemd  vvillem  van  Pa: tringo , bekend 

Italiaan-    gjs  ggn  vriend  vanPETRARCA,  deze  fchreef  het  eerst 
fche. 

eene  algcmeene  Bibliotheelc  van  Schrijvers,  onderden 

tijtel  D&  viris  illuflrihus  ^  zijnde   eene  Alphabetifche 
lijst  van  alle  Schrijvers   en   Boeken  uit   alle  volken, 
zoo  ver  hij  ze  had  kunnen  nafporen;   ook  nog  zes 
andere  Lijsten  van  de  eerfle  uitvinders  van  zekere  din- 
gen en  kunflen,  de  dichters  van  fteden;  van  lieden, 
die  zekere  w^aardigheden  het  eerst  bekleed,    of  iets 
groots  of  ongemeens  verrigt  hebben  enz.    Dit  Werk 
is,  doch  vol   gebreken,   gedrukt   te  Fenetien  1574, 
zelfs  onder  een  verkeerd  opfchrift:  de  originibus  re- 
mm.  —  Beroemder  is  de  Italiaanfche  Gefchiedfchrij- 
ver  JOAN  viLLANi  van  Florence ,  waar  hij  in  de  re- 
gering was,  en  in  het  jaar  1348  aan   de   Pest   over- 
leden is.     Hij  fchreef  in  het  Italiaamch  eene  Chro- 
niek  van  Florence  in  Xll  Boeken,  —  Nog  vermaar- 
der  is  ANTONiNus,   iusgclijks   van   Florence^  die  ir 
het  jaar  1459  in   zulkcn  roem    van   heiligheid  over^ 
leed,  dat  hij  in  het  jaar  1523  plegtig  onder  het  ge^ 
tal   der  Heiligen   van   zijne   Kerk   is   geplaatst.     Hij 
fchreef,   behalve    vele    Godgeleerde   Werken,    eene 
Chroniek   der  Wcrcldgefchiedenis ,   onder  den   tijtel; 
Summa  hijlorialis. 
Franrdie.      Doch  van  een'  geheel   anderen  aanleg  waren  twee 
J°AN        Franfclie  Gefchiedfchrijvers  in  de  XlVde  en  XViia 

eeuvv^ 


GESCHIEDENIS.  205 

wuw.     In  de  eerstgemelde   eeuw  joan   froissard       V 
geboren   te    Falenciennes    in    de   Nederlanden ,    die    ^^^^ 
rcerls  van  het  jaar  1354,   toen  hij  naauwelijks  twin-  Hoofdft. 
ti.'^  jaren  oud  was ,    de  Gcfchiedenis   van  zijnen   tijd  na  C.  G. 
beiron  te  befchrijven,  en   menigvuldige  reizen  deed ,  j^f'^l^^^' 

o  j  7  00  7  jo[   1517» 

om  zich  van  de  gebeurtenisfen  ook  in  andere  landen  ,■ 

te  laten  onderrigten.     Zijne  in  het   Fransch  opgeilel-  fRo'5- 
de  Gefchiedenis,  loopende  van  het  jaar  1326  tot  1400  jj^jp  van 
tefchrijft  voornamelijk  de  oorlogen,  welke  de  Fran-  commi- 
fchen   met   de    EngeJfchen    gevoerd    heSbcn ;    maar 
ftrekt  zich  ook  uit  tot  andere  Europifche  gebeurtenis- 
fen en  belangrijke  voorvallen. 

De  andere  Gefchiedfchrijver  uit  ce  XVde  eeuw  is 
riLip  VAN  COMMINES,  Heef  van  Argenton^  een  ge- 
boren Nederlander  ^  in  de  Flaamfche  ftad  Commines 
in  het  jaar  1445.  Hij  was  eerst  Raad  van  den  Her- 
tog van  Biirgondie,  filips  den  Goeden  ,  en  na  des- 
zelfs  dood,  van  zijnen  zoon  ka  rel  den  Stouten  ^ 
maar  in  het  jaar  1472  ging  hij  in  den  dienst  over 
van  LODEWYK  XI  Koning  van  Frankryk ,  karelS 
onverzoenelijken  vijand ,  en  hield  zich  bij  denzelven 
ftaande  tot 's  Koningsdood  in  het  jaar  1483.  Maar 
toen  bragten  het  zijne  vijanden  zoo  ver,  dat  hij  drie 
jaren  lang  gevangen  gezet,  en  daar  onder  acht  maan- 
den achtereen  in  een  van  die  ijzeren  kooijen  werd 
opgelloten,  welke  lodewyk.  voor  ftaatsgevangenen 
had  laten  maken ,  van  acht  voeten  breedte  en  iet 
meer  dan  manshoogte;  maar  toen  het  hem  vergund 
werd ,  zich  te  verantwoorden ,  kreeg  hij  zijne  vrij- 
heid weder.  Hij  overleed  in  het  jaar  1509,  De  Ge- 
fchiedenis, door  hem  in  het   Fransch  gcfclireven, 

gaat 


2o6  K  E  R  K  E  L  rf  K  E 

V      gaat  in  acht  Boeken  van  het  jaar  1464  tot  1498» 

BOEK        RODRiGO  (of  RODERicus)  SANCHEZ ,  gemeenlijk 

Hoofdft-  '^"^'^  Zamora  bijgenaamd,  een  Spanjaard,  die  te  Ro- 

na  C.  G.  me  in  het  jaar  1470  overleden  is,  heeft  eene  Spaan- 

ir..  .JSf'^^^  Gefchiedenis  nagelaten  van  het  besin  der  wereld 

tpt  1517.-'  ^  o 

tot  zijne  tijden ,  met  meer  vlijt  dan  naauwkeurigheid, 

Spaan-  jn  Engeland  (telde  een  Benediktiiner  Monnik,  in 

fche.  En- ,        r-,  r^r  a 

jelfche.    "^'-  ^''3'^ster  kyestyaunjter  ^  mattheus  westmonas- 

TERiENSis  eene  Chroniek  op  van  den  oorfprong  van 
het  menfchelijk  geflacht  tot  het  jaar  1307,  onder 
den  tijtel  Flores  hlfto'darum.  Ook  is  'er  nog  eene 
Chroniek  van  den  Monnik  florentius  van  Wor» 
thester  ^  die  met  het  jaar  11 18  fluit. 

Een  Domheer  te  Krakau^  joan  dugloss,  die 
in  het  jaar  1480  als  benoemde  Bisfchop  te  Lemberg 
flierf,  liet  eene  Poolfche  Gefchiedenis  na,  van  de 
oudfle  tijden  der  Natie,  tot  aan  het  gemelde  jaar. 
Dit  was  het  eerfte  Poolfche  Gefchiedboek ,  hetwelk 
eenigzins  bruikbaar  was,  maar  niet  voor  de  oude 
Gefchiedenis. 
Neder-  lïi  Nederland  vond  men  ook  in  de  Xllde,  XlIIde 
landfche.  en  XlVde  eeuw  lust,  om  Gefchiedenisfen  op  te  ftel- 
len,  zelfs  in  de  landstaal,  en  in  rijm  en  dichtmaat. 
In  de  Xllde  eeuw  omtrent  het  jaar  11 70  zou  nico- 
LAus  coLiNius  of  KLAAS  KOLYN ,  Monnik  van  de 
Benediktijner  Abdij  te  Egmond  ^  behooren,  van  wien 
eene  Rijm -Chroniek  gelezen  wordt,  welke  eindigt 
in  het  jaar  1156  met  Graaf  dirk  VI  van  Holland j 
hoewel  velen  meenen ,  dat  hij  een  tijdgenoot  is  ge- 
weest van  Graaf  floris  lil,  die  van  het  jaar  1157 
tot  1190  geregeerd  heeft.    Maar  men  heeft  in  onzen 

tijd 


GESCHIEDENIS.  107 

tijd  begonnen  te  twijfelen,  en  zelfs  genoegzaam  be-       V 
wezen,  dat  deze  Rijm-Chroniek  een  verdicht  (luk,     ^^^^ 
en  uit  die  van  melis  stoke   is  zamengefteld,  door  Hoofdft. 
eenen  onbekenden,  die  den  naam  van  klaas  kolyn  "«i  C.  G. 
heeft  aangenomen  (*).  \^^  j^JJ^ 

In  het  begin  der  XlIIde   eeuw ,   omtrent  het  jaar  :; 

1205  meent  men  de  Egmonder  Chroniek  te  moeten 
pl;iatfen,  welke  gemeenlijk,  hoewel  ten  onregte,  aan 
WILLEM,  Monnik  in  gemelde  Klooster,  en  Procu' 
rator  van  hetzelve ,  wordt  toegefchreven.  Men  noemt 
het  ook  de  Chroniek  van  petrus  meerhoüt  ,  naar 
deszelfs  eerflen  bezitter  (  f ), 

De  bovengemelde  ^milius  stokius,  of  melis 
STOKE  of  VAN  DER  STOK,  Mounik  te  Egmond^ 
volgens  anderen  Priester  te  Utrecht,  fchreef  in  Ne- 
derduitfche  verzen  of  gezangen  eene  Chroniek  der 
Hollandfche  Gefchiedenisfen ,  welke  hij  eindigt  met 
WILLEM  in  den  Goeden,  zoon  van  Graaf  jan  II, 
en  behoort  dus  tot  het  einde  der  XlUde  of  begin 
der  XIVMe  eeuw  (§). 

Op  het  einde  der  XVde  eeuw,  fchreef  jan  vel- 
den aar,  geboren  te  Utrecht,  eene  Chroniek  in  de 
Nederlandfche  taal,  welke  met  het  Jaar  1480  ein- 
digt C^*  > 

Met  de  herleving  der  Wetenfchappen ,  won  inzon-  Verbetc- 

derheid  de  Gefchiedkunde  veel;  niet  alleen   dat  men  1!!."^  ^^ 

Gefchiei 
in  eenen  netten  zuiveren  (lijl  de  gebeurtenisfen  begon  kunde. 

voor 
(*)  chhist.  saxe  Or.omast.  Liter.  Part,  II.  p.  260  et  5(Ji. 

(t)  Ibid.  p.  283 ,  597.        (§)  Ibid.  p.  34c. 
C*)  li^id.  p.  483. 


^o8  KERKELIJKE 

V  voor  te  dragen ,  maar  men  volgde  ook  de  Ouden ,  iü 
*°^'*  het  naarfporen,  voordragen  en  beoordeelen,  en  in 
Ho  'tuft.  het  aanvvijzen  van  de  oorzaken  en  gevolgen  der  ge- 
na  C.  G,  beurtenisfen.  Ook  hier  brak  petrarca  het  ijs,  en 
jót  15(7  werd  van  anderen  gevolgd,  gelijk  wij  reeds  gezien 
^  hebben;   hier  moeten  wij  alleen   nog  den  eenen  en 

anderen  melden,  die  met  de  Ouden  in  dit  vak  ge- 
wedijverd hebben. 

jENEAs  Onder  dezen  is  ^eneas  sylviiïs,  naderhand  Paus^ 
piLvius.  ^j^j^j.  ^gj^  j^^^^  ^^^  pj^g  jj^  jj.j  ^^j  ^^^  nader- 
hand als  Piius  voorkomen ,  hier  moeten  wij  van  hem 
als  Geleerde  en  Schrijver  gewagen.  Zijn  gell^cht- 
naam  was  piccolomini,  naar  een  beroemd  adelijk 
geflacbt;  hij  kwam  in  het  jaar  1405  in  het  gebied 
van  Siena  ter  wereld;  werd  naderhand  Geheim fchrij- 
ver  van  twee  Kardinalen;  kort  daarna  Geheimfchrij» 
ver  en  Ceremoniemeester  der  Kerkvergadering  te  Ba- 
zd  in  het  jaar  143 1,  welker  regten  en  die  der  Kerk 
in  het  gemeen  hij  tien  jaren  met  ijver  tegen  de  Pau- 
fen  verdedigd  heeft.  Vervolgens  trad  hij  in  dienst 
bij  Keizer  fuederik  Iü  als  deszelfs  Geheimfchrij- 
ver,  maar  in  den  grond  als  eerfte  Staatsdienaar,  die 
dezen  Vorst  allengs  geheel  wist  te  leiden.  Eindelijk 
gaf  hij  zich  aan  den  Paus  over,  tegen  wien  hij  zich 
zoo  lang  verklaard  had,  en  hielp  denzelven.  Heer 
en  Meester  over  de  Duitfche  Kerk  te  worden.  Hier 
voor  ontving  hij  het  Bisdom  Trieste^  en  naderhand 
dat  van  Siena ;  hij  werd  tot  Kardinaal ,  en  in  het 
jaar  1458  op  den  Pausfelijken  troon  verheven ,  welken 
hij  in  het  jaar  1464  door  den  dood  ontruimde.  Hij 
heeft  zelve  zijn  leven  befchreven  in  het  eerde   Boek 

van 


»i 


GESCHIEDENIS.  009 

Van  het  Werk ,  getiteld:  PH  IL  Pontlf.  Max.  Com-       V 
mentarii  rerum  memorahiUum ,  quae  tempor ibiis  fuis     ^°^*^ 
centigerunt  a  Jo,  Gobellino  cowpüfitt.  Fraiicof,  16 14  Hoofd  (t, 
fol,  alzoo  het  meer  dan  waarfchijnlijk  is,  dat  pius  na  C.  G, 
II.  dit  gedeelte   des    werks  aan   dien    gobellinus,  J^^'^J^^^* 
die  zijn  Geheimfchrijver  was ,   in  de  pen  heeft  op-  - 
gegeven,    ^neas  svlvius  was  een  man  van  groote 
begaafd  heden,  en  eenen   fcherpzinnigen  ondernemen- 
den  geest;   hij  was   ook  Dichter,  en   als   zoodanige 
door  den  Keizer  gekroond;  2ijne  redevoeringen  zijn 
fterk  en  vol  vuur;   zijne   Brieven  onderhoudend    eii 
in  vele  opzigten  belangrijk.     In  den  XXVllen  Britf 
zegt  hij,  als   Keizerlijke  Secretaris  aan   -eenen  Paus- 
fdijken  Nunclus  vele   fchjrpe   waarheden   tegen  den 
Paus;  onder  anderen  dat  het  thans  niet  te  doen  was 
om   hét.  weiden  der  fchapen,    maar   om    derzelver 
wol.    In  den  LVflen  fchrijft  hij  uit  Bazel  aan  eenen 
Bisfchop,  dat  de  Keizer  en,  de  overige  Vorflen,  zon- 
der zich  aan  den  Paus  of  eene   Kerkvergadering  te 
ftooren,  enkel  hunne  gezanten  bij  een  behoorden  te 
laten  komen ,   om  de  fcheuring  in  de  Kerk  \^t^  te 
nemen.    Hij  erkent  m  den  LXVIften  Brief,  dat  het 
Roomfche   Hof  niets  zonder   geld   levert;  zelfs   de 
oplegginge    der  handen  en.  de  gaven  van  den  Heil. 
Geest  worden  daar  verkocht;  rijken    alleen   kunnen 
daar  vergeving  van  zonden  bekomen.     Maar  in  den 
CCGLIIften  verdedigt  hij  in  het  jaar  1457  den  Paus 
tegen  de  bezwaren   der  Duitfche  Natie,-   en  uit  den 
CCCLXXftan  ziet   men,  dat    hij  in   dat    jaar  nog 
fi,ooo  Dukaten  jaarlijkfche  inkomden  aan  Prebenden 
uit  Dititschland  getrokken    heeft,  en  tevens  geloof- 
XV.  Deel.  O  de. 


I 


aio  KERKELIJKE 

V  de,  zich  bij  de  Duitfchers  verdienftelijk  gemaakt  te 
BOEK  iie[,iien. 
Hoofdft.  Zijne  Gefchiedkundige  Schriften  hebben  nog  he« 
na  C.  G,  den  hunne  waarde.  Zijne  in  het  jaar  1444  gefchre- 
tót  \J\7  '^^^^  Gefchiedenis  der  Bazelfche  Kerkvergadering  is 
■  '  een  belangrijk  Werk ,  en  ten  aanzien  der  Paufen  met 

vriimoedigheid  gefchreven.  In  zijne  Hifioria  Bohe- 
mica,  de  Gefchiedenis  der  Bohemers  van  de  oudfte 
tijden  tot  den  Koning  podiebrad  ,  of  het  jaar  1458 
bevat  ook  de  gebeurtenis  der  Husfiten ,  als  een  oog- 
getuige, maar  te  gelijk  als  een  vijand  van  dezel- 
ven.  —  Meer  algemeen  is  zijne  Cosmographia  feu 
rerum  ubique  gestarum  hifioria  ,  locorumque  defcrip» 
tio.  —  Ook  heeft  hij  een  gedeelte  van  de  gefchiede» 
denis  der  regering  van  Keizer  frederik  III  befchre- 
ven.  (^Hifioria  rerum  Frederici  HL  Imperator  is.') 
Bij  het  opftellen  derzelve  dacht  hij  omtrent  den  Paus 
vrijer  dan  frederik  zelve.  —  Zijne  Oostenrykfche 
Gefchiedenis  is  nog  ongedrukt;  ook  is  'er  van  hemi 
eene  Gothifche  Gefchiedenis,  —  Onder  zijne  merk- 
waardige Schriften  behoort  ook  zijn  Pentalogus  dt 
rebus  Ecclefilz  et  Imperii%  een  gelprek  tusfchen  hem 
en  vier  andere  perfonen,  in  hetwelk  hij  onder  ande- 
ren den  raad  geeft,  om  altijd  eene  Kerkvergadering 
gereed  te  houden;  en  wanneer  'er  eene  fcheidde, 
terftond  eene  andere  binnen  vijf  of  tien  jaren  aan  te 
kondigen;  dan  zouden  de  Paufen,  uit  vrees  voor 
een  Concilie,  zich  zelven  beter  in  acht  nemen, 
vonrnamelijk ,  naardien  zulke  Vergaderingen ,  om  der 
vrijheid  wil,  grootendeels  in  Duitschland  zouden 
moeten  gehouden  worden. 

SA- 


GESCHIEDENIS.  -u 

Sabellicus   was    insgeliiks   een   uitmuntend  Ge-       V 
fchiedfchrijver.    Zijn  eigenlijlce  naam   was  marcan-    °*'^* 
TONio  coccio,  maar  dewijl  hij,   in  het  jaar   ^4^6  t^ioofdtt, 
te  Ficovaro  in  de  Campagna  TLomana ,  op  de  gren-  na  C.  G. 
zen  van  het  oude  land  der  Sabinen  ^  die  ook  bij  de  JoJ^J^'^^* 

Romeinen  SabelUci  heetten  ,  geboren   was ,  had   hij  

den  naam  sabellicus  aangenomen.  Hij  fchreef  eene  sabelu- 
Fenetiannfche  Gefchiedenis  tot  het  jaar  1487,  zoo 
deftig,  fierlijk  en  bevallig,  dat  de  Raad  van  Veneth 
hem  daar  voor  een  jaargeld  van  aco  Dukaten  toelei- 
de.  In  later  jaren  ondernam  hij  nog  eene  algemeene 
Wereldgefchiedenis  te  fchrijven ,  welke  te  Venetië  ge- 
drukt is  onder  den  tijtel:  Rhapfodics  hifloriarum  ah 
orbe  coftdlfo,  Enneades  X  et  XI  Libri  IL  Nog 
fchreef  hij  andere  Gefchied-  Aardrijks-  en  Staatkun- 
dige Schriften:  Exempïorum  Libri  X.  De  Venetië 
urbis  fitu  Libri  IIL  De  Venetis  magifiratibus  etd 
Behalve  een  Boek  de  Lingiice  Latin<e  reparntione , 
Latijnfche  Brieven,  Redevoeringen  en  Gedichten, 

Thans  fchreef  ook  antonius  bonfinius  (eigenlijk  antoniuï 
DE  BONFINIS ,)  uit  AscQÏi  in  de  Mark  van  Ancono  Boi^'Fï- 
maar  die  zich  in  1485  in  dienst  van  den  Hongaar-  "'''^ 
fchen  Koning  matthias   corvinus   begeven  had 
op  deszelfs  last  eene  Gefchiedenis  der  Hongaren  loo- 
pende  tot  het  jaar  1495 ,  zoo  juist  in  den  fmaak  van 
TiTus  Livius ,  dat  men  hem  den  Hongaarfchen  Li- 
vius  genoemd  heeft. 

Ook  buiten  Italië  en  in  Duitschland  fchreef  men  joannei 
thans  Gefchiedenisfen  in   eenen  beteren  fmaak.     In  "^^'^he- 
plaats  van  zoo  vele  drooge  Chronieken ,  door   welke  * 
de  Gefchiedkunde  als  overftroomd  was ,  fchreef  joan- 

O    2  ^£, 


ai2  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V         NES  NA UCLERUS  ,  (eigenlijk  VERGE  of  VERGENHAN^f 

""jj'^     dat  is,  STUURMAN,)   een  Jaarboek   der  Wereldge- 

Hoüfdfl.  fchiedenls  tot  het  jaar  1500  van  veel   beter  gehalte. 

«a  C,  G.  De2e  Chroniek  werd ,  voor  dat  zij   gedrukt   werd , 

tot  151 7.  ^^^^  MELANCHTHON,  tocH  ccrst  achtticn  jaren  oud, 

I  .  verbeterd   en   vermeerderd,  en  te   Tuhingen  in  het 

jaar  .1515  gedrukt  in  Folio  ^   met  eene  voorrede  van 

REUCHLIN.  —  De  eerfle  Duitfcher  echter,   die  de 

tronnen  der  burgerlijke,  kerkelijke  en  letterkundige 

Gefchiedenis  met  ijver  opzocht  en   gebruikte,   was 

JOAN   VAN  TRITTENHEIiM  ,  gcmeenelijk  TRITHEMIUS. 

Hij  had  dezen  bijnaam  van  een  vlek  digt  bij  Trier  ^ 
waar  hij  in  het  jaar  14Ö2  ter  wereld  kwam.  In  het 
jaar  1506  werd  hij  Abt  van  de  Abdij  van  St,  Jncob 
in  de  voorftad  van  Wurtshurg^  alwaar  hij  in  het 
jaar  1516  overleden  is.  Zijn  hoofdwerk  is  het  Boek 
Catalogus  fcriptorum  Ecclefiasticorum ,  en  nog  twee 
dergelijke :  Catalogus  illufirium  virorum  Germanl^ , 
en  dê  viris  illufiribus  Ordlnis  Benedictifii  LL,  I(^, 
Maar  van  zijne  gefchiedkundige  Werken ,  is  de  Chro- 
•  '^tiiek  van  het  Klooster  Hirfcbau  (^Annales  Hirfau- 
"''''" glenfes^  het  gewigtigfte.  In  twee  andere  Boeken  be- 
proefde hij  te  leeren,  hoe  men  zoo  geheim  en  veel- 
vuldig fchrijven-  kan ,  dat  niemand  het  lezen  kan , 
dan  die  'er  den  fleutel  toe  heeft.  Het  eerfte ,  Poly^ 
graphia  Lihri  FI  wz^^  'er  eene  proeve  van,  welv 
ke  hij  aan  maximiliaan  I  aanbood;  maar  in  het 
t  - •  Of ^V^"^®^^^ »  Stegnnographia^\Libri  /^//voerde  hij  zij- 
ne kunst  verder  uit.  Dewijl  hij  in  dit  laatfie  Boek 
vele  figuren  van  geesten  en,  duivelen  als  fchrijftee- 
kens  ingevoegd  had ,  befchuldigde  een  Paryfche  God- 
ge- 


G  E  S  C  H  I  E  D  E  NM  S.  215 

geleerden  hem  openlijk,  dat  hij  een  zvvartckunftenaar       v 

was,  waar  tegen  hij  zich  zelven   en   ook   antieren     "^^'^ 

ham  verdedigd  hebben.     Hij  heeft  ook  verfcheidene  Hoofdfï. 

Godgeleerde  Schriften  ,  Levensbefchrijvingen  van  Hei-  na  C.  G, 

ligcn,  en  verhandelingen   over  het  Monniken -kven  ^^^'^'°^^* 
^     '  ^  tot  1517. 

nagelaten,  doch  die  weinig  gelezen  worden.  . 

Nog  ftaat  ons  een  verdienftclijk  Gefchiedfchrijver  alcert 
te  melden,  namelijk  albert  of  albrecht  kranz,^^^"^* 
geboren  te  Hamburg^  die  in  het  jaar  1490  der  bei- 
den Regten  Doctor  werd,  en  in  zijne  vaderdad  in 
het  Kathedraal- Kollegie  Lector  der  Theologie,  en 
Deken  van  het  Domkapittel  geweest  is,  Deze  erkent 
in  verfcheidene  plaatfen  van  zijne  Schriften  de  ge- 
weldige verbastering  der  Bisfchoppen  van  derzelver 
eerfte  beflemming ;  hij  berispt  de  levenswijze  der  we^ 
reldlijke  Kanunniken  met  nadruk;  bijgeeft  te  kennen, 
dat  de  buitenfporige  magt  der  Paufen ,  ook  in  we- 
reldlijke zaken,  van  later  oorfprong  is,  en  is  ook 
niet  in  zijn  fchik  met  de  bijgeloovige  kerkgebaren 
van  zijnen  tijd.  Doch  tevens  geloofde  hij  niet,  dat 
zijne  kundigheden  en  krachten  genoegzaam  waren, 
om  hier  in  verbetering  te  maken;  ook  niet,  dat  de 
tijd  daartoe  reeds  gekomen  was.  Zoo  oordeelde 
iiij,  toen  kort  voor  zijn  dood  in  *t  jaar  1517  de 
eerde  fchok  tot  de  Kerkhervorming  reeds  werkelijk 
plaats  had. 

Met  zeer  veel  vlijt  en  oordeel  heeft  kranz  de 
Kerkelijke  Gefchiedenis  der  Hoofdkerken  of  Aarts» 
bisdommen  van  hot  Noorden  van  DuHschland  be- 
fchreven  in  zijn  Werk,  genaamd  Metropolis,  van 
het  Jaar  780  tot  1504.  Maar  ook  de  Burgerlijke  en 
O  3  Staat' 


«14  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V      Staatkundige  Gefchiedenis  van  Sakfenland ,  bijzonder 

DOKK     yan  Neder  -  Sakfen  in  een  bijzonder  Werk,  Saxonia  ^ 

Hoofdft.  van  de  eerde  melding  der  Sakfen  tot  liet  jaar  1500. 

na  C   G.  Nog  eene  Gefchiedenis  der  Wenden ,  welke  hij,  den 

tot  1^17  "^^"^  ^^^  Wenden  en  Vandalen    verwarrende.   Van- 

m  dalia  genoemd  heeft.     Eindelijk  is  'er  van  hem  een 

jaarboek    der   Noordfche    Gefchiedenis    (^Chronicon 

Regnorum  AquHonarium^  Daniae  ^   Suecia   et  Nor- 

wagice,')    Alle  deze  Werken  zijn  in  eenen  vrij  goe-> 

den  flijl  opgefteld. 

j.  ANNius     Deze  ijver  om  de  oiidfte  bronnen   der  Gefchiede- 

V1TE1-      nisfen  naar  te  fporen ,  gaf  ondertiisfchen  ten  dezen 

BlüiNSIS.  , ,.  ,   , 

tijde  aanleiding  tot  het  plegen  van  een  geleerd  be- 
drog, om  namelijk  (lukken  te  verdichten  op  naam 
van  aloude  Schrijvers,  door  welke  de  Tijdrekening; 
en  Gefchiedkunde  opgehelderd  zouden  worden,  van 
hoedanig  bedrog  nog  geen  voorbeeld  was,  hoe  veel 
valfche  oorkonden  ook  van  tijd  tot  tijd  verdicht  ge- 
worden waren,  joannes  annius  (eigenlijk  heette 
hij  NANNi )  van  Viterho ,  waar  hij  in  het  Jaar  1432 
geboren  was,  was,  gelijk  men  gemeenelijk  geloofd, 
de  fmeder  van  dit  bedrog.  Ilij  was  een  Domini" 
kaan^  en  bekleedde  in  het  jaar  1499  eenen  aanzien- 
lijken post  aan  het  Pausfclijke  Hof,  Magister  facrï 
Pallatii^  en  was  een  veelfch rijver.  Behalve  aantee- 
keningen  over  eenige  Latijnfche  Dichters,  is  onder 
anderen  zijn  Boek  de  fut ur is  Christianorum  triumphis 
in  Tttrcas  et  Saracenos  te  Genua  i4J{o.  4to  gedrukt, 
merkwaardig,  in  hetwelk  hij  een  aantal  plaatfen  uit 
de  Openbaring  van  joannes  op  muhammed  en  het 
HTtirkfche  Rijk  toepast. 

Maar 


GESCHIEDENIS.  215 

Maar  in  liet  jaar  149S  gaf  hij  te   Rome  zijn   be-       V 

rucht  Werk  uit:  Antiquitatum   variarum  Folumina     ^^^^ 

XFH  in  Folio  y  in  lietwelii  hij  den  Geleerden  eene  Hoofdft. 

menigte  brokflukken  mededeelt  van  berosus  ,  v\  lens  na  C.  G, 

Gefchiedenis  voor  den  zondvloed  begint,  en  tot  om-  F^'"'°73» 

^  tot  1517» 

trent  1500  Jaren  vóór  Christus  geboorte  gaat,  van  . 

MANETHO,     METASTHENES,  MYRSILUS,     ARCHILO- 

CHUS,  zekeren  xenofon,  fabius  pictor,  marcus 
CATO  en  meer  anderen ,  doch  reeds  in  het  begin  der 
XVIde  eeuw  werd  de  echtheid  dezer  (lukken  in  twij- 
fel getrokken,  en  in  het  Jaar  1557  verklaarde  een 
Portugees,  caspar  varrera,  ze  in  een  bijzonder 
Boek  voor  verdicht  en  openbaar  bedrog,  waar  in  hij 
door  volgende  Geleerden  algemeen  is  toegedemd, 
hoewel  fommigen,  doch  met  eenen  flechten  uitdag, 
deze  echtheid  hebben  zoeken  te  verdedigen;  met 
meer  fchijnbaarheid  hebben  anderen  annius  ver- 
fchoond ,  dat  hij  deze  flukken ,  reeds  te  voren  door 
anderen  verdicht ,  zal  gevonden  ,  en  al  te  ligtgeloovig 
voor  echt  gehouden ,  en  dus  overgenomen  zal  hebben. 

Onder    de    Muhammedanen    ontmoet   men  in  de  Muham- 
XlVde  en  XVde  eeuwen  ook  een  en  ander  Gefchied-  ™^<^-^^"- 
fcbrijver.     De  Mogolfche  Grootvizier  fadlallah  ,  fchi'ed- 
ook   RHOjA  RASCHiD    CU    RACHiDODDiN  geuoemd ,  fcbrijvcTi. 
die  in  het  Jaar  1318  afgezet  en  kort  daarna  vermoord 
is  geworden ,  fchreef  het  eerst  in  de  Perjtfche  taal 
eene  Gefchiedenis  der  Mogollen  en  Turken ,  uit  wel- 
ke de  Khan  abulgazi  in  de  XVIIde  eeuw  zijne  be- 
langrijke  Genealogifche   Gefchiedenis    der    Tartaren 
hoofdzakelijk   ontleend    heeft.    —   arabschah,    of 
AHAiED  EBN    ARABSCHAH,  uit  Damaskus y  die  tot 
O  4  bet 


),  /ffc. 


2»6  K  E   ?v   K  E   L  rj  K  E 

V  het  jaar  1431  geleefd  heeft,  befchreef  het  leven  vsti 
BOEK  ^^,^  vermaarden  timurbek  ,  (of  tamerlan  ,)  35  ji-< 
Hoofdfl.  ren  "^  deszelfs  dood,  heel  fieriijk  in  het  Arabisch, 
nr.  C.  G.  alhoewel  niet  met  volkomene  naauwkeurigheid.  Hij 
ioc  1517  wor^'t  overtrofFen  door  scherefeddin  ali,  die  te 
-■-  "  Tezd  in   Perfie   geboren  was,   en  in   het  jaar  144Ö 

overleden  is.  Deze  heeft ,  op  bevel  van  eenen  Klein- 
zoon van  TiMUR,  het  leven  van  dezen  veroveraar 
volledig  befchreven.  —  Men  kan  hier  nog  den  ver- 
maarden Perfifcken  Gefchiedfchrijver  mirkhond  (of 
MiRKHAVEND  )  bljvocgen ,  Schrijvcr  van  eene  Alge- 
meeiie  TVereldgefchiedeiüs ,  van  het  begin  der  wereld 
tot  het  jaar  147 1  ,  doch  uit  welke  tot  hiertoe  enkel 
uittrekfels  voor  de  Per/ïaanfcke  Gefchiedenis  in  het 
licht  verfchenen  zijn. 
Lntijn-  Deze  en  reeds  voorgaande  Oosterfche  Schrij*rers, 
d'eif  ^^'  ^"  l^iin^e  moedertaal  fchrijvende ,  befchaafden  tevens 
en  Dich.  dezelve.  Zoo  was  het  niet  in  het  Westen  over  het 
ïers.  algemeen;  de  herleving  der  geleerdheid  deed  het  eerst 
de  zuiverheid  der  Latijnfche  taal  herleven,  welke  van 
PETRARCA  af  tot  ERASMUS  toc  vtlc  bcoefenaars 
vond ,  en  onder  dezen  verfcheidenen ,  die  zich  naar 
CICERO  vormden,  en  als  Cicerontaucn  bekend  zijn 
geworden ,  wier  voornaamfte  aanvoerder  was  bem- 
BO,  fedcrt  151 3  Geheimfchrijver  van  Paus  leo  X, 
naderhand  Kardinaal,  voornamelijk  beroemd  door 
zijne  Gefchiedenis  van  P^enetle  en  door  zijne  Brieven, 
Voor  de  Latynfche  Dichtkunst  was  men  zoodanig 
ingenomen,  dat  petrarca,  die  deze  geestvervoe- 
ring, voornamelijk  in  balie ,  gaande  maakte,  omtrent 
ïiet  midden  der  XlVde  eeuw  fchreef ,  dat  thans  plaats 
^■-  had. 


G  E  S  C  II  I  E  D  E  NM  S.  217 

hnd,  hetgene  de  Dichter  zciJe:   ,,  Wij    maken  allen       V 
verzen,  geleerden  en  ongcleerdcn."    De  meeste  Let-     ^'^^^ 
terkiindigen,   van  welken  wij  in  het  voorgaande  ge-  Hoofdft. 
fprokcn  hebben,  waren  tevens  Latiinfche  Dichters,  "^  C.  G, 
bij  welke  nog  gevoegd  raag  worden   joannes   bap- ^^^  j^j^^ 
TiSTA  sPAGNOLi ,  naar  zijne  vaderftad  ook  genoemd  — 
BAPTiSTA  MANTUANUS,  in  het  jaar   1513  Generaal 
(^ Prior  Generalis')   der  Karmeliter-orde,    overleden 
te  Mantua  in  het  jaar  1516,  doch  welke  echter  ver 
overtroffjn  werd  door  den  reeds  gemelden  Kardinaal 

BEMBUS   of    BEMBO    cn    doOr    SANNAZARIUS.       DcZC 

laatfte  heette  eigenlijk  jakob  van  san  nazario,  en 
zag  het  levenslicht  te  Napels  in  het  jaar  1458,  en 
is  overleden  in  het  jaar  1530.  Zijn  Leermeester 
PONTANUS  raadde  hem  den  naam  van  actius  sin- 
CERus  aan  te  nemen.  Na  den  Koning  ferdinand 
van  Napels  in  eenige  veldtogten  gediend  te  hebben, 
heeft  hij  zijne  overige  jaren  grootendeels  gefleten  op 
een  Landgoed ,  hetwelk  hem  diens  Konings  zoon  en 
opvolger,  FREDERiK,  gefclionken  had.  Zijn  ver- 
maardfte  gedicht  is  de  partu  virginis  Libri  III 
of  over  de  geboorte  van  CHRISTUS,  in  hetwelk  ech- 
ter de  vermenging  der  Heidenfche  Fabelkunde  met 
de  Christelijke  Godsdienstbegrippen  eene  ftootende 
werking  doet.  Zijne  Ecloga  en  Ekglcn  bevatten 
fchoone  plaatfen.  Zijne  drie  Boeken  van  Puntdich- 
ten bevatten  onder  anderen  zijn  Lofdicht  op  de  ftad 
Venetië ,  hetwelk  zoo  rijkelijk  beloond  werd ,  en  ver- 
fcheidene  bijtende  Puntdichten  op  de  Paufen  van  zij- 
nen tijd  en  derzelver  Neeven. 
De  Italiaan fche  Geleerden  waren  de  eern:e ,  die  Italiaan- 
O  5  zich 


2i8  K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

V  zich  toeleiden  op  de  verbetering  hunner  moedertaal 
BOEK  en  j-j^t  gebruik  derzclve  in  de  Dichtkunst;  de  voor- 
Hoofdft.  naamften  onder  hen,  aan  welke  die  taal  hare  verbete* 
na  C.  G.  ring  verfchuldigd  is,  waren  dante  en  de  reeds  meer- 
tot 1517  "^^'^'''  gewaagde  petrarca.  dante  (eigenlijk  du- 
• rante)  alighieri   was  in  het  jaar  1265  te  Fh» 

^^,       ,  rence  geboren.     Hij  was  lid  van  den  Raad ,  of  een 

Dichters.'  . 

DANTE.     der  Priori  m  zijne  vaderftad,   maar   bij   de  burger* 

verdeeldheden  in  dezelve ,  had  de  tegenpartij  de  over- 
hand ,  zoodat  DANTE  met  alle  zijne  aanhangers  uit 
dezelve  verbannen  werd.  Sedert  zworf  hij  elders 
rond,  en  zal  zich  in  het  jaar  1308  in  Meisfen  be- 
vonden, en  het  graffchrift  gemaakt  hebben  op  éexi 
vermoorden  Markgraaf  diezman,  hetwelk  nog  te 
Leipzig  in  de  Pauliner-  of  Univerfiteits  -  kerk  te  zien 
is.  Zekerder  is  het,  dat  hij  om  dezen  tijd  aan  het 
Mof  van  iiendrik  VII  geweest  is,  en  niet  zonder 
hoop,  om  door  denzelven  in  zijne  vaderftad  terug- 
gebragt  te  worden ,  doch  welke  hoop  door  's  Keizers 
dood  in  het  jaar  1313  verijdeld  werd.  Zijne  laatfte 
verblijfplaats  was  Verona ,  alwaar  hij  iu  het  jaar 
J321  overleden  is. 

DANTE  wordt  aangemerkt  als  de  Vader  der  Ita- 
liaan fche  Dichtkunst ,  waartoe  voornamelijk  zijn  zoo 
beroemd  als  zonderling  gedicht  aanleiding  heeft  ge- 
geven, hetwelk  hij  Het  Goddelijk  Taneelfpel  (^la 
divina  Commedia )  genoemd  heeft ,  gelijk  men  hem 
zelven  den  eernaam  van  Goddelijk  heeft  toegekend. 
Dit  gedicht  behoort  tot  geene  van  de  gewone  foor- 
ten van  Dichtftukken ,  hij  verhief  zich  in  hetzelve 
boven  alle,  bovendien  toen  nog  te  weinig  bekende 

the- 


GESCHIEDENIS.  sij 

theorien  en  regelen  vnn  Diclitknnst ,   en   vierde   aan       V 
zijn  vernuft  den  ruimen  teugel  tot  in  het  wonderba-     °  jj* 
re,   doch  zoo  dat  hij  zijne  menigvuldige  gebreken  Hoofdft. 
met  nog  grooter  fchoonheden  bedekte ,  waarom  ook  "^  C.  G, 
fommigen  niet  ten  onregte  eene  vergelijkmg  gemaakt  ^^^  \^it, 
hebben  tusfchen  hem  en  den  vermaarden  Engelfchen  ■ 

Dichter  shakespeare.  Hij  verdichtte  dus  een  ge- 
zigt,  hetwelk  hij  zou  gehad  hebben  van  de  hel ^ 
van  het  vagevuur  en  van  den  hemel.  IN^erkwaardig 
is  het,  dat  hij  in  de  hel  verfcheidene  Paufen  aan- 
treft,    COELESTINUS     V,    NICOLAUS    III,    KLEMENS 

V,  en  voornamelijk  bonifacius  VIII,  dien  hij,  als 
den  Vorst  der  inetnve  Fürizeen  ,  zwart  genoeg  affchil- 
dert.  Zoo  gunftig  werd  dit  gedicht  bij  de  Italia- 
nen ontvangen ,  dat  hunne  eerfte  geleerden  'er  al 
fpoedig  Commentarien  over  fchreven ,  zelfs  werd  'er 
in  het  jaar  1373  te  Florence,  en  twee  jaren  daarna 
te  Bologna  een  openbaar  Leeraarsnmbt  ingefl:eld,om 
dit  gedicht  viin  dante  te  verklaren  en  uit  te  leggen. 
Zeldzaam  mag  het  geacht  worden ,  dat  de  Paufen  en 
Kettermeesters  zoo  zachtzinnig  over  dit  Dichtduk 
gedacht  hebben ,  maar  naderhand  heeft  men  'er  Ket- 
terij genoeg  in  gevonden ,  te  meer  toen  dante  in 
een  ander  gefchrift:  de  Monarchla ,  zijn  gevoelen 
ten  aanzien  der  Paufen  als  Leeraar  van  het  geeste- 
lijk regt  gezegd  had.  De  vermaarde  Regtsgeleerde 
bartolus  verklaarde  het  reeds  in  dantes  eeuw 
voor  Ketterij,  dat  hij  in  dit  gefchrift  beweerd  had, 
dat  het  Rijk  niet  afhing  van  de  Kerk,  en  dat  de 
Paus  den  Keizer  niet  te  bevelen  had.  Om  deze  re- 
denen hebben  mornay  en  andere  Proteftanten  den 

Dich- 


ftio  K  E  Pv  K  E  L  IJ  K  E 

V  Dichter  dante  onder  de  getuigen  der  waarheid  ge- 
BOER  plaatst,  maar  bellarmin  met  andere  Roomschge- 
Hoofdft.  zinden  hebben  hem  daarmede  zoeken  te  verfchoonen , 
na  C.  G.  dat  men  hem ,  als  zijnde  een'  Gihclliit  en  Dichter 
tot  1^17  ^^^^  '"'^'^  ^"  ander  niet  te  hoog  moest  toerekenen. 
■  PETRARCA,  dien  wij  als  een' der  eerfle  herftellers 

der  letterkundige  geleerdheid  reeds  hebben  leeren  ken- 
nen ,  is  ook  een  geliefde  Dichter  van  zijne  natie ,  wiens 
gedichten,  onder  den  naam  van  Rime,  Canzoni  e 
Sonnetti  voornamelijk  züiie  laura  berpcmd  gemaakt 
hebben. 
Franrclie       Terwijl  de  Italiaanfche  Dichtkunst  dus  bloeide,  be- 

Dichters.  gQ^    ^^   Provencaalfche ^   haar    oude    voorbeeld,    te 

Tcux  Flo- 

ratix,       verwelken.     Te  Touloiife  was  zij,  onder  de  befcher- 

ming    der    Graven    aldaar    voornamelijk    beoefend. 

Thans ,  onder  de  regering  des  Konings  ,  vereenigden 

zich  zeven   aanzienelijke   Burgers  aldaar  tot  een  ge- 

nootfchap,  hetwelk  zij    het   vrolijk  genootfchnp  der 

zeven  Dichters  (^la   gaie  Société   des  fept   Trouba* 

dours )  noemden ,   en   hetwelk   een  gouden  violiertje 

tot  eenen    prijs   aanbood,   aan    den  maker   van  het 

beste  vers  ter  eere  van  God,  de  Heilige  Maagd,  of 

van  eenen  anderen   Heiligen.     Deze   prijs   werd   in 

het  jaar  I3!i4  dadelijk  toegekend  aan  arnaud  vidal 

van  Castelnaudari ,  die  men  te  gelijk  tot  Doctor  der 

Poêzy  (eigenlijk  der  vrolijke  wetenfchap ,  en  Ia  gaie 

fciencc  )  benoemde.    Kort  daarna  beval  de  fladsover- 

heid ,  dat  zulk  een  prijs  jaarlijks  op  kosten  der  ftad 

zou  uitgedeeld  worden.     Ook  kreeg  het  Genootfchap 

zijne  wetten,  Wetten  der  liefde  genoemd,  geliik  het 

Genootfchap  zelve  den  naam   kreeg  van  Liefdefpel 


GESCHIEDENIS.  sai 

(/?  Jeu  cramour.')    In  het  joar   1356  Vermeerderde       V 
men  gemelden  prijs  nog  met  eene  veldroos  en  gouds-     ^*^^* 
bloem  van  zilver.     Ecne  JiifFer  te   Touhufe,   cle-  Hoofdft. 
WENCE  VAN  isAURE ,  maiiktc   tegen   het   einde  der  na  C.  O. 
XVdc  eciuv,  in    haren   uiterllen   wil,    eene   fom me ''',', -V, 

[Ut   1  5*Z« 

gelds,  uit  welke  de  kosten  dezer  drie  prijzen  goed-  m 
gemaakt  konden  worden.  Uit  dankbaarheid  liet  de 
Overheid  voor  haar  een  ftandbeeld  van  wit  marmer 
maken ,  hetwelk  in  de  vergaderplaats  van  het  genoot- 
fchap  geplaatst,  en  op  den  dag  der  prijsuitdeeling 
met  bloemen  gekroond  werd.  .Het  genootfchap  noem- 
de zich  een'  tijd  lang  Ie  College  de  Rhetorigue  ^  zoo 
dat  het  ook  deze  kunst  in  zijne  beoefening  infloot. 
Maar  naderhand  is  het  onder  den  naam  ^eiix  Flo- 
t/iux-  veel  beroemder  geworden ,  en  tot  op  onze  tij- 
den, als  het  oudfie  geleerde  genootfchap  van  dezen 
aard,  gebleven.  Doch  eerst  in  het  jaar  1694  werd 
het  door  den  Koning  plegtig  bekrachtigd ;  en  de  drie 
Bloemen  werden  nog  met  een'  gouden  Amaranth  ver- 
meerderd; terwijl  het  getal  der  leden,  (^Acadêmiciensy 
op  35,  en  eindelijk  op  40  werd  vastgefteld. 

Maar  deze  fchikkingen  konden  het  verval  der  oude 
Provenc^alfche  Dichtkunst  niet  beletten.  Doordien 
het  zuiden  van  Frankryk  geheel  onder  de  heerfchap- 
pij  der  Kuiiingen  van  Frankryk  kwam ,  werd  de 
Taal  der  ProvencaJen  of  Troubadours  door  den  Noor- 
delijken Franfchen  tongval  verdrongen;  en  door  de 
opgevolgde  oorlogen  verviel  de  natie  in  eene  foort 
van  verwildering.  Men  vond  rijmelaars  en  verzen- 
makers genoeg  onder  de  Franfchen,  maar  de  ware 
Dichtgcest  openbaarde  zich  niet  of  naauvvelijks.    De 

Ge- 


.iMi 


412  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  Gerchiedfchrijver  FROissARD,  die  zelve,  alhoewel  hjf 
BOEK  ggj^  geestelijke  was ,  verfcheiden  gedichten  ter  eere  def 
Hoofdft.  jufFerfchap  en  der  liefde  gedicht  heeft,  verzamelde  ook: 
na  C.  G.  andere,  welk  wenceslaw  van  Luxemburg ^  Hertog 
1^^  j.j^' van  Braband ,  wiens  Geheimfch rijver  hij  was,  ge- 
■■lil  dicht   heeft.      De    Roman  de  la   Rofe ,   die  eenige 

eeuwen  lang  zoo  geliefd  was,  bragt  dit  foort  van 
fchriften  in  opgang.  Maar  dewijl  deze  zoogenoem- 
de  Dichters  zich  meermalen  met  de  Geestelijkheid 
vermaakten,  verwekten  zij  ecne  vervolging  der  Ketter- 
meesters tegen  zich.  Waarfchijnlijk  om  zich  aan  de- 
zen te  wreeken,  vermaakte  joannes  van  mekum 
( gemeenlijk  clopinel  genoemd )  één  van  de  opftel- 
Iers  van  dezen  Roman,  aan  de  Kerk  der  Dominika» 
tjen  te  Parys,  waar  hij  begraven  wilde  worden,  in 
zijn  Testament  een  zwaar  koffer;  doch  hetwelk  hun 
niet  ter  hand  gefield  moest  worden,  voor  dat  deze 
Monniken  de  zielmisfen  voor  hem  gedaan  hadden. 
Zij  hielden  ook  werkelijk  plegtige  lijkdienften  voor 
hem ,  en  begroeven  hem  onder  een  prachtig  graftee- 
ken.  Maar  toen  zij  den  gewaanden  fchat  openden, 
vonden  zij  niets  dan  leijen ,  op  welke  wis-  en  reken- 
kundige figuren  geteekend  waren.  De  Dominikanen  ^ 
zich  dus  bedrogen  ziende ,  groeven  den  Dichter  we- 
der op;  en  zouden  hem  onbegraven  gelaten  hebben, 
als  het  Parlement  niet  bevolen  had,  dat  hij  in  hun 
Klooster  een  graf  hebben  moest  (*).  Ten  zelfden 
tijde,  in  de  tweede  helft  der  XlVde  eeuw,  muntte 

on- 
(*)  Hiftdirc  de  France  ^  par  velly,  continuée  par  var- 

LARET   r.  XI.  p.    130,    137. 


GESCHIEDENIS.  223 

Otider  de  Franfchen  uit  in  gedichten  en  in  befchrijving       V 
der  gefchiedenis ,  eene  Italiaanfchc  Juffer,  christia-     °°^* 
NA  DE  PizzANo;    maar  die  de  Franfchen  tot  hunne  Hoofdll. 
natie  rekenen,  onder  den  naam  de    pisan,   omdat  na  C.  G. 
haar  vader  haar  al  vroeg  naar  Frankryk  had  gebragt ,  |^f '  !°^£* 

COl    IJl/» 

waar  zij  kort  na  het  jaar    141 1    fcbijnt   geftorven   te  . 

zijn.     Zij  bezat  ook  Griekfche  en  Latijnfche  Taal- 
kunde. 

Ook  de  XVde  eeuw  kon  onder  eene  menigte  rij- 
mende Franfchen,  naauwelijks  twee  of  drie  Dichters 
tellen,  die  zich  iets  boven  het  middelmatige  ver- 
hieven. 

-  Dus  ftonden  de  Franfchen  niet  alleen  achter  bij  de  Engel- 
ItaUanen ,  maar  ook  bij  de  Engdfchen ,  die  ten  min-  iS.  ^^, 
ften  in  galfrted  ,  (of  gotfried)  chaucer,  den  cHAucEa, 
vader  van  alle  hunne  Dichters  en  den  eerften  groe- 
ten verbeteraar  van  hunne  taal  hadden.  Hij  was  in 
het  Jaar  1328,  waarfchijnlijk  te  Londen  geboren. 
Reeds  in  zijn  agttiende  jaar  fchreef  hij  als  (ludent  op 
de  Univerfiteit  te  Camhrldge  het  Geregtshof  der  Lief- 
de ^  (^the  Court  of  Love.')  Hij  was  in  dienst  en  te- 
vens in  gunst  bij  den  Hertog  van  Lankaster.  In 
dezen  tijd  fchreef  hij  zijn  Huis  des  Roems ,  {the 
Houfe  of  Fame ,)  tot  lof  van  hetwelk  niets  grooters 
gezegd  kan  worden ,  dan  dat  pope  daaraan  het  voor- 
beeld van  zijnen  Tempel  der  Eere  genomen  heeft. 
Hier  toe  behoort  ook  het  uitgebreidfte  van  zijne 
werken  troilus  en  chryseis,  een  Heldendicht. 
Toen  naderhand  wiclef  door  de  Geestelijkheid  ver- 
ketterd werd ,  en  de  Hertog  van  Lankaster  denzel- 
ven  zocht  te  befchermen,   wendde  zich  chaucer 

ook 


Ö24  KERKELIJKE 

V       ook  op  deze  zijde;  en  vertaalde  den  bovengemeldeiï 

BOEK     Roman  de  la  Rofe.  waarin  de  Monniken  niet  ver- 
il 
Hoofdft.  fchoond  werden.     In  zijn   Verhaal  van  den  Akker. 

na  C.  G.  man ,  in  zijnen  jan  upland  ,  en  in  andere  gedicli- 
J|^^^j°[^' ten,  tuchtigde  liij  de  luije  Ordesleden,  de   onweten-. 
— — —    de  Priesters,  en  de  trotlclie  Geestelijke  Rigters,  met 
bijtende  fcherpte;   alhoewel  hij  anders  het  waardiger 
deel  der  Geestelijkheid  allen  eerbied  bewees ;  en  ook 
in  geen  één  geloofsltuk  van  de  Roomfche  Kerk  af- 
week,   In  het  jaar  1377  kwam  de  minderjarige  Ko- 
ning lUCHARD  II  op  den  troon ,  en   de  Hertog  van 
Lankaster  had  eenmaal  de  regering  in  handen.  Even- 
wel zag  CHAUCER,   vvien  de   Hertog  voortging  te 
begunftigen ,  zich  genoodzaakt ,  wegens  zijne  fchuld- 
eifchers ,  zich  in  de  befcherming  des  Konings  te  be- 
geven ;  en  niet  lang  daarna  trof  hem  nog  grooter  ge- 
vaar..   De  Hertog  werd  bij  den  Koning  verdacht  en 
bij  de  Natie  gehaat,  omdat  hij  en  zijne  vrienden  on- 
der de  Grooten ,  door  het  onderfteunen  van  wiclef> 
woedende  onrusten  onder  het  gemeen  veroorzaakten. 
CHAUCER,  hoe  zeer  van  eenen  zoo  magtigen  begun- 
fliger  beroofd,  zocht  nogtans   in  het  jaar  138a  met 
veel  vuur  de  onderneming  van  den  Lord  JViajor  van 
Londen^    joan    camberton,    die    deze   ftad  naar 
wicLEFS  grondbeginfelen  wilde  hervormen,  te  bevor- 
deren.   De  Koning  gaf  daarom  bevel,  om  hem   ge- 
vangen te  nemen ,  maar  hij   ontvlugtte  nog   bij  tijds 
in  vreemde  landen.   Gebrek  aan  beftaan . dwong  hem, 
heimelijk  in  zijn  vaderland  terug  te  keeren ;  waar  hy 
echter  ontddu,   in   de   gevangenis  geworpen,  maar 
op  zekere  ontdekkingen ,  die  men  van  hem  gevorderd 

had. 


GESCHIEDENIS.  025 

had,   weder  ontflagcn   werd.      Deze    rampen  brag-       V 
icn  hem  tot  het  befluit,   om   zich  in  eenzaamheid  te     ®°'j'^ 
''Woodfhck  te  begeven.     De  Hertog  kwam  wel  weder  Hoofdd. 
in  algemeen  aanzien  en  werd  zelfs  door  zijn  tweede  "^  C.  C, 
huwelijk,  een  zwager  van  chauckh;   en  zijn  ^''J'^n  J^^"°^^J 
beklom   den  troon,   onder  den  naam  van  hendiuk  ■ 

IV,  maar  chaucer  mengde  zich  niet  meer  in  bezig- 
heden,- en  overleed  in  het  jaar  1400.  Hoe  voortref- 
lijk  een  vernuft  en  Dichtgeest  hem  eigen  zij  in  zijne 
werken ,  mag  daar  uit  blijken ,  dat  drie  der  voor- 
naamlle  Dichters,  spencer,  dryden  en  pope  in 
tle  laatfte  tijden  zijne  •  Dichtwerken  navolging  en  her- 
haling waardig  geoordeeld  hebben. 
In  de  Xllde  en  XllIJe  eeuw  was   de  Dichtkunst  Duitfclie 

in  Duitschland  door  dé  zoogenoemde  Minnezanpers ,  ^ï'^^ster- 

zangers. 
onder  begunftiging  van  f^mmige  Grooten,  niet  zon- 
der goed  gevolg,  beoefend,  maar  in  de  XlVde  en 
XVde  ging  zij  bijna  geheel  tot  nier;  een  nieuw  ibort 
van  Dichters,  hetwelk  in'  de  XliHe  eeuw  opkwam, 
en  met  den  naam  van  Meesterzangers  bekend  werd , 
deed  echter  nog  eenige  hoewel  zwakke  pogingen 
ten  voordeele  der  Dichtkunst. 

In  het  eerst  noertidé  men  alleen  diegenen  Bfeesier- 
zangers ,  die  in  eenen  Poetifchen'  Kamp  de  overwin- 
ning behaald  hadden.  Zulk  een  Kamp  werd  in  het 
jaar  1206  aan  het  Hof  des  Landsjraven  van  Thuriw 
^ff«  gehouden  op  het  Slot  Waffburg^  tusfchen  vier 
Edellieden  en  twee  Burgers  uit  -Eifenach,  bekend 
met  den  naam  van  de  Krijg  vaü  Warthurg,  In  het 
vervolg ,  als  de  Duhfche  Vorsten  en  Edellieden  meer 
vverks  maakten  van  krijg-  jagt-  -en  tcurnoifpflen  ,   en 

XV.  Deel.  P  diiuk- 


tlü 


aa6  KERKELIJKE 

V       drinkgelagen,  dan  van  gedichten  en  gezangen,  en  de 
BOEK     Geestelijkheid  zich  enkel  vermaakte  met  Latijn  fchrij- 
Hoofdft.  ^^^^  ^"  disputeren,  hield  zich  de  Dichtkunst  alleen 
ra  C.  G.  in  den  burgerftand  flaande.    Men  had  van  ouds  af 
10^1^17  '"  DuUschland  veel  op  met  volksliedjes,  zoo  ver* 
>i.    .        vingen  de  Meesterzangers  insgelijks  eenigermate   de 
plaats  der  oude  Barden  ,  .en  gaven  ook   hunne  lie- 
deren den  naam  Bar  ^  in  welke  zij  God  en  de  Hei- 
ligen, bijbelfche  gefchiedenisfen  en  leeringen   bezon- 
gen, maar  ook  tooneelen  uit  het  dagelijkfche  leven, 
fabelen,  grappige  invallen  enz.      Deze  Zangers  wa- 
ren meest  ambachtslieden  in  de  (leden  Ments ,  Neu' 
renhurg  en  Straatsburg,      hendrik    fraüenlob. 
Doktor  der  Godgeleerdheid  te  Ments,  één  der  eer- 
ften  onder  de  twaalf  Meesterzangers ,  overleed  eerst 
in  het  jaar  1317.    Hij  heeft  zijnen  naam  naar  de  on- 
tallijke  Lofdichten  welke  hij  op  de  fchoone  kunne 
gemaakt    heeft,   waarom    hem  ook   de  vrouwen  te 
Ments  in  de  Domkerk  onder  luide  rouwklagten  ten 
grave  gedragen  en   zoo  veel  wijn  over  zijn  graf  ge- 
ftort  hebben,  dat  'er  de  Kerk  van  droomde  (♦). 

De  beroemdfte  onder  deze  Meesterzangers  is  de 
fchoenmaker  van  Neurenberg  hans  sachs  ,  die  in 
het  jaar  1494  ter  wereld  kwam ,  en  in  het  jaar  1576 
geflorven  is,  meer  dan  6,000  groote  en  kleine  Ge- 
dichten nalatende.  Van  zijnen  dichterlijken  aanleg 
getuigt  zijn  Lied:  Warum  betrubst  dn  dich^  mijn 
herz,  hetwelk  nog  in  DuitschJand  gezongen  wordt. 
Ook  heeft  deze  man  door  zijne  liederen  bij  de  min- 

de- 
(*}  ALB.  VAN  STRAATSBURG  Chroti.  ad  h.  a. 


G  E  S  C  H  I  E  D  E  Tn  I  S.  a^r 

dere   Volksklasfe    niet    weinig   tot    de    Hervorming       V 
loegebragt,  ^^^* 

Tegen  het  einde  der  X  Vde  eeuw  wakkerde  ook  Hoofd  ft. 
de  ijver  aan,  om  de  Duitfche  landstaal  te  befclia-  "^  C.  G. 
veni  men  vertaalde  verfcheidene   Werken   der  oude  f^^'^'°('^* 

'  LIJ!,     l  ^  I  /• 

Grieken  en  Romeinen  in  dezelve.     Ook  kwamen  'er 

Bijbelvertalinffen  te  voorfchiin.     Maar  ook   onderna-  ^5°'"' j^" 
•'  °  '  ning  der 

men   koene  vernuften  zedenrigters  van  hunne  eeuw  Duitfche 

te  worden.  Het  beruchte  Gedicht  Reijnke  de  Fos ,  '^^l* 
hetwelk  te  Lubek  uitgekomen  is  in  het  jaar  1498  4to  , 
en  hetwelk  uit  het  [tallaansch  en  Fransch  vertaald 
of  nagevolgd  is  door  hendrik  van  alkmaar  ,  Hof» 
meester  aan  het  Hof  van  den  Hertog  van  Lotharin- 
gen ,  behoort  hier  toe ,  als  een  ongemeen  vrijmoe- 
dig Hekelfchrift  op  de  buitenfporigheden  dier  eeuw, 
onder  welke  die  der  Geestelijkheid  niet  verfchoond 
worden.  Een  echt  Duitsch  oorfpronkelijk  Werk  is 
SEBASTiAANS  BRANDS,  ccH  RegtsgeleerdcH ,  en  Kan- 
felier  te  Straatsburg  ^  waar  hij  in  het  jaar  1520  over- 
leed ,  Narrenfchip ;  of  het  nieuwe  fchip  van  Narra- 
gonia,  waar  in  hl)  op  eene  befcheidene  wijze,  en  met 
veel  menfchenkennis ,  in  CXllI  Hoofdftukken  boert 
met  de  menigvuldige  dwaasheden  van  zijnen  tijd. 
Over  dit  gedicht  hield  jan  galler  van  keizers- 
burg, uit  Schaf haufen  ^  Doktor  der  Godgeleerdheid 
en  Prediker  te  Straatiburg  in  het  jaar  1498  Predi- 
katien,  die  in  het  jaar  1574  te  Bazel  met  den  tijtel 
van  Wereldfpiegel  gedrukt  zijn.  In  dezelve  ver- 
fchoont  galler  geenen  ftand ,  en  toont  zich  inzon- 
derheid eenen  vijand  der  Monniken;  zijne  voorbeel- 
den zijn  dikwijls  grappig,  maar  aan  de  trouw  van 
P  2  zy. 


2:8  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  zijne  affchildering  der  zeden   valt  niet  te  twijfelen* 

BOEK  £)g  Schohiiieke  Wijsgeerte ,  die  zich  in  de  duister^ 

Hoofdft.  "is  der  liaarkloverijen  hulde,   eil  ten  koste  van  we- 

na  C.  G  zenlijke  wetenfcliap   in    befpiegelingen  verloor ,  wa» 

tot  i*)!?  °P  ^^^  ^^^^^  "^^^  bertand  tegen   het  licht,   hetwelk 

■»-  ■  -  -  de  beoefening  van  wetenfc happen  en  geleerdheid  op 

Vervolg,  njei,^  beftraalde. 

V311    uG 

School-    '     I"  het  begin  der  XlVde  eenw  leefde  nog  één  der 
fcheWijs- voornaamfte  Scholastieken^  een  hoofd  van  eene  bij- 
*        *     zondere  gezindte,  en  de  hoogde  meester  in  donker- 
heid ,  joANNES  DUNS  scoTus ;  één  zijner  voornaam- 
fte leerUngen  was  frans  öiairon  ,  (  de  Maïjronis  en. 
Digna^  naar  zijne  vaderftad   Digne  'm  Provence^ 
een  Franciskaner  te  Parys^  die  daar  in  het  jaar  1325 
op  bevel  van  Paus  joannes  XXII  de  waardigheid 
van  Doctor  in  de  Godgeleerdheid  ontving;  zijn  roent 
was  zoo  groot,  dat  men  hem  den  eernaam   gaf  van 
Doctor  illmninatus-  et  acutiis  ,  als  ook  Magister  ah- 
ftractionum^     Hij  heeft,  behalve  Commentarien  over 
ARiSTOTELES  cn  audcrc  Werken  ook  gefchreven:  de-_ 
Formalitatihus ,  de  primo  Princi^io ,  en  de  Univoca- 
4igne  entis.     Hij  verwerpt  in  zijne  Schriften  het  be- 
wijs van  ANSELMUS  voor  het  bcftaan  van  God,  er> 
ontkent  zelfs  de  mogelijkheid  van  een  bewijs  a  priori 
voor  dat  beftaan  enz. 
iiERV^us      Ten   zelfden    tijde   verkreeg  HERViEUS   natalis 
NATALis.  ^  vvaarfchiinlijk  iirrve   nocl)    een    Dominikaan  en 
Leeraar   der  Godgeleerdheid  te  Parys ,    en  eindelijk 
Generaal   van    zijne   Orde,   die   in    liet    jaar    1323 
overleed,  geen'  ^cringen  roem.     Onder  zijne  Schrif- 
ten   zijn:    Qtwdlibeta    minora   XXIV,     Oiiodlibeta 

ma* 


GESCHIEDENIS.  29 

fnnjora    IF ^    Tractatus    VIII ^    de    heatitttdine  ^  ck       v 
rerbo  ^   de   aternitate   mtindi  ^    de  materia    creli^  de     ^^^^ 
relationibus ,  de  pluralitate   formarum ,   de   virtuti-  Hoofdft. 
hm^  de  motu  Angeli  ^  en  een  onderzoek  der  vranp;:  "^  ^'  G, 
Utrhm  Deunt  esfe  ^  pos  fit  demonflrative  prohnri  via  ^^'^  1^17 
caufalitatis  efficientlce?   en  meer    andere.     Hii    ver-  ^— — 
dedigde  met  den  Heil.  tmomas  de  mogelijkheid  van 
eene  eeuwige  wereld. 

Met   WILLEM   DE    ST.    POURCAIN  ,     of    DURANDUS  '^T.  POUR- 

DE   SANCTO   PORCIANO,   vanj^t   \\Q\.   dcrde   tijdperk '^  ^^^  ^^ 
der  Schoolfche   Godgeleerdheid  —  niet  der  Wijsbe-  mn  je 
geerte  —  aan.     Hij  was  een   Dominikaner  Monnik ,  sancto 
-in  het  jaar  1326  werd   hij  Bisfchop  te   Meaux ^   ^^' no. 
waar  hij  in  1333  geftorven  is.     Wegens  zijne  vaar- 
digheid in  het  oplosfen  van  vragen   en   tegenwerpin- 
gen ,  noemde  men  hem    Doctor   refolutisfiiniis.     Hij 
behandelt  even    zoo   fpi'svinnige    vragen,   als   zijne 
voorgangers,    maar  zijne   wijze   van    behandeling  is 
toch  meer  duidelijk. 

WILLEM  occAM  (of  ocham)  naar  het  dorp  0<:- wjllem 
eam  in  hetEngelsch  Landfchap  i'wrr^/y  dus  genoemd,  ^'^^^^-^^  ^^ 
was  een  leerling  van  den  vermaarden  duns  scotus, 
maar  week   van    denzelven   zoo   ver  af,   dat  hij  de 
bijna  te  ondergegane  partij  der   Nominali.ten   weder 
herftelde,  die  daarom  ook  naar  hem  Occamisten  ge*' 
noemd  worden.     De  haat  van  dezen  met  de  Scotis' 
ten  en  Realisten  ging  fomtijds  zoo  ver,  dat  die  wel 
eens  tot  bloedige   twisten  uitbrak,     occaim  trad   in 
de  orde  der   Franciskanen,  en  leerde  in    het   begin 
der  XlVde  eeuw  de  VVijsgeerte  en  Godgeleerdheid  te 
Par^s.    In  de  toenmalige  .twisten  van  Koning  piLrp 
P  3  den 


fl3o  KERKELIJKE 

V  d(?n  Schonen  met  Paus  bonifacius  VIII,  verdedig- 
BOEK  jje  hij  'sKonings  zaak  in  een  bijzonder  gefchrift. 
Hoofdft.  Vervolgens  Provinciaal  van  zijne  orde  in  Engeland 
na  C.  G.  geworden ,  bragt  hij  niet  weinig  toe ,  dat  op  eene 
10^1517  vergadering  zijner  Orde  te  Perugia  in  het  jaar  1322 
»'  tegen  het  gevoelen  van  Paus  joannes  XXil  eenpa- 

rig werd  vastgedeid,  dat  het  geene  Ketterij  was,  te 
beweeren,  dat  christus  en  de  Apostelen  niets  ei- 
gens bezeten  hadden.  Deze  leer  droeg  hij  overal 
voor,  tot  dat  de  Paus  hem,  op  ftraffe  van  den  Ban, 
het  ftilzwijgen  opleide.  Na  het  jaar  1328  ftreed  hij 
weder  moedig  voor  den  Keizer  lodewyk  van  Beije- 
ren  in  gefchriften  tegen  den  Paus.  Deswegens  in 
den  Paufelyken  Ban  gedaan ,  begaf  hij  zich  naar  den 
gemelden  Keizer,  die  insgelijlis  in  den  Ban  was,  te- 
gen wien  hij  gezegd  zal  hebben :  „  Verdedig  gij  mij 
met  het  zwaard,  en  ik  zal  u  met  het  woord  ver- 
dedigen." Hij  overleed ,  volgens  het  gemeen  gevoe- 
len in  het  jaar  1343  of  i347>  doch  volgens  ande- 
ren in  het  jaar  1350  te  Kapua ^  nadat  hij,  zoo  als 
men  zegt,  doch  zonder  genoegzame  zekerheid,  op 
betuiging  van  berouw  en  leedwezen,  van  den  Ban 
ontheven  was.  occam  heeft  veel  gefchreven  over 
Wijsgeerige  en  Godgeleerde  onderwerpen,  maar  ook 
ireel  over  het  gezag  der  Paufen  in  wereldlijke  za- 
ken, waar  omtrent  hij  zeer  vrijmoedig  fchrijft,  en 
die  gewaande  magt  rondborstig  ontkent ;  terwijl 
de  ijverige  aanhangers  der  Paufen  weinig  tot  zijne 
ontfchuldiging  weten  te  zeggen;  maar  zijne  vereer- 
ders noemden  hem  den  eenigen  Leeraar  in  zijne 
füort,    (^Doctor  Jingularis^    en   den    eerwaardige» 

Stich" 


GESCHIEDENIS.  231 

Stichter  (^Fenerabi/is  inceptorS)     Onder  zijne  Wijs-       V 
geerige  ioerflellingen  zijn  ook  de  volgende :     Hij  out-     ^^^ 
kent ,  dat  Gods  eenheid  uit  de  bloote  Rede  kan  be-  Hoofdf!. 
wezen  worden,  even  min  gelooft  hij,  dat  men  Gods  "^  C.  G, 
aanwezen   daaruit    bewijzen   kan,   ten   minflen   niet  ^^^  j-j,* 
volgens  de  gronden  van  aristoteles  enz, 

Na  occARi  vindt  men  onder  de  Schoolfche  Leera*  walther 
ren  niemand   van  gelijken   geest,   die  het   hoofd  en  ^''^^^^^^^ 
de  aanvoerder  van  eene  gezindte  geworden  is,  maar  ley. 
(lechts  een  en  ander,  die  in  deze    of  gene  bijzon- 
dere ftukken    zijne  eigene  meening  volgde.    Onder 
deze  behoort  walther  burleigh  of  burley,  een 
Engehchman ,  geboren   in  het  jaar   1275,     Hij  had 
insgelijks  duns  scotus  tot  zijn*  leermeester  gehad, 
maar  verliet   deszelfs  zamenftel  en  verdedigde  met 
occAM  de   NominaUsten,     Men   geeft  hem,    zeker 
vreemd  voor  eenen  Schoolfchen  Leeraar,  den  tijtel: 
van  den  duidelijken  en  klaren  Leeraar  (  Dostor  pla» 
nt*s  et  perfpicuus.^ 

joHAN  BURiDAN  IS  echtcr  meer  beroemd;  deze  'ohan 
was  een  leerling  van  occam,  geboortig  uit  Bethune  in  ^^^^^''' 
Artoh\  hij  was  in  het  jaar  1327  Rector  der  Hooge 
"School  tdP^rys.  v.uRWANS-Ezel  is  tot  een  fpreek  woord 
in  de  Wijsgeerige  Gefchiedenis  geworden;  zonder 
dat  men  bepaaldeli.ik  zeggen  kan,  in  welke  gedaante 
of  met  welk  oogmerk  hij  dit  voorbeeld  voorgefteld  zal 
hebben.  Een  hongerige  ezel,  zal  hij  gezegd  heb- 
ben, tusfcien  twee  fchepels  haver  van  volmaakt  ge- 
lijk voorkomen,  zou  van  honger  moeten  fierven , 
omdat  hij,  geene  de  minde  beweegredenen  hebben- 
de, om  het  ééne  boven  het  andere  te  kiezen,  onbe- 

P  4  we» 


232 


K  E  Pv  K  E  L  IJ  K  E 


V 

BOEK 

u 

Hoofdft. 
na  C.  G 
Jnario73. 
tot  15 17, 


MARSILI- 
US   VAN 
INGHEN. 


PETRUS 

d'ailly. 


wegelijk  en  befluiteloos  zou  blijven.  Dit  zou  eenc 
fpottende  toefpeling  zijn  op  het  gevoelen  der  genen, 
die  wel  aan  de  menfchen ,  maar  niet  aan  de  dieren 
de  vrijheid  toekenden,  om  bij  volkomene  gelijke  be- 
weegredenen tusfchen  twee  voorwerpen  willekeurig 
eene  keuze  te  doen.  Zeker  is  het,  dat  hij  over  de 
vrijheid  van  den  wil  fcherpzinnig  in  zijne  Schriften 
gehandeld  heeft. 

Even  gelijk  marsiliüs  van  inghen,  dien  men 
ook  voor  eenen  leerling  van  occam  houdt,  en  die 
in  het  jaar  1386  eerfte  Rector  der  Univerfiteit  te 
Heidelberg  is  geweest,  waar  hij  in  het  jaar  1396  ge- 
ftorven  is. 

In  de  volgende  XVde  eeuw  komen  nog  onder  de 
Schoolfche  Leeraren  voor-  pieter  d'ailly,  gebo- 
ren in  het  jaar  1350,  door  Paus  joannes  XXII  in 
het  jaar  141 1  Kardinaal  gemaakt,  en  door  denzel- 
ven  als  zijn  Legaat  in  Duitschland  gezonden,  al- 
waar hij  in  het  volgende  jaar  de  Kerkvergadering 
van  Konftans  bijwoonde.  Men  heeft  hem ,  wegens 
zijne  menigvuldige  werkzaamheid  en  gefchriftcn , 
Frankryks  adelaar^  en  den  onver  in  o  ei  den  hamer  der 
Ketters  genoemd.  Hij  was  een  man  van  levendigen 
naarfporingsgeest,  van  matige  geleerdheid,  veel  ijver 
voor  den  godsdienst;  wel  geheel  verkleefd  aan  het 
ftelfel  van  zijne  Kerk,  maar  tevens  rondborstig  in 
zijne  wenfchen  en  voorflagen  tot  verbetering  van  het 
Paufelijke  Hof,  de  Geestelijkheid  en  de  geftcldheid 
der  Kerk.  Met  de  Schoolfche  Wijsbegeerte  verbond 
hij  ook  de  Mijstikerij.  Eene  zijner  hoofdzwakheden, 
doch  tevens  een  algemeen   gebrek  van  zijne  eeuw, 

was 


GESCHIEDENIS.  233 

was  ziine  liefde  tot  de  Srarrcnvvigclielarij.     Men  zegt,       V 
dat  hij  beweerd  heefc ,  dat  nieii  zoo  wel  ikn  zond-     ^^^"^ 
vloed,    als    den    geboortedag    van    ciirk^tus,    en  Hodfdft, 
deszelfs    wonderwerken    uit  de    darren   had  kunnen  nn  C.  G, 
voorzeggen.  —   Als   Wnsgeer   was  hi.i  een  der  eer-  |^,^      'j^. 

den  ,  die  de  Godgeleerdheid  van  de  Wijsbegeerte  af-  : — 

zonderde  Onder  zijne  gevoelens  is,  du  Gods  wil 
geene  oorzaak  heefc ,  omdat  in  God  willen  en  den- 
ken één  is.  De  bewijzen  uit  de  Rede  voor  het  be- 
ftaan  van  God  hield  hij  enkel  voor  waarfchtjnliik. 
Het  bewijs  van  aristoteles  uit  de  beweging  is , 
naar'  ziine  meening,  onvoldoende,  omdat  het  niet 
uitgemaakt  is,  dat  'er  geen  oneindige  voortgang  van 
oorzaken  mogelijk  is,  en  dewijl  ook  de  oorzaken  in 
den  cirkel  voortgaan  kunnen ;  het  bewijs  uit  een  eer- 
fte  begin  van  alle  dingen  verwerpt  hij,  omdat  men 
zulk  een  begin  niet  zou  kunnen  bewijzen,  en  omdat 
het  gevolg:  wat  ontdaan  is,  is  ontdaan  door  iet  an- 
ders, niet  klaar  genoeg  zal  zijn. 

RAYMUND    VAN     SABUNDE,     OOk     SEREIDE  ,   SANT-  RAY.MUND 

SEBEiDE  en  SEBIN  gctioemd ,  een  Spanjaard,  die  ^^^'^  ^^' 
omtrent  het  jaar  14.36  als  Doctor  der  Wijsbegeerte 
de  Geneeskunde  en  de  Godgeleerdheid  te  Toiiloufe 
geleerd  heeft,  ichreefeen  Boek:  Liber  creaturarum ^ 
five  nntur<e ^  hetwelk  men  geraeenelijk,  zijne  natuur' 
lijke  Godgeleerdheid  noemt,  waarin  hij  beweert, 
dat  al  de  leerdukken  van  het  Christendom  uit  de 
Rede  bewijsbaar  zijn,  hetwelk  bij  ook  van  alle,  op 
zijne  wijze  aantoont,  even  zoo  gemakkelijk,  als  fom- 
mige  Wijsgeeren  in  onzen  tijd  het  gemakkelijk  ge- 
vonden hebben ,  te  bewijzen ,  dat  de  onderfcheidende  *" 
P  5                                 leer- 


234 


KERKELIJKE 


V 

BOEK 
II 

Hoofdft. 
na  C.  G, 

Jaari073. 
tot  1517. 

•^^— ^— ^ 

RICHARD 
5UISSET. 

DOMINI- 

cus  uit 
Vlaande- 
ren. 


CABRIEL 
BIEL» 


Verbcte- 


leerftukken  van  het  Christendom  ftrijdig  zouden  zijn 
met  de  Rede. 

Zoo  heeft  een  Engelfche  Cistercienfer  Monnik , 
RICHARD  suissET  de  WIS-  en  natuurkundige  waar- 
heden gebruikt  tot  opheldering  en  uitbreiding  der 
toenmalige  Wijsbegeerte ,  in  zijn  Boek ,  Calculator 
genoemd  ,  naar  welken  tijtel  men  aan  hem  zelven  den 
naam  Calculator  gegeven  heeft. 

DOMiNicus  uit  Vlaanderen  y  een  Dominikaan ,  Óxt 
in  het  jaar  1500  als  Leeraar  in  de  Wijsbegeerte  en 
Godgeleerdheid  te  Bologna  geüorven  is,  heeft  in 
ziji^en  Comtnetitarius  over  de  Bovennatuurkunde  van 
ARiSTOTELES ,  Wel  fcherpzinuigheid  genoeg  getoond, 
maar  was  tevens  een  blind  vereerder  van  den  Heil, 

THOMAS. 

GABRiEL  BIEL ,  mct  wien  men  doorgaans  het  der- 
de Tijdperk  der  Scholastieken  befluit,  was  te  Spiers 
geboren ,  en  onderwees  van  het  jaar  1484  af  op  de 
Univerfiteit  te  Tubingen  de  Wijsbegeerte  en  Godge- 
leerdheid, en  begaf  zich  eindelijk  onder  de  broede- 
ren des  gezelligen  levens,  of  Caputiani ,  en  ftierf 
in  het  jaar  1495.  Hij  bewandelde  over  het  geheel 
den  weg  der  Scholastieken ,  en  heeft  als  Nominalist , 
een  uittrekfel  uit  occams  verklaring  van  het  Hand- 
boek van  LOiMBARD ,  onder  den  titel  van  Collectorium 
nagelaten,  evenwel  heeft  hij  meer  gematigdheid  en 
befcheidenheid  in  vragen  en  haarkloverijen  in  acht 
genomen,  dan  anderen  van  zijne  tijdgenooten.  Ook 
heeft  hij  vele  vrijmoedige  oordeelen  over  de  gebre- 
ken dier  Kerk  gevoeld,  tot  welke  hij  behoorde. 

Maar  reeds  eenigcu  tijd  vóór  hem  had  zich  eene 

ge- 


GESCHIEDENIS.  235 

gewigtige  verandering  in  de  beoefening  der  Wijsbe-       V 

geerte  beginnen  te  openbaren,  wellte  aan  de  School-     '*^':'* 

fche  Wijsbegeerte  den  ondergang  dreigde.    Tot  hier  Hoofdfl. 

toe  had  aristoteles  bij  de  Schoolfche  VVijsgeeren  na  C.  G* 

Tïirr  1 07^ 
de   heerfchappij  gevoerd,   zonder  dat   zij    hem    regt  ^^^  ^   ,^* 

kenden  of  verftonden.    Door  de  beoefening  der  Griek 

fche  taal  was  men  thans  in  ftaat ,  de  fchriften  van  ^j"?  ^^^ 

'  Wijsbe- 

dezen  Wijsgeer  in  het  oorfpronkelijke  te  lezen,  men  geerte. 

gaf  van  hem  betere  Latljnfche  vertalingen ,  en  daar 
men  zich  verbeeld  had,  dat  zijn  Wijsbegeerte  alleen 
in  eene  Disputeerkunst  beftond,  kreeg  men  thans 
hooger  denkbeeld  van  dezelve  en  van  derzelver  toe- 
pasfing  op  kunden  en  wetenfchappen.  De  alleen- 
heerfching  van  aristoteles  kreeg  een  geweldigen 
ftoot,  toen  men  de  Schriften  en  Wijsbegeerte  van 
PLATO  weder  opwekte,  en  ijverig  begon  te  verbrei- 
den ,  ja  zelfs  tegen  die  van  aristoteles  te  zetten. 
Hierbij  kwam ,  dat  de  vrienden  van  eene  verbeterde 
wijze  van  filofoferen  meest  al  van  andere  gaven 
voorzien ,  en  lieden  van  grondige  geleerdheid  waren  , 
welfprekender  en  in  treffende  fpottemijen  meer  geoe- 
fend ,  dan  de  Scholastieken. 

Grieken  en  Italianen  ondernamen  deze  verbete- 
ring om  flrijd.  petrarca  was  ook  hier  de  eerfte 
die  de  Dialectici  aantastte,  en  aantoonde,  dat  de 
Dialectica  niet  het  doel  der  Wijsgeerte ,  maar  flechts 
een  deel  derzelve  was ,  en  een  middel  om  tot  het 
doel  te  komen;  in  zijne  Brieven  behandelde  hij  ver- 
fcheidene  zedekundige  onderwerpen,  als  ook  in  an- 
dere fchriften.  leonardo  bruno  of  leonhardus 
ARETiNus  gaf  fraaije  overzettingen   van   plato  en 

ARI- 


236  K  E  R  K  E  L  ry  K  E 

V       ARiSTOTELES ,   ook  gaf   hij  proeven  van  zedelijke 
BOEK     verhandelingen.     Op  dezelfde  wijze  waren  poggius  , 

Hoofdft.    FRANCISCUS     PHILELPHUS  ,     OOk      FRANCISCUS     Cn 

na  C.  G,  HERiMOLAus  CARBARus ,  voomamelijk  politianus, 

jaari073. 

tQt  ic[7,  LAURENTIUS     VALLA      Cn      RUDOLPHUS     AGllICOLA, 

•— —  waarbij  men  ook  den  Kardinaal  nicolaus  de  cu- 
SA,  dus  genoemd  naar  zijne  geboorteplaats,  een  vlek 
aan  den  Moezel  in  het  Aartsbisdom  Trier ,  en  die  in 
het  jaar  1464  overleden  is ,  voegen  mag.  Veront- 
waardigd over  de  ong-eleerde  ftoutheid  der  ScholaS' 
tieken^jom.  alles  te  beflisfen,  (lelde  hij  aan  het  men- 
fchelijk  verftand  zijne  perken  in  een  Boek:  de  docta 
ignorantia  prcecifionis  veritatis  inattingibilis,  het- 
welk hij  in  een  ander  werk  verdedigde:  Apologïa 
docta  ignorantie.  Alleen  neigt  hij  al  te  merkelijk 
tot  de  twijfelziicht ,  en  brengt  zelfs  in  een  ander  • 
Boek  de  Conjecturis  alle  meeningen  tot  bloote  gis- 
finiren. 
Twist  In  plaats,  dat  de  vrijere  en  edeler  behandeling  der 

over  PLA- •^yjj^gpgj.jg^  een  gebruik  maken  van  het  goede,  het- 
STOTE-  welk  de  oude  VVijsgeeren  mogten  hebben,  had  be* 
^^^-  hooren  voort  te  brengen ,  raakte  wel  aristoteles 
dien  overhecrfchenden  invloed  kwijt,  welken  hij  tot 
hier  toe  onder  de  Schoolfche  Wijsgeeren  bezeten  had , 
maar  daartegen  wilden  nu  anderen  aan  plato,  en 
wel  volgens  het  ftelfel  der  later  Platonisten  of 
Alexandrijnfche  VVijsgeeren  ,  de  cerfle  plaats  hebben 
ingeruimd*  Van  daar  ontftond  in  Italië  een  leven- 
dige twist  tusfchen  de  twee  Wijsgccrige  Scholen  der 
Ariftotelifchen  en  Platonisten.  joannes  argyro- 
puLus  vertaalde  en  verklaarde  eenige  fchrifren  van 

ARI- 


GESCHIEDENIS.  ^37 

ARISTOTELES  ,  hetzelfde  deed  bessarion  ,  doch  die  V 
tevens  de  eer  van  plato  verdedigde.  Niet  zoo  ge.  ^^V^ 
matig!  handelde  georgiüs  gemistus  pletho  om-  (loofdfï. 
trent  het  midden  der  XVde  eeuw  ,  maar  verlaagde  na  C.  G. 
in  een  opzettelijk  werk  de  Arifiotelifche  Wijsgeerte  \^^  ,_j^' 
even  zeer,  als  hij  de  Flatonifche  van  plotinus  .  ■■  ■ 
verhief  en  voor  de  eenige  bruikbare  verklaarde.  Te- 
gen hem  fchreef  georgius  schol arius  ,  die  nader- 
hand als  Patriarch  van  Konftantinopolen  ,  onder  den 
naam  van  gennadius  meer  bekend  is  geweest;  de- 
ze deed  alle  moeite,  om  te  bewijzen,  dat  aristo- 
TELES,  meer  met  het  Christendom  overeenftemde, 
dan  PLATO.  pletho  antwoordde  hem  in  een  Boek, 
dnt  nog  in  Handfchriften  ligt,  en  behandelde  hem 
als  een  Schooljongen  en  met  veel  bitterheid.  Maar 
gennadius  vond  naderhand  gelegenheid,  om  zich 
hier  over  f  e  wreeken.  Als  pletho  in  een  ander 
Werk  over  de  wetten  en  de  beste  burgerlijke  fiaats- 
inrigting^  eenen  geheel  nieuwen  Godsdienst  en  enkel 
Heidenfche  Wijsbegeerte  fcheen  vast  te  ftellen ,  be* 
fchuldigde  gen'nadius  hem ,  dat  hij  willens  was , 
het  Heidendom  in  plaats  van  het  Christendom  in  te 
voeren,  pletho  durfde  het  daarom  niet  wagen,  dit 
Boek  in  het  licht  te  geven,  maar  toen  het  nader- 
hand (.venvvel  gennadius  in  banden  kwam,  liet  de- 
ze het  verbranden,  theodorus  gaza  en  georgius 
van  Trapeziis  vatten  insgelijks  de  pen  op  ter  verde- 
diging van  ARISTOTELES.  De  cerstgeraelde  verde- 
digde bi'zonder  de  ftelling  van  aristoteles  ;  dat 
de  Natuur  alles,  n'at  zij  :verkt ^  tot  zeker  doelein- 
de werkt y  doch  zander  weien  en  wil;  waarvan  pla- 
to 


z:.B  K  E  R  K   E   L  IJ  K  E 

V       To  juist  het  tegendeel  geleerd  had.     Hij  verzocht 

BOEK     hier  omtrent  het  goeddunken  van  den  Kardinaal  bes- 

Hoofdft.   SARiON,    die   hem    verklaarde,   dat   hij    deze   oude 

na  C.  G,  groote  Wijsgeeren  in   dit  ftuk  minder   van  elkander 

jaario73.  yej-fch{|ieride  vond ,  dan  men   bij  den  eeiften  opflag 
tot  1517.  "^  tr     o 

,  gelooven  zou. 

Toen  vervolgens  twee  nieuwe  ftrijders  zich  in  de- 
zen twist  mengden ,  michael  apostolius  ,  die  zeer 
hevig  tegen  gaza  en  aristoteles  uitvoer;   en  an- 

DRONICUS    CALLISTIi     dlc    ARISTOTELES     Op     CenC 

befcheidene  wijze  tegen  hem  verdedigde,  onderrigtte 
BESSARioN  den  eerlten  in  eenen  Brief  in  het  jaar 
1462,  hoe  men  zich  op  eene  waardige  wijze  in  de- 
zen twist  behoorde  te  gedragen;  doch  als  oeorgius 
van  Trapezus  in  zijn  werk  tegen  plato  hevig  uit- 
voer, en  daarin  bessarion  niet  fpaarde,  hoewel 
deze  zijn  vriend  was,  fchreef  bessarion  een  op- 
zettelijk Werk  tegen  hem,  waarin  hij  hem  wederlei- 
de,  en  door  zijne  billijke  beoordeeling  der  oude 
Wijsgeeren  eenen  ililftand  in  dezen  twist  te  wege 
bragt  (*). 
De  Plato-     Ondertusfchen  werd  de  Platonifche   Wijsbegeerte 

nifche      jj^  yg|g  Scholen  weder  ingevoerd,    kosmus  van  Me- 

Wii^be- 

gcene  in  «^^^^^'^  door  pletho  in  de  AVijsbegeerte  onderwezen, 

de  Scho- (lichtte  in  het  jaar  1440  de  Platonifche  Akademie  ^ 

*^"  j"^^"een  genootfchap  van  geleerde  mannen,  in  eene  Villa 

bij  Florence,      Het   eerflie   geleerde   genootfchap    in 

Europa^  uitgezonderd   dat   men   aan   het   Hof  van 

KAREL  den  Groeten  iet  dergelijks  aantreft.    Tot  den 

Voor- 

(*)  BRUCitER  Hisr.  Crit,  Fhil.  T.  IV.  P.  I.  ^.  41.  71. 


GESCHIEDENIS.  2:9 

Voorzitter  van   dit  bij    Florence  beftemde  kosmus       V 
den  zoon  van   zijnen  Geneesheer,  marsilius  fjcI-     *'?j* 
Nus,die  in  het  jaar  1433  te  Florence  geboren  was  en  Hoofdft. 
voor  wiens  opvoeding  kosmus  met   vaderlijke   mild-  ^f  C.  G. 
dadigheid  gezorgd  iiad.    ï)qz&  gaf  zich  gehcwi  over  '^t^^'^f* 
aan  het  ftelfel  van  plato,   en  had  vele  uitmuntende  ■ 

leerlingen.  Hij  heeft  zich  byzonder  door  zijne  ver- 
talingen van  plato  en  andere  Platonifche  Schrijvers 
beroemd  gemaakt.  Het  was  echter  eene  zwakheid 
in  hem ,  dat  hij  tot  uitfporigheid  toe  met  de  Plato- 
nifche  Wijsbegeerte  was  ingenomen  en  dezelve  bij 
den  Godsdienst  openlijk  wilde  voorgelezen  hebben  , 
en  zelfs  in  derzelver  herftelling  een  werk  der  Voor- 
zienigheid vond,  zoo  dat  God  wilde,  dat  zij  overal 
leven  en  heerfchen  zou.  Ook  was  hij  aan  de  ftar- 
renwigchelarij  en  bijgeloovige  voorfpellingen  zeer 
overgegeven.  Dit  alles  kan  aanleiding  gegeven  heb- 
ben ,  dat  hij  bij  innocentius  Viil  van  ketterij  en 
zelfs  van  tooverij  befchuldigd  is  geworden ,  waarte- 
gen hem  zijne  vrienden  bij  den  Paus  verdedigd  heb- 
ben. Hij  was  van  een  zwak  ziekelijk  ligchaamsge- 
ftel ,  maar  ongemeen  werkzaam  ,  ingetogen ,  zacht 
en  verdragelijk  in  den  omgang,  en  een  llandvastig 
vriend ,  maar  jegens  het  Huis  Bledicis  en  de  Paufen 
te  kruipend  vleijende.  Ook  verhaalt  men,  dat  hij  in 
vroeger  jaren  meer  Wijsgeer  dan  vereerder  van  het 
Christendom  geweest,  maar  door  de  welfprekende 
Kerkredenen  van  den  beroemden  Dominikaner  savO' 
NARMLA,  tot  het  vereeren  van  het  Christendom  ge- 
bragt  is.  Hij  overleed  in  het  jaar  1499  op  een  land- 
goed nabij  Florence, 

Zijn 


240  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  Zijn  vriend  en  medelid  in    de   Platonifche  Akadc 

ooEK  me  ^  JOANKES  Pic  us  (of  pico)  Heer  van  Mirando» 
Hoofdfl.  ^^  5  Graaf  en  Vorst  van  Concordia ,  werd  als  het 
na  C.  G.  wonder  van  zijnen  tijd  aangezien.  Hij  was  in  het 
tot"?i7  J^^^  i4<53  geboren,  en  muntte  al  vroeg  uit  inde 
>■  Dichtkunde  en    Welfprekendheid.      Drie  jaren  lang 

was  hij  een  PeripaéeS/cus ,  rnznv  werd  toen  door  zij- 
nen vriend  FiciNus.tot  de  zijde  van  plato  overge-i 
haald,  wien  hij  in  het  vervolg  met  aristoteles 
zocht  te  vereenigen.  Van  een'  Jood  leerde  hij  de 
Hebreeuwfche ,  Chaldeeuwfche  en  Arabifche  taal;  en 
geloofde,  dat  hij  van  denzelven  de  oorfpronkelijke 
Schriften  van  zoroaster  en  andere  Oosterfche  Wij» 
zen  bekomen  zou;  hy  ontving  van  hem  ook  onder- 
wijs in  de  Kabbala ,  of  geheime :  Wijsbegeerte  der 
yoden.  Eindelijk  oefende  hij  zich  ook  met  voordeel 
in  het  Grieksch,  Om  zijne  vorderingen  aan  de  we- 
reld openbaar  te  maken,  reisde  hij,  een  jongeling 
van  22  jaren,  in  het  jaar  148Ö  naar  Rome ^  alwaar 
hij  900  Twistdellingen  liet  aanplakken,  om  die  tegen 
elk  openlijk  te  verdedigen ;  op  het  einde  derzelve 
verklaarde  hij  echter,  in  deze  Hellingen  nieis  met 
zekerheid  of  waarfchijnlijkheid  te  willen  beweeren». 
dan  in  zoo  verre  het  de  heilige  Roomfche  Kerk, 
of  derzelver  wel  verdiend  Opperhoofd,  Paus  inno- 
CENTius  VIII,  het  voor  waar  of  waarfchijnlijk  ver- 
klaarde; na;irdien  die  gene  geen  verftand  bezit ,  die  aan 
het  oordeel  van  deszclfs  verlhnd  het -zijne  niet  on- 
derwerpt. Daar  kwam  niemand  openlijk  op  tegen 
de  aangeflagenc  flellingen,  maar  'er  waren  echter 
Kettermakers ,  die  eenige  van  dezelve  voor  ketterscli 

ver- 


GESCHIEDENIS.  241 

verklaarden ,  zoodat  innocentius  zelve  in  het  jaar       V 
1487  het  lezen  dezer   Hellingen   verbood,   omdat  zij     ^^^^ 
ligtelijk    tot  dwalingen   vervoeren   konden;   en  eerst  Hoofdft- 
in  het  jaar  1493  verklaarde  alexander  VI  ze  voor  ^^  C.  G. 
dragelijk.  Ondertusfchen  deed  het  ecrstgemelde oordeel  {^^i^i?' 

bij  den  Graaf  van  isiIrandola  die  uitwerking  ,  dat  hij 

de  Wijsbegeerte   grootcndcels  verzaakte,    zich  meer 
aan  de  Godsdicnstwetenfchap   overgaf  en   ook  zijne 
wulpfche  levenswijze   verbeterde.     In  het  jaar  149 1 
ontdeed  hij  zich  van  de  regering  van  zijn   Vorsten- 
dom ;   verkocht  het  derde  gedeelte  zijner  goederen  ^ 
en  verdeelde  het  geld  onder  de   armen,  ook  was  hij 
voornemens,  na  het  voltooijen  van  nog  eenige  Schrif« 
ten,   in    de  orde    der   Dominikanen  te   treden,    en 
vervolgens  met  een  Crucifix  in  de  hand,   blootvoets 
de  wereld  door  te  reizen  en  alom  christus  te  pre^ 
diken ;   maar   de  dood   nam  hem   v/eg ,  in  het  jaar 
1494,  en  verhinderde  hem  dit  zonderling  voornemen 
te  volvoeren.    Zijn  broeders  zoon ,  joannes  fran* 
ciscus  picus,  ^ie  in  zyne  voetftappen  trad,    doch 
met  meer  bedachtzaamheid ,  en    insgelijks    verfchei» 
dene  VVijsgecrige  en  Godgeleerde  Schriften  heeft  na- 
gelaten, maar  ra  het  jaar  1533   vermoord  is   gewor- 
den, heeft  zijn  Ooms  leven  befchreven. 
.  Doch  hoe  groot  ook  de  achting  van  fjcinus  en  De  Ari- 
picus  ware,  onderfteund  door  het  Medkeifche  Huis,  i^oteli- 
de  Paufen  echter  hielden  de  Wijsbegeerte  van  ari- beg^gene^' 
STOTELES  de  hand  boven  het  hoofd.     Inzonderheid  door  de 
werd  de   tvvijfelzucht   tot    eene  tegenwerpinff   tesen  ^^^'^'^" 
de   School    der  Phtonisten    gebruikt.      Toen   Paus  haafd. 
PAULUS   II,   die   tot   het  jaar    1471   regeerde,   den 
XV.  Deel.  Q  ge. 


242  K  E  R  K  E  L  Tf  K  E 

V       gefcliieifchi ijver  jlatina  zoo  hevig  vervolgde,  was 

BOEK      cenc    der   bcfchuldigingen ,    dat    platina    en    zijne 

Hoofdtl.   vrienden  het  beftaan  van  God  door  hun  redetwisten 

na  C.  G.  in   twijfel   trokken;    als  of   niet,   fchrijft  platina 

Jaar 1 073.  ^gj^g     thans  alle  VVljsffeeren  en  Godi^eleerden ,  om 
tot  151 7.  '  •'  ^  ^  ' 

.  te  redetwisten   en  de   waarheid  te   zoeken ,   het  be- 

ftaan  der  zielen,  van  Godt,  en  de  afzonderlijke  ver- 
ftandelijke  zelfll:andigheden  in  twijfel  trokken.  Ja  de 
Paus  verklaarde  die  genen  voor  Ketters ,  die  in  het 
vervolg  den  naam  ^cademia  in  ernst  of  boert  zou- 
den gebruiken  (♦). 
Wijsree-       Het  was  'er  ondertusfchen  ver  af,  dat  het  zamen- 

nge  en     j^^j  ^^^  aristoteles  in  alles  ftrookte  met  de  leer 
Godge- 
leerde      van  het  Christendom.     Maar  onder  zijne  voordan- 

waarheid.  ^q^s  had  men  onderfcheidene  gezindten ;  zoo  was  de 
■   beroemde   Arabifche  Wijsgeer  der  Xllde  eeuw ,  ebn 
Rosn,  gemeenlijk  AVERRoës,  federt  de  XlVde  eeuw 
bij  de  Christenen  het  hoofd  van  eene  gezindte,  die 
daarin  zich  van  de  ec^te  Peripatetifche  School  on- 
derfcheidde ,    dat  zij  de    onfterfelijkheid  der  ziel  niet 
ontkende.    Eene  andere  partij,   getrouwer  aan  ari- 
STOTELES  ,  erkende   alexander   van    ^phrodifias  ^ 
een'  vermaard  uitlegger  van   dezen  Wijsgeer  in  het 
bcïjin  der  XlIIde  eeuw,  voor  haren  leidsman,  en  be- 
twistte de  onllerfel ijkheid  der  ziel.     Maar  deze  wisten 
zich  met  eene  onderfcheiding  te  behelpen ,  dat  namelijk 
hetzelfde  leerftuk  naar  de  Theologie  waar ,  en  naar  de 
Fiiofnjk  onwaar  kon  wezen.     Deze   onderfcheiding 
was  in  het  begin   der  XVIde   eeuw   zoo  algemeen 

ver- 
(*}  PLATINA  de  Fit.  Pontif.  in  Paulo  II. 


GESCHIEDENIS.  243 

verbreid,  dat  leo   X   noodig  vond,   daartegen  een       V 
befluit  te  nemen  in   de    Lateraanfche   Kcrkvergade-     °'?^* 
ring  van  het  jaar  1513  (*).    „  Nadcmaal  in  onze  HoofdH. 
dagen,"  zegt  de  Paus,  „  de  zaaijcr  van  het  onkruid,  "^  C.  G. 
die  oude   vijand  van  het    menschdora ,  zich   verme-  \^^  1 517I 
ten  heeft,  ccnige  hoogstrchadeiiike  dwalingen  op  den  - 

akker  des  Hcercn  te  zaijen ;  bijzonder  omtrent  de 
natuur  der  redelijke  ziel,  dat  zij  namelijk  fterfelijk, 
of  ééne  eenige  in  alle  menfchen  is;  en  nadcmaal 
eenige  roekelooze  Wijsgeeren  bevveeren,  dat  dit  ten 
minflen  naar  de  Filofofie  waar  is :  zoo  veroordeelen 
en  verwerpen  wij,  met  goedkeuring  dezer  heilige 
Kerkvergadering ,  alle  de  genen ,  welke  de  gemelde 
Jeerftukken  beweeren." 

Drie  jaren  daarna  was  evenwel  petrus  pompo-  petrus 
NATius ,  een  Italiaan^  (leut  genoeg  om  tegen  deze  ^°'^^''°' 
uitfpraak  van  den  Paus  te  handelen.  Hij  onderwees 
de  Wijsbegeerte  eerst  te  Padua ,  daarna  te  Bologna , 
alwaar  hij  in  het  jaar  1525  geftorven  is.  Hij  gaf 
de  vraag  over  de  onfterfelijkheid  der  ziel  als  een  Pro- 
hletna  ( betwistbaar  vraagftuk  )  op ,  over  hetwelk  men 
alleen  van  God  uitfpraak  kon  verwachten;  anders 
wilde  hij  deze  onllerfelijkheid  niet  ontkennen ,  maar 
verklaarde  derzelver  bekendmaking  in  den  Bijbel 
voor  overtuigend.  Doch  pomponatius  had  buitendien 
meer  gevoelens ,  die  fommigen  bewogen  hebben ,  om 
hem  onder  de  vijanden  van  het  Christendom  te  ftellen. 

Had  de  Wijsgeerte  over  het  geheel  verbetering  noo-  Natuur- 
dig,  dit  was  bijzonder  waar  van  de  Natuurkunde  ^  kuude. 

in 

(*)  Concil.  Lat  er. V.  in  hard.  Act^  Cov.cil.  T.  VA.p.  171^. 

Q2 


öH  KERKELIJKE 

V       in  welke  bijgeloof  eii  liglgeloovigheid  eene  menigte 

B^)EK     verdichtfeleii  hadden  ingevoerd.     Hoe  zij  verklaard 

Hoofdn.  werd,   kan  men  onder  anderen   zien  uit  een  Boek 

na  C.  G.  van    den   Kardinaal  petrus    d'ailly   Super   libros 

\q^  ^j[^'^  I\'Jeiheororum ^  de  imprcsfïonibus  a'érh ^   ac  de  hts  ^ 

■■  qu>.e  in  J)nma ,  fecunda  at  que  tertia  regionibus  aëris 

fiu77t ^  fidera  cadeniia^  flellce   comata^  pluvia,   ros, 

prut  na  ^   inx,  grando,   ventus ,    tei-ramotus ,  deque 

gsneratis  intra  terram  1504.     De  Kometen  worden 

daar  in  onder  anderen  voor  vuur -klompen  verklaard, 

die  uit  de  opeengehoopte  heete  dampen  in  de  hoogde 

luchtkringen  ontdaan  zouden.     Omtrent  van   gelijke 

natuur  zijn  de  Summula  rerum  naturalium  van  den 

Augustijner  Monnik  paulus  venetus,   in  het  jaar 

1428  te  Padua  overleden,     georgius  trapezun- 

Tius  vertaalde  de  gefchiedenis  der  dieren  van  ari- 

stoteles  in  het  Latijn, en  hermolaus  barbarus 

maakte  oordeelkundige  aanmerkingen  over  de  Natuur- 

g2fchiedenis    van    plinius.      antonius    ferrari, 

naar  zijne  geboorteplaats  galateus  genoemd ,  was 

in  de  XVde  eeuw  één  van  die  weinigen,  die  met  de 

gemeene  gevoelens  van  Hekfen  en  Bloedzuigers  deu 

(pot  dreven. 

Mathe-         De  Mathematifche  Wetenfchappen  werden  in  deze 

mntifche   ggy^yen  met  meer    vlijt   beoefend;    inzonderheid  de 

Weten-  ^      •  ,      r^.  , 

fchappen.  Starrekunde.    Zelfs  de  vermaarde   Dichter  boccac- 

Stnne-      ^j^  ^,,5  gg,^  Starrekundige ;  ook  de  Kardinaal  d'ail- 

LY,  die  in  een   gefchrift  de  correctlone  Kalendarii , 

aan  de  Kerkvergadering  van  Konjians  de  verbetering 

aanprees  van  den   yuliaanfchen  Kalender,  door  het 

weglaten  van  ecnige  dagen;    en   de  herftelling  der 

Nacht- 


GESCHIEDENIS.  2)5 

Nachteveningen  op  derzelver  regten  tijd ,   en  die  dus       V 
den  weg  fchijnt  gebaand  te  hebben  tot  de  Gregoriaan-     ^°^^ 

fche  verbetering  des   Almanak s.     Hij  vereen igde  de  Hoofdft; 

Starrekijkery  met  de  Starrekunde,   maar  fchreef  cch-  "«  C.  G. 

ter  omtrent  de  eerde   zekere  bepalingen  voor:  behal-  l^^^^^S* 

^       <^  '  tot  5517. 

ve  hem  hebben  zich  verfcheidene  geleerde  Grieken ,        ,    ■ 
die  in  Italië  hunne   toevlugt  genomen   hadden ,   bij 
de  Starrekunde  verdienftelijk  gemaakt.     In   Dttitsch' 
land  gaf  Hendrik  van   Hesfen,   of  hendrik  lan- 
GRNSTEiN,  tot  aan  zijn'  dood  in  het  jaar  1397,  les- 
fen   te   Weenen  in   de    Starrekunde,  en   beftrced  de 
bijgeloovige    Starrenvvigchelarij.      Keizer    frederik 
III  vond  in  de  laatfte  jaren  zijns  levens  zijne  uiifpan- 
ningen  in  de  Starrenkunde ,   Starrenvoorzegkunde  en 
Scheikunst,    nicolaus   van   Cu  fa  muntte  insgelijks 
in   de  Wiskundige   Wetenfchappcn   uit;   maar  allen 
werden  overtroffen  in   de  Starrenkunde  door  georg 
VAN  PEURBACH  ( gemeenclijk  purbach)  en  joannes 
REGioMoxTANus:  dc  cerfte  geboren  in  het  jaar  1423 
te  Petirbach  ^   een  vlek  in   het  Oostenrijkfcbe  bij  de 
Ens ,  gnf  lesfen  in  de  Starrenkuncle  te  Weenen ,  waar 
dezelve  ook  reeds  behalve  door  hendrik  van  Hes- 
fen,  inzonderheid  door  jan  van  gimunden  ,  die  in 
het  jaar  1442  overleden  is,  onderwezen  was.     Zeer 
veel  deed  de    ijver  van  peurbach   tot   herflel  der 
Starrenkundige  wetenfchap,   en  zou   nog  meer  ver- 
rigt  hebben,  indien  de  dood  hem   niet  reeds  in  het 
jaar  1461  uit  het  leven  had   gerukt.  —  peurbachs 
gelienfte  en  beste  Leerling  joannes   regiomonta- 
Nus ,   naar  Koningsberg  in  Frankenhnd ^  waar  hij 
\w  het  jaar  1436  ter  wereld  kwam,  eigenlijk  ^geheten 
Q  3  JAN 


246  K  E  R   K   E  L  IJ  K  E 

V  JAN  MULLER,  zcttc  ^&  waarnemingen  en  verbeterin- 
BOE.K  ge,i  yan  zijnen  leermeester  met  ongemeene  vlijt  en 
Hoofdd.  S^*^^  gevolg  voort;  inzonderheid  fedcrt  het  jaar  1471 
na  C.  G  te  Neurenberg^  met  behulp  van  bernhard  wal- 
tori^i 7  '^^^^^  5  ^^'^'  ^y^  burger  aldaar,  sixxus  IV  ontbood 
.  hem  in  het  jaar  1475  naar  Rome ,  om  aan  de  verbe- 

tering van  den  Almanak  te  arbeiden;  doch  hier  over- 
leed hij  in  het  volgende  jaar. 

Aan  eenen  Duitfcher,  biartyn  behaim,  uit  een 
aanzienlijk  geflacht  te  Neurenberg ,  wordt  door  fom- 
mige  Duitfche  Geleerden  de  eer  toegefchreven ,  van 
de  eerfte  ontdekking  van  Amerika  of  de  Nieuwe 
Wereld;  en  het  is  vvaarfchijnlijk ,  dat  hij  eenig  deel 
gehad  heeft  aan  de  ontdekking  der  Azorifche  Eilan- 
den omtrent  het  jaar  1460,  en  zeker,  dnthij,  in  het 
jaar  1483  eene  zeereize  gedaan  heeft  in  dienst  des 
Konings  van  Portugal  en  naderhand  eene  aard  •  glo- 
be en  landkaart  vervaardigd  heeft;  maar  dat  hij,  op 
deze  laarstgemelde  reize  een  deel  van  Amerika  ge- 
vonden zou  hebben,  fteunt  enkel  op  onzekere  berig- 
ten ,  willekeuringe  verklaringen  en  overhaaste  gevolg- 
trekkingen. Hij  overleed  in  het  jaar  1506. 
Genees-        Ook  voor  de  Genees-  en  Heelkunde  begon  een  da- 

en  Heel-  aeraad  van  beteren  fmaak  aan  te  breken.     Eén   der 
kun 

zeldzame  zelfonderzoekende  Geneesheeren  van  dezen 

tijd  was  GENTiLi  van  Foligni,  of  gentilis  fulgi- 

nas,   die  in   het  jaar   1348   overleden   is,  na  zijne 

wetenfchap   te  Perugia   en   Bologna  onderwezen   te 

hebben.     Aan   cuy  de   chauliac,    of  guido   de 

cauliaco,  omtrent  het  midden   der  XlVde   eeuw, 

een  Fransch   Geneesheer  en  Heelmeester,  komt  de 

roem 


GESCHIEDENIS.  247 

foetn  toe ,  van  de  Heelkunde  in  een  zamenftel  gebragt       v 

te  hebben.    In  Engeland  fchreef  om  denzelWen  tijd     ^^^-^ 

JOHN  ARDERN  cen   Bock   over   de  Chirurgie^   doch  Hoofdrt. 

hetwelk  nog  niet  gedrukt  is.  "^  C.  O. 

In  de  later  tijden  der  XVde  eeuw  was   nicolaus  l^'t'^J'J^?* 
•'  tOv.  1517» 

LEONICENUS,  geboreu  te  Vicenza  1428  eerde  Hervor-  . 

mer  der  Geneeskunde,  die  het  waagde,  eene  liKiiig- 

te  dwalingen  in  dezelve   te  beftrijden,  in   een  Boek, 

genaamd  Lihri  IV  de  PHnii  et  aliorum  phirium  me- 

dicorum  in   Medicina  erroribus  Ferrari  1509  4.  -^ 

ALEXANDER    BENEDICTUS    (of  IJENEDETTi)   eCU  VC' 

ronczer ,  was  zeer  gelukkig  in  het  beoefenen  der  Ge- 
neeskunde, en  fchreef  een  uitmuntend  werk  over  al- 
le ziekten:  de  omnium  a  vertice  ad  plautam  ir.orho- 
rum  fignis ,  causjis ,  differentïis ,  indicationibiis  ,  et 
remcdiis ,  ia^n  fimplicibus  qiiam  compofitis ,  Libri 
XXX.  Zijn  Tijdgenoot  was  thomas  linacer, 
dien  wij  hier  voren  reeds  hebben  aangetroffen. 

Van  de  herllelüng  der  letteren  en  wctenfchappen  P.egtsge- 
fcheen  inzonderheid  de  Regtsgeïeerdheid  wtéi  voordeels  li^erdhiid. 
te  mogen  verwachten ;  doch  de  Canouisten  en  GIos' 
fators  ^  die  het  regt  in  het  wereldlijke  en  geestelijke 
verdeeld  hadden,  vonden  hunne  leerv^ijze  te  gemak- 
kelijk ,  om  eenen  nieuwen  weg  in  te  flian  ,  ook  zou- 
den de  Canonisten  fpoedig  bijna  alles  verloren  heb- 
ben, bij  eene  fcherpe  beproeving  van  de  echtheid 
van  zoo  vele  kcrkregelen  en  befluiten,  op  welke  zij 
gewoon  waren  zich  te  gronden.  Wij  zullen  van  hen 
in  het  vervolg  nog  moeten  fpreken. 

Wat  de  wereldlijke  Regtsgeleerdheid  betrof,  fran- 

ciscus  ACCUR&ius  had   door  zijne  Glosfe  een   zoo 

Q  4  groot 


243  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       groot  aanzien  verworven,  dat   men    die  federt    de 
BOEK     xtllde  eeuw  meest  gewoon  was  te   volgen;  tot  dat 
Hoofdlh  ïn  het  jmidden  der  XlVde  eeuw,   een    Glosfator  op- 
na  C.  G.ftond,  de  Italiaan  bartolus,  wiens  mondeling  on- 

rAr  rrrt'  defwlis  crt  fchriften   hem  zoo  beroemd   hebben  ge- 
tot  1517.  • 

■  maakt,  dat  men   hem  de  eernaraen  gaf  van  Monar- 

cha  juris ,  Speculum,  Lucerna  juris ;  en  2ijne  leer- 
wijze is  tot  het  midden  der  XVlde  eeuw  onder  de 
Uideggers  van  het  Roomfche  Regt  de  heerfchende 
gebleven. 

Zijn  leerling  baldus  zocht  vergeefs  hem  van 
dit  aanzien  te  bcrooven.  Deze  kwam  omtrent  het 
jaar  1324  ter  wereld,  te  Perugia,  In  zijn  vijftiende 
jaar  beftreed  hij  reeds  een  gevoelen  van  zijnen  Leer- 
meester BARTOLUS  200  fcherpziunig ,  dat  ditzt  ter 
beantwoording  eenen  dag  tijd  moest  vragen  om  zich 
te  bedenken.  In  zijn  zeventiende  jaar  verklaarde  bij 
openlijk  eene  der  zwaarfle  wetten ,  en  werd  toen 
door  BARTOLUS  plegtig  tot  Doctor  of  Leeraar  be- 
noemd. Van  dien  tijd  af  hield  hij  niet  op,  bij  alle 
gelegenheden,  zich  tegen  zijnen  Leermeester  te  ver- 
zetten. Mij  onderwees  de  Rcgten  in  zijne  vaderftad , 
te  Padtia^  en  te  Pifa  ^  alwaar  hij  in  het  jaar  1400 
aan  de  watervrees  ftierf,  welke  hem  de  beet  van 
zijn  fchoothondje ,  dat  dol  was  geworden,  veroor- 
zaakt had. 

De  Glosfator s  bleven  flecds  in  aanzien,  tot  dat, 
in  het  jaar  1517  andreas  alciatus,  een  Italiaan' 
fche  Regtsgelcerde  van  naauwelijks  23  jaren,  in  zijne 
Paradoxa  en  Dispunctiones  ^  de  echte  geleerde  wijze 
van  uitlegging  des  Romeinfchen  Regts  met  zoo  veel 

toe- 


G  E  S  C  H  I  E  D  E  NM  S.  249 

toejuiching  leerde ,  dat  de    ouder    leerwijze  allengs       V 
als  barbaarsch  verworpen  werd.  ^*^" 

f  iet  gemeene  regt,  hetwelk  het  Roomfche  exiP:r:is   [looftlih 
felijke  in  zich  begreep ,   kreeg  ondertusfchen  overal  na   C  G. 
de  overhand,  en  verdrong  alomine  de  Landswetten ,  ;t'/'°^^' 

ook  in  Dtiitschland ,  daar  echter  het   oude  Duitfche  

Regt  nog  lang  in  de  vergaderingen  en  door  de  keu- 
ren der  ftedcn  gehandhaafd  werd,  ja  zelfs  was  men 
in  de  Hervorming  der  inwendige Rijksinrigting,  welke 
onder  den  Keizer  frederik  III,  (die  zelve  geen 
vriend  was  van  deze  Geestelijke  en  Wereldlijke 
Meesters^  zoo  als  men  de  Doctores  Decretorum  en 
^uris  Civilis  noemde,)  in  het  jaar  144 1  op  den 
Rijksdag  te  Mentz  werd  voorgeflagen  ,  ook  be- 
dacht ,  om  het  Duitfche  Regt  te  behouden ,  en  het 
gemeene  Regt  uit  te  flui;en. 

Geen  deel  der  Regtsgeleerdheid  bevond  zich  in  Lijfdraf- 
jammerlijker  toeftand  dan  het  lijfftraffeVijke.  De  [^''l^'^'^^t. 
bepaling  der  misdaden  zoo  wel  als  van  ftrafFen  was  proceslen 
genoegzaam  wiilekeung,  en  werd  veelal  door  God- 
geleerde gevoelens ,  Godsdlenftige  vooroordeelen  en 
Bijgeloof  gewijzigd.  Dus  werden  inzonderheid  Si- 
monie ,  Ketterij  ,  Toorerij ,  Kerkroof  en  dergelijken  , 
op  eene  heel  onzekere  wijze ,  onder  de  affchuwelljkfle 
misdaden  gefteld,  en  derzelver  ftraffen  niet  zelden 
tot  on;Tienfchel:jke  woede  verzwaard.  Dit  was  reeds 
in  vorige  eeuwen  niets  nieuws,  maar  kreeg  thans 
een'  nieuwen  aanwas  door  het  inftellen  van  de  Hek- 
fenprocesfen  in  Duitschland.  Gewaande  Hekfen  en 
Tooveraars  waren  er  genoeg  federt  vele  eeuwen  on- 
der de  Christenen  ontdekt  en  gellraft ;  men  had  van 
Q  5  d.^r- 


aso  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  derzelver  verdragen  met  booze  geesten  ;  van  de 
BOEK  fchadelijke  werkingen,  die  zij,  in  de  natuur,  aan 
Hoofdil  menfchen  en  vee  voortbragten ;  al  lang  allerhande 
na  C.  G.  vertellingen  en  fprookjes  als  waarheden  aangenomen. 
Jqi.  J":  Maar  dit  alles,  en  de  geregtelijke  behandeling  van 
■  zulke    gevallen,    kreeg  eerst  in    het  jaar  1484  een 

wettelijk  voorkomen  en  gezag  door  eene  Bulle  van 
Paus  iNNOCENTius  VIII.  Deze  Paus  verzekert  daar 
in ,  dat  hij  vernomen  heeft ,  dat  in  eenige  gewesten 
van  Duitschland  ^  vele  perfonen  van  beiderlei  kunne 
zich  fchandelijk  met  de  Duivelen ,  ( cum  dtemombus 
incubis  et  fuccubis , )  vermengden  ;  en  ook  door 
hunne  betoo veringen  ,  liederen  en  bez weeringen  , 
door  verfoeijelijk  bijgeloof,  en  menige' lei  fcbenda- 
den,  de  geboorten  der  vrouwen,  de  Jongen  der  die- 
ren, de  aardgewasfen,  wijndruiven  en  boom  vruch- 
ten ;  zelfs  mannen ,  vrouwen ,  en  alle  foorten  van 
beesten ,  wijnbergen ,  tuinen  ,  beemden ,  weiden  en 
veldvruchten  deden  verderven ,  verdikken  en  omko- 
men; dat  zij  de  menfchen  zelve,  vrouwen,  vee  en 
beesten,  met  gruwzame  fmarten  in-  en  uitwendig 
pijnigden;  de  mannen  in  het  teelen,  de  vrouwen  in 
het  ontvangen ,  en  beiden  in  den  echtelijken  bijflaap 
verhinderden;  dat  zij  bovendien  het  Geloof,  hetwelk 
zij  in  den  Doop  ontvangen  hadden,  met  ftoute  ka- 
ken verloochenden;  en  voorts,  op  aanhitfen  van 
den  vijand  des  raenfchclijken  geilachts  ,  vele  der 
groflle  buitenfporigheden  bedreven.  Alhoewel  nu, 
vervolgt  de  Paus ,  de  beide  Dominikanen  en  Pro- 
fesforen  der  Theologie  ,  hendrik  institoris  in 
Opper- Duitschlartd ,  en   jakob   sprenger,  in  ze- 

ke- 


GESCHIEDENIS.  1151 

kere  landdrcken  aan  den  Rhyn  ^  door  Paufelijke  vol-       v 

magt  tot  Inquifïieurs  der  Ketterfche  boosheid  waren     ^^^'^ 

aangcfteld ;    evenwel    hadden    eenige   Kerkelijken   en  Hoofdft. 

Leeken    in  die  gewesten ,   die  wijzer  wilden  zijn  ,  ^^  C.  G. 

dan  hun  toekwam ,  zich  verftoiit ,  hardnekkig  te  be-  \"^J\1'^'b' 

lOi  1 5  i 7» 
weeren ,  dat ,  nademaal  in   de   Volmagtsbrieven  der-  

zelven  de  kerspels  en  fteden ,  benevens  de  perlbnen 
en  derzelver  misdaden,  niet  bij  name  waren  uitge- 
drukt, de  gemelde  Inqtiifiteurs  hun  ambt  ook  daar 
niet  waarnemen  ,  noch  zulke  peifonen  gevangen 
mogten  laten  zetten  of  ftrafFen;  waarom  die  euvel- 
daden in  deze  landen,  tot  eeuwig  nadeel  der  zielen, 
ongcftraft  bleven.  De  Paus  beveelt  daarom,  dat 
deze  Ivqiiiftteurs  in  het  vervolg  hun  ambt  onver- 
hinderd  zullen  uitoefenen,  en  geeft  den  Bisfchop 
van  Straatsburg  in  last,  om  hen  daar  bij  tegen  ie- 
der een,  zelfs  des  noods,  door  Ban,  Suspenjie  en 
Interdict  te  hefchermen. 

Door  deze  Bulle  werd  niet  alleen  het  Geloof  van 
fchadelijke  Tooverij  ,  verdragen,  met  den  Duivel  , 
en  alles  wat  daar  verders  toe  gerekend  wordt,  als 
het  ware ,  gecanonizeerd  ;  maar  zij  wapende  ook 
deze  Inqiiifiteurs ^  en  den  Bisfchop,  hunnen  be- 
fchermer,  met  eene  onbepaalde  magt,  om  ongeluk- 
kigen ,  die  hun  mishaagden ,  op  het  wreedaardigst  te 
mishandelen;  en  het  regtsgebied  der  Bisfchoppen  en 
Aartsbisfchnppen,  ja  zelfs  der  Wereldlijke  Overheid, 
ongeftraft  te  fchendcn;  zoo  als  zij,  aan  den  ande- 
ren kant  ,  door  deze  zelfde  ontzagbare  magt  der 
Inqui fit  arren  ,  ontelbare  ligtgeloovige ,  argwanende  , 
nijdige  of  vijandelijk  gezinde  menfchen  aanfpoorde, 

om 


652  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       om  flachtoffers  v.in  gewaande  tooverij   op  te  fporen 

BOEK     eji   ajin  te  brengen.     Vele  duizenden  verloren  door 

Hoofdft.  ^^'^  onzinnig    bijgeloof,   in   Duitschland  alleen,  eer 

na  C.  G.  en   goederen ,  lijf  en  leven.     Maar  gelijk   te  voren 

janrio73.  ^^j^  Duitfchers  niet  wilden  dulden,  dat  deze  Ketter- 

tot  15 17. 

■  rigters   ook   Hekfenrigt&rs  zouden   zijn  ,  zoo  vond 

men  nog,  na  het  verfchijnen  dezer  Pausfclijkc  Bulle, 
vele  Predikers ,  die  openlijk  leerden  ,  of  dat  'er  ge- 
heel geene  Tooverliekfen  waren ,  of  wel ,  dat  ^zz^ 
aan  de  fchepfelen  geen  kwaad  konden  toebrengen. 
De  Inquifiteurs ,  zich  hier  over  bezwarende ,  als 
ook  dat  de  Wereldlijke  Overheid  daar  door  foratijds 
in  het  voltrekken  der  fliafFen  verhinderd  werden, 
fielden  toen  een  Boek  op ,  om  de  gewaande  onkun- 
de van  zoodanige  Predikers  te  verlichten  ;  alle  ge- 
vaar voor  het  Geloof  te  verhoeden ,  en  over  het  ge- 
heele  Hekfenproces  naanwkcurig  onderrigt  te  geven. 
Het  oordeel,  hetwelk  zij  over  dit  Boek  van  de  God- 
geleerden te  Keulen  verzochten,  viel  in  het  eerst 
niet  volkomen  uit  naar  hunnen  wensch  ;  waarom  zij 
aan  dezelven  voorleiden, wat  zij  onderteekenen  moes- 
ten, te  weten:  dat  ]iet  alszins  o  vereenk  om  ftig  was 
met  de  Schrift  en  de  leere  der  Kerkvaderen,  Dui- 
velfche  werkingen  der  Tooverij  te  gelooven;  deVor- 
ften  te  vermanen,  dat  zij  de  Inquifiteurs  in  zulk 
onderzoek  behoorden  bij  te  ftaan  enz.  Te  gelijk 
bezorgden  zij  zich  ook  van  den  Iloomsch  Koning, 
naderhand  Keizer,  maximiliaan  I,  ccncn  Hefcherni- 
brief,  te  Brusfel  in  het  jaar  1406  onderteekend. 
Onder  alle  deze  annbevelingen  kwam  dir  Bock .,  onder 
den  tijtel   Mallem   Maleficamm  ^   de   Hckfenhcnim^  ^ 

in 


G  E  S  C  II  I  E  D  E  NM  S.  253 

lu  het  liclit,  opgcltelJ  door   sprewg^r   en    insti-       v 
TORis  ,   waarlchijnlijk   licc    eerst  te   Keulen   in  hfet     '^oek 
jaar    1489    in   Quarto.      Dit   Bock  beftaat   uit   chie  ijQ^^f^j^, 
HoofddeeUn.     In   het   ccrfie   worden    de    drie  (tuk-  nn  C.  G. 
ken,  die  bij    de   l'ooveiij   zamenloopen  ,    (de  I^"^"  ?'"!?,?* 

vel,  de  ïooverij,  en  de   Goddelijke   toelating,)  in 

vele  vragen  behandeld.  Het  tweede  Deal  heeft  maar 
twee  vragen  :  hoe  men  zich  voor  de  magt  der 
Toüverij  zal  bewaren  ,  welker  werkingen  befclireven 
worden  ?  en  hoe  men  <lezelve  genezen  kan ,  als  men 
daar  door  geleden  heeft?  Maar  in  het  derde  Deel 
volgt  een  onderrigt  voor  de  Geestelijke  en  Wereld- 
lijke Rigters,  hoe  zij  het  Hekfenproces  zullen  voe- 
ren? Doosheid,  domheid,  onbarmhartigheid,  hui- 
chelarij, arglistigheid,  floruigheid,  fabelen,  ijdel  ge- 
fnap,  en  valfche  drogredenen,  heerfchen  door  dit 
geheele  Boek.  De  Schrijvers  meenen,  dat  Diabolus 
in  het  Grieksch  eencn  beteekent ,  die  in  de  gevan- 
genis opgefloten  is  ;  evenwel  hij  kon  ook  van  zij- 
nen afval  zoo  genoemd  zijn,  quia  defiuxit;  welk 
woord  van  het  afvallen  der  bladeren  gebruikt  wordt. 
Op  de  vraag ;  waarom  zich  meer  vromven  dan 
wannen  aan  Tooverij  overgeven  ?  antwoorden  zij 
met  een  lang  bewijs,  dat  de  vrouw  een  onvolmaakt 
en  boos  beest  is.  Op  de  vraag:  of  het  eene  Ket- 
terij is,  te  loochenen,  dat  'er  Tooverij'  begaat? 
fchijncn  zij  wel,  200  wegens  de  harde  ftrafFen  voor 
Ketters  ,  als  wegens  de  onkunde  en  menigte  der 
genen ,  die  op  deze  wijze  fchuldig  zouden  gevonden 
worden,  het  zachifte  antwoord  te  kiezen;  maar  in 
den  grond    neigen   zij    tot   het  hardft.- ,  terwijl  zij 

out- 


254  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       ontkennen,  dat  de  onkunde  hier  eenen  Prediker  vet- 

BOFK     fchoonen  kan,  omdat  de  Helling,   dat  'er  Tooverjj 

Hooi'dft.   bedaat,    tot  het  Goddelijk  Regt  behoort.    Zij   wil- 

na  C.  G.  len  voorts ,    als   eene   Tooveresfe  de  pijnbank  heeft 

tot  ;ri7  doorgeftaan,  zonder  tot  overtuiging  of  berouw  ge- 

bragt  te  zijn,  dezelve  niet  herhaald,  maar  toch  voort' 

gezet  hebben.  Dit  zoo  armhartig  en  fchandelijk 
werk,  werd  evenwel  het  algemeen  handboek  voor 
Hekfenprocesfen ,  en  leerde  het  nadeel  der  bovenge- 
melde Pausfelijke  Bulle  eerst  volkomen  kennen. 

Ook  buiten  Diiitschland ^  en  reeds  te  voren,  wer- 
den zulke  onmenfchelijke  Procesfen  gevoerd.  Paus 
ALEXANDER  VI ,  die  vau  het  jaar  1492  af  geregeerd 
heeft ,  gaf  bij  eene  Bulle  aan  den  Dominikaner  , 
Profesfor  der  Theologie  en  Inqutfiteur  van  Lombar', 
dyen ,  angelo  de  verona  ,  en  deszelfs  opvolgers 
in  last,  om  tegen  alle  perfonen,  die  in  die  gewes- 
ten van  Duivelskunften  verdacht  waren,  het  noodige 
onderzoek  te  doen ,  en  de  ftraffen  te  doen  uitvoe- 
ren. Als  men  in  vroeger  tijden  terug  gaat,  vindt 
men,  dat  joannes  XXII,  die  federt  het  jaar  1316 
op  den  Paufelijken  troon  gezeten  heeft,  die  genen, 
welke  den  Duivel  raadpleegden,  wel  geflrafc,  maar 
niet  als  Ketters  gellraft ,  of  hunne  goederen  verbeurd 
verklaard  wilde  hebben.  —  In  de  XlVde  eeuw 
wendden  zich  de  Inquftteurs  tot  de  Regtsgeleerden  , 
om  aan  hunne  vervolgings woede  eenen  fchijn  van 
regt  te  geven,  en  de  beroemde  bartolus  gaf  op 
hun  verzoek  zijn  advijs  op :  dat  eene  Tooverheks 
verbrand  moest  worden  ,  waar  toe  hij  de  plaats 
Joann.  XV.  6.  misbruikte;  ook  meende  hij,  tegen 

de 


G  E  vS  C  H  I  E  D  E  N  I  S.  255 

de  fchikking  van  Paus  joannes  XXII,  dat  men  der-       V 
eelver  goederen  verbeurd   moest   verklaren,   om   dat     ^^^^ 
zij  de   misdaad  van  gokwetffe  Goddelijke    Majcfleit  HoofdlT. 
begaan  hadden.  —  De  Univerfiteit  van    Parys    vond  nn  C.  G. 
in  het  jaar  1398  noodig,  27  Hellingen,   die  voor  de  IqJ^J^^^* 
Tooverij  gunüig  waren  ,  te  veroordeelen.    Eindelijk , . 
in   de   N sderlandfche  Provintic   Arto'is  ,   werd   eene 
menigte  menfchen  van  beiderlei  geflacht ,  wegens  ge- 
waande tooverij ,  in  hechtenis  genomen ,  en  door  de 
pijnbank    tot    bekentenis    gedwongen ;   anderen    van 
dezen  befchuldigd,   kwamen   met    eene   boete    vrij  ^ 
anderen  ftonden  alle  pijnigingen  door,  zonder  iets  te 
bekennen ,  tot  dat  eindelijk  het  Parlement  van  Parys 
eerst  in   het  jaar   1491    de   befchuldigden  vrijfprak, 
en  de  befchiilJigeiS  en  regters  veroordeelde. 
De  herleving  der  letteren   en   geleerdheid   herflelde  Teeke- 

ook  den  fmaak  der  teekenende  en  beeldende  kunsten,  P^",  f  !.^ 

beelden- 

LEONARDUS  DAviNci ,  die  in  het  jaar  1432  in  het  dekunfla 
Florentynfche  geboren  was,  en  in  het  jaar  15 19  te 
Fontainebleati  in  de  armen  van  Koning  frans  I 
ftierf,  heeft  het  eerst  getracht,  de  Schilderkunst  tot 
zekere  regelen  te  brengen  ;  in  zijn  werk  Trattato 
de'Ia  Pittura.  —  michael  angelo  buonarota, 
insgelijks  in  het  Florentynfche  ^  in  het  jaar  1474  ge- 
boren ,  wns  zijn  leerling ,  en  overtrof  zijnen  meester. 
Hij  muntte  te  gelijk  uit  in  de  Schilderkunst  ^  BomV' 
kimde  ^  en  Bccldhouwkunde  ^  maar  voornamelijk  in 
de  laaistgemelde ,  en  overleed  in  het  jaar  1564,  in 
den  hoogen  ouderdom  van  XC  jaren.  —  Gelijk  hij 
het  Hoofd  was  dtv  Florentynfche  Schilderfchool ,  zoo 
was  rafael  het  Hoofd  der  Roomfche  School.  Deze 

kwam 


i^G  K  E  U   K  E  L  IJ  K  E 

V  kwam  in  het  jaar  1483  te  Urbino  ter  wereld,  eïf 
'  BOEK.  overleed  in  1520.  • —  Van  nu  af  aan  werden  nieuwe 
Hoofüfl.  Scholen  gcfticht,  de  Fenetiaanfche  van  titian,  de 
na  C.  G.  Lomhardifche  van  corregio.  Maar  dezen  behoo- 
'tot  1-17*  ^^"  ^'^^  ^^"^^  volgenden  tijd.  —  Onder  de  Duitfchers 
m  was  ALBERT   DUREii ,    te   Neurenberg  geboren,   in 

het  jaar  1470,  en  daar  in  het  jaar  1528,  als  Lid 
van  den  llaad,  overleden,  een  voortreflelijk  Schilder 
en  ook  Plaaifnijder ;  nevens  hem  mag  gefield  wor- 
den LUKAS  CRANACH»  in  het  jaar  1470  in  het 
B amber gfche  geboren,  en  in  het  jaar  1553  te  Wei' 
mar  overleden.     Zijne  niet  min  geroemde  tijdgenoo- 

ten    LUKAS   VAN   LEYDEN    en   JOAN    HOLBEIN    bchOO- 

ren  tot  den  volgenden  tijd.  —  Doch  al  vroeger  zal 
een  Nederlander ,  joan  van  eyk  ,  die  in  het  jaar 
1370  te  Mafeyk  aan  de  Maas  geboren  is,  de  kunst 
om  met  olieverf  te  fchilderen,  hebben  uitgevonden; 
hoewel  lessing  deze  uitvinding  aan  eenen  Diüt- 
fchen  Monnik  in  de  IXde  eeuw,  theofilus,  (mis- 
fcliien  TUTILO  te  St.  Gallen ,)  heeft  toegefchreven , 
en  Italiaanfche  Geleerden  fchilderijcn  met  olieverf 
van  het  jaar  1300  af  in  hun  vaderland  hebben  op- 
gegeven. Evenwel  fchijnt  men  deze  eer  aan  van 
EYK  niet  geheel  te  moeten  onttrekken ;  ten  minfte  heeft 
hij  deze  kunst  tot  grooter  volmaaktheid  gebragt. 

Maar  de  edele  Bouw-  en  Beeldhouwkunde  bleef  voor- 
namelijk nog  fteeds  het  uitfluitend  eigendom  der  Itali- 
anen ,  bij  welke  de  uitwendige  pracht  van  den  Gods- 
dienst de  kunflcnaars  voornamelijk  aanmoedigde.  Aan 
de  Pieterskerk  iQlloir.e  werden  inzonderheid  velefcliat- 
ten  verfpiid ,  aan  welker  voltooijing  bramanti  en  mi- 
CHAEL  angelo  ook  gearbeid  hebben.  DER- 


GESCHIEDENIS.  257 


DERDE     HOOFDSTUK. 

Vitbreiding  van  het   Chrislendom.     Onder  de   Mu- 
hammedanen.       Krttisvaarten.       Ridderordens, 
Bekeer  ing  van  Hei  den  f ch  e  Volken.     Pogin- 
gen ,   om  de  gooden   te  hekeeren, 

XAoe  laag  ook  het  ware  Christendom  gedaald  was,       V 

door   de   heerfchende    onkunde   van   het  voorgaande     ^?f}^ 

Tijdperk,   die  in  de   eerfte  eeuwen   van   het  tegen-  Hoofdd. 

woordige    nog  bleef   voortduren ,    evenwel    was  de  ^}^  ^-  ^' 

,,.,.,  .  .  Taario73. 

ijver ,  om  hetzelve  uit  te  breiden,   met  min   groot  tot  1517. 

dan  te  voren;  ook  werden  in  dit  Tijdperk   de  gren- 

zen  van  het  Christendom  op  eene  aanmerkelijke   wij-  ^^^f'^J'f 

ze  vergroot  en  uitgezet.     Wij  willen  van   de  pogin-  fchiede- 

gen,  daar  toe  aangewend,  in  dit  Hoofdftuk  een   be-  "|svnnde 

„  uitbrei- 

knopt  verdag  geven.  ding  van 

De   geleerdheid    had  zich  bij   de   Arabieren^    die  liecChris- 
nog  fteeds  de  leer  van  muhammed  aankleefden,  ge- 
vestigd,   toen  zij,    bij    de  Chri.'^tenen   in  een   diep  ^"^^^^^^ 
verval   geraakt   was,  zoo   als  wij,   in   de  Gefchie- heidbij 
dcnis  van  het  voorgaande  Tijdperk,   gezien   hebben.  '^'•^^^^^^'^■' 
Zij  bleef  ook  onder  hen  hare  plaats  behouden  ^  zelfs 
toen  het  Rijk  der  Chalifen  zijnen  ondergang  nader- 
de,  en  men  ontmoet  tot  het  einde  der  Xlllde  eeuw 
toe  uitmuntende  Arahifche  Geleerden  en   Schrijvers; 
ook  vond  de  geleerdheid  bij  de  Arabifche  en  Tiirk^ 
fche  Vorften   voorftanders  en  befchermers.    malek- 
SCHAH  ,   de   beroemde  Sultan  uit  het  Turk  fche  Huis 
XV.  Deel.  R  der 


1^58  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       der  Sehlj ukken,  die  onder  den   titel  van  jEw/V  al 

BOEK     Omra,  de  hoogde  magt  in  het  Chalifaat  te  Bagdad 

Hoofdfl.   voor  den  zoo  genoemden   Chalif  bekleedde,  en  in 

na  C.  G.  het  jaar  1092  overleed,  had  tot  zijnen  eerden Staats- 

janrio73.  ^jgjj^jjj.  q^  jj/^zir ,  nadham  al   molkhi,  zelf  een' 

tot  151 7.  '  ' 

• geleerden  en  voorftander  der  geleerdheid.    Het  was 

waarfchijnlijk  op  zijn'  raad,  dat  malek  schau  de 
voornaamfte  Starrenkundigen  van  het  Rijk  te  Bag- 
dad bijeen  deed  /komen,  waar  zij  eene  verbetering 
van  den  Almanak  vastftelden ,  v.'aar  door  het  jaar 
tot  een  volkomen  zonnejaar  gemaakt  werd. 
jïBULFE-  Boven  alle  andere  Vorftelijke  Huizen  in  het  Oos- 
»A.  ten ,   die  zich   der   geleerdheid   aantrokken ,    muntte 

vooral  uit  het  Tiirksch  -  Kurdifche  Geflacht  der 
Eyubiten  of  AyuJnten  ,  hetwelk  eenigen  tijd  over 
Egypte  en  eenige  Aftatifche  Landen  regeerde,  en 
waar  van  salahoddin  ,  bij  de  Europeers  gemeen- 
lijk sat.adin  genoemd ,  de  grondlegger  was  ,  die  in 
de  laatfte  helft  der  Xllde  eeuw  door  zijne  oorlogen 
met  de  Franken  in  Palestina  zoo  veel  roem  be- 
haalde. Onder  deze  heerfchappij  leefde  ABULFEDA; 
Vorst  van  Hama,  geboren  in  Sy'ü ,  in  het  jaar 
127.^,  een  merkwaardig  Gefchied-  en  Aardrijksbe- 
fchrijver,  van  wien  nog  eene  Chroniek  der  Wereld- 
gefchiedenis  overig  is  in  zes  Boeken^  en  eene  Aard-^ 
rijksbefchrijving ,  die  met  betrekking  tot  Egypte, 
Syn'ë,  enz.  zeer  wel  geflaagd  is.  Volgens  aeul- 
FEDA  behoorde  nog  een  ander  Vorst  uit  zijn  Huis, 
CAMEL,  die  in  het  jaar  1237  als  Sultan  van  Egyp-» 
te  en  Heer^  van  Damaskns  (lierf ,  mede  onder  da 
Geleerden,  aan  wiens  Hof  zich  vier  Broeders  be- 

von- 


GESCHIEDENIS.  259 

Vonden,  die  even   goede  Schrijvers   als  Veldheeren       V 
waren.  ^^^^ 

De  Arabieren    hadden    al    zinds    eeuwen  Booge  [joofdlT. 
Scholen     onder    zich.       De    bovengemelde    fVazir  ia  C.  G. 
NADHAM  AL  MOLKHi  ftichttc  zulke  School   te   ^^^- tot  i^[j\ 

dad  ^  waar  toe  hij  200,000  flulvken  gouds  befteedde. — 

Op   dezelve  werd   tot   Leeraar   beroepen    gazzali  ,  ^?.  ."  ^^ 
die  te  gelijk  Wijsgeer ,  Godgeleerde ,   Regtsgeleerde ,  bieren. 
ja  een  algemeen  Geleerde  was.      Dergelijke   Scholen 
had  men  ook  in  Alexandri'è ^    Alkahira ^  (of  KaU 
ro , )  Fez ,   Marokko ,   Sevilla ,    Granada ,   Cordua , 
en  in  vele  andere  fleden. 

Uit  deze  Scholen  kwam  een  groot   aantal  Arahi-  gazzali 
fche  Geleerden   en   Schrijvers  voort.     De  bovenga-  '^^^^  ^" 

•^  ^       EDDIN. 

melde  gazzali  ,  een  Perjiaan ,  die  in  zijne  laatfte  jaren 
zich  in  de  eenzaamheid  had  begeven ,  befteedde  tot 
het  jaar  1311  zijnen  tijd  aan  het  fchrijven  van  Boeken, 
waar  van  hij  een  getal  van  omtrent  zestig  heeft  na- 
gelaten, onder  welken  zulke,  die  hem  wegens  den 
vrijen  inhoud  berisping  en  vervolging  veroorzaak- 
ten; één  van  dezelven  werd  zelfs  in  alle  Muham- 
fnedaanfche  Landen  openlijk  verbrand.  —  Nog  merk- 
waardiger is  CAMALEDDiN,  die  'm  het  jaar  1241 
dezer  wereld  overleed.  Behalve  de  MuhammedaaU'- 
fche  Godgeleerdheid,  verftond  hij  de  Wijsbegeerte, 
Natuurkunde ,  Wiskunde  en  Muzijk.  Hij  raadde 
eenen  anderen  Leeraar  van  den  Godsdienst,  die  de 
Logica  van  hem  wilde  leeren,  zulks  af,  opdat  hij 
daar  door  zijnen  goeden  naam  bij  den  grooten  hoop 
niet  mogt  verliezen ,  welke  allen ,  die  zich  aan  de- 
ze en  andere  befpiegelende  wetenfchappen  overga- 
R  a  ven , 


a6a  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       ven ,  voor  Atheïsten  en  vervalfchers  van  het  geloof 
^^^'^     hielden:  een  lot,    hetwelk  camaleddin    zelve  niet 
Hoofda.  ontgaan  kon. 

na  C.  G.  '£r  waren  ook  menigvuldiffe  Dichters  onder  de 
tot  yJA'  -^^^^ic^i^n^  onder  welken  misfchien  tograi  één  der 
—  voornaamften  mag  genoemd  worden,   van  wien   wg 

Ar^^bifche  ^^^  ^^^  Dichiftuk  overig  hebben ,   zijnde   eene  ver» 
klaring  der  eerde  Sura  van    den   Koran»     Hij    was 
geboortig  uit  Ispahan^    Geheimfchrijver  der  Sultane 
van  Bagdad^  malek    schah   en    ]M0hammed,    en 
eindelijk  Wazir  van  Sultan  masud,  tot  hij  in  het 
jaar  mp  ter  dood  gebragt  werd. 
De  Nubi-      Onder    de   Aardrijksbefchrijvers   verdient    de   zoo- 
icheAard-  genoemde    Nubifche    Aardrijkshefchrijver    aanmer- 
fchrijver.  king,  een  werk,   gelijk  men  naderhand   aangewezen 
beeft,  van  den  Scherif  euv^h^i  ^  geen  Nuhkr ^  maar 
een  Mtihammedaanfchen  Afrikaan ,  die  hetzelve  ge- 
fchreven  heeft  bij   rooier.  Koning  van   Sicilië^  er» 
het  in  het  jaar    1153  in  het   lieht  gaf.      Ook    heeft 
de    befchrijving    der   merkwaardigheden    van    Egyp~ 
té  van  /\BD0LLATiF,    cenen  ylmbifchen   Geneesheer 
uit  Bagdad,  die  tot  in  het  begin  der   XlVde  eeuw 
leefde,  hare  waarde. 
Wisknn.  .    Üe  Wiskundige  Wetenfchappen  werden  ook  van 
digeWe-   ^^    Arabieren    met   zoo    veel    vlijts    bearbeid  ,   dat 
pen.^  ^^^"  Christelijke   beoefenaars  ,   om   dezelven    van  hen  te 
l.eren,  hen  in  Spanje   bezochten,   gelijk   onder  an- 
deren in  het  jr.ar  1185  een  Engelschman  deed,  da* 
MiEL    MORLEi  of    MORLAC ,    die  naderhand    zé\}j^ 
fchriften  ever  dexe  onderwerpen  heeft  uitgegeven. 
Wij  hebben  reeds  gemeld,  dat  fommigen  de   eer 

der 


GESCHIEDENIS.  srli 

€ler  uitvinding   van    het   Kompas   of  den    Magneet-       V 

ftaahi  aan  de  /Arabieren  hebben  toegefchreven.  Ook     °°^^ 

komen  de  kleine  Cijlfers  of  Arabifche   Getalteekens  fjoofdfl. 

van  de  Xlllde  eeuw  af,  het  eerst  voor  in  Wiskiin-  nn  C.  G. 

dige  Schrifcen    en    Clironieken   der   Christenen ,   die  Jo^J^J^* 

ze  van  de  /Irabieren    hadden    overgenomen ,   alhoe-  ' 

wel  deze  'er  de  uitvinders  niet  van  waren. 

De    VVijs begeerte   der    Ambiëren  had   echter    wel  Wiisgeer- 

den  meesten  invloed  bii   de   Christenen.     De   Wijs-  "^5  '^,^1  ^^ 

.  Arabiereu 
geeren  ,  gelijk   wij  gezien  hebben  uit    het    voorbeeld 

van  CAMALEDDIN  ,  w.iren  bij  de  Arabieren  ver- 
dacht, zoodat  ABULFEDA  meermalen  gewaagt  van 
de  gezindte  der  Wijsgeercn ,  welke  hare  aanhangers 
ongdukkig  maakte,  ilducuz,  die  te  Bagdad  aan- 
zienelijke  ambten  bekleed  had,  werd  gevangen  ge- 
zet, omdat  men  hem  onder  de  Wijsgeeren  telde; 
men  onderzocht  zijne  fchriften ,  waar  in  men  vele 
goddelooze  gevoelens  vond ,  onder  anderen ,  dat  roca 
ook  aan  menfchen  en  andere  dingen  goddelijke  na- 
men geven  mogt;  zij  werden  daarom  ten  vure  ge- 
doemd ;  hem  zelven  zond  men ,  op  voorbede  van 
zijnen  Vader,  op  zijne  landgoederen,  waar  hij  kort 
daar  na  in  het  jaar  1215  overleed,  saifeddin  ali, 
die  in  de  Wijsgeerte  en  Wiskunde ,  als  ook  in  de 
Godgeleerdheid  en  Regtskunde  zeer  geoefend  was, 
en  te  3Iisr  de  aanzienelijkfle  Geestelijke  waardighe- 
den bekleedde ,  werd  insgelijks  van  de  Geleerden 
aldaar,  één  Hechts  uitgezonderd,  die  hun  nijd  ver- 
weet, bij  den  Sultan  bcfchuldigd,  dat  hij  in  den 
grond  des  geloofs  de  dwalingen  der  Wijsbegeerte 
Biengde.  Hij  vlugtte  om  die  reden  naar  Daviaskus^ 
R  3  waar 


aói  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       waar  hij  in  het  jaar  ia33  zijn  leven  eindigde.  Eveil-« 
BOEK     ^ei    i^ad   de    Wijsgeerte  aanzienlijke    vereerders  bij 
noofdH:.  ^^  Arabieren,  al-kendi,  al.^farabi,  en  voorna- 
na  C.  G  melijk  avicenna,  gazzali   en  tophail,   die   als 

tori*si7  2^^f'^^"^^'"S  geroemd  worden. 

■ .    I.  ...■        Maar  averj^ocs,  eigenlijk   abul    walid  ,   mu- 

AYERROè'S  jj^j^Ij^lUD  ^    EBN    ACHMET ,    EBN     MUHAMMED,    EBM 

ROSCH  5  uit  wcike  laatfte  woorden  de  Europeërs 
zijnen  thans  gewonen  naam  AvERRoës  gevormd 
hebben,  overfchaduwde ,  ten  minden  in  het  oog  der 
Christenen ,  alle  voorgaande  Wijsgeeren  zijner  Natie; 
Hij  was  omtrent  het  midden  der  Xllde  eenw  te 
Cordua  geboren  ,  alwaar  hij  na  zijn  Vaders  dood 
het  ambt  van  Opperregter  en  Hoofd  der  Priesteren 
in  die  ganfche  landftreek  bekleedde.  Maar  de  nijd 
van  andere  geleerden  en  aanzienelijke  lieden  tegen 
hem  ontdoken,  veroorzaakte  ,  dat  de  Koning  al- 
mansor  gebood,  dat  hij  onder  de  "Joden  te  Cordua 
wonen ,  en  zijne  goederen  verbeurd  verklaard  zou- 
den worden ;  zoo  groot  was  de  haat  tegen  hem , 
dat  de  jongens  hem  met  fteencn  wierpen,  als  hij 
naar  de  Moskee  ging,  om  te  bidden.  Hij  vlugtte 
hier  op  naar  Fez^  maar  werd  door  almansors  fte-" 
dehouder  in  hechtenis  genomen ,  en  vervolgens  door 
den  Koning  gevonnisd,  om  openbare  boete  te  doen, 
waar  aan  AVERRoës  zich  onderwierp.  Eenige  maan- 
den daar  na  werd  averrocs  door  den  Koning,  ter- 
wijl de  nieuwaangeftelde  Opperrigter  de  handhaving 
der  geregtighcid  het  vervallen,  weder  herfteld,  en 
is,  in  het  vol  genot  van  eer,  te  Marokko  in  het 
jaar  laoö,  of  wat  laier,  overleden.     averroBs  is 

van 


/i 


GESCHIEDENIS.  arJj 

van  de  Schoolfche  Wijsgeercn  in   de  hoogde   achting       v 

gehouden,    ais  de   beste  Uitlegger    van  aristote-     ^^^^ 

LES,  en  zij  beriepen  zich  op   zijn   gezag  ter  befiis-  Hoofdft. 

fing  van   betwiste  vraagftuklten ,  zelfs   vormde  zich  "^  C.  G. 

onder  hen  eene  bijzondere  gezindte  van  Averroisten ^  }.     iciT 

die  eerst  in   de   XVIde   eeuw  door  eene  Pausfelijke  — — 

Bulle  vernietigd  is  geworden. 

Sedert  de   Vlllde  eeuw   ontftonden  'er   onder  de  Gezind- 

Muhammedanen  ook  verfcheidene   gezindheden ,    be-  \^"  ^" 

°  'de  Mu- 

halve  de  twee  Hoofdpartijen  der6'ö«;//Vé'«  en-Sa/Z/Vm;  hamme- 
van  deze  gezindheden  geefc  abulfeda  in  zijne  Ge-  medanen. 
fchiedenisfen  berigt.  Ondertusfchen  ontmoeten  wij 
voorbeelden  van  enkelde  Christenen,  die  bij  Mu* 
hammedaanfche  Vorsten  hun  geluk  maakten.  ha- 
FET,  Chalifv^n  Egypte^  had  in  het  jaar  1134  tot 
Eijnen  IFazir  eenen  Armenifchen  Christen  ,  eaha- 
RAiNi  genoemd;  maar  als  deze  alle  ambten  met  Ar' 
menifche  en  andere  Christenen  bezette  ,  werd  '.ij 
door  eenen  opftand  genoodzaakt,  om  van  het  Hof 
te  vlugten,  en  werd  vervolgens  een  Monnik.  — 
ABULFEDA  noemt  ook  eenen  Geneesheer,  itu  er- 
TALMED ,  bij  den  Chalif  te  Bagdad.,  .  In  Spanje 
waren  verfcheidene  Christenen  ,  zelfs  Prinfen  eu 
Edellieden,  in  krijgsdienst  bij  de  Arabieren;  waarte- 
gen de  voorbeelden  van  Arabieren  bij  Christenen 
heel  zeldzaam  zijn,  zelfs  werd  de  verkeering  en 
vriendfchnp  van  Keizer  frederik  II,  .met  Vorsten 
en  andere  lieden  van  dien  Godsdienst  zeer  euvel  op- 
gevat, 

'Zeldzaam  waren  de  voorbeelden,    dat  Muzelman- Zeldzame 
nen  tot  het  Christen  geloof  overgingen,    Vierhon-  '^'o^^'^beel- 
p  ,    ,  denvaa 

R  4  derd 


264  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       derd   Muhammeclanen   met   hunnen  Kadi  namen   te 

boi;k     Baaza  in  iiyri'è  het   Christendom    aan,   in  het  jaar 

Hoofdil.    ïï37ï  toen  die  ftad   door  de   Grieken   was  ingeno- 

na  C.  G-men,    doch    enkel,    gelijk    abulfeda  fchrijft,    uit 

J^^'^j°^^*  fchrik  wegens   de   wrecde  behandeling,    aan  hunne 

medeburgers   door   de  Grieken    aangedaan.  —  Zoo 

bekecring  omhelsde  ook  een  voornaam  Heer  uit  den  Stam  der 
h-^mme-  SeJdj ukken  het  Christendom  in  het  jaar  1123,  om 
danen.  dus  de  echtgenoot  te  worden  van  zekere  Christelijke 
Vorstin,  mattheus  Parifienfis  (*)  verhaalt  van 
een  groot  aantal  Muhammedanen  ^  die  in  het  jaar 
1254  in  Frankryk  kwamen,  en  Christenen  werden, 
daar  toe  bewogen ,  geüjk  zij  voorwendden ,  omdat 
zij  gezien  hadden ,  hoe  Koning  lodewyk  IX  door 
een  wonder  uit  de  magt  van  den  Sultan  van  Baby- 
Ion  verlost  was,  ook  bragten  zij  een  hevel  van  dien 
Koning  mede,  dat  zij  uit  zijnen  aalmoezcnfchat  on- 
derhouden moesten  worden ,  tot  bij  bij  zijne  terug- 
komst voor  hen  zorgen  zou.  Doch  men  ziet  lig- 
telijk,  hoe  weinig  eene  zoogenoemde  bekeering  van 
eenige  behoeftige  Muhnmmedcinen  om  het  lijf  had. 

Even  zoo  zijn  'er  ook  eenige  weinige  voorbeel- 
den van  Christenen,  die  tot  de  Muhammedanen 
overgingen.  Dus  overleed  in  het  jaar  iioo  te  Bag» 
dad  een  Geneesheer,  ituoazela,  of  gezla,  die 
het  Christendom  verzaakt  hebbende,  ook  tegen  het- 
zelve fchreef.  In  het  jaar  1091  nam  ook  ibn  mai* 
SELAiA   den  Godsdienst    van  muhammed   aan,   en 

werd  l^Fazir  bij  den  Cha/if, 

De 

(*)  Hisi.  Major.  pag.  882. 


G  E  S  C  II  I  E  D  E  N  I  S.  2^5 

De  Schrijvers    van    deze  tijden    fprcken   wel  van       V 
vervolgingen    door    de    Muhammedanen ,    tegen   de     "^^^ 
Christenen  hier  en  daar  aangerigt,   maar  men  heeft  Hoofdil. 
te    regt    aangemerkt,    dat   dezelve  meer  te  houden  ^^  C.  G. 
waren    voor   wedervergeldingen    van   de    geweldena- .^^  j.j' * 

rijen  der  Christenen ,  bijzonder  tegen  de  Muhamme 

danen  bij  gelegenheid  der  kruisvaarten  gepleegd;  an- 
ders toonden  de  Muhammedanen  geenen  heerfchen- 
den  drift,  om  hunnen  Godsdienst,  ten  koste  van 
den  Cliristelijken ,  aanhangers  te  bezorgen. 

Maar  van  den  kant  der  Christenen    werd   een   he-  Pogingen 

vieer  iiver   vernomen  ,    om    de  JMuhammedanen   te  "^'•''Chiis- 
'='       -*  '  tenen  om 

bekeeren.    Men  beproefde  zulks  door  onderfcheidene  je  RIu- 

middelen ,  door  gefchrift ,   mondelijke  overredingen ,  h"m''"e- 

en  eindelijk   door   de    wapenen.   —   euthymius    si-  bekeeren. 

GABENUS ,  een  Monnik  te   Konflant'inopolen ^   in   het 

begin   der   Xllde    eeuw,   plaatfte  in  zijn   werk   van 

wederleggende  godgeleerdheid ,  (  n»vo7rAfoc  SoyfMitJiKt] 

Tvs  of^oh^a   TTis'c-w?,)    in   de    aSfte  afdeeling  eene 

voor  zijne   tijden  bruikbare  wederlegging  der   S^ra- 

cenen;  maar  in  de    Westerfche   Kerk   fchreef  in   het 

jaar  1278  de  Spaanfche   Donnnikaner  ^   hayimundus 

j^iAiiTiNi,  zijn  werk,  ter  wederlegging  tevens  van  de 

Muhammedanen  en  van  de  yoden^  onder   den  titel: 

Pugio  fidei  ad  ver  f us  Blauros  et  Judxos ,  in  hetwelk 

hij  zoo  groote  belezenheid  in  de Rabijiifche  Schriften, 

en  zoo  veel  kennis  van  het   Hebreen wsch  betoonde, 

<iat  fommigen  daar  uit ,  hoewel  ten  onregte ,  bedoten 

hebben ,  dat  hij  een  gedoopte  Jood  geweest  zal  zijn. 

De  ware  reden  was,  omdat  men  in  de  Xlllde  eeuw 

zich  meer  op   de  Hebreeuivfche  en  Arahifche   talen 

R  5  toe- 


266  K  E  Pv  K  E  L  IJ  K  E 

V  toeleide ,  ten  einde  met  hulp  dezer  talen  die  Volken 
BOEK  jg  bekeeren.  De  bedevaarten  naar  Palestina^  en 
Hoofdft  vervolgens  de  kruistogten,  gaven  ook  aan  de  Chris- 
na  C.  G,  tenen  overvloedige  gelegenheid ,  om  de  Arahifche 
t^^x^vi  ^^^^  **"  ^^  leeren ,  fchoon  flechts  weinigen  van  de- 
-  ze  gelegenheid    behoorlijk   gebruik    maakten.      Ver- 

fcheidene  Pausfen  waren  ook  bedacht,  ora  de  ken- 
nis dezer  talen  te  bevorderen,  hoewel  verfcheidencn 
vergeeflche  pogingen  deden,  om  dezelve  op  de  Uni- 
verfiteit  te  Pay^s  openliik  te  doen  onderwijzen.  De 
beroemde  Spanjaard ^  raymund  de  pegnafort  , 
die  in  het  jaar  1238  Generaal  der  Dominiksner  Or- 
de werd ,  rigtte  in  zijn  vaderland  Leerfcholcn  voor 
deze  taal  op,  in  welke  hij  meer  dan  twintig  Mon- 
niken liet  onderwijzen ,  die ,  als  men  het  verhaal 
gelooven  mag,  meer  dan  10,000  Saracenen  in  Spau' 
fe  en  Afrika  bekeerden ;  waarfchijnlijk  onderdanen 
der  Christen  Koningen  van  Kastili'é  en  Arragon^ 
die  ten  dezen  tijde  reeds  groote  veroveringen  op  de 
Jirahieren  in  Spanje  maakten. 
Kruistog-  Maar  een  ander  middel  werd  ter  hand  geflagen, 
^"*  het  middel  der   wapenen,   niet   alleen,    of  niet  zoo 

zeer,  om  de  Muhammedanen  zelve  te  bekeeren,  als 
wel,  om  het  Christendom  in  Azi'è  en  Afrika  te 
beidellcn ,  en  die  Landen  onder  de  Christelijke  ge- 
hoorzaamheid te  brengen.  Ten  dezen  einde  werden 
twee  honderd  jaren  lang  bloedige  oorlogen  gevoerd , 
bekend  onder  den  naam  van  kruisvaarten  ^  kruis- 
tOi^ten ,  heiligen  oorlog ,  den  weg  van  God  en  het 
heilige  grnf^  de  zaak  des  gekruisten  en  dergelijke. 
Aanlei-  Dü  Godsdienflige  bedevaarten,  door  de  Christe- 
nen 


GESCHIEDENIS.  aöj 

ren  naar  yeruzalem,  en  het  graf  van  jezus  aldaar,       V 
en  naar  andere  heilige  plaatfen ,  federt  eenige  eeuwen     ^'^^^ 
van  tijd  tot  tijd  in  menigte  gedaan,  en  welke,  nadat  Hoofdfti 
de   Arahieren  in  de  Vilde,  en  de  Seld jukken  in  de  na  C.  G. 
Xlde   eeuw,    meesters   van  dat   land   waren   gewor-  J^'^^'°/'3» 

den,  moeijelijk  gemaakt  v/erden  door  allerhande  kne-  _ 

velarijen  en  mishandelingen  dezer  bedevaartgangers,  ^'i^'S  tot 
gaven  tot  ^tztu.  heiligen  oorlog  de  eerde  aanleiding; 
van  den  kant  der  Christenen  verlangde  men  naar 
liieer  vrijheid  en  veiligheid,  ook  had  reeds  Paus 
SYLVESTER  II,  op  hct  einde  der  Xde  eeuw,  in 
eenen  Brief,  als  in  naam  van  het  verwoeste  'Jeru^ 
zakm  opgelleld,  de  Katholijke  Kerk  uitgenoodigd , 
om  die  ftad.met  raad  en  daad  te  hulpe  te  komen; 
dit,  en  dat  de  bedevaartgangers  fomtijds  ten  getale 
van  eenige  duizenden  tevens  aankwamen,  wekte  niet 
alleen  de  hebzucht  maar  ook  den  argwaan  der  Mu- 
hammedanen  op;  al  hakem  ,  de  Fatemitifche  Cha- 
iif  wdXi  Egypte^  liet  in  het  jaar  1009  de  Kerk  van 
het  Heilige  Graf  en  andere  Christen  Kerken  te  Je- 
ruzalem neder  werpen  (*)5  de  eerfte  werd  echter 
in  het  jaar  1048  op  kosten  van  den  Griekfchen 
Keizer  konstantinus  monomachus  weder  opge- 
bouwd (f);  maar  de  knevelarijen  der  Christenen  te 
Jeruzalem  namen  toe,  na  het  innemen  en  plunde- 
ren dezer  Had  door  malek  schah.  Sultan  der 
Seldjukken^  in  het  jaar   1076.     Na  het  jaar   10S2 

heersch- 

(*)    GLABBR  RADULF.  U'nt.   L.    \l\.    C.    7, 

(t)  wiLH.  TYR.  L.  I.  p.  632.  in  BONCARDS.   Gcst  dei 
fer  Francov.  T.   I. 


26S  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V        heerschte  een  ander  Turksch  geflacht  der  Ortokiden^ 

BOEK      tg  Jeruzalem ,  tot    dat  de   Fatemitifche  Arabieren , 

Hoofdil.   ^3"  vvelken  Egypte  onderworpen  was,   deze  ftad  op 

na  C.  G,  nieuw  bemagtigden.  —  Bij  deze  gedeldheid    van  zit- 

10^1 5^  ^^"  ^^^^  ^^^^^  GREGORius  VII  het  eerst  op  eene  on- 
•- derneming  tot  verlosfing  dier  ftad  bedacht,  bijzori- 
der toen  de  Griek fche  Keizer  iniichael  ducas  , 
die  in  het  jaar  1071  aan  de  regering  kwam,  hera 
door  twee  Monniken  eenen  Brief  gezonden  had  , 
met  eenen  voorflag  om  de  Griekfche  Kerk  met  de 
Latiinfche  te  verzoenen  ( * ).  Hier  op  fchreef  deze 
Paus  iii  het  jaar  1074  aan  Keizer  hendrik  IV,  om 
dien  Vorst  tot  eenen  togt  naar  Palestina  over  te 
halen  (f),  als  ook  eenen  rondgaanden  Brief  aan 
de  Christenen  in  het  Westen  (§),  en  nog  eenen 
m  het  bijzonder  aan  Graaf  willem  van  Btirgon- 
J/g  .(**),  alle  tenzelfden  einde  flrekkende. 
pETRusde  Alle  deze  flappen  van  gregorius  VII  hadden 
echter  geene  verdere  gevolgen ,  maar  eenigen  tijd  na 
zijnen  dood ,  kwamen  eerst  deze  ontwerj^en  werkelijk 
tot  ftand,  bijzonder  door  de  werlczaamheid  van 
eenen    op    zich    zelven    niets    beteeken  enden    man , 

PIERRE    l'hEREMITE  ,  of  PIETER  DEN  KLUIZENAAR  ; 

het  ziidatdit  zijn  geflachtnaam ,  of  dat  hij  in  der  daad 
een  Kluizenaar  ware ,  of  dat  beide  plaats  had  (ff), 

De- 

(*)  GREGOR.  VIT.  Epist.   18.  Libr.  l.  in    hard.  aa. 

Cofic.  T.  VI.  P.  I.  p.  I20p.         (t)  Libr.  II.  Ep.  31. 
(  §  )  Lih:  I.  Ep.  49.         (*•)  /.  c.  Ep.  A-6' 
(tt)  .0/"  ^^  nomine  et  re   cognominabatur  Heremita^ 

wiLH.  TYR.  ap.  BOKG.  T.  I.  pag,  637.     ■     . 


Kluize- 
naar. 


fe 


tot  15I7* 


.       GESCHIEDENIS.  atjp 

Deze,  die  ons  als  een  klein  en  onaanzienlijk  man,  V 
van  een  morsfig  en  haveloos  voorkomen  befclireven  "°^^ 
wordt,  die  ellendig  gekleed,  en  met  bloote  voeten  Hoofdfté 
op  eenen  ezel  reed ,  maar  vol  levendigheid  in  de  ^a  C.  G. 
oogen,  en  natuurliik  wel  bcfpraakt,  kwam,  onder  |^|.''^J°^|j' 
andere  Pelgrims,  in  het  jaar  1093  te  'Jeruzalem^.- 
lüer  werd  hij  door  het  gezigt  van  den  kommerlijken 
en  ongelukkigen  toefland  der  Christen  zoo  getroffen, 
dat  hij  met  den  Griekfchen  Patriarch  sirieon  over 
de  middelen ,  om  de  Christenen  te  redden ,  in  on- 
derhandeling kwam,  en  van  dcnzelven  eenen  Brief 
-medenam  aan  de  Westerfche  Ciiristenen ,  om  de 
Christenen  te  Jeruzalem  te  hulpe  te  komen,  pe- 
trus zelve  in  de  Kerk  van  het  Heilige  Graf  (lapén- 
de  op  den  grond,  geloofde,  in  den  droom,  Chris- 
tus zei  ven  te  zien,  die  hem  moed  infprak  en  zijne 
hulp  toezeide  (♦).  —  Thtins  fpoedde  petrus  met 
den  Brief  des  Patriarchs  naar  Europa  terug,  en  (lel- 
de dien  den  Paus  urbaan  II  in  het  jaar  1094  ter 
hand,  die  hem  van  zijnen  onderftand  verzekerde; 
vervolgens  doortoog  hij  geheel  Italië  en  andere  Lan- 
den,  en  fpoorde  alle  lieden  op,  om  deel  te  nemen 
in  den  heiligen  togt,  waar  toe  zich  ook-  velen  van 
allerhanden  (tand , Vorsten ,  Edellieden,  Bisfchoppen, 
Abten ,  Monniken  en  andere  Geestelijken ,  ontelbaren 
uit  geringeren  (iaat ,  de  groflte  misdadigers ,  ja  zelfs 
vrouwen  verbonden.  Zijne  zeldzame  kleeding  en  de 
verrukking ,  met  welke  hij  fprak ,  maakten ,  dat  men 

hem 
(*)  ALB.  Aquem.  et  wilh.   tyr.  ap.   bongars.  /.  c. 
fag.   185.  ^/  637. 


i-o  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       hem  als  eenen  Goddelijken  Gezant  en  Heiligen  man 

BOEK     befcliouwde;  raen  verhaalt  zelfs,  dat  men  den  ezel, 
III 
Hoofdft.  ''P  vvelken  hij  reed,  de  haren  uitplukte,  om   die  als 

na  C.  G.  Reliqulcn  te  bewaren ;  hoewel  een  Diiltsch  Schrijver 

Jaar  1073.  ^j^  ^^  xillde  eeuw  (*)  erkent,  dat  velen  hem  voor 
tot  1517.  ' 

-    eenen  huichelaar  hielden. 

Vergade-  urbanus  II  maakte  fpoedig  gebruik  van  de  be- 
nngeiue  ^v-egin'?,  welke  petrus  veroorzaakt  had.  In  het 
en  teCler-  jaar  1 095  hield  hij  te  Piacenfa  eene  zoo  talrijke 
mont  in  Kerkelijke  vergadering ,  dat  zij  op  het  open  veld  ge- 
^  houden  moest  worden ;  men  zegt ,  dat  hier  meer  dan 
5,000  Aartsbisfchoppen  ,  Bisfchoppen  en  andere  Gees- 
telijken,  behalve  30,000  Leeken  ,  tegenwoordig  geweest 
zijn.  Ook  waren  hier ,  volgens  foramigen ,  Gezanten 
tegenwoordig  van  den  Griekfchen  Keizer,  die  ook 
reeds  te  voren  aan  Graaf  robert  van  Vlaanderen  ^ 
en  aan  den  Paus  zelven  zal  gefclireven  hebben.  Ook 
wekten  eenige  Christen  inwoners  van  jFerwzalem  en 
Antiochië ,  die  in  Europa  al  bedelende  omzworven  ^ 
en  de  Pelgrims ,  die  uit  Palestina  terug  kwamen ,  het 
medelijden  der  Westerfche  Christenen  op.  —  UR- 
BANUS te  Piacenfa  de  gemoederen  hebbende  opge* 
wonden  ,  voltooide  zijn  ontwerp  in  hetzelfde  jaar 
1095  in  zijn  vaderland  Frankryk  ,  alwaar  hij  te 
Clermont  in  Auvergne  op  nieuw  eene  Kerkvergade- 
ring hield  5  niet  min  talrijk ,  dan  de  voorgaande  , 
alwaar  hij  in  eene  aanfpraak  den  togt  aandrong, 
en  aan  alle  geloovigen,  die  de  wapenen  in  dezen 
krijg  opvatten  zouden,   aflaat  gaf  van  alle   boetdoe- 

nin- 
(*)  CONRAD.  Urfperg,  Chron.  p.   1 74. 


GESCHIEDENIS.  271 

ftingen,  welke  hun  voor  hunne  zonden  mogten  op-       V 
gelegd  zijn ,  deze  allen  tevens  als   gehoorzame  zo-     ^^^^ 
nen  onder  de  befchenning  der  Kerk   nemende ;   wie  pioofdft, 
hunne  perfonen  of  goederen  zou  beledigen  ,  zou  van  na  C.  G* 
zijnen   Bisfchop    in    den    ban   gedaan ,   en   niet   eer  Iq^^^j^' 
onrilagen  worden,  voordat  hij  volkomene  voldoening  -, 

zou  bewezen  hebben.  In  later  tijden  heeft  men 
meermalen  beweerd,  dat  de  Paus  tot  eene  geheime 
reden  van  zijnen  ijver  zou  gehad  hebben ,  de  Vors- 
ten en  Grooien ,  die  zijne  heerschzuchtige  inzigten 
hinderlijk  waren ,  van  de  hand  te  zenden ,  doch 
hier  voor  is  weinig  blijks  te  vinden.  Veeleer  fchijnt 
het,  dat  de  Paus,  behalve  het  medelijden  met  de 
verdrukte  Christenen  in  het  Oosten,  bijzonder  ge- 
hoopt hebbe  op  eene  vereeniging  met  de  Griekfche 
Kerk,  en  (laat  maakte  op  de  uitbreiding  van  zijne 
Kerkelijke  magt,  terwijl  hij  eene  proeve  nam  van 
den  verbazenden  invloed  der  Paufen  op  het  grootfte 
deel  van  Europa, 

Hoe  het  zij,  naauw  had  de  Paus  zijne  rede  ge- 
ëindigd ,  toen  'er  een  algemeen  geroep  opging  : 
Deus  vult!  Deus  vult!  God  wil  het!  God  wil 
het!  waar  op  de  Paus  zijnen  Toehoorderen  verze- 
kerde, dat  hij  deze  eenparige  ftem  in  der  daad  voor 
eene  (lemme  Gods  aanmerkte ;  tevens  gebood  hij , 
dat  elk,  die  zich  aan  God  tot  dezen  heiligen  togt 
zou  wijden ,  het  teeken  des  kruifes  op  het  voorhoofd 
of  op  de  borst  zou  dragen ;  maar  wie  deze  gelofte 
dadelijk  volbrengen  zoude,  zou  dit  teeken  des  kruis 
op  de  fchouderen  dragen,  vi^aar  door  de  woorden 
van  CHRISTUS  zouden  vervuld  worden:    Wie  zijn 

huis 


tri  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       kruis  niei  cp   zich   neemt  ^  en  mij  navolgt  .^  die  iS 

BOEK     mijns  niet  waardig.     Vervolgens  wierpen   alle  aan- 

Iloofdft.  wezenden  zich  op  de   knieën  neder;   de   Kardinnal 

na  C.  G,  GEORGius  fprak  in  hunnen  naam  de   biecht,  en  de 

10^1^17*  ^^^^  ^^^  ^^^^  ^^^^^  "^'''^'- »  ^"  ^^^"  ^^^  zegen. 

. In    de    eerfte    oogenblikken    van    geestverrukking 

Aanne-     knielde   naimar   of  adem  ar  ,  Bisfchop  van   Puy  , 
men  van  ,       ^,  . 

het  kruis.  ^^"  "^"^^  ^'^^  grooten  naam,  voor  den  Paus  neder, 

en  verzocht  hem  zijn  zegenend  verlof,  om  in  dezen 
krijg  te  trekken.  Hij  verkreeg  dit  niet  alleen,  maar 
te  gelijk,  als  Pausfelijk  Legaat,  het  Opperbevel  over 
het  Krijgsleger,  dat  men  op  de  been  zou  brengen, 
URBANUs  werd  wel  verzocht,  om  zelve  zich  aan  het 
hoofd~des  legers  te  ftellen ,  maar  deze  verfchoonde 
zich  met  zijne  Kerkelijke  bezigheden,  die  hem  dit 
beletten.  Ook  willem,  Bisfchop  van  Oranje^  ver- 
zocht het  kruis  van  den  Paus ,  gelijk  ook  vele  Edel- 
lieden het  kruis  aannamen ,  hetwelk  nu  het  woord 
was,  als  men  zich  tot  dezen  krijg  verbond  (*), 
Men  kreeg  van  eenen  Bisfchop,  Abt,  of  anderen 
aanzienelijken  Geestelijken,  een  kruis  van  laken  ^. 
zijden  of  goudlint,  dat  op  den  regter  fchouder  van 
den  rok  of  mantel  werd  vastgemaakt.  Van  hier 
de  naam  van  kruisiogt  of  kruisvaart.  Meesttijds 
was  dit  een  rood  kruis,  maar  bij  andere  godsdien- 
ftige  oorlogen,  die  men  ook  kruistogten  noemde ^ 
alhoewel  zij  fomtijds  tegen  Christenen  ondernomen 
werden,  onderfcheidde  men  zich,  het  zij  door  de 
kleur  van  het  kruis ,  het  zij   door   de   plaats ,  waar 

mea 
(*)du  fresnh  G/ö.'/.  V.  crucem  a%fumere  T.  I  p.  1279*. 


GESCHIEDENIS.  273 

toien  het   droeg.     Voorts  werd  het  bcfluit  tot  deze       V 
onderneming  in  de  Handelingen  der  vergadering  aan-     °^^^ 
geteekend   met  deze  woorden :     ,,  Wie  uit  zuivere  fioofdd. 
godsvrucht,  en   niet  om  eer   of  geld   te   bekomen,  na  C.  G. 
ter    bevrijding  van    Gods    Kerk  ,   nnar    Jeruzalem  ^J^^J^ 
trekken  zal ,  dien  zal  deze    reize  in   plaats   van  alle   .„ 
boetdoeningen  toegerekend  worden." 

Zonder  dat  men  onderzoek  deed,    of  deze  krijgs-  Groote 
togt  regtvaardig,    of  hij   zelfs  vcrflandig  mogt  ge-  ^'■^''"'^'^ 
noemd  worden ,  was  de  geestdrift ,  om  in  denzelven 
voor  de  zaak  van  God   en  Godsdienst,   gelijk  men 
waande ,  deel  te  nemen ,  zoo  veel  te  grooter ,  als  men 
aan  de  onderneming ,    door  wonderen ,   een   Godde- 
lijk  aanzien   wist    te   geven,     petrus    de   Heremiet 
zelve  zal   met  eenen  Brief  hebben   rondgezworven  , 
welke,  naar  zijn  voorgeven,  van    den  Hemel  geval- 
len was ,   en  waar   in  aangekondigd   werd ,   dat   de 
Christenen  Jeruzalem  veroveren,   en  voor  altijd  be- 
zitten zouden;   men   verhaalde  wonderteekenen ,   die 
aan  de  Zon,  a^n  den  Hemel  en  op  Aarde,  zouden 
voorgevallen  zijn,  onder   welken   vrij    duidelijk   ver- 
fchijnfelen  van  het  Noordcrliclit   waren.     Een  Mon- 
nik wendde  voor,  dat  een  Engel  hem  in  eene  ver- 
fchijning  het  teeken  des  kruis  op  zijn  voorhoofd  had 
ingedrukt,  en  hij,  die  anders  geene   kans   zag,  om 
de  kosten  tot  den   togt  goed  te  maken,   werd  op 
dit    voorgeven ,    zoo   wel    voorzien ,   dat   hij ,  wel 
uitgerust  mede  kon  reizen.    In  het  Oosten  werd  zijn 
bedrog  ontdekt,  maar  hij  had  zich  overigens  zoo  roem- 
rijk gekweten  ,  dat  hij  eerst  eene  Abdij ,  en  vervolgens 
het  Aartsbisdom  van  Ccsfarea  in  Palestina  bekwam. 
XV.  Deel.  S  In 


274  K  E  R  K  E  L  U  K  E 

V  In  de  lente   van   het  jaar   1096  begon  de  optogt 

BOEK     yjjp  eenige  100,000  van   deze  foldaten    van   chris- 

Hoofilft.    Tus,    of   krijgslieden   van    God,   zoo   als   zij  zich 

na  C.  G.  noemden ;  in   het  eerst  meest  Franfchen ,  Nooren , 

tot  1517.  ^^^^'^^S^^^o  -Lotharingers  ^  een  aantal   uit  de  Brit- 

'^ fche  Eilanden,   uit   Spanje   en   Italië,   maar  flechts 

Optogt  weinigen  uit  Duitschland,  daar  men  veel  meer  met 
eèrrten  ^^"^^  helden ,  als  met  krankzinnigen ,  den  fpot  dreef, 
hoop  der  tot  eindelijk  ook  de  Duitfchers  van  deze  befmetting 
^rinsvaar-  ^gj.^|e„  aangeftoken.  Voor  alle  anderen  fpoedde 
PETRUS  de  Heremiet  zich  aan  het  hoofd  van  50, 
of  60,000  menfchen  door  DuitschJand  en  Honga- 
ryen  naar  Konftantinopolen ;  zijne  voorhoede  werd 
aangevoerd  door  eenen  Edelman,  dien  men,  om  zij- 
ne armoede,  den  fpotnaamgaf  gautier.  sensavoir, 
(of  WOUTER  zonder  goed.)  Het  geringde  deel  van 
dit  volk  waren  foldaten ,  en  dewijl  zij  zich  zonder 
krijgstucht  aan  roof  en  pUmderzucht  overgaven , 
werd  meer  dan  de  helft  door  de  Hongaren  en  Bul' 
garen  omgebragt ,  komende  de  beide  Opperhoofden 
in  eenen  ellendigcn  ftaat  te  Konflantinopoïen  aan. 
ANNA  coMNENA ,  die  iu  de  Gefchiedenis  van  haren 
Vader,  Keizer  alexiüs  ,  dit  vrij  naar  waarheid  ver- 
haalt (*),  noemt  dezen  petrus  KaaaTrsj^off ,  een 
bijnaam,  die  ongetwijfeld  uit  zijne  Monnikskap,  en 
uit  de  woorden  petrus  CucuJlatus  ontllaan  is. 
Spoedig  volgden  'er  nog  andere  hoopen  volks,  on- 
der anderen  omtrent  15,000  Duitfchers  en  Lotha- 
ringers ,    onder    bevel    van    eenen   Priester ,    got- 

SCHALK  5 
(♦)  Alexiad.  L.  X.  p,  283. 


GESCHIEDENIS.  275 

SCHALK ,  die  insgelijks ,  uit  hoofde  van  hun  fchande-       V 

lijk  gedrag,  door  de   Hongaren  meerendeels  werden    ^^^'^ 

nedergehouwen ;   nog  andere   hoopen   hadden  eencn  Hoofdft. 

Priester ,  volkmar  ,    en  eenen    Graaf   emico  ,  tot  nn  C.  G. 

Bevelhebbers.      Deze    laatfte,    uit    12,000    razende  F^"°73» 

'  '  COC  1517. 

kruisvaarders  beftaande,   vermoordden  in  het  door-  -  , 

trekken  eene   menigte   joelen  in  de  fteden  aan   den 
Rhyn^  Main    en   Donau  ^  maar  verloren  insgelijks, 
door  wanordens  en  gevechten ,  in  Hongaryen  ,  door 
eigen  fchuld ,  voor  een    groot  gedeelte ,   het  leven  ; 
om    van    geene  andere  hoopen  te  fpreken,    welke 
veelal  hetzelfde  lot  ondergingen,    petrus  en^  wou- 
ter, die  met   hunne   overblijffelen  bij  Konflnntino- 
polen  gelegerd  waren ,  kregen  door  de  menigvuldige 
nieuw    aankomende   troepen    weder    eene    geduchte 
menigte  bijeen,  welke  zij   echter  niet  konden  terug- 
houden van  in  het  Griekfche  gebied   te  ftroopen  en 
te  rooven.     Zij  (laken  met  dit  leger,  tegen  de  waar- 
fchuwing  van  den  Keizer  alexius  aan,  naar  ydzi'é 
over,    maar    werden    weldra    van   de    Turken  zoo 
duchtig    geflagen ,    dat   pexrus    zich    ter    naauwer- 
nood  met  3,000  man  met  de  vlugt  te  Konflantino* 
polen  redde,  nadat  de   Keizer  hem  eenige  hulptroe- 
pen gezonden  had. 

Dus  waren  reeds  in  het  begin   van  dezen  onzin-  Optogt 
iiigen  oorlog  a  of  300,000  menfchen  aan   de  razer- ^^"  l^^^ 
nij   der   dweepzucht  opgeofferd,   toen  eindelijk  het  gedonder 
eigenlijke  hoofdleger,  in  de   maand   Augustus    1096  godfried 
onder    godfried    of  oodefroi   van    bouillon  .  ^'^^ 

TT  ,»7     »      ,      r        .  B0Ü1LL09I 

Hertog   van   IS ecler lotharingen  ^   en   andere    Vorsten 

en  Groeten,    ten   minste  80,000  man    fterk ,  door 

S  2  Hon* 


270  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V        Flongary'è  naar  het  Griekfche  Keizerrijk  opbrak.   Ai^ 

BOKK     Je  Gelchiedfchrijvcrs  van  dien  tijd  ftemmen  overeen  , 

Hootdft.  i"  dezen  Vorst  te  befchrijven  als  een'  man  van  uit- 

na  C.  G.  munrende    gaven    en   bekwaamheden  ,    en   een  regt 

Tflrïr  f  dyx 

toe  1517.  ^^'^^  hart.    hugo  de  Grooie ,   Broeder    des  Komngs 

p- van  Frankryk,  nam  met  andere  Grooten   den  weg 

over  Italië,  en  ftak  ter  zee  naar  Griekenland  over. 
BoëMUND ,  Zoon  van  den  beroemden  robert  guis- 
CARD,  Vorst  van  Tarente,  ging  van  daar  ook  met 
7^000'  man ,  tot  hulp  der  kruisvaarders ,  onder  zeil. 
Nadat  alle  deze  krijgsvolken  zich  in  het  Griekfche 
Rijk  vereenigd  hadden,  maakten  zij  ten'minfte  een 
leger  uit  van  300,000  man ,  zonder  de  Priesters  , 
Monniken,  Vrouwen  en  Kinderen,  die  in  grooten 
getale  het  leger  volgden,,  mede  te  rekenen. 
Gedrng  Men  zou,  in  den  eerften  opflag,  verwachten,  dat 
van  K.ci-  ^^  Griekfche  Keizer  alexius  met  dezen  krljgstogt 
ALExiüs.  zeer  in  zijn'  fchik  moest  geweest  zijn,  die  tegen  de 
erfvijanden  van  zijn  Rijk  gerigt  was;  ondertusfchen 
ftemmen  al  de  Gefchiedfchrijvers  overeen,  dat  hij 
de  kruisvaarders  niet  alleen  niets  goeds  toevertrouw- 
de, maar  zelfs  allerhande  hinderpalen  in  den  weg 
ftelde.  's  Keizers  Dochter,  de  Prinfes  anna  ,  draagt 
echter  in  hare  Gefchicdenis  den  toefland  der  zaken 
zoodanig  voor,  dat  het  igedrag  van  dien  Vorst,  zoo 
al  niet  ten  vollen  gcregtvaardigd ,  ten  minde  begrij- 
pelijk gemaakt  wordt.  Het  gedrag  der  eerstaange- 
komene  woeste  zwermen  van  gcestdrijvers  moest  den 
Keizer  zeker  omzigiig  maken,  toen  eene  nieuwe  ge- 
duchte^ krijgsmagt  binnen  zijne  grenzen  trok ,  ter- 
wijl hij  om  het  een  en  ander  vreezen  mogt,  dat  de 

togt 


GESCHIEDENIS.  277 

togt  bij  flot  voor  hem  nadeeliger  kon  uitvallen ,  dan       v 

voor  de  Turken  zelven.    Niemand  kon  hem  daarom     ^^^-^ 

kwalijk  nemen,  dat  hij   deri  Hertog  van   Lotharing  Hoofdft. 

^^,7  en  andere  Bevelhebbers   eenen  eed   van   trouwe  ^^  C.  G. 

afverffde,  en  met  hen  een  verdrag  floot,  dat  zij   de  l^'^Ir^^* 

te   maken    veroveringen   aan   hem  afftaan,   of  voor  ■ 

dezelve  aan  hem  hulde  zouden  doen.    Maar  hij  had 

in  dit  alles  voor  de  vuist  kunnen  handelen,  en  zijne 

listige  ftaatkunde ,  welke  hij  te  bate   nam   in   andere 

opzigten ,  kan  daar  mede  niét  verfchoond  worden. 

Vroeg  in  het  voorjaar  1097  floegen  de  kruisvaar-  De  kruis- 

ders    het  beleg    voor  Nicea    'm    Klein- Azië ^  maar  "^""''^^'^'■s 

...  j       /,   j  ,  veroveren 

toen  Zij   de  overgave  der  iiad  verwachtten ,   verna-  Nicea. 

men  zij,  dat  dezelve,  volgens  eene  geheime  affpraak 
met  de  Turken^  in  het  bezit  van  den  Keizer  ale- 
xius  geflield  was.  Kort  daar  na  behaalden  de  kruis- 
vaarders eene  volkomene  overwinning  op  den  Turk' 
fchen  Sultan  kilidge-arslan,  waar  bij  men  ver- 
fpreidde,  dat  drie  Heiligen,  georgius,  (st.  jo. 
RIS,)  DEMETRius  en  THEODOfius  ,  gezien  waren, 
zittende  op  witte  paarden ,  met  witte ,  met  een  kruis 
geteekende  vaandels,   voor  de  Christenen  flrijdende. 

Nu   werd   CiUci'é  bedwongen ,  en  te  Edesfa ,   en  Slecht 
in   deszelfs   omtrek  (lichtte  balduin,   Broeder  van  ^^'^'''''^  ^^ 
GODFRIED,  een   eigen   Vorftendom,   en  nog  in  het  hede^ 
jaar  1097  werd  Antiochi'è ^  de  Hoofd flad  van  Syri'è^  onderde 
belegerd.    Maar  dit  leger  des   Heeren  ^   {dowijticits^J^^^^'''^^^^' 
exercitus ,  militia  Dei ,)  gelijk  het  genoemd  werd ,  gaf 
iéich  weldra  over  aan  dr.rtelheid  en  ongebondenheid; 
de  hoofden  van  hetzelve  waren   oneens,   en   hadden 
Jiimne  bijzondere  belangen  in  het  oog,   dikwijls  tot 
S  3  vech- 


578  .  K  E  R   K  E   L  IJ   K  E 

V        vechtens  toe ;  de  Geestelijken  mengden  zich  in  alle 

BOEK     beraadQagingen ;  waar  bij  kwam  het  wantrouwen  op 

Hoofdft.  de  Grieken,  en  de  onkunde   der  Landfchappen ,  in 

na  C.  G.  welke  de  krijg  gevoerd  mo^st  worden.     Dit  een  en 

Jaario73  gj-j^jgj.  bragt  verwarring,    maar  ook  hongersnood   en 

lot    15 17.  o  7  o 

I  allerhande   ellende  voort.    Men  had  Afgevaardigden 

gezonden  aan  den  Fatemitifchen  Chalif  van  Egypte  ^ 
om  dien  tot  een  verbond  tegen  de  Seldjiikfche  Tur- 
ken over  te  halen ,  doch  de^e  keerden  terug  met 
een  weinig  voldoenend  antwoord.  De  Vorst  toonde 
zijne  bevreemding  over  zoodanige  onderneming  met 
geweld  van  wapenen,  maar  beloofde,  alle,  die  on- 
gewapend, als  Bede vaardgangers ,  het  graf  van  jezus 
wilden  bezoeken ,  vrijheid  en  veiligheid. 

Inmiddels  nam  de  nood  onder   de  belegeraars   van 
Antioduè  zoo   toe,  dat  één  der   aanzienelijklle   Be- 
velhebbers ,  WILLEM ,  Vicorate  van  Melun ,  ja  zelfs 
PETRUS  de  Kluizenaar,  heimelijk   het  leger  verlieten 
en  de  vlugt  namen.      Maar  tankred  ,   een   nabe- 
ftaande  van  boemund,  haalde  deze  vkigtelingen  te- 
rug, en  BOEMUND,  PETRUS  ovcF  zijne   fchandelijke 
vlugt  beffcraft  hebbende,    noodzaakte  hem,   zich  bij 
eenen  plegtigen  eed  te  verbinden ,  dat  hij    nooit  we- 
der dezen  krijg  zou  verlaten.     Tevens  werd  'er  in 
het  leger  een  vasten  van  drie  dagen  gevierd,  en  eene 
algemeene  zedeverbetering  verordend,    door  het  ver- 
jagen der  ontuchtige  vrouwlieden   uit  het  leger,   en 
het  verbieden  van  alle  buitenfporigheden. 
Antiochlë     Eindelijk    veroverden    de    kruisvaarders  Antiochi'i 
ingsno-     ^^^  derden  Junij  van  het   jaar   1097,  na  eene   bele- 
gering van  zeven  maanden ,  door  eene  overrompeling 


GESCHIEDENIS.  47.5 

bij  nacht ,    en  verftandhouding  met  cenen   firuz  ,       v 

eenen  Bevelhebber  in  de  ftad,   die  te  vortn  van  het     ^°^^ 

Christendom    was    afgevallen.       Het     zoogenoemde  Hoofdrt-, 

heilige  leger  vermoordde  alle  MuhammecJanen  ,   die  'ia  C.  G^ 

hun   voorkwamen ,    zonder    ouderdom   of  kunne  te  |^'/ !°f^* 
'  tot  1517» 

ontzien,  en  nog  wendde  men  hemelfche  verfchijnin-  ■    ' 

gen  en  wonderen  voor,  door  welke  ook  de  boven- 
gemelde FIRUZ  tot  zijne  verraderlj  zou  bewogen  zijn 
geweest,  hoewel  hij,  in  der  daad,  door  groote  be- 
loften was  omgekocht.  —  Met  de  verovering  der 
ft;\d  was  echter  het  leger  niet  uit  den  nood  gered; 
de  vesting  of  het  kasteel  was  nog  in  handen  der 
Turken^  en  de  Turkfche  Vorst  korbuga.  Heer 
van  Al-Maiifel^  (of  Moful,^  rukte  tot  ontzet 
met  eene  groote  kiijgsmagt  aan.  Nu  woedde  de 
honger  vreesfelijk  in  het  Christen  leger,  en  men  had 
—  weder  wonderen  en  verfchijningen  noodig,  om  het 
geheele  verloop  van  hetzelve  voor  te  komen.  Deze 
ontbraken  dan  ook  niet.  Een  Geestelijke  uit  Lom- 
bardy'é  verhaalde  openlijk  een  gefprek  van  eenen 
Italiaanfchen  Priester  met  eenen  onbekenden  Pel- 
grim,  die  aan  den  Priester  vraagde:  wat  men  zoo 
in  het  algemeen  van  deze  kruistogten  oordeelde? 
De  Priester  antwoordde,  dat  velen  ze  hielden  voor 
een  gevolg  eener  Goddelijke  aandrift,  maar  ook  an- 
deren voor  een  uitwerkfcl  van  Franfche  ligtzinnig- 
beid;  waar  op  de  Pelgrim  hem  verzekerde,  dat  zij 
een  Goddcliik  werk,  en  dat  allen,  die  dnar  in  deel 
namen,  de  kroon  van  het  Martelaarfchap  waardig 
waren.  Ter  bevestiging  van  zijne  gezegden  hier  bij 
voegende,  dat  hij  awbrosius  was,  weleer  Bisfchop 
S  4  van 


ö8o  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  van  Milaan^  en  dat  de  Christen  na  drie  jaren  de 
BOEK  heilige  ftad  j/eruzalem  dadelijk  veroveren  zouden, 
ïloofdfl.  Esn  ander  Priester  verhaalde,  dat  Christus  zelve 
i\x  C.  G.  hem  verfchenen  was ,  en  op  voorbede  der  Heilige 
to:  i-vir'  ^'^^^g^  cn  van  den  Apostel  petrus  aan  het  leger 
m  vergeving  van  zonden  en  zijne  hulpe  toegezegd  had. 

Waar  op  alle  kruisvaarders  eene  openbare  boete  de- 
'  den,  en  met  asfche  op  het  hoofd   en  barrevoets  de 

Kerken  bezochten ,  en  zich  op  nieuw  bij  eede  ver- 
pligtien,  dat  niemand  het  leger  zou  verlaten,  voor 
dat  hij  het  graf  des  Heeren  zou  gekust  hebben. 
Ook  zou  de  Apostel  andreas  aan  zekeren  petrus 
BARTHELEMY  vcrfchcnen  zijn ,  en  dien  geopenbaard 
hebben ,  dat  in  de  Kerk  van  zijnen  Broeder  den 
Apostel  PETRUS  de  lans  of  fpeer  verborgen  was, 
met  welke  de  zijde  van  jezus  aan  het  kruis  door- 
ftoken  was.  Men  ging  terflond  aan  het  graven  en 
vond,  na  eenen  ganfchcn  dag  gegraven  te  hebben, 
de  gemelde  lans  of  fpeer.  Toen  evenwel  de  gezeg- 
de PETRUS  BARTHELEMY  ziju  gczigt  aan  dcn  Bis- 
fchop  van  Ptiy -,  en  aan  den  Graaf  raymond  van 
Touloufe  ontdekte,  twijfelde  de  eerfte  aan  de  waar- 
heid, maar  de  Graaf  geloofde  ze  des  te  vaster. 
Honderd  dagen  lang  vereerde  men  deze  lans,  wan- 
neer de  Bisfchop  en  vele  anderen  nieuwe  bedenkin- 
gen tegen  de  echtheid  van  dezelve  maakten,  waar- 
om 'er  een  vasten  van  drie  dagen  verordend,  en 
toen  een  brandftapel  opgerigt  werd  ,  over  welken 
de  Bisfchop  eenen  zegen  fprak,  en  toen  moest  de 
vinder  van  de  lans  door  dit  vuur  gaan.  Ongeluk- 
kig kwam  hij  'er  half  verbrand  uit,  en  flierf  op  den 

twaalf- 


GESCHIEDENIS.  2P1 

twaalfden  dag  daar  na.     De  vereerders   van   de  bei        v 

lige   lans    waren  hier  over  zeer   bedroefd,  evenwel     ^'^^^ 

bewaarde  raimund    ze   nog,   tot  lüj   ze   door  een  Hoofdfl. 

toeval   verloor;   volgens  willem    van  Tyrus  (*),nnC.  G. 

had  ARNOLD ,  Kapeilaan   des  Hertogs  van  Normmt-  |yj'j°[7* 

(li'è^  reeds  gezegd,  dat  deze   heilige  lans   eene   ver- .' 

dichting  van  den  Graaf  van  Touloiife  was. 

Na    eene    vruchtelooze    onderhandeling    met    den  De  Tur- 

KORnuGA  ,  kwam  het    op  den  aSften  Julij  des  jaars  'j^"  ?^'^^' 

1098  tot  een  hevig  gevecht  ,  in  hetwelk  de  Turken^  hedasteel 

niet  zonder  hulp ,  gelijk  de  Chiistenea  zich  verbeeld-  vsnAmio- 

c^iic  ver* 
den,  van  hemeUingen ,  geheel  geOagen  werden.   Het  ^'^^j-j^ 

gevolg  dezer  overwinning  was  de  overgave  der  ves- 
ting of  des  kasteels  van  Antiochi'è.  Nu  was  de  eer- 
de zorg  der  kruisvaarders ,  den  Chrisrelijken  Gods- 
dienst en  den  Grtekfchen  Patriarch  in  deze  flad  te 
herftellen.  Maar  de  laatstgemelde  vond  een  paar 
jaren  daar  na  goed,  zich  naar  Konft antinopolen  te 
begeven ,  terwijl  zijn  post  door  eenen  Franfchen 
Geestelijken  vervuld  werd. 

Het  leger  bleef  eenigen  tijd   te   Antiochi'è  ftil  lig-  BoëMUNo 
gen ,  wachtende  te  vergeefs  op  hulpbenden    van  den  wordt 
Griekfchen  Keizer  ,  en   veel  lijdende  door   befraette-  Aiuiochië 
lijke  ziekten,  door  welke  ook  'sPaufen  Legaat  werd 
weggerukt.    De   Bevelhebbers   noodigden  toen  Paus 
URBAAN  II,  om  in  perfoon  bij  het  leger  te  komen, 
en  zijnen  vStoel  te  Antiochi'è   te  vestigen ,   waar  i>E' 
TRus  eerst  Bisfchop  geweest  was.    Maar  hun  voor- 
ftel  vond  geen'    ingang  bij   den  P.ius.     Middelervvijl 

ftre- 

(*;  Libr.  VII.  pag.  73p. 

S5 


282  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       (treden  bccmund  en  raimund  ,  met   hevigheid ,   om 

BOEK      }^et  ije2it  van  Antiochi'è  ^  tot  dat  deze  flad  eindelijk 
III 
Hoofdft.  ^^"   ^^"   cerstgemelden   werd  overgelaten  ,   die  hier 

na  C.  G.  een  nieuw  Vorstendom  ftlchtte. 

tot  IS  17       f^^'^^s  begon  het  volk  over  dit  lang  (lil  liggen,  en 

• het  gebrek  ,  hetwelk  zij  leden ,  te  morren ,  en  moest 

Het  leger  j^qqj.   herhaalde  wonderen  en   verfchijningen  bemoe- 
Jeruzalem  ^'S^  worden ,  toen  men  eindelijk  opbrak  en  den  6den 
Junij   des  jaars    1099   voor  Jeruzalem  kwam.     Op 
het  gezigt  der  heilige  (lad  berstten   velen  de  tranen 
van  blijdfchap  uit  de  oogen;  men  wierp  zich  neder 
en  kuste  de  heilige  aarde;  ja  men  zou  barrevoets 
de  ftad  zijn  ingetrokken,  als  men  niet  begrepen  had, 
dat  het  noodzakelijk  ware,  gewapend    te  zijn.    Ras 
wees  men  malkanderen  alle  de  plaatfen,   die  toonee- 
len  geweest  waren  van  Euangeliegebeurtenisfen.    Een 
Kluizenaar    toonde   aan  tankred  ,   den  Normanni- 
fchen  Vorst,   van   den    Olijfberg    de   plaats,    waar 
KAjAFAS    gewoond  ,   waar    judas   zich   verhangen , 
waar    petrus    eenen    kreupelen    genezen    had ;   en 
waar    de  eerfle    bloedgetuige    stefanus    gefieenigd 
was ,  alle  welke  plaatfen  tankred   met  ecne  vrome 
buiging  vereerde. 
Toef^and       Jeruzalem  had  evenwel  thans   haren  ouden   om- 
van  jeru-  (rek  niet;  de  berg  Sion  was  buiten   hare  muren  ge- 
^^  ^"^*      floten ,   de  heuvel   Moria  geflecht ,  en   verfcheidene 
dalen   aangevuld.     Echter  was    de   fiad   ook   bij  de 
Muhammedanen  vereerd,   die   haar   Beith-el-Kods j 
of  het  Heilige  Huis  noemden ,  en  ten  dezen  tijde 
vrij  fterk  bevestigd  hadden.     De   Emir  iftikhar- 
ED-DULET,   Bevelhebber    der  plaats  in  naam   van 

den 


G  E  S  C  II  I  E  D  E  NM  S.  283 

den  Egyptifchen  Chaïif  mostali  ,   had  al  de  Chris-       v 
tenen ,   uitgezonderd  eenige  grijsaards ,  vrouwen  en     boek 
kinticren ,  ter  ftad  uit  doen  vertrekken ,  en  alle  regen-  HoofdfJ. 
bakken   en   bronnen  in  den  omtrek  vernield ,   zoodat  na  C.  G. 
het  Christen  leger  gevaar  liep ,  van  dorst  om  te  ko-  y-'^^^'^J'^* 

men.  —  Dit  leger,  aangemoedigd  door    de   verzeke- _-. 

ring  van  den  bovengemelden  Kluizenaar,  ondernam 
de  ftad  met  ftorm  in  te  nemen,  maar  werd  met  ver- 
lies terug  geflagen.  Nu  moest  eene  nieuwe  ver- 
fcliijning  van  den  overledenen  Paufolijken  Legaat, 
den  Bisichop  van  Puy  ^  tusfchen  beide  komen,  op 
.  wiens  verordening  men  barrevoets  eenen  plegtigen 
omgang  om  de  fiad  deed,  niet  zonder  befpotting 
der  IMitbnmwedanen. 

Eindelijk  werden  de  kruisvaarders  op  den  isden  Jeruznlem 
Julij  des  jaars  1099  na  herhaalde  flormen  meesters  ^^'^'^  ^  , 
vian  yeruzalem^  het  gevvenschte  voorwerp  van  hun- 
nen togf.  Nu  werden  alle  Arabieren  en  Turken^ 
die  in  de  wapens  waren ,  maar  ook  alle  ongewapen- 
de inwoners  der  ftad ,  met  vrouwen  en  kinderen , 
met  eene  ontmenschte  woede  omgebragt.  Hertog 
GODEFROi  alleen  nam  geen  deel  in  dezen  moord , 
maar  begaf  zich ,  van  drie  vertrouwelingen  verzeld , 
in  een  linnen  kleed  naar  het  heilige  graf,  om  God 
met  tranen  van  blijdfchap  te  danken.  Zijn  voorbeeld 
werd  nu  door  de  kruisvaarders  gevolgd ,  terwijl  ve- 
len PETRUS  den  Khnzenaar  op  de  knieën  bedank- 
ten, dat  hij  tot  deze  onderneming  geraden  had. 
Na  het  gebed  volvoerden  deze  zoogenoemde  krijgs- 
lieden van  CHRISTUS  ,  vlak  tegen  het  bevel  van 
hunnen  Meester,   bloedige  wraak   te  nemen  van  de 

no2 


284  K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

V,       nog  overgoblevQue  3Iu/2ammedanej2 ,  wegens  het  zoo 

BoEn      laiig  ontheiligen    der   heilige  phiatten ,    en  de   voor- 

Hoofdü.   gaande    onderdrukkingen    van    hunne    geloofsgenoo- 

m  C.  G   ten. 

tüt^i^^v       Eenige  dagen    daar   na   werd   Hertog  godefroi, 

i met  algemecne  ilemmen ,  als  de    waardigfte   van   al- 

coDE-       i^Yi  ^  iQ^  Koning   van    de   nu  veroverde  ftad  vcrko- 
Bouilloa  ï*^'^?  hoewel  in  der  daad  het  Koningrijk  nog  geheel 
toe  Kü       moest    veroverd    worden,    en    Palestina   zich    nog 
T^ruzniem  gioot^fids^ls   in    de   magt    der   Muhammedanen    bc- 
verkoren.  vond.     Bij  de  kroning  wilde    de   godvruchtige   Ko- 
ning zich  niet  met    eene   gouden   kroon   laten   kro- 
nen ,  in  de  ftad ,  in  welke  Christus  eene    dorenen 
kroon  gedragen  had. 
lien  Pa-       De  Geestelijkheid,   die  zich    niet   weinig    van    de 
tnnrch      ^^^  yan  dezen  togt    aanmatigde,    en   koen    was   op 
verkoren.   .         /-  i  ••  •  •  n  •  ,  •  i 

de  verlchijmngen  en  gezigten,  welke  nog  met  ophiel- 
den, én  die  op  nieuw  verrijkt  werd  door  het  vinden 
van  een  (luk  van  het  heilige  kruis,  hetwelk  in  de 
Kerk  van  het  heilige  graf  gelegd  werd,  had  be- 
weerd, dat  men  eerst  eenen  Patriarch  behoorde  te 
verkiezen,  eer  men  aan  de  verkiezing  van  eenen 
Koning  dacht;  maar  dit  haar  mislukt  zijnde,  drong 
ARNOLD ,  Kapellaan  des  Hertogs  van  Normandië , 
iterftond  na  de  verkiezing  van  den  Koning,  met  zij- 
ne partij  door,  dat  hij  zelve,  tegen  den  zin  der 
braaftlen  onder  de  kruisvaarders  ,  tot  Patriarch 
werd  aangelleld,  te  meer,  omdat  de  Griekfche  Pa- 
/  triarch  naar  het  eiland  Cyprus  gevlugt ,  en  daar 
overleden  was.  Deze  arnold  of  arnulf  was  de 
heerschzuchtigfle  en  onrüstigfte  onder  de  Geestelij- 
ken, 


C  E  S  C  TT  I  E  D  E  N  f  S.  aS^ 

ken,  hij  dacht  wel  vrij,  hei)ben:le  hij  een  der  ecrften       V 

ook  de  echtheid  der  heilige  lans  verworpen ,  maar  zijne     ^^J:^ 

zeden  waren  inderdaad  te  vrij,  zoodat  zi;ne  veikeering  noofdft, 

met  vrouwvolk   tot  fpot-  en    fchimpliedjes  in  het  Ie-  ^-  C.  G. 

,  .j.  n  ^  Tasr  073. 

ger  aanleiding  gar;    maar  zijn    ijver  was  zoo  groot  ^^^^      ^^^ 

voor  de  rcgten,  dat  is,   voor  de  magt  en  inUomflen  — 

der  geestelijkheid,  dat   dezelve  zijne  verkiezing,  als 
iDQt  geweld,  doordrong. 

Middel  er  wijl  liep  godfried  gevaar,  van  zijnen  Overwin- 
nog  niet  gevestigden  troon  fpoedig  te  verliezen,  ^^^  gQ^pp^t^ 
wijl  de  Chalif  wm  Egypte,  biostali  ,  een  verba- behaald, 
zend  leger  van  Turken  ,  Arabieren ,  Egyptenaars  en 
andere  volken,  onder  zijnen  JF^zir  afdal,  eenen 
afgevallenen  rijken  Arvtenifchen  Christen ,  tegen  hem 
deed  optrekken,  godfried  trok  dit  leger  te  gemoet 
met  naauvvelijks  50,000  man,  of  volgens  anderen 
Hechts  met  de  helft  van  dit  getal ,  hij  had  echter  het 
geluk,  den  vijanden  in  Aiigustni  dezes  jaars  1099 
e:ne  volkomene  nederlaag  toe  te  brengen ,  van  welke 
overwinning  hij  nogtans  geene  verdere  vruchten  trok , 
door  de  trotfche  heerschzucht  en  onduimigheid  van 
B.AIMUND,  Graaf  van  Toiihufe^  die  den  Koning  ver- 
hinderde, Askalon  en  Arfur  in  te  remen,  welke  de* 
den  hij  voor  zich  begeerde,  zoodat  het  bijna  tus- 
fchen  den  Koning  en  hem  tot  eenen  oorlog  zou  ge- 
komen zijn.  Ivort  daarna  trokken  de  meeste  Groo- 
ten  van  het  kruisleger,  met  een  gevolg  van  co,coo 
menfchen  ,  naar  Europa  terug ,  na  zich  in  de  Jor- 
daan  gebaad,  en  palmtakken  van  Jericbo  medegeno- 
men te  hebben,  geloovende,  dat  zij  nu  hunne  gelof- 
te volbragt  hadden. 

Zij 


286  K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

V  Zij  lieten  echter  de  belangen  der  Christenen  in  Pa> 

^°f  J^     kstiria  niet  in  den  besten  toeftand.  Het  rijk  van  Ko- 

Ilf  •' 

Hoofdft.   ning  GODFRIED  had  *sKonings  ganfchen  moed  en  de 

na  C.  G'  geheele  werkzaamheid   van   den   dapperen  tankred 

tot  1517   "oodig,  om  zich  te  handhaven.  Deze  veroverde,  be- 

halve  andere  Heden ,  Tibcrias ,  hetwelk  hij  leenroerig 

yerovc-    ^gjj  jjgjj   Koning  behield ,   die   hem   tevens   met  het 

rmgendcr  07 

Christen   ganfche  Vorstendom  van  Galilea  befchonk.     De  Ko- 

Vore  n.  ning  zelve  noodzaakte  de  Emirs  van  Cefarea,  Pto- 
Umais  en  Askalon^  om  hem  fchatting  fchuldig  te 
worden.  Aan  den  anderen  kant  zorgde  boemund 
meer  voor  zijne  eigene  dan  voor  's  Konings  belangen. 
Zelfs  floeg  deze  Vorst  van  Antiochk  het  beleg  voor 
Laodicea  in  Syric^  hoewel  deze  Had  aan  den  Griek' 
fchen  Keizer  toebehoorde.  De  nieuwe  Pausfelijke 
Legaat  noodzaakte  hem  echter ,  de  belegering  op  te 
breken;  maar  in  plaats  van  hem,  nam  toen  rai- 
MUND ,  Graaf  van  Touloufe ,  dezelve  in ,  en  maakte 
'er  een  nieuw  Vorstendom  van. 

Denleu        De  gemelde  nieuwe  Pausfelijke  Legaat  daimbert 

Y^?..F'^"^' of  DAGOBERT ,  Aartsbisfchop  van  Pifa  ^  baarde  den 

ie  lij  K' e 

Legajit      Koning  van  Jeruzalem  vele  moeijelijkheden.     Hij  was 

wordt  Pa  joor  paschalis  II  naar  Palestina  gezonden,  verzeld 

van  eene  vloot  van  meer  dan  100  zeilen  tot   onder- 

fteuning  der  kruisvaarders.     Te  Jeruzalem  gekomen  , 

bragt  hij  door  kuiperijen  en  gefchenkcn  te  weeg,  dat 

de  Patriarch  arnold   voor  hem   moest  wijken,  en 

hij  in  deszelfs  plaats  tot   Patriarch  benoemd  werd, 

en  als  zoodanig  nam  hij  in  naam  van  den  Paus  de 

Icenhulde  van  den  Koning  en  andere  Grooten  aan; 

ook  dwong  hij  den  Koning  het  vicrdedeel  s'xwjfoppe^ 

ja 


I 


GESCHIEDENIS.  2^7 

jt  ook  "Jeruzalem  met  den  toren  en  het  (lot  van  da-      fV 
viD   af,  alleen   onder  voorwaarde,  dat  de   Koning    ^^^-^ 
deze  ^Q^txi  zoo  lang  bezitten  zou,  tot  hij   de  ecne  Hoofdft. 
of  andere  ftad  veroverd  zou  hebben.  ""  ^*  G. 

Het  was  het  zwak  van  den  anders  uitmuntenden  [^j  j^j^' 

GODFRIED,    dat   hij,   door    eene    kwalijk    gcphatfie  

godsvrucht,  te  veel  aan  de  geesteHikheid  onderworpen  Doodvna 

^  ^  o  J  r        GODFRIED 

was.  Hij  ftichtte  in  de  Kerk  van  het  Heilige  graf  van 
en  in  de  Kerk  van  den  Tempel,  te  voren  de  Moskee^'^^^^^^'^* 
van  OMAR ,  maar  met  den  naam  van  den  Tempel  ge- 
noemd ,  omdat  zij  op  de  voormalige  plaats  van  sa- 
LOMo's  Tempel  (lond ,  genootfchappen  van  Kanunni- 
ken, en  in  het  dal  Jofafat  een  Klooster  voor  Mon- 
niken, die  hij  medegebragt  had  (*).  Deze  wakkere 
Vorst  fiierf,  te  vroeg  voor  zijn  nieuw  Koningrijk, 
nadat  hij  nog  niet  volkomen  een  jaar  geregeerd  had , 
in  Jttlij  des  jaars  11 00. 

Hij  prees  voor  zijn  overlijden  zijnen  broeder  bal-  BALourw 
DUIN, Graaf  of  Vorst  szxiEdesfa^  tot  zijnen  opvol-  Yoj^,°^ 
ger  aan,  die  ook  terllond  daar  voor  te  Jeruzalem 
erkend  werd.  Deze,  die  zijnen  broeder  zich  ten 
voorbeeld  ftelde,  ondervond  dra  de  zwakheid  van 
het  Koningrijk.  Ter  naauwernood  met  veel  gevaar 
uit  hoofde  van  de  menigvuldige  in  het  land  omzwer- 
vende Turken  in  Jeruzalem  aangekomen ,  vond  hij , 
den  Patriarch  daimbert  tegen  hem  verbonden  met 
TANKRED ,  en  voornemeHS ,  om  boemünd  ,  Vorst 
van  Antiochie^  op  den  troon  te  zetten.  Doch  deze 
was  tenzelfden  tijde  bij  de  Turken  gevangen  geraakt. 

DAIM- 

(*)  wiLL.  Tyim   L.  IX.  p.  7^7. 


2^8  K  E  R  K  E  L  JJ  K  E 

V       DAiMBiïRT  kroonde   eindelijk  den   nieuwen  Koiiing'V 

BOEK     e,|   TANKRED  hem   het  Vorstendom   Tiberias  terug 

Hoofdli   gevende,  aanvaardde  in  plaats  daarvan  het  Vorsten- 

na  C.  G.  dom  van  Antiochie.    Ondertusfchen  breidde  balduin 

Taarior'i,   ,  ..      „..,  ,    ,.., 

tot  1517."^  grenzen  van   zijn   Rjjk   merkelijk  uit;   waar  toe 

*  hem  echter  de  nieuw  aangekomene  kruisvaarders  wei- 

nig dienst  deden.  In  de  laatfte  j'aren  namelijk  wa- 
ren duizenden  Deenen ,  Duitfchers ,  Franfchen  e» 
Engelfchen^  maar  voornamelijk  Italianen  naar  Pa' 
lestina  en  Az.'ie  overgekomen ,  maar  ook  meerendeels 
door  pest ,  honger  of  het  zwaard  gefneuveld.  Thans 
federt  het  j'aar  iioi  landden  weder  omtrent  260,000 
menfchen  van  allerleijen  rang  en  flaat  aan,  maar  een 
groot  deel,  door  hunne  plunderingen  en  fporeloos- 
heden  zich  hatelijk  makende  ,  kwam  op  dezelfde 
wijze  als  de  vorigen  om;  velen  werden  gevangen, 
of  vhigtten  in  eenen  ellendigen  tocftand  naar  Koti' 
ftantinopolen.  Evenwel  veroverde  balduin  in  de 
volgende  jaren  Ccefarea^  Azot,  Tripoli  en  ook  PtO' 
ïemais  ^  met  hulp  eener  Genueefche  vloot. 

Slecht  ge-      Doch  tevens  was  deze  Koning  in  gedurigen  twist 

drag  van  j^^j.  ^jgj^  Patriarch   daimbert  ;  op  *s  Konings  klakte 

dcii  Pa- 

triarch.     over  hem  zond  de  Paus  eenen   Kardinaal  naar  Jeru' 

zakm^    door  wien    daimbert  werd  afgezet.      Hij 

wist  echter,  door  middel  van  geld,  waar  de  Koning 

gebrek  aan  had ,   zich  te  herftellen ,  en  de  Kardinaal 

en  Patriarch  werden  de  beste  vrienden,   die  de  ge- 

fchenken  der  Bedevaartgangers   voor  het  heilige  graf 

met  brasferijen ,  zuipen  en  zwelgen  doorbragten ;  tot 

de  Koning  zelve  hen  verrastte ,  daar  zij  aan  eene  wulp- 

fche  maaltijd  zaten,  en  onder  fcherpe  verwijtingen 

zwoer» 


GESCHIEDENIS.  aSp 

zwoer,  dat  zij  van   de   Kerkelijke  giften  niets  meer       V 
genieten  zouden,   zoo   lang  de  Koning  en  zijne  fol-     ^^^-^ 
daten  gebrek  leden.     Ook  maakte  de  Koning  zich  HoofdfT, 
meester  van  den   fchiat  des  Patriarchs ,   welke  meer  "^  C.  G. 
dan  20,000   flukken    gouds    bedroeg,   behalve  een'  10^5^71 
verbazenden  rijkdom  aan  zilver.     Ook   werd  de  Pa-  - 
triarch  op  eene  Synode  te  yeruzalem  van  vele    mis- 
daden overtuigd  en  afgezet.   Zijn  opvolger  evermee. 
raakte  echter  ook  fpoedig  in  verfchil  met  den  Ko- 
ning ,  door  de  kuiperijen  van   den  voormaligen  Pa- 
triarch ARNOLD,  die  eindelijk  wist  te  bewerken,  dat 
hij  zelve  andermaal  dtzt  waardigheid  verkreeg. 
Niettegenftaande   de  veroveringen ,  welke  de  Ko-  Dood  van 

ning  BALDUIN  gemaakt  had,   was   de   toeftand   van    ."  ^^^ 
^  °  ning  BAL- 

zijU  Rijk  nogtans  heel  wankelbaar.    Hy   bemagtigde  duin. 

wel  in  het  Jaar  11 11  de  fl;ad  Sidon ,  waar  toe  7000 
Engclfchen  ^  Vlamingen  en  Deenen  hem  hunnen 
dienst  hadden  aangeboden,  maar  Askclon  kon  hij 
niet  behouden;  hij  verzocht  en  verkreeg  van  Paus 
PASCHALis  11  verlof  om  alle  van  hem  afhankelijke 
fteden  aan  de  Kerk  van  'Jeruzalem  te  onderwerpen; 
maar  dewijl  de  Patriarch  van  Antiochie  zich  hier 
over  te  zeer  beklaagde,  bepaalde  de  Paus  zijn  ver- 
lof, tot  zulke  fteden,  die  te  voren  nan  de  Kerk  van 
'Jeruzalem  onderhoorig  waren  geweest.  De  Koning 
BALDUIN  overleed  in  het  jaar  1118. 

Tot  zijn  opvolger  werd  verkoren  zijn  neef  balde-  balduin 
WYN  of  BOUDEVVYN  VAN  BOURG,  Gfaaf  vau  Edesfd.  ofnounR 

•.  Tf         rT  1       ,        ■,       WYN  II. 

onder  den  naam  van  balduin  II,    Het  ontbrak   de- 
zen  Vorst   niet  aan  moed,  maar  de   overmagt   der 
Turken  en  voornamelijk   de   verdeeldheden  onder  de 
XV.  Deel.  T  Chris- 


290  KERKELUKE 

V       Chnstenen  zelve,  deden  zijn  Rijk  wanlcelen.    In  het 
BOEK     ja^f  JJ22  namen  de  Turken  niet  alleen   den  Graaf 
Hoofdft.  van   Edesfa,  eenen  der   grootfte  Helden   onder  de 
na  C.  G'  Christenen,  maar  ook  den  Koning  zelven,  bij  over- 
tot"^f7*  rompeling,   gevangen.      Evenwel    werd  in  het  jaar 
■     .   I      1 1 24  met  hulp  eener  Venetiaanfche  vloot  Tyrus  vero- 
verd.    Na  eene  gevangenis  van  anderhalfjaar  kocht 
de  Koning  zich  voor  een   groot  rantzoen  vrij,  maar 
had  tot  zijn'  dood  toe,  die-  in  het  jaar  1131  volgde, 
minder  geluk  in  den  oorlog ,   dan   in  zijne  eerfte  ja- 
ren.   In  het  jaar  iiao  was  door  den  Patriarch  gor.- 
MUND  te  NeapoUs  ^  het  oude  Sichem^  eene  Kerkver- 
gadering gehouden,  waar  bij   ook  de  Koning  tegen- 
woordig was, welker  befluiten  flrekten  tot  eene  alge- 
meene  verbetering  der  zeden ,  maar  met  weinig  vrucht. 
Ridder-        Om  dezen   tijd   waren   te  'Jeruzalem   twee  groote 

orde  der  öjenootfchappen  van  Ridders  ontftaan ,  die  naderhand 
johanm-    '^  ^^ 

ter  Rid-  talrijk  en  in  de  gefchiedenis  der  kruistogten  en  ver- 
ders, volgens  vermaard  zijn  geworden,  de  Hospitaal -hrM' 
ders  van  den  HeiL  yoannes  van  Jeruzalem  ^  na^ 
derhand  meer  bekend  met  den  naam  van  Ridders  van 
Rhodus ,  Si'  yan-  en  Mahhezer  -  Ridders  ^  en  de 
Tempelheeren  of  Tempelieren,  Eenige  kooplieden  van 
Amalfi^fttne.  zeeftad  in  \\t\.  Napel fche  ^  gaven  de  aan- 
leiding tot  het  ftichten  der  eerstgemelde  orde.  Bc- 
o-eerig  om  te  Jeruzalem  hunnen  godsdienst,  op  de 
wijze  der  Latijhfche  Kerk,  te  oefenen,  bouwden  zij 
voor  zich  eene  Kerk,  bij  de  kerk  van  het  Heilige 
graf,  aan  de  Maagd  maria  gewijd,  benevens  een 
Klooster,  in  hetwelk  de  Pelgrims  van  hunne  Natie 
konden  opgenomen  worden.     Dit  noemde  men  het 

La- 


G  E  S  C  H  I  E  D  E  NM  S.  291 

Latynfche  Klooster  (^Monafterïiim  de  Latinn^.  Voor      V 
weduwen  en  andere  vrouwen ,  die  in  Bedevaart  kwa-     °°^^ 
men ,  werd  een  afzonderlijk  Bedehuis  aangelegd ,  waar  Hoofdft. 
uit  het  Klooster  der  H.   magdalena   ontdaan  is.  na  C.  G. 
Bovendien  werd  naast  de   bovengemelde   Kerk,   om  J^^.  ^^{''^ 
arme  en  zieke  Pelgrims  te  onthalen ,  een  g;.sthuis  of  * 

hospitaal  (  Xemdochhim  )  aangelegd.  Verders  (licht- , 
te  men  eenen  altaar  ter  eere  van  joannes  Ekemo» 
fynarii'.s  ^  Patriarch  van  Alexandrie  ^  die  wegens  zij- 
ne milddadigheid  jegens  de  armen  in  het  Oosten 
beroemd  was.  De  orde  zelve  heeft  echter  nader- 
hand beftendig  beweerd,  dat  zij  nooit  eenen  anderen 
befchermheiligen  dan  joannes  den  Doopcr  gehad 
hebbc.  Hoe  dit  zij,  deze  geheele  (lichting  had,  in 
het  eerst ,  geringe  inkomften ,  maar  bekwam  aanzie- 
nelijke  giften,  zoodra  'Jeruzalem  door  de  Christe- 
nen ingenomen  was.  Omtrent  het  jaar  1099  nam 
GEiiHARD  5  Opziener  van  het  Hospitaal  met  zijne  dienst 
doende  broeders  den  Monnikenregel  aan ,  zij  deden 
eene  plcgtige  gelofte  en  naaiden  een  wit  kruis  op 
de  borst  van  hun  kleed.  En  nu  fcheidden  zij  zich 
van  den  Abt  van  het  Klooster,  en  werden  genoemd 
Hospitaalbroeders  van  den  H.  Joannes  van  Jent" 
zttkm.  Na  den  dood  van  gerhard  ,  in  het  jaar 
1Ï18,  werd  RAYMUND  DU  PUY  (^oï  de  Podio^  Op- 
ziener van  het  Genootfchap,  van  wien  hetzelve 
eenèn  duurzamen  regel  ontving,  welke  in  het  jaar 
iiao  door  calïxtus  II  werd  bevestigd.  Volgens 
denzelven  deden  de  Hospitaalbroeders  de  gelofte  van 
kuischheid  en  gehoorzaamheid;  dat  zij  nooit  alleen 
rondgaan  ,  aalmpezeil  voor  de ,  armen  verzamelen  , 
T  2  geen 


292  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  geen  geld  bezitten,  en  aan  de  ftrengfle  matigheid 
Yj^**  zich  onderwerpen  zouden.  Ook  zouden  zij  allen 
Hoofd  ft.  het  kruis  op  hunne  kleederen  en  mantels  dragen, 
na  C.  G,  Weldra  was  de  orde  zoo  maetig ,  dat  de  Grootmees- 
to't  15 17,  ter  (^3^agisfer)  zijnen  dienst  aanbood,  tot  het  beoor- 
—  logen  der  Muhammedanen.     Dit  door  den  Koning  te 

Jeruzalem  aangenomen  zijnde,  werd  de  orde  ver- 
deeld in  drie  klasfen :  Ridders ,  Priesters  en  dienende 
Broeders.  De  eerden  trokken,  als  Edellieden,  de 
laatflen  als  Burgers  te  veld,  maar  de  Priesters  ver- 
richteden de  godsdienftige  bezigheden  der  orde.  In- 
derdaad, muntte  ook  de  Orde  onder  haren  Groot- 
meester uit  in  verfcheidene  gevechten  met  de  onge- 
loóvigen,  waarom  zij  aanzienlijke  goederen  en  voor- 
regten  en  in  het  jaar  1154  eenen  gewigtigen  vrijheids- 
brief  van  Paus  anastasius  IV  verwierf;  maar  daar- 
tegen in  menigvuldige  twisten  geraakte  met  de  Bis- 
fchoppen ,  die  klaagden  ,  dat  de  orde  aan  hun  hunne 
regten,  tienden  euz.  onttrok;  maar  die  te  vergeefs, 
hunne  klagten  te  Roine  inbragtcn. 
Orde  der      In  het  jaar  11 18  werd  nog  eene  andere  Ridderorde 

Tempel-    jg  Jeruzalem  gefiicht,  welke   vervolgens   in   de   ge- 

lieeren  of       "^  ,     .  ^        ,         ,       .  , 

Tempe      fchiedenisfen     berucht    is    geworden.       hugo    van 

lieren.  payens,  (^of  de  Pagams,')  gotfried  (ofGAUFRE- 
Dus)  van  St.  Aldemar ,  en  zQ\en  andere  Edellieden 
deden  in  handen  van  den  Patriarch  dier  ftad  de  ge- 
lofte, om  als  reguliere  Kanunniken^  hun  leven 
kuisch,  gehoorzaam  en  zonder  eigendom,  in  dienst 
des  Zaligmakers  door  te  brengen.  Aan  hun  ruimde 
Koning  balduin  II  zijn  paleis  aan  de  oostzijde  van 
SALOMo's  Tempel  in,  dat  is  van  de  plaats,  waar  de 

Tem- 


GESCHIEDENIS.  293 

Tertjpel  geflaan  had,  maar   waar  federt  cene  Moskee       v 
was  gebouwd , die ,  in  dezen  tijd,  tot  eene  Kerk  te-     boek 
bruikt    werd.     De  Patriarch  en  andere  Bisfchoppen  Hoofdfl. 
leiden  hun  de  verph'gting  op,   om    de  Bedevaartgan-  na  C.  G. 
gers  tegen  de  ftrooperijen  en  rooverijen  der  Ongeloo-  I^^''^°73* 
vigen  re   befchermen   en   veilig  te  geleiden.     In   het  ■ 

jaar  11 27  kreeg  deze  Orde  op  de  Kerkvergadering  te 
Troyes  ^  volgens  bevel  van  Paus  honoriüs  II  eenen 
regel,  naar  welken  derzelvcr  leden  zich  hadden  te 
gedragen.  Zij  droegen  een  rood  kruis  op  hunne 
mantels ,  ten  teeken ,  dat  zij  bereid  waren ,  hun  bloed 
-  ter  verdediging  van  het  heilige  Land  te  Horten» 
Spoedig  nam  de  Orde,  door  hare  dappere  daden,  in 
aanzien  en  getal ,  maar  ook  in  rijkdommen  toe.  Zij 
telde  reeds  in  1180  omtrent  300  Ridders  en  een  on- 
telbaar getal  dienende  Broeders.  De  Koning  van  En- 
geland HENDRIK  I,  Keizer  lotharius  II  en  andere 
Vorsten  befchonken  de  Orde  met  aanzienelijke  landen 
en  goederen,  zoodat  deBalijen,Kommanderijen , Prio- 
raten en  zoo  als  de  bezittingen  dezer  Tempelheeren  of 
Tempelieren ,  Czoo  als  zij  naar  het  oude  Tempelarii 
heetten , )  meer  genoemd  werden  in  het  jaar  1244 
reeds  een  getal  van  9000  beliepen. 

Maar,  naar  gelang  van  dezen  aanwas,  werden 
hunne  zeden  ook  al  ras  bedorven,  willem  van  7]y- 
rus  klaagt  reeds  over  hunne  trotsheid  en  euvelmoed , 
•waar  door  zij  zich  aan  het  gezag  zelfs  van  den  Pa- 
triarch onttrokken,  en  aan  de  Kerk  de  Tienden  en 
Eerflelingen  onthielden.  Anderen  verheffen  wel  hun- 
nen lof,  maar  Paus  innocentius  III  verklaarde  zel- 
ve iü  het  jaar  120'J  ,  dat  zij,  wegens  het  mis- 
T  3  brmk. 


254  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       bruik  der  aan  hun  gefchonkene  voorregten,  waardig 

BoEit     vvaren ,  van  dezelve  beroofd  te  worden.    Als  Keizer 

Hoofdit.  BREDERiK  II  in  het  jaar  1229  zijnen  kruistogt  naar 

na  C.  G.  Palestina    ondernam ,   verraadden    zij   hem  aan  den 

Tssr  1 07  "^ 

jQj  j_j^' iS^/^^j//  van   Bahylon^  waar  aan  ook  de  Hospitaal- 

m». broeders  eenig  deel  hadden,  maar   de  Sultan  zond 

hunne  Brieven  aan  den  Keizer  (*);  evenwel  ver- 
klaarde de  Patriarch  van  Jeruzalem  (f),  dat  de 
beide  Orden  alle  bereidvaardigheid  tot  vechten  ver- 
toonden, maar  geeft  den  Keizer  de  fchuld,  dat  dit 
niet  gefchieden  kon.  frederik  zelve  beklaagde  zich 
in  het  jaar  1244  CS)  ?  ^^t  de  TempelJieeren  geheime 
verftandhouding  met  de  Muhammedaanfche  Vorsten 
tegen  hem  hielden.  Ook  dreigde  de  Koning  van 
Engeland^  HENoraK  III  hun,  dat  hij  hun  de  vrij- 
heden, aan  hun  door  zijne  voorzaten  gefchonken, 
weder  zou  ontnemen.  Hunne  trotsheid  was  ook  niet 
zoo  zeer  te  verwonderen.  Als  Ridders,  geloofden 
zij  zich  noodzakelijk  gemaakt  te  hebben,  en  als 
Geestelijken,  wilden  zij  naauwelijks  voor  den  Paus 
zelven  onderdoen. 
FULco  Ondertusfchen ,   welke  dienften  deze  beide  Orden 

Konin?  \^  j^gj  gergt  bewezen,  echter  konden  zij  niet  verhin; 
zalfiin. '^"'  deren ,  dat  de  toeftand  van  het  koningrijk  van  Jent- 
zalem  fteeds  zorgelijker  werd.  Hetzelve  werd,  on- 
der de  regerinjj;  van  fulco,  of  foucault.  Graaf 
van  Tours  ^  Mans  en  Anjou  ,  die  zijnen  Schoon- 
vader BALDUIN  II  in  het  jaar  1131  was  'opgevolgd, 

en 
(*)  MATTU.  Pari  f.  Hist.  Maj.  p.   358. 
(t)  Bij  denzelven  p,  ZS9-    C§)  Bij  denzelven  p.  619* 


GESCHIEDENIS.  295 

en  tot  het  jaar  1142  regeerde,  nog  wel  vrij  gelukkig       V 
verdedigd,  ja  zelfs  door  het  veroveren  van  Paueas,     ^o^k 
(het  oude  de/arca  Philippi^^  uitgebreid.    Maar  daar  Uoofdd. 
tegen  leden  de  Christenen  ook   verfcheidene   nederla-  nn  C.  G. 
gen,  terwijl  de  Vorsten  van  Antiochie  en   de   Gra  lQt'^j^'^7' 
ven  van  Tripoli  gedurig   met  den  Koning  overhoop  .1 

lagen ;  en  'er  gedurige  verfchillen  plaats  hadden  tus- 
fchen  de  Patriarchen  en  de  wereldlijke  Vorsten. 

FULCO  liet  twee  zonen  na,  van  welken  de  oudfte,  BALotJiif 
BALDUIN  III,  die  hem  opvolgde,  niet  meer  dan  13^^^* 
laren  oud  was,  waarom  zijne  moeder  de  voogdij- 
fchap  op  zich  nam.  Maar,  in  het  Jaar  ilh  werd 
Edesfa ,  de  hoofdflad  van  een  Christelijk  GraafTchap , 
door  EMAD-EDDiN  zENGHi  (dien  de  Christelijke 
Gefchiedfchrijvers  sanguinus  noemen,)  Vorst  van 
Moful  en  Aleppo^  die  zich  van  de  oneenigheid  van 
jossELiN  Graaf  van  Edesfa  en  den  Vorst  van  An- 
tiochie  bediende,  ingenomen;  ook  had  de  Aartsbis- 
fchop  dier  ftad  voor  zijne  verzamelde  fchatten  geene 
foldaten  ter  verdediging  derzelve  willen  leveren.  De 
Christenen  heroverden  de  ftad  wel ,  door  eene  over- 
rompeling, maar  zy  werd  hun  door  nureddin,  den 
zoon  van  zenghi,  op  nieuw  ontnomen. 

Op  de  tijding  van  dit  verJies ,  en  den  ongunffigen  Pnus  eu« 
ftaat  van  zaken  in   Palestina^  was  de  Paus  euge- ^^"^^^^ 
Nius  III  bedacht,  op  eenen  nieuwen   kruistogt,   en  maanTtót 
fchreef  daar  over  aan  lodewyk   VII,   Koning  vanesn'nieu- 
Frankryk^  welke  Vorst,  in  het  jaar  1142,  in  eenen  J^u^gjogt. 
oorlog  met  éénea  zijner  Grooten,   bij  het  innemen 
van  de  ftad  Fitry  ^  de   Kerk  aldaar  met  1300  men- 
fchen,  die  in  dezelve  gevlugt  waren,  hebbende  doen 
T  4  ve> 


296  K  E  R  K  E  L  IJ  K  Ë 

V       verbranden,  geene   waardiger   boete  zich  voor  dez^ 

»oEK     wreedheid  kon  voordellen,   dan  het  ondernemen  vail 

Hoofdft.  eenen  kruistogt  naar  Palestina, 

na  C.  G.     Onder  de  Franfche  Geestelijkheid  muntte  ten  de* 

ton?!?!  ^^"  ^y'^^  boven  alle  anderen  uit  bernhard  ,  Abt  van 

» Clairveaux ,    door    den    roem  van  heiligheid ,  ijver 

BERN-       yQQf  jjen  godsdienst  en  welfprekendheid.    Meermalen 
Abc  vaa    ^ad  de  Koning  van  dezen  begeerd,  dat  hij  het  kruis 
Clair-       prediken  zoude,  maar  hij  had  zulks  geweigerd,  tot 
predikt     ^^  eindelijk  zich,   door  den  bovengemelden  Pausfe- 
den  kruis- lijken  Brief  daar  toe   geregtigd   oordeelde.     Hier  op 
^°^^"        hield  de  Koning  in  het  jaar  1146  te  Fezelay  in  Biir- 
gondie  eene  Vergadering  van  den  Adel  en  de  Gees- 
telijkheid, welke  voor  het  eerst  in  de  Franfche  Gc« 
fchiedenis  een  Parlement  genoemd,  en  wegens  den 
toevloed  van  volk  in  het  open  veld  gehouden  werd. 
Hier  predikte  bernhard,  met  zijne  gewone  kracht 
van  zeggen  5 het  kruis,  hetwelk  terftond  door  den  Ko- 
ning, de  Koningin ,  vele  Grooten ,  Edelenen  Bisfchop* 
pen ,  en  eene  verbazende  menigte  volks ,  zoo  mannen 
als  vrouwen  werd  aangenomen.  Vergeefs  ontraadde  de 
v/ijze  suGER,Abt  van  St,  Denys  den  Koning,  om  in 
perfóon   naar  Palestina  te  trekken;    de  Koning  gaf 
hem  integendeel  het  regentfchap  des  rijks  gedurende 
zijne  afwezigheid,   hetwelk  hij   met  dien  roem   be- 
kleedde, als  wij  hier  voor  reeds  gezien  hebben.    In 
eene   nieuwe  Vergadering   der   Stenden    te  Chartres 
bood  men  aan   bernhard  het  opperbevel   tot  den 
togt    aan,    hetwelk   hij    echter,    geleerd   door    hec 
voorbeeki   van  pieïer   den  Kluizenaar,  verflandig 


weigerde. 


De« 


GESCHIEDENIS.  297 

Dezelfde  bernhard  ondernam  vervolgens  ook ,  den       V 

toenmaligen  Keizer  van  Duiischhnd  koe^raad  III,     ^5^^^ 

lot  eenen  kruistogt  te  bewegen.     Deze   Vorst ,   die  Uoofdd. 

tot  hier  toe  te  Rome  nog  niet  gekroond  was ,  werd  na  C.  G. 

ï;ir.rio73, 
door  de  Romeinen^  die  daar  toe  door  arnold   van  ^^^  ^^^^^ 

Brescia  aangemoedigd  waren,  genoodigd,  om  te  Ro- 

me  te  komen ,  en  in  die  aloude  hoofd  Had  des  Rijks 
zijn  verblijf  te  vestigen.  Reeds  was  de  Paus  ge- 
noodzaakt geweest,  van  R.ome  te  vlugten,  en  het 
was  dus  deszelfs  belang,  dezen  Keizer  naar  Pales- 
tina te  zenden.  Reeds  had  een  Monnik,  rudolf, 
in  den  omtrek  der  flieden  Keulen^  Mentz^  Worms ^ 
Spiers  en  Straatsburg  het  kruis  met  grooten  toeloop 
gepredikt,  doch  tevens  de  Kruisvaarders  opgewekt, 
om  de  Joden,  als  erfvijanden  van  christus,  om 
hals  te  brengen ,  hetwelk  vele  Joden  het  leven  kosttf. 
Daar  tegen  verklaarde  bernhard  zich,  leerende, 
dat  volgens  den  Bijbel,  de  Joden  niet  omgebragt 
maar  verllrooid  moesten  worden.  Hij  kwam  vervol- 
gens zelve  in  Duitschland ,  en  deed  den  Monnik 
naar  zijn  Klooster  keeren.  Vervolgens  predikte  hij 
het  kruis,  en  wist  zelfs  den  Keizer  koenraad  zoo 
te  treffen ,  dat  deze  te  Spiers  openlijk  het  kruis  aan- 
nam ,  als  ook  's  Keizers  broeders  zoon ,  Hertog  fre- 
DERiK  van  Zwaben^  zelfs  tegen  den  zin  van  zijnen 
Vader,  bernhard  had  te  meer  invloed  op  de  me- 
nigte, alzoo  hij,  volgens  getuigenis  van  gelijktijdige 
Schrijvers,  openlijk  en  in  het  verborgene  vele  won- 
derwerken verrigtte  (  ♦  ).    In  Beijeren ,  waar  Hertog 

WELF  , 
(*)   BERNHARD.  ^f/iA    CCCLXV.    T.    I.     Opp.    p.  331. 

T  5  Puii,, 


apS  K  E   R  K  E  L  IJ  K  E 

-V       WELF,  de  vijand  van  Keizer  koenraad,  nog  ge- 
BOER     f];adig  onrusten  verwekte,  predikte  bernhard  insge- 
Hoot'dfl.  lijl^s   het   kruis,   met  die  toejuiching,  dat  alle  zijne 
na  C.  G.  Toehoorders  zich  met  het  kruis  lieten  teckenen.  Wij 
tot'^K]'?*  kunnen  van  zijne  wijze  van  prediken  eenigzins  oor- 
p— —    deelen  uit  zi.inen  Brief  aan  de  Geestelijkheid  en  alle 
de    inwoners    van    Frankcnland   en    Beijeren     (*}. 
,,  Thans,"  zegt  hij  in  denzelven ,  „is  de  dag  des 
heils:  want  de   aarde  fiddert,  dewijl  de  God   des 
hemels  begonnen  heeft ,  zijn  land  te  verliezen ,  waar 
hij  voor  dezen   als   mensch   met  de   meiifchen   ver- 
keerd heeft.     Wat  doet  gij  ,  dappere  mannen  ?    Wat 
doet  gij,  knechten  van  het  kruis?    Wilt  gij  dus  het 
heilige   den   honden,   en  de  parelen  aan  de  zwijnen 
geven?    Hoe  vele  zondaren,  die  hunne  zonden  met 
tranen  beleden,   hebben   daar  niet  vergeving  verkre- 
gen ,  na   dat  het  fchuim   der  Heidenen ,   door    het 
zwaard  onzer  vaderen,   aldaar  uitgedelgd  is  gewor- 
den!     Gelooven   wij    misfchien,    dat  de  hand  des 
Heeren  verkort  is,  om  dat  hij  zulke  kleine  wormen 
tot  befcherming   van   zijn  erfdeel  oproept?     Neen: 
maar  de  Heer  uwe  God  verzoekt  u,  of  iemand  het 
verdaan  mogt.    Bedenkt,  welk  middel  hij  gebruikt, 
om  u  te  verlosfen,   en   verwondert  u!     Trouwens, 
is  het  niet  eene  geheel   bijzondere  gelegenheid  voor 
uwe   verlosfing,  welke  God    alleen   uitvinden   kon, 

dat 

PHIL.  DE  CLARA  vALLA  Miracc.  S.  Bemhat'di  in  Opp, 
Bsrnhardi  T.  VI.  p.  1292.  otto  Frifmg.  de  Geit.  Fred, 
I.  Imper.  C.  37—39 

(_*)  Epist.  CCCLXIII.  r.  I.  Opp.  p.  328-330. 


GESCHIEDENIS.  299 

dat  de  Almagtige   moordenaren,   roovers,  echtbre-      V 
kers ,  meiiieedigen  en   andere    overtreders    vervvaar-     ^'ï^ 
digt ,  niet  anders  dan  als  een  deugdzaam   volk ,   tot  Hoofdft. 
zijnen  dienst  te  vermanen?  Zoo  hij  u  wilde  üraffen :  °^  C*  G. 
dan  zou    hij   uwen   dienst  niet  alleen  niet  begeeren;  ^^^  151 7J 
maar  dien  niet  ééns  aanneemen,   wanneer  gij  hem  ■« 

dien  zouJt  aanbieden !  Beantwoordt  dus  den  rijk- 
dom der  goedheid  des  Allerhoogften.  Of  hij  maakt, 
dat  hij  eene  behoefte  heeft ;  of  hij  houdt  zich  zoo , 
als  of  hij  behoefte  had,  terwijl  hij  eene  behoefte 
zoekt  te  verhelpen.  Hij  wil  voor  uwen  fchuldenaar 
gehouden  worden ,  op  dat  hij  aan  zijne  foldaten  de 
foldij,  te  weten  vergeving  der  zonden  en  eeuwige 
heerlijkheid,  zou  kunnen  betalen."  Verders  roemt 
BERNHARD  de  menigte  dappere  mannen  onder  de 
Oostfranken  en  Beijeren,  en  vermaant  hen,  in  plaats 
der  vorige  inwendige  oorlogen ,  zich  in  veel  voor- 
.deeliger  gevechten  te  begeven.  ,,  Wanneer  gij  eeu 
verftandig  koopman  zijt,"  zegt  hij,  zoo  kondig  ik 
u  eene  groote  markt  aan;  wacht  u,  dat  die  niet 
nutteloos  voorbijga!  Neem  het  teeken  des  kruifes 
aan,  zoo  zult  gij  voor  alles,  wat  gij  met  berouw- 
volle harten  gebiecht  hebt,  vergeving  bekomen.  De 
zaak  zelve  kost  bij  inkoop  weinig;  maar  als  zij  met 
godvruchtigen  fchouder  opgenomen  wordt,  is  zij 
buiten  twijfel  het  rijk  van  God  waard."  Eindelijk 
.waarfchuwt  hij  voor  alle  geweld  tegen  de  Joden; 
deze  waren  levende  toonbeelden  van  Christus  lij- 
den ;  wegens  hetzelve  waren  zij  verflrooid ,  en  leden 
eene  harde  ballingfchap  onder  Christelijke  Vorsten; 
doch  zij  zullen  des  avonds  bekeerd  worden;   alleen 

mag 


30Ö  K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

V       mag  men  hun  geenen  woeker  tegen  de  Kruisvaarders 

ÊOEK     veroorloven;   hoewel  deze  ook  van  Christenen  gcoe- 

Hoofdft.  fend  wordt."    Hier  op  namen  de  Hertog  welp,  de 

na  C.  G.  Hertog  van  Bohemen ,  en   andere  Grooten  ,  ook   de 

Tssr  1 0*72 

tot  1517.'  l^isfchoppen  van  Regensburg  ^  Pasfau  en  Freyjingen^ 

— — —  de  laatstgemelde ,  de  berocmdegcfchicdfchrijver  otto, 
het  kruis  aan ,  en  voorts  eene  menigte  volks ,  bijzon» 
der  vrijbuiters  en  ftraatfchenders ,  zoodat ,  zegt  deze 
fchrijver,  elk  verftandig  mensch  erkennen  moest,  dat 
derzelver  fchielijke  verandering  van  God  was.  On- 
dertusfchen  is  het  gemakkelijk  te  begrijpen  ,  dat  zulk 
volkje  ligtelijk  beweegd  werd,  om  dat  hun  eene  lig* 
te  boete  en  eene  zekere  vergeving  van  hunne  euvel- 
daden werd  aangeboden,  ja  ook  wel,  omdat  zulke 
deugnieten  hier  gelegenheid  vonden,  om  flraffeloos 
te  rooven  en  te  plunderen.  Ojidertusfchen  was  het 
eene  goede  uitwerking  van  dezen  togt ,  dat  alle  vijan- 
delijkheden in  het  Westen  geflaakt  en  het  zelfs  ver- 
boden werd,  om  in  het  openbaar  gewapend  te  ver* 
fchijnen. 

De  Keizer  en  de  Koning  van  Frankryk  trokken 
ehidelijk  op  elk  met  70,000  geharnaste  Ruiters  en 
eene  verbazende  menigte  voetvolk,  ook  wijven  en 
kinderen.  Deze  legers  begaven  zich  over  Konflanti' 
ijopolen  naar  Azië  ^  terwijl  men  zich  van  den  Griek' 
fchen  Keizer  manuel  comnenus  ,  die  eene  Zuster 
van  KOENRAADS  Gemalin  ten  huwelijk  had ,  alle  hulp 
beloofde.  Maar  deze  en  zijne  onderdanen  ,  han- 
delden, deels  uit  wantrouwen  en  vrees  voor  zoo  ge- 
duchte kri.)gsraagt,  misfchien  ook  door  eenen  inge- 
wortdden  afkeer  van  de  Latijnen,  zoo  trouweloos, 

dat 


GESCHIEDENIS.  301 

dat  zij  door  verftandhouding  met  de   Turken.,   door        v 
het  aanwijzen  van  verkeerde  wegen,  door  bedorvene     ^^oek 
levensmiddelen  ,  en  op  andere  wijze ,  den  ondergang  Hoofdft. 
van  het  grootfte  deel  van  des   Keizers   leger  veroor-  na  C.  G. 
zaakten.     Waar  bij   nog  misnageii   van   den   Keizer  [oj'^J°f|^' 
zelven,  en  de  verdeeldheden  der  Oosterfche  Christe-  ,«_« 
nen  onder  malkanderen  meer  nadeelen  veroorzaakten. 
LODEWYK  Vil  was   niet   veel   gelukkiger.     De   beide 
Vorsten   verrigtten    hunnen   Godsdienst  te    Jeruza- 
lem ;   en  keerden ,   na   Damaskus   vergeefs    belegerd 
te    hebben  ,   in    het    jaar   1149  ,   met    het    geringe 
overfchot   van    hunne    krijgsmagt ,    naar    hun  Rijk 
terug. 

Algemeen  was  het  misnoegen  over  dezen  on- 
gelukkigen  uitflag  tegen  den  Abt  bernhard  ,  die 
in  den  naam  van  God  een  gewenscht  gevolg  be- 
loofd had.  Hij  wist  zich  echter  met  den  last 
van  den  Paus  en  allerhandp  laffe  uitvlugten  te  ont- 
fchuldigen  ,  zelfs  niet  duifter  zich  op  zijne  wonder- 
werken beroepende ,  zoodat  men  reeds  weder  in  het 
jaar  11 50  van  eenen  nieuwen  kruistogt  fprak,  wel- 
ke echter  door  de  Cistercienfer  Monniken  verijdeld 
werd. 

Na  dezen  mislukten  togt  geraakten    de  zaken   der  amal- 
Christenen   in    Palestina    meer    en   meer  in   verval,  ^'cnof 
De   Sultan   nureddin    bemagtigde   het  gebied  van  Konino- 
Edesfa    geheel,    en   verwoestte   dat   van   Antiochi'è.  van  Jeru- 
BALDuiN  III  veroverde  wel  in   het  jaar   1154  Aika  ^"  ^°^' 
^n^  maar  werd  kort  daar  na   door  gemelden  Vorst 
met  groot  verlies   gedagen.      balduin  IlI  flierf  in 
het  jaar  1162,  zijnde  door  zijnen  Geneesheer  ver- 
ge- 


/ 


302  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       geven.    Nu  droeg  men  de  regering  op  aan  zijnen 

BOEK     Broeder    amalrich    of  amauri,    een'  dapper   en 
III 
Hoofdft.   ondernemend  Vorst,  die  van  de  Staatsveraïideringen, 

na  C.  G,  ten  dien  tijde  onder  de  Mtihammedaanfche  Vorsten 
jaario73.  voorgevallen ,  goed  gebruik  wisc  te  maken.  Bij  zoo- 
,  ■  -..  danige  gelegenheid  ,  deed  hij,  op  uitnodiging  van 
scHAUR,  Groot wazir  van  den  Egyptifchen  Chalif^ 
eenen  inval  in  Egypte^  maar  ondertusfchen  bragt 
NUREDDiN  den  Christenen  in  Syri'è  eene  groote  ne- 
derlaag toe,  en  bemagtigde  Paneas  in  het  jaar  1164. 
Drie  jaren  daar  na  trok  de  Koning  van  Jeruzalem 
andermaal  in  Egypte ,  en  nam  zelfs  Kairo  weg , 
maar  floot  toen  een  verdrag  met  den  Wazir,  inge- 
volge van  hetwelk  hij  dit  land  weder  verliet.  Doch^ 
door  zijne  Bevelhebbers  en  den  Grootmeester  der 
Hospitaalbroeders  overgehaald,  overviel  hij  hetzelve 
op  nieuw,  in  het  jaar  1168,  maar  liet  zich,  niet- 
tegenftaande  zijnen  voortgang,  voor  eene  fomme  gelds 
weder  tot  den  aftogt  bewegen.  Doch ,  terwijl  amal- 
rich dus  meester  van  Egypte  poogde  te  worden, 
behaalde  niet  alleen  nureddin  in  Syrië  vele  voor- 
deden op  de  Christenen,  maar  deszelfs  Bevelhebber 
in  Egypte  ,  salaheddin  ,  of  salahaddin,  ge- 
meenelijk  saladin  genoemd  ,  die  na  des  Sultans 
dood  in  het  jaar  11 74  Opperheer  van  Egypte,  Syrië 
en  andere  /Iziatifche  Landen  was  geworden,  ver- 
hief zich  tot  die  hoogte  van  magt,  dat  de  Chris- 
tenen in  het  Oosten  geen  geduchter  vijand  hadden. 
amalrich  fiierf  in  het  jaar  1173,  nadat  hij  eenige^ 
Jaren  vergeefs  Gezanten  naar  Europa  gezonden  had, 
om  onderrtand  te  bekomen. 

BAL- 


GESCHIEDENIS.  303 

BALDUIN    IV,   die    zijnen   Vader  amalrich    in       v 

den  ouderdom  van    13    jaren   opvolgde,    was   door     "^^ek 

WILLEM  van    Tyrtis ,   toen  Aartsdiai^en  te  Jeruza-  Hoofdft." 

levi ,  onderwezen ;    in   zijne   rijper   jaren   werd   deze  na  C.  G, 

Vorst    door  eene   foort   van    melaatsheid,    (^''"orbtis  \^J\^J'^'' 

1517. 

eUphantiofus , )  zoo  mismaala ,   dat  men   hem  zon-  

der  medelijden  niet  kon  befchouwen.  Zijn  Neef  ^'^^i^lun 
RAYMUND  ,  Graaf  van  Tripoli ,  nam  ,  gedurende  zij- 
ne minderjarigheid ,  het  Staatsbewind  op  zich ;  maar 
in  plaats  van  zich  tegen  de  aanvvasfende  magt  van 
SALADiN  te  verzetten,  floot  hij,  tegen  eenige  ge- 
ringe voordeelen,  een  verdrag,  hetwelk  hoogst  fcha- 
delijk  voor  de  Christenen  werd.  Eindelijk  was  de 
Koning  van  'Jeruzalem^  door  zijne  ligchaamskwaal , 
genoodzaakt,  de  regering  van  zijn  Rijk  aan  den 
Gemaal  zijner  Zuster,  guido  van  Luftgnan ,  Graaf 
van  yoppe^  over  te  laten.  Doch,  alzoo  het  dezen 
aan  fchranderheid  en  bekwaamheid  haperde,  om  het 
Rijfe  te  verdedigen,  werd  in  het  jaar  1183  zijn  Stief- 
zoon, ook  BALDL'iN  gcnoemd ,  die  eerst  vijf  jaren 
oud  was ,  tot  Koning  gekroond.  Kort  daar  na 
ftiefven  de  beide  Koningen,  en  lusignans  Gemalin 
wist  het  in  het  jaar  11 86,  door  den  Patriarch  van 
Jeruzalem^  en  de  Grootmeesters  der  Hospitaliers 
en  Tempeliers,  maar  tegen  den  zin  der  eigenlijke 
Grooten  des  Rijks,  daar  toe  te  brengen,  dat  hem 
de  kroon  werd  opgezet. 

Van  nu  af  aan    nam  de  oneenigheid   en   verwar-  Gumovan 
ring  in  het  Rijk  meer  en  meer   toe.    rayjmund,  die  LuHgnan 
naar  de  kroon   (lond ,    en  dezelve  meest  van  allen  yeruza-' 
waardig  fcheen ,  verbrak  alle  verbindtenis  met  den  leia  door 

Ko- 


304  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       Koning,  en  floot  eencn  llilftand  met  saladin.    Ein- 

BOEic      delijk ,  toen  deze  Vorst   in   Palestina  inbrak,   waar 

Hoofdll.   liy  Tiberias  veroverde ,  vereenigde   raymund  ,   dien 

na  C  G.  men  overluid  een'   verrader   noemde ,  zich   met  het 

tot  1517!  Christen  leger ,  waar  op  het  in  het  jaar  1187  digt  bij 

■  de  gemelde  flad  tot  eenen  beflisfenden  veldflag  kwam; 

sALAojN    jj^  vvelken  de  Christenen,  met  een  verliesvan  2i,cco 
veroverd.  ,     ,        r.  ,  . 

man,  geheel  verflagen  werden;   hun   Konmg  zelve, 

raynauld  van  Chatillon^  één  der  voornaamde  Hel- 
den der  Christenen ,  de  Grootmeester  der  Tempel- 
heeren,  en  andere  Grooten,  waren  onder  de  gevan- 
genen. SALADiN  liet  meer  dan  200  Hospitaalbroe- 
ders en  Tempelheeren ,  die  hij  moordenaren  noem- 
de, gelijk  zij  ten  minden  niet  ligt  aan  eenen  iI/«- 
hammedaan  het  leven  Cchonken,  voor  zijne  tent  ne- 
derfabelen.  Den  Koning  echter  bood  hij  eenen  drank 
aan  ter  verkwikking;  maar  als  deze  denzelven  ook 
aan  raynauld  wilde  overgeven,  belette  de  Sultan 
dit,  dewijl  hij  hem  anders  door  dit  gemeenfchappe- 
lyk  drinken  het  leven  verzekerd  zou  hebben.  Vee[ 
meer  deed  de  Sultan  aan  hem  de  heviglte  vervvij- 
tingen,  dat  hij  de  bedevaardgangers  naar  Mekka 
tegen  zijn  gegeven  woord  omgebragt,  een'  krijgs- 
togt  tegen  deze  heilige  plaats  ondernomen,  en  mu- 
iiAMMED  gelasterd  had ;  evenwel  bood  hij  hem  het 
leven  aan,  indien  hij  zijn  geloof  wilde  aannemen; 
en  toen  raymund  zulks  weigerde ,  gaf  hij  hem 
zelve  den  doodelijken  flag.  Jaff^a  of  Joppe  ^  Akko 
of  Ptolemais,  Nazareth^  defarea  ^  Berytus  ^  Asi 
halon ,  en  andere  fteden ,  vielen  kort  daar  na  in 
SALADtNS  geweld,    die   daartegen  aan  den   Koning 

zij- 


G  E  S  C  ti  ï  E  D  E  N  I  S*  s^g 

iljne  vrijheid  fchonk.    Eindelijk  moest  ook   jferuta-       V 
lem  zich  nan   hem   overgeven.    Men   befchuKligt   de     ^^^^ 
Me/chiten ,    of    Grtekfche  Christenen,   in   de  ftad,  [joofdfl. 
dat  zij  in  getal   flerker  dan   de  Franken^  (zoo  als  "^  C  G. 
men  federt  de  kriiistogten  de  Westerfche  Christenen  ^^j  ^  '^ 

in  het  Oosten   noemt,   omdat  de  eerfte  kruistogten • 

docr  de  Fianfchen  ondernomen  waren,)  dezelven 
aan  saladin  verraden  zouden  hebben ,  maar  abul- 
FEDA  verzekert,  dat  de  guuftige  voorwaarden,  wel- 
ke SALADIN  aanbood,  veel  hebben  toegebragt,  om 
de  overgave  te  verbaasten.  Hij  vergunde  alle  de 
Franken  weg  te  trekken,  mids  dat  elk  man  voor- 
zijn  losgeld  tien,  elke  vrouw  vijf,  en  elk  kind  t'.vee 
goudfliukken,  betaalde,  wie  daar  niet  in  flaat  toe 
was  ,  zou  gevangen  achterblijven.  Dezen  bedroe- 
gen een  getal  van  14,000.  Evenwel  verhalen  Chris- 
ten Schrijvers  zelve,  dat  hij  eenige  duizenden  zon- 
der losgeld  ontllagen  hebbe.  Den  Patriarch  vergun- 
de hij,  de  kostbare  gereedfchappen  der  Kerk  van 
het  heilige  graf  mede  te  nemen.  Ook  vergunde  hij 
den  Christenen ,  otn  voor  eenig  geld  dit  graf  ook 
in  het  vervolg  te  bezoeken,  maar  voor  het  overige 
herftelde  hij  den  Muhammedaanfchen  Godsdienst  in 
de  voormalige  Moskeeën.  Het  gewaande  kruishout 
van  CHRISTUS  was  met  het  vaandel ,  in  hetwelk 
een  Bisfchop  het  bij  het  leger  droeg,  insgeliiks  sa- 
ladin in  handen  gevallen.  Sedert  dit  gewigtig  ver- 
lies, zegt  een  anders  verftandig  Schrijver  dezer,  tij- 
den, kregen  alle  kinderen  niet  meer  dan  20  of  22 
tanden,  in  plaats  dat  zij  'er  anders  gewoncUjk  30 
of  3a  hadden. 
XV.  Deel.  V  Thans 


3o(S  KERKELIJKE 

V  Thans  was  5  behalve  Antiochi'è^   Tyrus^  Tripoli^ 

BOEK     en  eenige  vaste  floten  ,  de   geheele    vrucht  der    zoo 

Hoofdft.   l^ostbaie   en  bloedige   kruistogten  volftrekt  verloren. 

na  C.  G.  Doch  des  te   ijveriger  arbeidde  men  in  het    Westen 

torj^iv   ^"^    fpoedige    en    magtige    hulp   naar   Palestina    te 

i 1    zenden,  ten  welken  einde  willem  van  Tyrus  zelve 

Toerus-  j^  perfoon  naar  Europa  overgekomen  was  ;  ook 
eeifen  °  2*^"^  ^^"-^^  gregorius  VIII  in  het  jaar  1187  her- 
nieuwen haalde  rondgaande  Brieven  aan  alle  Christenen  van 
kruistogt.  ^.jj^g  Kerk.  Ook  deed  hij  zelfs  eene  reize  naar  P/- 
fa^  om  de  Pifanen  en  Genuezen  zamen  te  bevre» 
digen,  opdat  deze  beide  toenmalige  zeemogendhe- 
den eenen  gemeenfchappelijken  bijftand  bewijzen 
zouden.  Heel  onverwacht  fielden  de  beide  Konin- 
gen van  Frankryk  en  Engeland,^ _  in  het  jaar  118S 
hunne  verfchillen  ter  zijde ,  en  lieten  zich  door  de 
Bi&fchoppen  het  kruis  geven  ;  ook  werd,  om  de 
volkeren  te  onderfcheiden ,  bepaald,  dat  de  Fran- 
fchen  een  ropd,  de  Engelfchen  een  wit,  en  de 
yiamingen  ^en  gcoen  kruis  dragen  zouden.  Men 
hield  vergaderingen ,  en  ftelde  vast ,  dat  elk  het 
tiende  deel  van  zijne  bezittingen  en  inkomften  tot , 
den  togt  zou  opbrengen ,  welke  men  de  tienden  van 
SALADiN  ,  noemde  ,  omdat  men  voornamelijk  tegen, 
dezen  Vorst  de  wapens  opvatte.  De  Geesteliikheid 
in  Frankryk  wilde  van  deze  tienden  bevrijd  blijven  , 
maar  werd  fpoedig  door  den  Koning  tot  het  op- 
brengen derzelven  genoodzaakt.  Ook  liet  Paus  kle- 
MENS  III  in  Polen  de  tienden  ten  dezen  einde  in- 
vorderen; maar  zijne  Legaten  in  Frankryk  konden 
niet  beletten ,  dat  de  twisten  tusfchen  de  beide  Rij- 
ken 


GESCHIEDENIS.  307 

ken  weder  uitborflon,  zoodat,  zoo  lang  henduik.       v 
leefde  ,    deze    ontworpene    kruisiogt   niet  tot   ftaod     ^^^^ 

kwam.  Hoofdff. 

Spoediger  werd  in  Duitschland  een  kruistogt  da-  na  C.  G. 
delijk  ondernomen,  door  den  Keizer  frederik  Ij^f^t"?^?* 

die  reeds  omtrent  70  jaren  oud   was ,  en  die   zoo-  

danigen  rampvollen  kruistogt  met  zijnen  Oom  koen-  Kruistogt 
RAAD  III  had  ondervonden.  Op  eenen  Rijksdag  te  ^^^  fre- 
Meniz,  in  het  jaar  1188,  waar  de  Pausfeiijke  Le- deruc  I. 
gaten  het  kruis  predikten  ,  nam  hij  hetzelve  aan  met 
zijnen  Zoon,  den  Hertog  frederik  van  Zwahen, 
In  het  jaar  1189  trok  de  krijgshaftige  Keizer  met 
een  weltoegerust  leger  van  160,000  man  over  Kon- 
fiantimpolen  naar  y^zië;  doch  moest  in  het  gebied 
van  den  Griekfchen  Keizer  nog  een  gedeelte  van  het 
volgende  jaar  vertoeven ,  eer  hij  de  hinderpalen  kon 
te  boven  komen ,  welke  deze  hem  in  den  weg  lei- 
de;  fchoon  de  Turkfche  Sultan  van  Cogni  of  Ico- 
nium ,  hem  een  verbond  voorfloeg ,  moest  hij  zich 
echter  door  Klein -Azië  den  weg  met  het  zwaar4 
banen.  Maar  naauwelijks  was  hij  daar  in  gelukkig 
gedaagd,  toen  hij  op  zijnen  verderen  togt  door  Ar- 
menie  in  het  jaar  1191  het  leven  verloor.  Zijn 
Zoon  volgde  den  Vader  fpoedig,  en  eene  befmet- 
lelijke  ziekte  rukte  de  helft  van  zijn  leger  weg. 

Ondertusfchen  waren  richard.  Koning  van  En-  Kruistogt 
geland,  en  filips  augustus,  Koning  van  Frank-  van  Ri- 
ryk ,  overeengekomen ,  om  gezamenlijk  eenen  kruis-  Koain'^* 
togt  te  ondernemen.    In  het  jaar  1190  gingen  zij,  van  Enge» 
met  hunne  krijgsvolken  te  Blarfeille  en  Genua  onder  '^"^ '  ^" 

^  FILIPS  rtt/» 

zeil;  maar  kregen  reeds  m  Sicilië  verfchil  met  mal-  gustus, 
V  a  kan- 


3oS  KERKELIJKE 

V  kanderen;  maar  verfchenen  weder  als  vrienden  voor 
*°^i*  Akko  of  Ptokmais ,  eene  gewigtige  zeellad ,  welke 
Hoofdft.  reeds  federt  twee  jaren  door  guido  van  Lufignan , 
na  C.  G,  (Jen  verdrevenen  Koning  van  'Jeruzalem^  belegerd 
toi  15(7.  '^^^'  ö^i'^^i'  weg  had  richard  het  eiland  Cyprm 
aan    eenen    Prins  uit  het  Grieksch  -  Keizerlijk   Huis 

Koning     ^jg,.  Comnenen  ontnomen ,   omdat  deze  zijne  foldaten 

van 

Frankryk.  en  matroozen  mishandeld   had.    Eindelijk  werd  ook 

Piokmais  in  het  jaar  1191  veroverd,  maar  saladin 
weigerde  de  voorwaarde  der  overgave  te  bekrachti- 
gen, bijzonder  het  teruggeven  van  het  heilige  kruis, 
en  het  ontfiaan  van  alle  gevangene  Christet)en,  en 
het  betalen  van  eene  groote  geldfomme,  waar  door 
hij  oorzaak  was ,  dat  richard  5  of  6,000  gevan- 
genen liet  nederfabelen.  Inmiddels  had  het  misnoegen 
der  beide  Koningen ,  die  even  trotsch  en  fier  waren , 
den  hoogden  trap  bereikt,  zoodat  de  Koning  van 
Frankryk  naar  huis  keerde,  na  plegtig  gezworen  te 
hebben,  dat  hij  richards  gebied,  gedurende  des- 
zelfs  afwezenheid ,  niet  zou  ontrusten,  richard, 
nu  van  de  meeste  vreemde  foldaten  verlaten ,  floot 
met  SALADiN  een'  wapen Ililftand  voor  drie  jaren. 
Het  Koningrijk  Cyprus^  hetwelk  hij  aan  de  Tempel- 
hoeren  verkocht  had,  maar  die  hetzelve  niet  hadden 
kunnen  behouden ,  verkocht  hij  nu  andermaal  aan 
GUïDO  van  Ijipg'wn ,  die  daar  voor  zijn  regt  op 
het  Koningrijk  Jeruzalem  moest  afftaan  aan  Hen- 
drik., Graaf  van  Champagne^  die  de  Zuster  van 
BALi:>uiN  V  in  huwelijk  had.  richard  zelve  keer- 
de in  het  jaaV  119?  naar  Engeland  terug,  maar 
werd  onder  weg  gevangen  gehouden  duor  den  Her- 
tos 


GESCHIEDENIS. 


509 


tog  van  Oostenryk,  die   hem   aan   den    Keizer  hen-       V 

DRiK  VI  verkocht,  welke  laatfte  hem   eerst  twee  ia-     ^^^^ 

•  .         j  ..  lil 

ren    daar    na  met  zonder  een   groot  rantzoen   zyne  H..ofdft. 

vrijheid  weder  gaf.     Gedurende  zijne  gevan penis  had  na  C,  G. 

FiLiPS  AUGUSTUS  hcm  den   oorlog  verklaard.     Dus  P^'''°73. 

"  tot  15 17. 

eindigde   deze    kruistogt  met  hoon   en  onheil   voor      , 

deszelfs  aanleggers;  maar  saladin  ftierf  in   het  Jaar 

1193  ,   in    het    gerust   bezit   van    het  grootfte  deel 

van  P^ïesüna, 

Deze  kruistogt  bragt  ondertusfchen  eene  derde  Orde  der 
Ridderorde  voort  ,  de  Duitfche  Ridderorde  ge-  Duitfche 
noemd ,  van  welke  de  eerlle  grond  reeds   in  het  jaar 

1130  te  Jeruzalem  gelogd  werd.  Een  Godvruchtig 
Duitfcher,  die  met  zijne  vrouw  te  Jeruzalem  woon- 
de ,  leide  daar  een  Gasthuis  ,  (  Xenodocbium , )  aan  , 
voor  arme  en  zieke  Pelgrims  van  zijne  natie.  Toen 
dit  getal  vermeerderde,  voegde  hij  'er  nog  een  Be- 
dehuis bij ,  en  onderhield  de  vreemdelingen ,  door 
nalmoezen,  die  hij  verzamelde.  Vervolgens  verec- 
nigden  zich  andere  Duiifchers,  onder  welken  ook 
Edellieden  waren,  met  hem,  die  weldra  befloten  , 
om  ter  verdediging  van  bet  Heilige  Land  de  wapens 
aan  te  nemen,  gelijk  de  Tempelhoeren ,  terwijl  zij, 
ter  onderlcheiding  van  dezen^  zwarte  kruifen  op 
hunne  witte  mantels  droegen.  Bij  de  belegering  vaa 
jdkko  of  Ptolemais^  zoo  verhaalt  een-  ander  Schrij- 
ver den  oorfprong  dezer  Orde,  in  het  jaar  1190 
rigtten  eenig-e  godvruchtige  mannen  uit  Bremen  en 
Ltibek ,  voor  de  zieken  in  het  leger,  een  hospitaal 
op  in  hunne  tent;  hetwelk  op  verzoek  der  Chris- 
ten Grooten  door  Paus  celestinus  IM  bevestigd 
V  3  werd. 


3IO  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       werd.    Naar  het  kruis,  hetwelk  zij  op  hunne  man- 

BOEK     teis  droegen ,  werden  zij  Kruhheeren ,  en  naar  hun- 

Hoofdft.  "^"  oorfprong  Duitfche  Heeren  genoemd,    hendrik 

na  C.  G.  VAN  walpot  was  hun  eerfle   Grootmeester,  echter 

10^107  ^^^^^  ^^  ^^^^  langen  tijd  zeer  klein  in  getal;  zoodat 

m -  '  de  vierde  Grootmeester ,  herman  van  Salza ,  federt 

het  jaar  1210  wenschte,  al  zou  hij  'er  ook  een  oog 
om  verliezen,  dezelve  tot  tien  ten  oorlog  toegeruste 
broeders  te  zien  aanwasfen.  Maar  kort  na  zijn  dood 
waren  'er  reeds  2,000  Edellieden  in;  ook  ontving 
de  Orde  groote  gefchenken  en  gunstbewijzen  van 
de  Keizers,  Pausfen  en  andere  Grooten.  De  werk- 
zaamheid en  fchranderheid  van  den  Grootmeester 
HERMAN  bragt  niet  weinig  tot  het  aanzien  dezer 
Orde  toe,  inzonderheid  hielp  de  dapperheid  dezer 
Ridderen  in  het  jaar  12 19  de  flad  Damiate ,  den 
Sleutel  van  Egypte,  veroveren.  Ook  flonden  zij 
Keizer  frederik  II  op  zijnen  kruistogt  in  Palestina 
getrouw  bij,  en  herman  bemiddelde  meer  dan  eens 
den    vrede    tusfchen    dezen    Keizer  en   den    Paus. 

Doch ,    bovenal    maakten     deze    Ridders    federt     het 

jaar   1226    gebruik  van  eene   gelegenheid,   die  hun 
werd  aangeboden ,  waar  door  zij  op  het  einde  dier 
eeuw  meesters  werden  van  eenen  grooten  en  bloeijen- 
den  Staat  aan  de  Kusten  der  Oostzee;  waar  van  wij 
de  omftandigheden  in  het  vervolg  zullen  moeten  ver- 
halen. 
Vervolg        Na  het   vertrek  van  richard  uit  Palestina,    'm 
der  kruis- het  jaar  1192,  duurde  de  wapenftildand  tusfchen  de 
logten.      Christenen  en  Muhammedanen  aldaar  voort ,   terwijl 
de  eerften  nog  eenige  gewigtige  zeefteden  bezaten. 

Maar 


GESCHIEDENIS.  311 

Maar  Paus  celestinus  III  vermaande  de  Christen       V 
Vorsten   in  Europa  tot  cenen   nieuwen   krijgstogt  ,     ^^^J- 
waar  toe  hij  in  het  Jaar   1195   ^(^n  Keizer  hendPvIk  HoofdR. 
VI  overhaalde;  welke  Vorst  echter,  door  zijne  oor-  "^  C.  G. 
logen  in    Sicilië  verhinderd,   den  togt  niet   dadelijk  ^^^  ,-j^* 

ondernam ;  en   zelfs  verdacht  werd  gehouden ,   den • 

kruistogt  tot  een  voorvvendfel  gebruikt  te  hebben, 
om  zijne  krijgstoerustingen  tegen  Sicilië  te  kunnen 
verbergen.  Ondertusfchen  zeilde  in  het  jaar  1196 
eene  fterke  krijgsmagt  naar  Palestina ,  nadat  velen 
in  Beneden  -  Zf^//ë  deze  kruisfoldaten  in  het  aange- 
zigt  gezegd  hadden :  dat  zij  eenen  bijgeloovigen  en 
bij  God  gehaaten  weg  gingen,  in  den  fchijn  als 
Godvruchtige  Bedevaartgangers,  maar  inwendig  als 
verfcheurende  wolven,  die  Apulië  en  Sicilië  plunde- 
ren en  verwoesten  wilden.  Dus  werd  de  Itilfland 
verbroken,  en  Berytus  veroverd,  maar  daartegen 
verwoestten  de  Turken  Joppe ;  en  de  voortgang  van 
het  Christen  leger  werd  door  onftnimigheid  zonder 
beleid  en  door  tweedragt  gefluit, en  toen  men  in  het 
Jaar  1198  den  dood  des  Keizers  vernam,  keerde  het 
grootfte  deel  der  Vorsten  naar  Europa  terug. 

Een  andere  kruistogt,  die  kort  daar  na  miFrafik-  Nieuwe 

ryk    ondernomen   werd ,    had    gewigtiger    gevolgen,  kruistogt 

*"  der  FrnO" 

FULCO  of  FOULQUES,  prediker  te  Neuillyy  beroemd  fchenea 

door  zijne  welfprekendheid ,  en  zelfs  geacht  als  won-  Venetia- 

derdoener ,  predikte ,   onderfteund   door  eenen   Kar-  "'^°* 

dinaa!,  en  het  gezag  van  Paus  innocentius  III,  het 

kruis, en  ia  het  jaar  1199  lieten  zich  in  groote  menigte 

voorname  Heeren,  Edellieden  en  anderen,   met  het 

kruis  teekenen.    Men  floot  een  verdrag  met  de  Fe-^ 

V  4  ;,v. 


312  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  netianen^  dat  zij  fchepen  zouden  leveren  tot  het 
BOEK  overvoeren  van  meer  dan  30,000  man,  en  de  vloot, 
Koofdft,  vereenigd  met  eene  eigene  Venetiaanfche  magt  onder 
na  C.  G.  hunnen  Doge  dandulo  liep  in  het  jaar  1202  in  zee: 
tol  iJii  ^^''^^  "^txè.  Zara  door  de  Fenet tanen  veroverd,  alhoe- 
■■  weleen  Kapucijner  abt,  in  naam  van  den  Paus,  ver- 

bood eene  ftad ,  die  door  Christenen  bezet  was ,  aan 
te  tasten.  Maar  het  geheele  doel  dezer  kruisvaarders 
was  veranderd.  De  Griekfche  Keizer  isaaciüs  an- 
gelus was  afgezet  en  van  zijn  gezigt  beroofd  door 
zijnen  Broeder  alexfus  angelus;  zijn  Zoon'ALExi- 
us  vervoegde  zich  bij  de  kruisvaarders,  om  zijnen 
Vader  te  herftellen ,  met  belofte  ,  dat  hij  zijn  rijk 
tot  de  gehoorzaamheid  der  Roomfche  Kerk  terug- 
brengen,  en  vervolgens  eene  aanzienelijke  hulp  tot 
verovering  van  het  Heilige  Land  leveren  zou.  Ter- 
wijl eenige  krijgshoopen  regelregt  naar  Aü'é  voort- 
trokken ,  namen  de  Venetianen  de  voorftellingen  van 
ALExius  aan,  en  het  hoofdleger  kwam  in  het  jaar 
1203  te  Konftantinopolen  aan,  en  zonder  zich  aan 
den  Paus  te  kreunen,  die  deze  onderneming  afkeur» 
de,  werd  Konftant'mopohn ^  ftormenderhand ,  vero- 
verd, en  LSAACius  angelus  met  zijnen  Zoon  op  den 
troon  herfteld.  i 

Lntijnsch  K^t'f  daarna  ftierven  deze  beide  Keizers ;  de  jonge 
Keizer-  alexius  werd  door  murzuflus  vermoord,  die  zel- 
Konlbn-  ^^  ^^  Keizerlijke  waardigheid  aannam.  Hierop  over- 
linopo-  vielen  de  kruisvaarders  den  12  April  1204  Konflan- 
^^°*  tinopokn  i  maakten  zich  ftorraenderhand  van  de  ftad 

me 'Ster,  plunderden  die,  en  volvoerden  alle  de  bui- 
tenfporigheden   van  euvelmoed,    hebzucht,    wellust 

en 


GESCHIEDENIS.  313 

en  wreedheid.     In   de  volgende  maand  verkoren   zij       V 

uit  hun  midden   By\LDuiN,    Graaf  van  Vlaanderen^     ^^^-^ 

tot  Keizer   van  Konflantinnpolen  ,   die   terltond   aan  Hoofdft 

den  Paus  fchreef,  en  deszelfs  goedkeuring  en  beves-  na  C.  G. 

1         ,     T>  ,  "  •  .  j  [aan 073. 

tiging  verzocht;    de  Paus,   hoezeer  zich  ongenoegd  [^^  ^^^^^ 

toonende  op  de  kruisvaarders ,  erkende  echter  den  — — 
nieuwen  Keizer,  maar  deed  hem  tevens  zijne  hoog- 
heid gevoelen.  De  Franfchen  en  Venetianen  waren 
overeengekomen,  dat  thomas  morosini,  een  Fe- 
netiaan ,  fubdiaken  der  Koomfche  Kerk ,  Patriarch 
van  Konflantinopolen  zou  zijn,  en  de  Paus  weiger- 
.  de  de  aanrtelling  van  denzelven  te  bevestigen ,  om* 
dat  een  wereldsch  Vorst  die  gedaan  had ,  hoewel 
hij  vervolgens,  uit  eigene  magt ,  deze  waardi2:heid 
aan  denzelven  morosini  fchonk.  Ondertusfchen  le- 
den de  belangen  der  Christenen  in  Pakflina  door 
deze  overwinning,  deels,  omdat  eene  verbazende 
menigte  menfchen  zich  thans  uit  dit  land  naar  KoU' 
ftantinopolen  begaf;  vooral,  dewijl  de  zoogenoemde 
Koning  van  yeruzalem ,  emery  of  amalrich  van 
Lufignan^  in  het  jaar  1206  overleden  was,  en  de 
Koning  van  Armenië  met  den  Graaf  van  Tripoli 
over  het  Vorftendom  van  Antiochi'è  \\\  hevigen  twist 
raakten.  Daarenboven  kon  het  nieuwe  Keizerrijk 
zich  niet  handhaven;  geheele  gewesten  en  eilanden 
werden  van  hetzelve  afgefcheurd ,  en  onder  de  me- 
dehclpers  der  overwinning  verdeeld;  in  Azië  bezat 
het  volftrekt  niets;  de  ingeborene  onderdanen  van 
hetzelve,  de  Grieken,  werden,  wegens  de  mishan- 
delingen, welke  zij  dulden  moesten,  deszelfs  gevaar- 
lijkfte  vijanden;   anderen,   de   Griekfche  Keizers  in 

V  5  Kleine 


314  KERKELIJKE 

V       Klein  -  ^zië  en    de  Bulgaren  ,  benaauwden  het  van 
BOEK     buiten;   balduin  werd  reeds  in  het  jaar  1205  door 
Hoofdfl.   ^^  laatstgemclden   gevangen   genomen;  zijne  opvol- 
na  C.  G.  gers   voelden   meer  en  meer  hunne  zwakheden ;  en 

Jaario73.  ^jf^^jgiyi^   verdelgde  de  Keizer  michacl  paleologus 

tot  151 7.  -'  ^ 

.  in  het  jaar  1261 ,   door  het  innemen  van  Konftanti* 

jiopolen  y  dit  fchaduwkeizerrijk  tot  den  naam  toe. 
Ongeloo-      Hoe  gering  en  onbeftendig  ook  de  voordeelen  wa- 
felijke      j-gn ,  welke  de  Kruistogten  tot  hier  toe  hadden  aan- 
den  gebragt,  evenwel  bleef  de  dorst,  om  het  kruis  aan- 

Kruis-      tenemen ,  geftadig  levendig  onder  alle  (tanden  en  raij- 
^^^'        gen  van   menfchen ,   waartoe    de  geestelijkheid  niet 
weinig  het  hare  deed.     Zelfs  verhaalt  een  gefchied- 
fchrijver  van  dezen  tijd  (*),  dat  in  het  jaar  121a 
vele  jongens,   zonder  leidsman,   uit   alle  fi:eden  en 
dorpen  in  alle  Eiiropifche  landen  wegliepen ,  en  als  men 
hen  vraagde :  waarheen  ?  ten  antwoord  gaven :    naar 
Jeruzalem',   dat  zy  het  Heilige  Land  zochten.  Ver- 
geefs werden  zij  door  hunne  ouders  opgefloten ,    zij 
braken  overal  uit.     Van  velen  heeft  men  nooit  ver- 
nomen,  waar    zij  beland  waren,  velen,   die  weder 
thuis  kwamen,  wisten  van  hun  wegloopen  geene  re- 
den te  geven. 
Kruisto'^t      Paus  iNNOCENTius  lU.   het  geval  dezer  kinderen 
van  AW     hoorende,  zuchtte,  dat  deze  jongens  hem  voor  uit- 
Kmitng     geloopen  waren,    terwijl    de  menfchen  (liepen,    en 
van  Hou-  zond   reeds  in  het  volgende  jaar   121 3   rondgaande 
garijen.     Ytütstn  aan  de  Christen  volken,  om  eenen  nieuwen 
kruistogt  te  ondernemen,  welke  ook  in  de  kerkver- 

ga- 
(*)  ALBERT  Stad,  Chron.  ad  a,  I2ia. 


GESCHIEDENIS.  3^5 

gadering  van  Lateranen  in  het  jaar  1215  werd  vast-       v 
gefield ,  ook  fchreef  de  Paus  aan  den  Sultan  van  Ba-     b<^^* 
h'^lon   en   Damaskus   saladins  broeder,    hem    ver-  Hoofdf^. 
manende ,  om ,  ten  einde  verder  bloedvergieten  voor  na  C.  G. 
te  komen,  Jeruzalem  aan  de  Christenen  over   te  Ie- tQj'^J^J^J 

veren,  opdat  deze,  na   het  ontflaan  der  gevangenen  

van  weerskanten,  met  de  Muhammedanen  gerust  le- 
ven mogten.  Ondertusfchen  ftierf  innocentius  in 
het  jaar  1216  ,  maar  zijn  opvolger  honorius  III 
volgde  zijne  maatregelen,  zoodat  de  togt  werkelijk 
ondernomen  werd ,  onder  de  aanvoering  van  an- 
DREAS,  Koning  van  Hongaryen^  wiens  drift  door 
de  volgende  omftandigheid  nog  meer  was  aange- 
vuurd: De  Latynfche  Keizer  van  Konflantinopolen  ^ 
HENDRIK,  was  in  het  jaar  1216  overleden,  en  de 
grooten  des  Rijks  waren  geneigd,  om  de  kroon  aan 
dezen  Koning  andreas  ,  of  aan  deszelfs  fchoonva- 
der  PETRUS  van  Courtenay ,  Graaf  van  Auxerre ,  op- 
tedragen,  andreas  raadpleegde  hier  over  den  Paus, 
die  hem  antwoordde:  dat  hij  zich  wel  daar  over 
verheugde,  maar  dat  het  toch  noodiger  was,  dat  de 
Koning  zich  aan  de  fpits  der  kruisvaarders  ftelde; 
ook  kroonde  de  Paus  kort  daarna  den  gemelden  pe- 
trus ,  die  ook  te  Rome  gekomen  was ,  tot  Keizer. 
In  het  jaar  1217  zeilde  Koning  andreas  naar  Pa- 
lefiina,  waar  hij  zich  met  de  Koningen  van  Jeru- 
zalem en  Cyprus  vereenigde;  maar  zich  ook  eerlang 
weder  van  hen  affcheidde,  alzoo  de  eerrte  hem,  bij 
eene  gewigtige  onderneming,  niet  onderfteunde;  ver- 
volgens keerde  andreas  in  het  jaar  1218  naar  Hon- 
garyen   terug.     Intusfchen  was  er  eene   verbazende 

me- 


3i6  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  menigte  kruisvaarders  in  Palestina  aangekomen ,  met 
BOEK  wier  bijfland  de  Koning  van  Jeruzalem,  joannes 
Hoofdft.  '^^'^  Brienne  in  het  jaar  1218  de  fl:ad  Damiate  be- 
m  C.  G.  legerde,  en  veroverde,  welke  hij  ecliter  in  het  jaar 
^t\Vvi  '^^'  weder  verloor  door  eene  onvoorzigtigheid ,  tot 
■  welke  hij  door  anderen  genoodzaakt  vü'crd. 

Kruisto^t      Ondertusfchen  drong  de  Paus  ten  fterkften  aan   bij 
van  Kei  {{^gizer   frederik  II,  dat    hij  de  Oosterfche  Chris- 
BERuc  II.  *^"^"  ï^  hulpe  zou  fpoeden.     Deze  Vorst  had  reeds 
die  mees-  in  het  jaar    1215,    bij  zijne  kroning  te  Aken,   nog 
te Teruza- "^^'^^^'y'^^  twintig  jaren  oud  zijnde,   bet  kruis  aan- 
lem.         genomen  ,    maar  had    naderhand  berouw    van  zijne 
overhaasting,  toen  hij  meer  en  meer  inzag,   dat  de 
Paus ,  die  hem  afhankelijk    van   zich  wilde  houden , 
om  .  die  reden  hem  eenigen  tijd  van  de  hand  wilde 
zenden.    Zoodra  's  Keizers   mededinger  otto  IV  in 
het  jaar  12 18  overleden  was,  drong  de  Paus  ernflig 
aan  op  de  vervulling  der  gelofte  ,    evenwel  gaf  ho- 
NORius  hem   in  het  jaar   12 19   tot  driemaal  toe  uit- 
ftel,  maar  dreigde  hem  voor  de  derde  keer  met  den 
■  Ban.    FREDERIK,   die  flechts  tijd  zocht  te  winnen, 
nam   wel  in  het  jaar  1220  bij  zijne  kroning  te  Ro^ 
me  andermaal  het   kruis  aan,   maar   verkreeg   tevens 
een  nieuw  uitftel  tot  het  volgende  jaar.      Ook  zond 
de  Keizer  in  het  jaar  1221  veertig  galeijen  naar  Da- 
miate ,    doch    welke    magt     alleen    daar    gekomen 
fcheen ,  om  van  het  verlies  der  flad  getuigen  te  we- 
zen.     De  Paus  gaf  den    Keizer  de  fchuld  van    dit 
verlies,  en   herhaalde    de  bedreiging   van  den  Ban, 
zoo  hij  niet  in  perfoon   den  togt  aanvaardde,  ook 
bemiddelde  hij  een   huwelijk  tusfchen  den  Keizer  en 

de 


GESCHIEDENIS.  317 

de  erfdochter  van  den  Koning  van  yeruzaïem;  ech-       v 

ter  wist  frederik  weder  uitftel  te  verkriisen  tot  in     boek 

III 
Augustus   van  het  Jaar  1227.     Inmiddels  ftierf  Paus  {loofdlL 

HONORR's,  doch  zijn  opvolger  gregorius  IX  drong  na  C.  G* 
zoo  fterk  aan,  dat  eindelijk  de  krijgsmagt  zich  te  |^^"°^^* 
Brindifi  verzamelde ,  aangemoedigd  door  verhalen  ■  ■  — 
van  hemelfche  verfchijningen ;  frederik  zelve  was 
reeds  fcheep  gegaan;  toen  eene  befmettelijke  ziekte, 
die  hem  zelven  trof,  hem  noodzaakte,  weder  aan 
land  te  gaan ,  waar  op  de  Paus  den  ban  openlijk  tegen 
hem  uiifprak  ,  en  niettegendaande  de  verontfchul- 
digingen  van  den  Keizer  in  het  jaar  1228  weder 
vernieuwde.  De  Keizer  ging  dan  voort  met  zijne 
krijgstoerustingen ,  en  eenig  krijgsvolk  voor  uitge- 
vonden hebbende,  ging  hij  ten  laatften  in  het  jaar 
1228  onder  zeil  met  eene  matige  magt,  voornemens 
zijnde ,  zoo  fpoedig  mogelijk  een  einde  van  den  krijg 
te  maken.  Maar  de  Paus  hem  dit  euvel  duidende, 
verbood  de  ItaUaanfche  kruisvaarders,  den  Keizer 
te  volgen ,  ook  waarfchuwde  hij  den  Patriarch  van 
Jeruzalem  en  de  Grootmeesters  der  drie  Ridderor- 
dens  geene  kerkelijke  gemeenfchap  met  hem  te  hou- 
den;  aan  welke  bevelen  de  geestelijkheid  in  Palefti- 
na  gehoorzaamde,  zelfs  zullen  de  Tempelheeren  en 
Kruisbroeders  den  Keizer  bij  den  Sultan  van  Ba- 
hylon  {Egypte^  verraden  hebben.  De  Keizer  be- 
diende zich  wel  van  een  hem  voor^eHagen  mid- 
del, om  namelijk  de  bevelen  aan  het  leger  aftekon- 
digen, niet  in  zijnen  naam,  maar  in  den  naam  van 
God  en  der  Christenheid  ,  waardoor  velen  aan  hem 
getrouw  bleven;  maar  toen  hij  vernam,  dat  de  Paus 

eenen 


3i8  K  E  Pv  K  E  L  IJ  K  E 

V  een  en  ge  wapenden  inval  in  zijn  Rijk  van  Napels 
BOEK  had  laten  ^q^t^  ^  fpoedde  hij  zich ,  om  naar  Europa 
Hoofdft.  fs  keeren,  en  floot  op  vrij  aannemelijke  voorwaar- 
na  C.  G.  den  eenen  wapenftilfland  van  tien  jaren ,  in  het  jaar 
tot "^n  17  ^*^99  ™^^  ^^^  Sultan  van  Egypte^  die  door  de 
■  oneenigheden  met  zijnen  Neef,  den  Sultan  van  Sy- 

rië en  Paleflina^  te  ligter  daartoe  bewogen  werd.  De 
voorwaarden  des  verdrags  waren:  'Jeruzalem ^  Betk- 
lehem^  Nazarcth  ,  Sidon  en  het  gebied  van  deze 
ftad  tot  Ptolemais ,  zon  aan  de  Christenen  worden 
overgegeven ;  doch  de  j^rabieren  zouden  vrijheid 
hebben,  om,  ongewapend,  hun  gebed  in  den  zoo- 
genoemden  Tempel  te  Jeruzalem  te  verrigten;  de 
Keizer  kon  Jeruzalem  en  eenige  kasteelen  verfter- 
ken,  maar  hij  zou  niemand  in  Palejiina  oï  Syrië  te- 
gen den  Sultan  bijftaan  enz»  frederik  meldde  met 
veel  betoon  van  blijdfchap  deze  gelukkige  uitkomst 
naar  Europa  en  aan  den  Paus;  en  inderdaad,  hoe 
weinig  veiligheid  de  Christenen  voor  het  toekomende 
zich  met  dit  verdrag  belooven  konden,  frederik 
was  te  wijs  en  te  groote  Staatkundige,  dan  dat  hij 
de  nutteloosheid  en  het  verderfelijke  van  deze  zoo- 
genoemde  oorlogen  niet  zou  doorzien  hebben ,  hij , 
die  in  zijne  denkwijze  zoo  veel  verfchilde  van  zijne 
tijdgenooten  en  de  heerschzuchtige  oogmerken  der 
Pausfen  fl:eeds  tegenwerkte.  De  Patriarch  van  Jeru^ 
zalem  befchuldigde  hem  wel  bij  den  Paus,  dat  de 
Keizer  de  laagflie  bejegeningen  van  den  Sultan  en  de 
mishandelingen  der  Christenen  door  de  Arabieren 
had  laten  welgevallen  ,  ten  einde  dit  verdrag  van 
den  Sultan  te  bekomen ,  maar  wij  kunnen  zijn  berigt 

niet 


GESCHIEDENIS.  319 

nJet  als  onzijdig  befchouvven,  eft  de  ridders  van  de       V 
Duitfche  Orde  waren  met  dit  verdrag  zoo  te  vrede ,     ^^^* 
dat  hun  grootmeester  in  ecne  openlijke   redevoering  Hoofdffi, 
te  Jeruzalem  aan  den  Paus  en  de  Geestelijkheid  he-  "»  C.  G. 
vige   vervvijtingen   deed.     En   hoewel    de  Patriarch,  ^^j'^j^j^' 
naar  het  voorfchrift  van  den  Paus ,  allen  openlijken  « 

lodsdienst  in  die  flad  verbood,  zoo  lang  de  Keizer 
::ich  daar  bevond ,  echter  deed  deze  Vorst  daar  eene 
flatelijke  intrede  ,  en  bezocht  plegtig  het  Heilige 
graf,  waarna  hij,  dewijl  geen  Prelaat  zulks  doen 
wilde ,  zich  zelven  de  kroon  van  yeriizaJem  opzet- 
te. Vervolgens  walther  van  Brienne  tot  zijnen 
Stedehouder  hebbende  aangefleld,  zeilde  de  Keizer 
in  Meij  1229  naar  Europa^  waar  hij  fpoedig  het 
deel  van  zijn  Rijk  heroverde,  hetwelk  de  Paus  ge- 
durende zijn  afzijn  had  ingenomen.  De  verbittering 
van  den  Paus  tegen  frederik  was,  wegens  des- 
zelfs  gedrag  in  het  Oosten,  zoo  hoog  geftegen,  dat 
hij  geheel  Europa  tegen  hem  in  het  harnas  zocht 
te  jagen,  evenwel  werd  er  bij  den  zoen,  die  in  het 
Jaar  1230  getroffen  werd ,   geen  woord  van  gerept. 

Doch  GREGORius  IX.  wilde  den  kruistogt  ver-  inval  der 
nieuwd  hebben,  zoo  dra  de  fbilfland  van  tien  jaren  ^^ogol- 
geeindigd  zou  zijn ,  en  zond  daartoe  reeds  in  het 
jaar  1234  eenen  rondgaanden  Brief  in  Europa  af. 
Ook  lieten  zich  weder  velen  met  het  kruis  teekenen, 
maar  de  Bedelmonniken  ontdoegen  ook  weder  velen 
voor  geld  van  hunne  belofte  ,  zonder  dat  men 
wist,  zegt  een  Gefchiedfchrijver  van  dezen  tijd,  in 
welken  afgrond  het  geld  verzonk,  hetwelk  de  Paus- 
felijke    gevohnagtigden    verzamelden,    waardoor    de 

ijver 


320  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  ijver  voor  deze  onderneming  merkelijk  verkoelde. 
BOEK  jEchter  herhaalde  de  Paus  zijn  fch rijven  in  het  jïiaf 
Hoofdd.  1235,  (lellende  tevens  overal  Predikers  aan  van  het 
na  C.  G  kruis ,  wier  voordragt  ieder  op  itrafFe  van  den  ban 
!o't  1J17  Gooren  moest.  Uit  vrees  voor  dezen  ban  liet  zich 
■■■  eene  vrouw,  die  voor  lang  het  gebruik   harer  leden 

verloren  had,  ook  in  zulk  eene  Predikatie  brengen, 
en  nu  ftrooide  men  uit ,  dat  zij  terftond  daar  op  ha- 
re   volkomene   gezondheid  weder  gekregen  had  (♦). 
Oniertusfchen  drongen  de   Mogollen  uit  het  Noor- 
den van  Azië ,  waar  zij  onder  gengiskan  een  mag- 
tig  Rijk   gedicht   hadden,  met  zoodanige  overmagt 
in  de    Landen    der   Arabieren  en   Turken^  dat    de 
Vorsten  dezer  Natiën  zelfs  bij   de  Christenen   hulp 
zochten.     Ten    dien    einde   kwam   'er   in   het   jaar 
1238  een  Saraceensch  Gezant  in  Frankryk  ^   en  een 
ander  in  Engeland;  maar  hier  gaf  de  Bisfchop  van 
Winchester  dit  antwoord:     „  Wij  willen  deze  hon- 
,,  den  malkander  laten  opvreten,  tot   wij   de  over- 
„  geblevenen  doodflarn,  en   de    wereld   geheel  van 
„  vijanden  van  Christus  zuiveren  kunnen."    Maar 
■  in  Frankryk  maakte  het  voorftel  meer  indruk.   Vele 

Grooten  van  dit  Rijk,  500  Ridders  en  40,000  Rui- 
ters floegen  in  het  jaar  1240  op  weg  naar  PaJesti» 
na  9  maar  in  plaats  van  zich  met  de  Turken  tegen 
de  Mogollen  te  vereenigen,  ft' eden  zij  met  de  eer- 
den met  zoo  veel  wanorde  en  verwarring,  dat  zij, 
na  aanmerkelijk  verlies  geleden  te  hebben,  naar  huis 
moesten   keeren.      Twee  jaren    daar  na   vielen   de 

(♦)  MATTH.  Paris,  p.  410-412, 


GESCHIEDENIS.  321 

t^hotmresmiers  of  Kharismiamn  ^  naar   hun  Koning-       V 
rijk  Kharismi  oï Kharisfem,  aan  de  Kaspifche   zee,     ^^^ 
die  MATTHEUS  van  Parys  Chorovniners    noemt,  in  tiooid'l, 
Palestina^  en  plundeiden    Jeruzalem    en    de    nabu-  n-i  C.  G. 
rige  oorden,  en  mishandelden  zelfs  de  Kerk  van  het  \^^  \^\i\ 

Heilige  Graf,  welke   de   Muhammedanen   zelve  eer-  

bied  bewezen  hadden;  in  het  jaar  1244  wonnen  zij 
bij  Gaza  een'  grooten  veldflag  op  de  Christenen, 
met  welken  de  Sultan  van  Damaskus  zich  vereenigd 
had.  Een  beklagelijke  Brief  van  den  Patriarch  van 
Jeruzalem  hier  over  gefchreven,  verwekte  in  EurO' 
pa,  hetwelk  tenzelven  tijde  door  de  Mogolleh  ver- 
woest werd,  groote  ontlteltenis. 

Ongetwijfeld  had  deze  nieuwe  ramp  veel  invloed  Kniistogt 
op  LODEWYK  IX,  Koning  van  Frankryk^  om  ^lein  ^"lode- 
tot  cenen  kruistogt  te  bewegen.     Na  eene  doodelijke  dewvk  , 

ziekte  had  hij  zich ,  uit   dankbaarheid ,   verpligt   ge-  ^"^oning 

j  '  ,      .  van 

rekend,  in  het  jaar   1244  het  kruis   aan  te  nemen,  pj-a^kryk. 

Vergeefs  raadde  zijne  Moeder  blanchEj   eene   zeer 

verrtandige  Vorstin ,  en  vele  Rijksgrooten  hem  dezen 

tOgt  af,    onder    andere    beweegredenen    aanvoerende, 

dat  hij  zijne  gelofte  gedaan  had  op  een'  tijd,  dat 
hij  niet  volkomen  zijn  verftand  magtig  was,  maar 
de  Koning  gaf  hun  ten  antwoord:  dewijl  zij  ge- 
loofden ,  dat  hij  het  kruis  in  eene  bedwelming  van 
zinnen  had  aangenomen  ,  wilde  hij  hetzelve  terug 
geven,  maar  daar  hij  thans  volkomen  bij  zijn  ver- 
ftand  was ,  eischte  hij  het  weder ;  en  men  moest 
hem  gehoorzamen.  De  Paus  zond  ook  in  het  jaar 
1245  eenen  Kardinaal  Legaat  in  Frankryk^  die  met 
zoo  veel  nadruk  het  kruis  predikte,  dat  velen  hun- 
XV.  Deel.  X  ne 


3C2  KERKELIJKE 

V       ne  goederen  verkochten  of  verpandden,  om  de  kos-« 
BOKK     jgj^  fQj.  (jgj^  j.Qgf  gQg^  j.g  maken;  zelfs  gebruikte  de 

Hoofdft.   Koning  de   volgende  list,   om  het  getal  der  kruis- 

na  C.  G.  vaarders   te   vermeerderen.      Het  was  in  Frankryk 

tot  15 17  ^^  gewoonte,  dat  de  Grooten  aan  hunne  bedienden 

■'  op  kersmis  nieuwe  kleederen  vereerden.    De  Koning 

liet  dan  meer  kleederen  dan  gevvonelijk   maken   van 

best  laken  met  bont,  voor  zijne   Hovelingen,  maar 

'er  des  nachts  heimelijk  gouden  kruifen   op  naaijen. 

Nu  moesten  de  Hovelingen  op  gemelde  Feest  reeds 

voor  den  dageraad  met  deze  kleederen   in   de  Kerk 

komen,  om  de   Misfe   te  hoeren.     Elk  zag  thans 

het  kruis  op  des  anderen  fchouder ,  en  niemand  zoo 

j         koen,  die  het  kruis  dorst  wegnemen;   men  lachte, 

en  noemde  malkander  rekruten ,  en  den  Koning  een' 

jager    van    Pelgrims  ,    en    een'   vhfcher  van   men' 

fchen  (*). 

In  het  jaar  1248  ftak  Koning  lodewyk  ,  vergezeld 
van  zijne  Gemalin  en  drie  Zonen,  vele  Rijksgrooten 
en  Bisfchoppen,  en  meer  dan  50,000  Soldaten,  uit 
Frankryk  in  zee.  Op  het  eilanO  Cyprus  de  verfchillen 
bevredigd  hebbende  tusfchen  de  Oosterfche  Christe- 
nen onderling,  wendde  hij  den  fteven  naar  Egyp- 
te,  na  welks  verovering  Palestina  hem  gemakkelijk 
in  handen  zou  vallen.  De  /irabieren  werden  ter  zee 
en  te  land  geflagen,  en  Damiate,  de  fleutel  des 
lands,  ingenomen,  doch  in  plaats  van  naar  Kairo 
of  Kahira  voort  te  rukken ,  en  de  zege  te  achter- 
volgen ,  gaf  het  leger  zich  aan    wulpsheid  en  onge- 

bon» 
(*)  MA'JTH.  Taris.  pag.  690. 


^J 


GESCHIEDENIS.  323 

bondenbeid  over,  zonder  dat  de  Koning  gezag  ge-       v 
noeg  had ,  om  dit  te  weeren.    Ook  werd  's  Konings    ^o^^ 
Broeder,  robert.  Graaf  van  Artois^   zich   te  diep  Hoofdft. 
onder  de  vijanden  gewaagd  hebbende ,  door  dezelven  aa  C.  G, 
afgefneden,  en  verloor  met  al  de  zijnen  het   ieven.  JJIfi^^^* 
In  het   leger  ontftond    vervolgens  ecne  befraetteliike  , 
ziekte,  waarom  de  Koning  in  het  jaar  12 50  naarZ)^- 
miate   terug  trok,  maar    van  de  Arabieren  omlin- 
geld,  moest  hij  zich   met   een   groot  gedeelte  van 
zijn  leger  gevangen    geven.     Het   gevolg  hier    van 
was,    dat    hij  voor    zijne  vrijheid   aan   den   Sultan 
MOADiiM  TURANSCHAH    ccn  gTOOt  losgeld  betalen, 
'en  Damt  at  e  weder  overgeven  moest.     Maar  eer  lo- 
DEWYK  ontflagen  was,   werd   de  Sultan  door   zijne 
oproerig  gewordene  Lijfwacht,  de  Mamïiks  of  Ma- 
weiukken  vermoord  ,  en  lodewyk  zag  zich  genood- 
zaakt ,  zich  aan   nog  harder  voorwaarden  te  onder- 
werpen.   Eindelijk  verliet  hij  Egypte  met  het  kleine 
overfchot    van    zijn   leger  ,    latende    nog  meer  dan 
12,000   gevangenen  in    handen    der  vijanden.      Na 
zich   nog   eenigen    rijd   te   Ptolemais  opgehouden   te 
hebben,  keerde  hij  ten  laatften  in  het  Jaar  1254  naar 
Frankryk  terug,  met  den    roem   van   dapperheid   en 
ijver  voor  den  Godsdienst,  en  van  ftrenge  zeden,  ter- 
wijl   de     Franfche    Gefchiedfchrijvers    echter    eenen 
fluijer  fpreiden   over  zijne  gebreken  als  Veldheer  en 
over  zijn  Bijgeloof,  de  onzuivere  bron  van  deze  on- 
derneming. 

Niettegenflaande    dezen    rampfpoedigen     uitflag ,  Tweede 
hield  LODEWYK  zich  nog  fteeds  verpligt,   om  den  kruistogt 
togt  te  hervatten,  te  meer,  toen   'er  tijdingen  kwa- zelvsa."* 
X  a  men. 


§14  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       men,  dat  de  Sultan  van   Egypte^  getergd  door  dé 
BOKK      ftrooperijen  der  Hospitaliers  en  Tempeliers  y   de   eene 
Hoofdft.   ^^"^  "*  ^^  andere,  en  eindelijk  in  het  jaar  1268  zelfs 
«1  C.  G,  Antiochi'è  ingenomen  had.    lodewyk  ondernam  da- 
|^"j°P'  delijk  dezen  togt  in  het  jaar  1270,  verzeld  door  zij- 
\m     ■  .„    nen  Broeder  karel.   Koning  van   Sicilië;  en   zette 
onverwachts  den  koers   naar  Tunis  in  Afrika,    De 
Vorst  van  dit  land  hnd  hem  een*  Gezant  gezonden  , 
en  eenige  hoop  gegeven ,  dat   hij  een   Christen  zou 
worden,    als    hij   zulks    zonder  gevaar  doen  kon  , 
hetwelk  den   vromen  lodewyk  zoo   behaagde,   dat 
hii  menigmalen  uitriep:     ó!  kon  ik   eens  de  Doop- 
hefFer  zijn  van  eenen   Muhammedaafifchen  Koning  l 
Men  had  hem  ook  verzekerd,   dat  hij  eens  meester 
van  Tunis  zijnde ,  te  gemakkelijker  Egypte  zou  kun- 
nen   veroveren ;    ondertusfehen   was    de    ftaatkunde 
van  zijnen  Broeder  karel  ,   die  eenen   vasten  voet 
in  het  voor  hem  zoo  nabijgelegene  Afrika  vvenschte 
te  hebben ,  de  geheime  beweegreden  van   deze  on- 
derneming.   Hoe  het  zij,   dezelve  liep  nog  flechtet 
^,  dan  de  voorgaande.     Het  leger  landde   in   Afri- 
ka,  maar  eene  befmettelijke  ziekte,  door  de  bran- 
dende hitte  en  door  gebrek  aan  water  en  levensmid- 
delen ontdaan,   nam   fpoedig   de  helft  van  hetzelve 
weg;  en  Koning  lodewyk  zelve  overleed  aan  deze 
ziekte  den  asflen  Augustus  van  het  jaar  1270.  Men 
heeft  dezen  Vorst  naderhand  onder  de   Heiligen  van 
züne  Kerk  geplaatst,  en  viert  jaarlijks  zijn  feest  op 
zijnen  fterfdag. 
Noodlot-       LODEWYKS    Ongelukkige    kriiistogten     deden    den 

ni;<.'ir,Je  yygj.  y^^y  dezelve  in  Europa  merkelijk   verkoelen  5 
van  de 

en 


GESCHIEDENIS.  325 

en  de  Christenen  verloren  in  Palestina ,  door  hunne       V 
aanhoudende  oneenigheden  en  i<rakeelen ,  door  hunne     ^^^^ 
flechte  zeden  en   door   hunne   woestheid   jegens   de  Hoofdd. 
Muhammedanen  ^  behalve   veelvuldige    gebreken   van  na  C.  G, 
allerhande   natuur  ,  fpoedig    alle  hunne  bezittingen.  }^^^      '^^* 

\\\  het  Jaar  1288  was  Tripoli  den    Sultan  van  Ba-  

h^hn  in  handen  gevallen  ,  en  verwoest  ;  waar  op  kruisvaar- 
de  zoogenoemde  Koning  van  Jeruzalem  ^  he^drik, 
thans  Koning  van  Cyprus ,  een'  wapenflillhnd  met 
den  Sultan  floot,  welke  door  de  beide  partijen  be- 
zworen werd.  Ondertusfchen  liet  men ,  in  fpijt  van 
dezen  ftiiltand ,  te  Ptokmais  dertien  Arahifche  koop- 
lieden onthoofden ,  en  weigerde  aan  den  Sultan  de 
voldoening ,  welke  hij  daar  voor  eischte.  In  toom 
ontftoken,  floeg  hij  in  het  jaar  1291  het  beleg  voor 
die  (lad  met  200,000  man,  en  bemagtigde  dezelve, 
de  laatfl:e  vaste  plaats,  welke  de  Christenen  in  dit 
land  nog  bezaten ;  de  overige ,  Tyrus ,  Sidon  en  Be- 
rytus  5  werden  verlaten ;  en  dus  was  'er  weldra  gee- 
•ne  rpoor  meer  voorhanden  van  al  de   veroveringen, 

<lie  federt  omtrent    twee  eeuwen  gemaakt    waren. 

De   Pausfen  bleven  ,   met  dit  al ,   ook  nog  gedu-  Laarfte 
rende  de  XtVde  eeuw ,  op  een  hernieuwen  van  deze  Pos'ngea 
«oogenoemde   Heilige   Oorlogen   aandringen.     In  het  ^y^.  kiuïs. 
jaar  1300  vermaande  kle.aiens  V  de  Christen  Vor-  togten. 
"ften  töt  zulken  togt,  en    gebood   in   het  jaar   13:2 
op  de'  Kerkvergadering  te  Fienne,  dat  'er  een  alge- 
meene-  kruistogt ,    ( generale  pas/egium  ^  )  tot  "ver^ 
iosfing  van  het  Heilige    Land  zou   plaats    hebben  , 
waar  toe  het  innemen  van  het  eiland  Rhodus   doop 
de  Hospitaal  -  Ridders  hoop  van  eenen  goeden  uit- 
X  3  flag 


3^6  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       flag  fcheen  aan  te  bieden.    Doch ,  alhoewel  de  Ko- 

BOEK     ningen  van    Frankryk ,  Engeiand  en  Navarre    het 

Hoofdfl.  ^^^^^  aannamen,  kwam   nogtans  deze    onderneming 

na  C.  G.  niet  tot  ftand.     Het  grootfte  deel  des    Adels  vond 

Jaar  1073.  ^^^^  fmaak   in   de  Tournooifpflen ,  welke   daarom 

tot  1517. 

M  door  den  Paus  op  zware  ftrafFen   verboden  werden. 

jOAN  XXll  rustte  in  het  jaar  1319  tien  fchepen  uit, 
welke  bij  eenen  kruistogt  dienst  zouden  doen ,  maar 
vermaande  te  gelijk  den  Koning  van  Frankryk  ^  om 
zoodanigen  togt  niet  dan  met  rijp  beraad  en  over- 
leg te  ondernemen.  Als  eduard  II,  Koning  van 
Engeland  ^  genegenheid  rot  eenen  kruistogt  liet  blij- 
ken ,  en  den  Paus  raadpleegde ,  of  hij  zich  ook , 
gelijk  hem  eenige  Monniken  geraden  hadden  ,  met 
zekeren  balfem  kon  laten  balfemen,  welke  de  Heil. 
Maagd  aan  den  Heil.  thomas  becket  vereerd  had  , 
ten  einde  van  eenen  goeden  uitdag  verzekerd  te 
zijn,  vergunde  de  Paus  hem  dit  verzoek  wel,  doch 
onder  voorwaarde,  om  dit  heimelijk  te  doen,  opdat 
*er  geen  aanftoot  en  ergernis  ontflond.  Met  het 
jaar  1331  fcheen  een  kruistogt  tot  Hand  te  zullen 
komen,  wanneer  de  Koning  van  Armenië  om  bij- 
ftand  verzocht  tegen  de  Muhammedanen ,  en  de  Ko- 
ning van  Frankryk ,  filips  van  Falois ,  den  Paus 
verzocht,  om  des  wegens  eene  algemeene  uitfchrij- 
ving  uit  te  vaardigen ;  doch  het  bleek  dra ,  dat  het 
dezen  Vorst  niet  regt  ernst  was.  benedict us  XII 
bragt  ook  in  het  jaar  1335  geheel  Europa  ten  de- 
zen einde  In  beweging,  doch  met  geen  ander  ge- 
volg, dan  dat  de  Koning  van  Armenië  door  den 
Sultan   vaq   Bahylon ,    die    hier  van   gehoord  had, 

over- 


GESCHIEDENIS.  527 

overvallen  werd.    In  het  jaar  1343  maakte  klemens       v 
VI  een  nieuw  ontwerp ,  waar  op  een  Christen  vloot    ^°^i^ 
in  het  jaar   1344  de  flad  Smirna    veroverde.     Nog  Hoofdft, 
benoemde  urbanus  V  in  het  jaar  1363  Koning  jan  "^  C.  G. 
van  Frankryk  ,  op   deszelfs    verzoek  tot    Bevelheb-  tot^i^a* 
ber  van  eenen  kruistogt  tegen  de    Turken ,  zullende  — — . 
de  Kardinaal  TALLEYRAND ,  Bisfchop  van   Alhano^ 
onder  den  Koning  het   gebied   voeren;   het   gerucht 
hier  van    was   noodlottig   voor   vele    Christenen    in 
Egypte  en  Syrië,  zonder  dat  de  voorgenomene  togt 
volgde,    dewijl   Koning  jan  in  het    volgende  jaar 
kwam  te  overigen. 

pius  II,  te  voren  ^neas  sylvius,  waagde  in 
dit  Tijdvak  de  laatfte  poging  tot  eenen  kruistogt, 
in  het  jaar  1459,  daar  toe  aangefpoord  door  het 
bemagtigen  van  Konflantinopolen  door  de  Turken^ 
waar  door  echter  de  goede  uitHag  der  herovering 
van  Palestina  zoo  veel  onwaarfchijnelijker  was  ge- 
worden. Men  bepaalde  Ancona  tot  de  verzamel- 
plaats der  gemeenfchappelijke  Vlooten  ,  willende  de 
Paus  zelve  den  togt  bijwonen ,  ten  welken  einde 
hij  zich  in  het  jaar  1464  dadelijk  naar  Ancona  be- 
gaf, waar  hij  overleed,  waar  na  de  reeds  aangeko- 
menen  zich  weder  verftrooiden. 

Ondertiisfchen  hebben  deze  onberadene  oorlogen  ge-  Gevolge» 
wigtige  gevolgen  gehad ;  niet  zoo  zeer  ten  aanzien  van  ^^^  ^'■"^' 
den  Godsdienst,  dewijl  de  menfchen  door  de  ongeluk-  ^°^^'^°* 
kige  uitkomst  van  dezelve  niet  genezen  werden   van 
de  vooroordeelen  aangaande  de  verdienllelijkheid  van 
deze  oorlogen,  welke  hun  als  heilige  oorlogen  wer- 
den  voorgepredikt ;    integendeel  werd   het  Bijgeloof 
X  4  veel 


32^'  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  veel  meer  gevoed,  door  de  menigvuldige  Heilige  re- 
BOEK  Uquien  of  overblijffelen  van  Christus  zeiven ,  van 
ïloofdft.  ^y"^  Moeder  en  Apostelen,  welke  Palestina  over- 
na  C.  G.  vloedig  opleverde,  uit  welken  overvloed  het  bedrog 
\^^^^j\  winst  en  voordeel  wist  te  trekken;  ook  werd  de 
.  ware  Kerketiicht  van  alle  kracht  en  nadruk  beroofd, 

door  de  Aflaten^  welke  voor  alle  zonden  konden 
verkregen  worden,  door  het  kruis  aan  te  nemen,  en 
naar  het  Heilig  Land  te  trekken  ;  maar  voor  de 
Pausfen  waren  deze  oorlogen  voordeeliger ,  wier  in- 
vloed en  gezag  over  Vorsten  en  Grooten  daar  door 
meer  en  meer  gevestigd  werd  en  toenam ,  gelijk  zij 
door  hunne  Legaten  bij  alle  deze  ondernemingen 
werkzaam  waren,  om  die  ten  hunnen  meesten  voor- 
deele  te  befluren ;  ook  matigden  de  Pausfen  zich 
aan ,  om  dergelijke  kruistogten  tegen  Christenen ,  die 
bij  hun  voor  Ketters  gehouden  werden  ,  te  laten 
prediken ,  ter  ftaving  van  hunne  magt  ;  waar  van 
ons  de  voorbeelden  in  het  vervolg  zullen  voorkomen. 
Eindelijk  vond  de  Geestelijkheid  haar  voordeel  bij 
deze  togten;  hoewel  haar  uitzigt  op  Patriarchaten, 
Aartsbisdommen  en  andere  Kerkelijke  waardigheden 
in  de  Oosterfche  Landen  mislukte;  evenwel  behiel- 
den de  Pausfen  aanfpraak  op  dezelve,  en  fchonken 
'er  de  tijtels  van  aan  een  bijzonder  foort  van  Gees« 
telijken ,  (  Eplscopt  In  partlbus  infidellum. ) 

Met  betrekking  tot  het  vereenigen  der  Christenen , 
die  behalve  meer  in  twee  Hoofdkerken ,  de  Grlekfchs 
en  Latljnfche ,  verdeeld  waren ,  waren  deze  togten 
itieer  nadeelig  dan  voordeelig ;  de  gemoederen  der 
Grieken  en  Latijnen  werden  door  vele  omllandighe- 

den. 


GESCHIEDENIS.  3-9 

den ,    inzonderheid    toen    de    Latijnen  zich   meester       V 
maakten  van  Konftantinopolen  ^  verwijderd  en   tegen     ^^^^ 
maik anderen  verbitterd.  —   Om   Joden  of  Muham-  Hoofdft. 
inedanen  te  bekeeren ,    waren   deze   oorlogen   geheel  na  C.  G*. 
niet  gefchikt ,   door  de  wreedheden  welke  gedurende  j^'^  1517' 

dezelve  tegen  deze  beiden  geoefend  werden;  terwijl — 

menfchen  of  volken  door  eenen  oorlog  te  willen  be- 
keeren, reeds  op  zich  zelve  eene  ongerijmdheid  is, 
voornaraeUjk  door  eenen  zoo  onverflandig  aangevan- 
genen  en  met  zoo  veel  trouwloosheid  en  woede  ge* 
voerden  oorlog,  als  deze  kruistogten  waren. 

Bij  toeval  echter,  of  liever  ,  door  het  beftuur 
.der  Voorzienigheid,  die  uit  duisternis  licht  weet 
voort  te  brengen ,  hadden  deze  kruistogten ,  in  het 
vervolg ,  eenen  voordeeligen  invloed ,  ten  aanzien  van 
die  bijzondere  oorlogen ,  welke  volgens  het  oude  vuist- 
regt  gevoerd ,  maar  gedurende  deze  oorlogen  gefchorst 
werden.  Ook  ter  uitbreiding  van  de  Aardrijkskunde 
Zeevaart  en  Koophandel,  ter  befchaving  van  deii 
fmaak  in  fraaije  kunden  en  wetenfchappen ,  ook  ten 
aanzien  van  de  regeringswUze  en  meerdere  vrijheid 
van  den  burgerfiand  in  de  Europifche  landen  enz. 

Verfcheidenc  Schrijvers  hebben  opzettelijk  de  ge- 
fchiedenis  van  deze  oorlogen  befchreven,  van  welke 
jAKon  BONGARS  dc  voomaamften  uitgegeven  heeft  in 
zijn  Werk  te  Hanau  161 1  in  twee  Deelen  in  Folio 
gedrukt,  onder  den  titel:  Gesta  Dei  per  Francos^ 
Jive  Orientalium  expeditionum  et  regni  Francorum 
historia;  ook  vindt  men  eene  lijst  van  dezelve  bij 
JOH.  ALB.  rABRicius  Salutaris  Lux  Euangelii  ^  toti 
nrhi  per  divinam  graiiam  exoriens  p,  ,522-526.  In 
X  5  la- 


330  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  later  tijden  hebben  ook  onderfcheidene  Geleerden  on» 
BOEK  ^Q  gefchiedenis  van  deze  oorlogen  met  meer  of  min 
Hoofdd.  naauwkeurigheid  en  onpartijdigheid  befchreven. 
na  C.  G.  £(^n  der  voordeelen  van  de  kruistogten  was  eene 
10^1^17'  ^^^^"^^^^  bekendfchap  voor  de  Westerfche  Christe- 
■  nen  met  het  Oosten  ,  waar  door  zij  den  arbeid  der 

Bekeerin-  JSlestorianen  in  vroegere  eeuwen  ten  dezen  onder- 
Afie  ^  nomen ,  konden  onderfteunen  en  voortzetten ,  met 
Priester  zachter  middelen  ,  dan  door  bloedige  oorlogen.  Men 
joANNEs.  yerteifje^  j-gn  dezen  tijde,  veel  van  eenen  magtigen 
Vorst  in  het  Oosten  van  Azie^  dien  men  Priester 
jOANNES  of  Paap  JAN  noemde,  en  die  met  alle  zijne 
onderdanen  het  Christendom  beleed  in  de  kerkgemeen- 
fchap  der  Nestorianen.  Deze  vertellingen  werden 
met  zeer  vele  bijzonderheden  van  de  groote  magt 
en  luister  van  dezen  Vorst  opgefierd ,  zoo  dat  men 
in  Europa  verlangde,  meer  en  zekerder  berigtcn  van 
hem  te  weten.  Toen  de  Portugezen  in  de  XVde 
eeuw  kennis  kregen  aan  den  Keizer  van  Hahesch  of 
Abysfinie^  geloofden  zij,  in  hem  den  Priester  jan 
gevonden  te  hebben;  welken  echter  de  oude  Schrij- 
vers, die  van  hem  gewagen,  als  ook  de  berigten 
der  Oosterlingen ,  in  Azië  plaatfen  ( *  ). 

Reeds  in  het  begin  der  Xlde  eeuw  was  een  Ko- 
ning der  Tartaren  of  Turken  van  Cherith  in  het 
Noord- oosten  van  Azie^  met  meer  dan  200,000  van 
zijne  onderdanen  tot  het  Christelijk  geloof  overge- 
gaan, volgens  EiiEDjESu,ÉiMetropolitaan  van  Maru 

in 
(*)  ASSEMANi    Bibl.    Oriënt.    T.    Iil.   P.    II.   p.  487. 
MüsHiiiM  Hist.  Tart  ar.  Ealcf.  p.   1%  fq. 


GESCHIEDENIS.  3^^i 

in  Chorafan ,  in  zijn  berigt  aan  den  Nestoriaanfchen       V 
Patriarch  (f).     Deze  Koning  fchijnt,  bij  den  Doop,     ^^^^ 
den  naam  van  joannes  of  jan  bekomen  te  hebben;  Hoofdft, 
maar  onzeker  is  het,  van  waar  zijn  titel  als  Fries-  ^^  C.  G. 
ter  oorfpronkelijk  zij.     Misfchien  hebben   de  N'eséo-  Iq/j^j^] 
rianen  hem  tot  Priester  gewijd,  waarmede  zy,  zelfs  — — 
omtrent  kinderen,   heel   mild  waren.     Zijne    opvol- 
gers behielden  dezen  naam  en  tijtel  bij  hunnen  eige- 
nen naam,  en  hadden  hun  verblijf  te   Karakoriim ^ 
bij  de  noordelijke  grenzen  van  China. 

Een  Armenisch  Bisfchop,  die  in  het  jaar  1145 
als  een  afgevaardigde  van  zijne  Kerk  bij  Paus  euge- 
Nius  III  aankwam,  verhaalde  van  édnen  dezer  op- 
volgeren  van  Priester  jan  ,  dat  hij  voornemens  was 
geweest,  om  naar  'Jeruzalem  te  komen,  om  die 
ftad  bijfiand  te  bieden,  maar  dat  hij,  niet  over  den 
Tigris  hebbende  kunnen  komen,  naar  zijn  rijk  terug 
gekeerd  was.  Men  heeft  ook  van  dezen  Vorst  eenen 
Brief  aan  den  Griek fchen  Keizer,  in  een  Latijn sch 
Handfchrift  (  * ) ,  vol  pocherijen ,   doch  welke  Brief 

met    regt    voor   een  verdicht   ftuk    gehouden  wordt. 

Doch,  wat  'er  zij  van  de  grootheid  van  ^^z^n 
Triester  joannes  ,  zijn  rijk  nam  reeds  met  de  Xllde 
eeuw  een  einde.  De  vierde  van  deze  Vorsten,  ei- 
genlijk UNG-CHAN  of  ONK-KHAN  geuoemd,  of  ook 
AUNCK-CHAN,  (welke  namen  den  grooten  Chanhe- 
teekenen,)  bij  Christen -fchrijvers  ook  david  gehe- 
ten, verloor  tegen  den  grooten  Mogoïfchen  verove- 
raar 

(*)  Apud  ASSEM.  L.  C.  p.  487. 

(t)  ASSEM.  L,  C,  p.  492. 


332  K  E  II  K  E  L  IJ  K  E 

V        raar    gengis-chan,    die    toen    nog    TEMUDSCHir» 

BOEK      heette,   in  het  jaar  10.01  eeneii  groeten   veldflag  en 

Hoofdft.  kort  daarna  het  leven.     Evenwel  bleven  'er  nakome- 

na  C.  G.  lingen   van  hem  overig,     gengis-chan   zelve   nam 

tot  15 17  ^y"^   dochter    ten   gemalin;    bij  welke  een    Nestor:^ 

— aanfche  Monnik  ,   rabbanta  ,  als  haar  Biechtvader 

en  Raad,  in  groote  gunst  flond,  die  ook,  zoo  lang 
hij  leefde,  van  de  Mogollen  voor  eenen  Profeet  en 
Heiligen  gehouden  werd.  De  zbons  van  dezen  Pries^ 
ter  JAN  en  hunne  nakomelingen  hebben  nog  tot  in 
het  jaar  1300  over  hunne  vaderlijke  landen,  en  naar 
het  fchijnt  ook  verder  geregeerd ,  in  de-  Provintie 
Tendisch^  in  Indie,  en  in  Kataja^  (of  het  noorde- 
lijk China ;)  evenwel  waren  zij  aan  den  grooten  Chan 
der  Tartaren  of  Mogollen  onderworpen.  Dus  bleef 
het  Christendom  volgens  de  Nestoriaanfche  begrip- 
pen en  kerkgebruiken  daar  in  (land,  tot  het  federt 
de  veroveringen  van  timurcek  weder  te  niet  gegaan 
is.  Verfcheidene  geleerden  van  later  tijden  hebben 
gemeend ,  dat  de  beroemde  Geestelijke  Vorst  in  het 
Koningrijk  Tibet,  dalai  lama,  geen  ander  is,  dan 
een  nakomeling  van  Priester  jan,  en  dat  de  Gods- 
dienst van  zijne  Lamas  met  den  Christelijken ,  uit 
welks  verbastering  deze  ontftaan  zal -zijn,  eene  mer- 
kelijke gelijkvormigheid  heeft.  Men  heeft  zelfs 
overeenkomst  in  den  naam  gevonden.  De  eigenlijke 
naam  van  Priester  jan  zal  geweest  zijn  Prcte  Ge- 
han,  en  Lama  zal  in  het  Mogolsch  een  Priester  be- 
teekenen;  en  Dalai,  even  als  Gehan  in  de  taal  van 
het  Noordelijk  Indie ,  x^neti  wijden  omvang;  zoodat 
Dalai  Lama  en  Prete  Gehan  tQïitn  algemeenen  Pries- 
ter 


GESCHIEDENIS.  333 

ter  zal  aanduiden.    Maar  gefield  ook ,  dat  men  geen-       v 

zins  alle  fporen  van  een  vervalscht  Christendom  bij     ^^^^ 

UI 
de  Lamas  kon  ontkennen,   evenwel  zijn  'ér   gewig-  Hoofdft, 

tigc  bedenkingen   tegen  de  bovengemelde  meening  in  n.i  C.  G. 
te  brengen,     mosheim  heeft  in  zijn  later  gcfchrcve-  ^^f '°J2' 
ne  Kerkgefchiedenis   ( ♦)  onderflcld ,   dat   wezenlijk  . 
een  Priester  den   troon   van   dtn   Aziatifchen  Vorst 
KENCHAN  na   deszclfs    dood  beklommen,   en    daar 
door  tot  den  meer  gemelden   naam   aanleiding  gege- 
ven heeft.    Maar  de  verhalen  van  eenige  Westerfche 
Geestelijken,  die  ten   dezen  tijde   in  het  Oosten  ge- 
reisd hebben,  kunnen  kwalijk  opwegen  tegen  de  be- 
-ligten  van  Oosterfche  Schrijvers. 

Met  den  laatflen  der  bovengenoemde  Vorsten  was 
de  Paus  alexander  III  in  kennis  geraakt.  Een  Ge- 
neesheer van  den  Paus  (^Magister  philippus)  had 
hem,  bij  zijne  wederkomst  van  eene  reize  in  Tar- 
tarye ^  gemeld,  dat  de  Christelijke  Koning  aldaar 
jnet  de  Roomfche  Kerk  in  verbindtenis  wenschte  te 
komen,  en  haar  onderwijs  te  ontvangen.  Dit  be- 
rigt ,  gegrond  of  ongegrond ,  gaf  den  Paus  aanlei- 
ding, om  in  het  jaar  1177  eenen  Brief  aan  dezen 
Koning  te  zenden,  waar  op  evenwel  niets  verder 
gevolgd  is. 

Doch  die  zelfde  Mogollcn ,  die  den  Priester  joan-  Bekee- 
KES  onder  hunne  wapenen  deden  vallen ,  gaven  kort  ""^  ^^' 
daarna  aanleiding  tot  zekere  fchikkingen,   om  hunne  onder  de 
bekeering  te  beproeven.    Na  het  overlijden  van  gen-  Mogol- 

erin 
geil: 


Gis-CHAN  in  het  jaar  1227,   werden  de  veroverin.  *""* 


(*)  IV  Deel  Bladz.  23: 


334  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  geil ,  of  liever  verwoestingen  van  vele  landen  onder 
BOEK  de  bevelen  van  zijnen  zoon  oktai  tot  diep  in  Eu- 
Hoofdft.  ^°P^  voortgezet.  Rusland^  Polen  met  het  daar  toe 
na  C.  G.  behoorende  Sikzie,  benevens  Hongarye,  leden  van 
Jaar  1073.  ^^^  ^.^^^  ^^^6  tot  1241  onbefchrijfelijk  veel  van  deze 
^  volken.     Vergeefs    deed    Keizer    frederik  II   zijn 

best ,  om  de  Europifche  Vorsten  tot  vereeniging  te- 
gen deze  geduchte  vijanden  te  bewegen,  hij  zelve 
werd  veel  meer  door  den  Paus  als  een  Mogol  of 
Turk  behandeld;  waar  over  hij  zich  in  Brieven  aan 
den  Koning  van  Engeland  en  andere  Vorsten  ver- 
geefs beklaagde.  Zelfs  was  gregorius  IX  voorne- 
mens, den  Keizer  op  eene  Kerkvergadering  in  den 
Ban  te  doen  of  af  te  zetten.  Evenwel  werden  'er 
Vastendagen  en  Biduren  verordend ,  om  's  hemels 
hulp  tegen  de  Mogolkn  te  verwerven,  lodewyk 
IX,  Koning  van  Frankryk,  zeide  tegen  zijne  moe- 
der, als  zij  hem  hare  vrees  voor  het  naderend  ge- 
vaar te  kennen  gaf:  Als  de  Tartaren  ons  naderen, 
floten  wij  hen  weder  in  de  Hel,  of  wij  komen  allen 
als  martelaars  bij  God  (*). 

iNNocENTius  IV  ,  die  in  het  jaar  124 1  Paus  ge- 
worden was,  vervolgde  den  gemelden  Keizer  fre- 
derik II  zoo  hevig  als  zijn  voorzaat,  en  kondigde 
dus  geenen  kruistogt  af  tegen  de  Mogollen^  hoewel 
thans  gevaarlijker  vijanden  dan  de  Arabieren  en  Tur- 
ken  ^  maar  hij  zond  in  het  jaar  1243  twee  Brieven 
aan  de  Mogo'fche  Vorsten,  in  welke  hij  hen  ver- 
maande, hunne  verwoestingen  en  wreedheden  na  re 

Ia- 
C*)  MATTH.  VAK.  ad  a,  1241.  p.  557. 


GESCHIEDENIS.  335 

laten,  en  zich  in  het   Christendom   te  laten  onder*       V 
wijzen;  met  deze  Brieven    zond   hij   eenige   Monni-     ^^^^ 
ken  af  uit  de  twee  onlangs  gcftichte  Orden  der   Be-  Hoofdfl, 
delmunniken  ,    de    Dominikaneit   en   Franciskanen  ,  na  C.  G« 
van   deze   heeft    sbion    van   St.  Qiiintin ,    uit   de  J^J^^j^^ 
Dominikanen ,   en    een   ander ,  joannes  de    plano  , 

CARPiNi ,  uit  de  Franciskanen ,  eene  befchrijving  van 
hunne  reize  opgefteld ,  welke  nog  voorhanden  zijn. 

De  Dominikanen  gingen  in  het  Jaar  1245  tefcheep 
naar  Armenië  en  Perfiè,  en  kwamen  in  het  jaar 
ia57  in  het  leger  van  den  Veldheer  der  MogoUen 
BAGOTHNOi ,  of  eigenlijk  bayu  novian  aan.  Door 
hem  gevraagd,  wie  zij  waren?  gaf  ascelino,  een 
dezer  Monniken,  ten  antwoord:  Ik  ben  een  afge- 
zant van  den  Heer  Paus,  die  bij  de  Christenen  eene 
hooger  waarde  heeft,  dan  eenig  ander  mensch;  en 
wien  zij  als  hunnen  Vader  en  Heer  vereeren.  Ook 
weigerden  deze  Monniken  de  kniebuiging  voor  den 
Veldheer  te  verrigten,  en  vertoornden  de  Mogoh 
door  hunne  trotsheid  zoodanig ,  dat  de  Veldheer 
hen  ter  dood  wilde  laten  brengen,  en  met  moeite 
bewogen  werd,  om  hen  heen  te  zenden;  met  een 
antwoord  op  'sPaufen  Brief,  waar  in  hij  fchreef: 
dat,  als  de  Paus  op  zijn  aardrijk,  water  of  erf- 
deel wilde  blijven  zitten,  hij  zelve  bij  hem  moest 
komen. 

Meer  fchijn  van  gunftige  hoop  bragten  de  Fran- 
ciskanen terug,  die,  onmiddelijk  aan  den  Grootett 
Khan  zelven  gezonden  waren.  Zij  kwamen  dadelijk 
in  het  jaar  1246  bij  den  Khan  gaiuk,  die  onlangs 
zijnen  Vader  oktai  was  opgevolgd.    Aan   deszelfs 

Hof, 


336  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  Hof,  dat  is  in  zijn  leger,  waren  vele  Christenen  j 
^^F'^  die  op  de  Grieksch-Nestoriaanfche  wijze  hunnen 
Hoofdft.  Godsdienst  vrij  oefenden.  Men  ftrooide  zelfs  uit, 
na  C.  G,  dat  de  Khan  het  Christendom  was  toegedaan  ; 
^^J*^!"^^' waarfchijnelijk  is  het,  dat  's  Vorsten  Moeder  tura- 
m  CHINA ,  eene   Nestoriaanfche    Christinne  ,   haren  ge- 

loofsgenooten  zoo  veel  befcherming  bezorgd  had. 
De  Afgevaardigden  bragten  een  antwoord  van  den 
Vorst  aan  den  Paus  mede,  wien  deze  Monniken  te 
gelijk  verhaalden  ,  dat  dezelve  door  hen  in  het 
Christendom  onderwezen  was ,  en  hetzelve  eerlang 
aannemen  zou.  Men  zegt  verders,  dat  dit  werke- 
lijk gebeurd  zij,  en  dat  de  Paus  daarom  joannes 
DE  PLANO  CARPiNi  tot  Bisfchop  bcnoemd  hcbbe. 
Maar  van  deze  bekeering  is  niets  met  zekerheid  be« 
kend. 

Omtrent  dezen  tijd  had  Koning  lodewyk  IX  van 
Frankryk  zijnen  eerden  kruistogt  ondernomen.  Toen 
hij  zich  in  het  Jaar  124S  op  het  Eiland  Cyprus  be- 
vond, bragten  twee  Gezanten  van  den  Tartaarfchen 
(of  Mogolfchen')  Veldheer  erchaltay  ,  (eigenlijk 
ILOSCHIKTAI,  )  hem  eenen  Brief  van  denzelven 
over  ,  in  welken  hij  groote  genegenheid  voor  de 
Christenen  vertoonde.  Ook  verhaalden  deze  Gezan- 
ten ,  dat  deze  Veldheer  en  zelfs  de  Groote  Khan , 
met  eene  menigte  van  zijne  onderdanen  ,  reeds  ge- 
doopt waren.  Men  houdt  echter  deze  Gezanten 
voor  bedriegers,  die  den  Koning  zulke  fprookjes 
verhaalden,  om  hem  wat  geld  af  te  lokken,  omdat 
foortgelijke  berigten  bij  dezen  eenvoudig  vromen 
Vorst  altijd    welkom  waren,    lodewyk  zond  daar 

op 


, 


GESCHIEDENIS.  (^37 

np  eenige   Gezanten   met   kostbare    gefchenken    aan       V 
den  Grooten  Khan  en  aan  iltschiktai.     Maar  de    "^^^ 
Gezanten  waren  zoo  gelukkig  niet,  om  den  gewaan-  HoofdfL 
den  ILTSCHIKTAI   te   kunnen    vinden,  of  ook  van  na  C.  G, 
de  bekeering  van  den  Grooten  Khan   iet   te    verne-  jot^riy* 
men.    biangu.  Kleinzoon    van    gengiskhan,   was  ^       ■■ 
deszelfs    opvolger  ;    en   dezen    zal    men   voor   een' 
Christen  moeten  houden,  als  het  berigt  van  eenen 
ooggetuigen,    haitiio    den    Armeniër^    iet  gelden 
zal  (*).     Volgens  hera  begaf  zich  de  Koning  van 
Armenië^  aito,  in  het  jaar   1253,  i^^^r  het  leger 
van  den    Grooten    Khan^   van    wien    hij    vriendeÜjk. 
ontvangen   werd ,    en   op    's  Konings    voordel ,  liet 
MANGU  zich  door  eenen  Bisfchop ,  Kanfelier  van  den 
Koning ,  doopen ,  met  een  aantal  van  zijne  Grooten. 
Men  kan  wel  dit  getuigenis  niet   geheel  verwerpen^ 
doch  men  kan  echter  van  deze  bekeering  zich  geene 
groote  verbeelding   maken.     Dewijl   de  Moeder  van 
den  Khan  eene  Christinne  was,    kan  de  Vorst  wel 
groote  achting  voor  haren  Godsdienst  betoond,  en 
een  gedeelte  van  deszelfs  piegtigheden  waargenomen 
hebben,  maar  het  blijkt  in  het  vervolg,  dat  Neito- 
riaanfche   Priesters,   Muhammedaanfche  hnans ^  en 
Heidenfche  Bonzen  aan  dit  Hof  beurtelings   hunnen 
Godsdienst  oefenden  ,  en  dat  de  Vorstinnen  uit  het 
gedacht  van   den    Khan  niet  alleen   aan  het  kruis 
eerbied  bewezen ,  maar  ook    dezelfde  aandacht  bij 
Godsdienstplegtigheden  betoonden,   die   niet  Chris- 
telijk waren.     Ook   bevestigde  het   berigt  der  Ge- 

zan< 

(*}  Hht.  Oriënt,  feu  de  Tartaris  C.  i2.  p*  37. 

XV,  Deel.  Y 


53S  K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

V      zanten  van  lodewyk  IX  bij  hunne  wederkomst  ver 

BOEK     of  na  niet  alles ,  wat  haito  van   de  bekeerina:  van 
III 
Hoofdft.  ^^"  Khan  verhaalt,   hoewel  zij  breed  opgaven  van 

na  C.  G,  de  menigte  Christenen,  die  zij  aangetroffen  hadden, 
J^"J°^|*  Ondertusfchen  verwekte  een  Gezant  van  eenen  Mo' 
r  golfchen  Vorst,  sart  ach,  die  een  Christen   gewor- 

den was,  in  het  jaar  1254  nog  grooter  vreugde  aan 
den    Paus,   die  ook    ten    dezen  tijde   Dominikanen 
zond  aan  den  Sultan  van  Turkyen ,   zonder   dat   'er 
nader    bepaald  wordt,  waar  men   dezen  Sultan  te 
zoeken  hebbe,    Aan  den  anderen  kant  zond  lode- 
wyk den  Francïskaner ,  willem   rubruquis  ,  met 
twee  anderen   van  zijne  Orde,   aan  sartach  ,   die 
omflreeks  de  Wolga  en  de  Don  regeerde.    Wij  heb- 
ben  de  Reisbefchrijving   van  dezen    Monnik  nog  , 
welke  ons  van  de  Mogollen   en  hun  land  een  vrij 
leerzaam  denkbeeld  geeft ;   maar  die  ronduit  zegt , 
dat  de  Khan  mangu,  dien  hij  zelve  gefproken  heeft, 
geen  Christen    geweest  is;   ook  twijfelt  hij  aan  de 
bekeering  van  sartach  ,  omdat  dezelve  geen  Chris- 
ten genoemd  wilde  zijn ;  maar  geeft  duidelijk  te  ken- 
Hen  ,  dat  de  Godsdienst  van  dit  Hof  beftoïid  in  een 
mengelmoes  van    plegtigheden  uit  allerhande  Gods- 
dienften ;  ook  bragt  hij  eenen  Brief  mede  van  man- 
gu-khan  aan  lodewyk,  in   welken   geene   fpoor 
van  Christendoni  voorkomt.  Veel  nleer  ontvouwt  hij 
den  Koning  de  bevelen  van  den  eeuwigen  God  op 
eene  dreigende  wijze,  en  eischt  van  hem  Gezanten, 
om  te  zien ,  of  hij  vrede  of  oorlog  hebben  wil. 

Niet  lang  daar  na,  in  het  jaar   1258,  veroverde 
HULAGU,  (of  HULAKU,)  Brocder  van   den  grooten 

Khan  , 


GESCHIEDENIS.  339 

Rhan  ,  Bagdad^  waar  door  het  klein   overfchot  van       v 

hét  Arahifche  Chalifaat  vernietigd  werd.      De   Ca»     ^^^^ 

thoHcus   en    Patriarch    der    Nestorianen    dezer   ftad  Hoofdlh 

bergde  zich ,  toen  zij  aangetast   werd ,   met  hen  in  na  C  G. 

eene  Kerk;  ook  genoten  zij,   onder  de  heerfchappij  ï^"^°{ï* 
70  j  1  "^"^  -'  tot  1517» 

der  MogoUen ,    aldaar  meer  vrijheid.     Doch  bij  de . 

Mogolkn  werd  minder  van  den  Godsdienst ,  dan  van 
landverwoesten ,  plunderen  en  heerfchen,  gefproken. 
BATu,  een  Vorst  uit  het  Huis  van  gengis-khan, 
^\z  ook  een  Christen  zou  geworden  zijn,  bood  in 
het  jaar  1259  <3c"  Hongaarfchen  Koning  bela  de 
keuze  aan ,  om  een  huwelijk  te  fluiten  tusfchen  himne 
kinderen ,  en  zich  met  de  Mogolkn  tot  het  aanvallen 
van  andere  Christen  Volken  te  vereenigen,  of  zich 
tot  eenen  geduchten  oorlog  te  bereiden. 

Doch  in  hetzelfde  jaar  volgde  koblai,  (of  ku- 
BLAi,)  zijnen  overledenen  Broeder  mangu,  als  op- 
perfte  Khan  der  MogoUen  op.  Deze  befchaafde  dit 
volk.  Meester  geworden  van  Kataja ,  of  het  noor- 
delijk China  ,  nam  hij  de  zeden  en  kundigheden  der 
Chinezen  aan,  kunrten  en  wetenfchappen ,  landbouw 
en  koophandel,  werden  door  hem  bij  de  MogoUen 
ingevoerd,  en  op  allerhande  wijze  befchermd;  ook 
werd  voor  hun  een  letterfchrift  uitgevonden.  'Er  wa- 
ren gefladig  niet  weinig  Christenen  aan  zijn  Hof;  en 
de  verwoestende  togten  tegen  de  Christen  landen  na- 
men geheel  een  einde. 

Zijn  Broeder  hulaku  ,  die  over   Perftè  regeerde ,  De  3Mo 

betoonde  zich  nog   gunfiiger  jegens   de   Christenen,  fo^^^he 

..       n  '     1  Khan  iiu- 

waar  aan  zijne  Moeder,   en  nog  meer,   ééne  zijner  LAKcroeic 

Vrouwen,  die  Christenen    waren,  veel   toebragten.  ^^ AsO-ni- 
Y2  j^..nenmt. 


340  KERKELIJKE 

V       Hij  zelve  fchijnt   echter   nooit  tot  het  Christendom 

BOEK     {g    2ijn  overgegaan.     Deze    hulaku  roeide  in  het 

Hoofdft.  j^^i'    I2Ö2   den  zoo   beruchten    Muhammedaanfchen 

na  C.  G.  aanhang  der  Asfafinm  geheel  uit.       Deze  worden 

\f^^  j-"^^]  ons    door    de    Schrijvers    der   Gefchiedenis  van    de 

.    kruis icgten  beichreven  als  eene  zeer  geduchte   Natie. 

van  omtrent  70,000  ftrijdbare  mannen  in  de  vestin- 
gen van  Fenicië^  niet  alleen  door  hunne  dapperheid, 
maar  ook  door  hunne  moorden ,  waar  toe  him 
Vorst,  dien  zij  den  Ouden  van  den  Berg^  (^fenex 
de  inontanis^  vetulus  de  monte ^^  noemen,  hen  ge- 
bruikt zal  hebben.  In  den  grond  was  dit  eene  dweep- 
achtige  Godsdienstpartij  onder  de  Muhammedanen  ^ 
die  hnren  naam  had  van  het  woord  Gasfas ^  (een 
verfpiedcr  ^  oïfpion,')  wier  Oichter  of  hoofd  yc/^^V-^ 
ol  gebal,  of  Heer  van  den  berg  heette.  Deze  par- 
tij had  zich  omtrent  170  jaren  ftaande  gehouden. 
Nog  is  de  benaming  Asfasfm  en  Asfafino  in  de 
beteekenis  van  moordenaar  in  twee  talen  naar  den 
jiaam   van  deze  partij  overig. 

K11BLA1,  de  groote  Khan  der  Mogollen  ^  overleed 
in  het  jaar  1294;  zijn  Broeder  hulaku  was  reeds 
in  het  jaar  1264  overleden ,  en  door  2ijn'  Zoon 
ABAKA ,  of  vollediger  abaka  -  il  -  khan  ,  opgevolgd. 
Deze  Vorst  was  getrouwd  met  eene  natuurlijke 
Dochter  van  den  Griekfchen  Keizer ,  die  voor  de 
godsdei.lböe  vrijheid  der  Christenen  in  het  gebied 
van  haren  Gemaal  zorgde.  Hij  zelve  zond  in  het 
jaar  1267  een  en  Gezant  aan  den  Paus,  even  wei 
niet  met  oogmerk,  om  het  Christendom  te  willen 
aannemen,  maar  om  een  verbond  voor  te  (laan  met 

de 


GESCHIEDENIS.  S4i 

de  Christen  Vorsten  tegen  den  Sultan  van  Egypte,       V 

die  met  den  Mogolfchen  Khan  van    Kaptfchak  zich     ^^^"^ 

tegen  hem   verbonden    had.    Ten   dienzclfden  einde  HoofdfL 

verfcheenen  'er   ook   Gezanten   van   abaka  ,   op   de  ia  C.  G, 

Kerkvergadering  van  Lions.    in  het  jaar    1274.     to-  J^^'"]'^73» 
o  o  7  j  '  ^      J      tot  13  iT', 

ANNES  XXI  ontving  ook  in   het  jaar    1277  nog  een  » 

gezantfchap  van  den  Khan,  en  nicolaus  IV  zond 
in  het  jaar  1278  vijf  Franciskanen ,  om  onder  de 
Mogolkn  het  Christendom  voort  te  planten ,  maar 
derzelver  voortgang  bliikt  niet  heel  groot  geweest  te 
zfijn.  abaka  llierf  in  het  jaar  1282  ,  zonder  dat 
zijne  voorgeflagene  verbindtenisfen  met  de  Christe- 
nen tot   ftand  waren  gekomen. 

Tot    hier   toe     hadden    de    Christenen    onder    de  Vervol- 

Moïiolkn  vrijheid  van  Godsdienstoefening   genoten ,  ^?S  der 

.  &    &  9  Christe- 

maar   de   Broeder    van   abaka  ,    niekudar  ,    door  nen  door 

HAITO   TONGODoa    genoemd  ,   hoewel ,   gelp    men  ^^  ^^^' 
.....  .       ,  j  geilen. 

verhaalt,  in  zijne  vroege  jeugd   met   den   naam    ni- 

COLAUS  gedoopt ,  omhe'sde  het  B'If.hammedannsch 
geloof,  en  nam  den  naam  achmet  aan;  nu  word 
hi|  een  vijand  en  vervolger  der  Christenen ,  wier 
Kerken  hij  liet  omverwerpen,  zij  zelven  werden  ge- 
bannen, gedeeltelijk  ook  ter  dood  gebragr.  Doch 
zijn  Broeders  Zoon,  argon  of  argun,  iliet  hem 
in  het  jnar  1284  van  den  troon,  en  liet  hem  om 
het  leven  brengen. 

Nu  kwamen  'er  weder   gelukkiger  tij:^en    voor  de  Verdere 
Christenen;   alzoo   argun   hun  zeer  gunflig  was  ,  ^^'"'S'^^" 
en   hunne   Kerken   we.ier   op   liet   boivven.      In   het  Qiri'-'ten- 
jaar  1285    kwamen   'er  Gezanten   van   hem   bij  (}itxi  dom  on« 
Paus  aan ,  en  andermaal  in  het  jaar    izSö ,  met  een  ^J  ^^,^ 
y  3  voor- 


342  K  E  R  K  E  L  U  K  E 

V       voorM  ,   om    in    verbindtenis  met    de    Christenen 

BOEK     Palestina  te  veroveren ,  ook  zeide  men  ,  dat  hii  zel- 

III  7  '  j 

Hoofdft.  ve  geneigd   was,  een   Christen  te  worden,  zoodra 

na  C.  G.  hij  yeruzalem  zou  veroverd  hebben.     Hier  bij  l;vva- 

Iq^''  °^^'  men   de  gelukkige    pogingen  van  eenige  Franchca" 

m  nen ,  onder  welke    joannes   de   monte   coPvVIno 

bijzonder    uitmuntte;   waar   op   de  Paus  aan  dezen 

Khan  argun  en  andere  Mogoïfcke  Vorsten  Brieven 

afzond,  maar  deze  en  andere  Brieven   deden  de  ge- 

wenschte  uitwerking  niet. 

Sedert  waren  de  lotgevallen  der  Christenen  afwis- 
felend  onder  de  Mogoïlen  in  Perfi'é»  randgiatu, 
of  gelijk  een  ander  hem  noemt,  kazietu,  ook  een 
Zoon  van  abaka,  die  van  1291  tot  1295  regeerde, 
fchijnt  jegens  de  Christenen  zeer  onverfchillig  ge- 
weest te  zijn.  BAiDu,  een  Kleinzoon  van  hulaku, 
die  hem  opvolgde,  wordt  van  haitho  een  goed  en 
geloovig  Christen  genoemd,  maar  reeds  in  de  acht- 
fte  maand  van  zijne  regering  werd  hij  door  arguns 
Zoon ,  CAZAN ,  wien  de  Muhammedanen  onder- 
lleunden,  in  eenen  veldnag  van  het  leven  beroofd. 
Deze  was  eerst  een  openbaar  vervolger  der  Christe- 
nen ,  maar  hij  fchonk  hun ,  op  voorbede  van  den 
Koning  van  ArmenVé^  haitho  genoemd,  van  wien 
de  gemelde  Gefchiedfchrijver  een  nabeftaancie  was , 
weder  rust,  en  verbond  zich  zelfs  met  dezen  Ko- 
ning tegen  den  Sultan  van  Egypte.  De  Gefchied- 
fchrijver HAITHO  heeft  dezen  oorlog  in  perfoon  bij- 
gewoond, maar  is  in  het  jaar  1305  op  het  Eiland 
Cyprus  een  Kanunnik  van  de  Premonftratenfer-Orde 
geworden.  Het  jaar  te  voren  was  cazan  overle- 
den. 


G  E  SC  m  E  D  EN  j[S.  343 

dcü,  zonder  ooit  het  geza^  van  den  grooten  Khan       y 

erkend  te  hebben.  boek 

Widdelervvijl  hadcjen  de  Paufen   nog  flecds  voort-  Hoofdd. 

gevaren  ,  Domini kanen   cu^  Franchkanen   tot  voort-  na  C.  G. 

planting  van  het  Christendom  onder  de  Mo^oUen  te  J^^^^°73  ♦ 
■^  °  -  °  toe  1517. 

zenden.    De  laatfte   keer  gefchiedde   dit  nog  in   de        _  ,  ^ 

jaren  1296  en  1299,  zijnde  zij  daar  toe  opgewekt 
door  de  genegenheid  van  den  gropten  Khan  koblai 
jegens  de  Christenen.  Deze  had  4cn  beroemden 
yenetiam  marco  polo  ,  en  te  voren  deszelfs  Va- 
.der  en  Oom ,  gunftig  ontvangen.  Ondertusfchen  geeft 
MARCO  POLO  noch  HAiTHO  ons  een  naauwkeurig 
.berigt  van  den  Godsdienst  der  MogoUen  -;  de  eerfte 
<zegt,  dat  zij  /Afgodendienaars- vtzr^n^  en  bijzonder 
eenen  God,  natigai  genoemd,  aanbaden,  dien  zij 
.voor  den  God  der  aarde  hielden;  maar  hait^o 
ipreekt  hen  vrij  van  Afgoderij,  zeggende,  dat  zij 
eenen  onfterfelijlien  God  beleden ,  en  aanbaden  ; 
maar  voorts  weinig  uit  eer.bied  voor  hem  doen  gf 
laten  wilden.  In  den  grond  echter  fchijnen  zij  Afgo- 
dendienaars geweest. te  zijn.  Hoe  genegen  ondertus- 
fchen de  groote  C^^;;  koblai  den  Christenen  was, 
zoodat  hij  den  Joden  en  Muhammedanen  verbood, 
den  God  der  Christenen  en  het  kruis  te  lasteren  ^ 
evenwel  bleef  hij  omtrent  den  Godsdienst ,  die  hij 
^  voren  was.  Zijn  Zoon  tbiu.rchan  ,  zijn  op- 
volger, die  tot  het  jaar  ^307  leefde,  fchijnt  den 
Christenen  niet  minder  gunftig  geweest  te  zijn  dan  zijn 
Vader,  Ten  minfte  de  voorheen  gemelde  joannes  i>e 
MONTE  coRviNO  meldde  in  de  jaren  1305  en  1306 
in  twee  Drieven  uit  Cambahi ,  Hoofdftad  van  Kataia , 
Y  4  thans 


544  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  thans  Peking ,  Hoofdftad  van  China  ,  dat  hij ,  niet- 
BOF.K  tegengaande  den  tegenftand  der  Nestorianen  ,  die 
floofdft.  ^^^  '^^.i  ^^"  Chan  befchuldigden  als  een'  verfpieder, 
na  C.  G.  te  Camhalu  eene  Kerk  met  klokken  gebouwd  ,  en 
Jg"J°J^'  omtrent  6,000  menfchen  gedoopt  had.  Ook  had  hij 
fc-  -  -  J50  Heidenfche  jongens  gekocht  en  onderwezen ,  die 
hij  nu  bij  den  eeredienst  gebruikte.  Bovendien  was 
een  Koning  in  die  Landen  van  het  gefiacht  van  den 
Priester  joannes  door  hem  van  de  Nestor ianerij 
tot  het  Roomsch  geloof  bekeerd ,  die  de  lagere  Kerk- 
dienften  waarnam,  en  den  Franciskaan  bij  het  Al- 
taar in  Koninklijke  kleederen  diende ,  en  eene  Kerk 
(lichtte  ter  eere  van  God,  van  de  Heilige  Drieëen- 
heid  en  van  den  Heere  Paus ,  welke  hij  daarom  de 
Roomfche  Kerk  noemde.  Maar  na  zijnen  dood  wis- 
ten zijne  Broeders  al  deze  nieuwbekeerden  tot  de 
Nestorianerij  terug  te  brengen,  monte  corvino 
had  de  Tartaar fche  taal  en  fchrift  zoo  ver  geleerd  , 
dat  hij  het  geheele  Nieuwe  Testament  en  de  Pfalmen 
in  dezelve  kon  vertalen,  en  zeer  fraai  laten  affchrij- 
ven.  In  het  jaar  1305  hafï  hij  nog  eene  Kerk  te 
Camhalu  beginnen  te  bouwen.  Voor  dezen  ijver 
werd  deze  man  in  het  jaar  1307  door  den  Paus 
KLEMENS  V  beloond  met  het  Aartsbisdom  van  Cam- 
halu i  ook  werd  hij  tot  Pausfelijken  Legaat  in  het 
Oosten  benoemd  ,  onder  wien  zeven  Bisfchoppen 
(laan  zouden.  Wat  hij  eigenlijk  als  Christendom  ge- 
leerd hebbe ,  zegt  hij  niet ,  doch  zijne  Overzetting 
van  het  Nieuwe  Testament  wekt  een  gunflig  voor- 
oordeel voor  hem  op.  Hij  leefde  tot  het  jaar  1333. 
Dat  hij  in  het  jaar   1310  den  grooten  Chan  zelven 

met 


GESCHIEDENIS.  345 

net  zijne  Moeder  gedoopt,  en  hem  den  naam  jo-      v 
ANNEs  gegeven  hebbe ,  is  niet  gegrond ;  het  fchijnt     ^^^^ 
eer  een  Koning  der   Christelijke   Tartaren  in  Ten-  Hoofdfl, 
fiisck,  een  Zoon    van   eenen  koning  georgius   ge- "^  C.  G. 
weest  te  zijn,  die  van  een  Nestoriaan  een  Roomsch-  Ij^/jr^,* 
kathoïijke  geworden  is  (♦_).    In  het  jaar   13 14  reis-  — 
de  een  Franciskaan,   odoricus  de   Portu  Naonis  ^ 
naar   China  ^  om   daar   de   volken  te  bekeeren.    Hij 
Iwam  in  het  jaar  1330  terug,   en  zijne  Reisbefchrij- 
ving  is  in  later  tijden  bekend  geworden.      Volgens 
zijn  verhaal  heeft  hij  zich  te  Camhalu  drie  jaren  op- 
gehouden ,  vervolgens  reisde  hij  naar   het  land  Pre- 
tefoan  ^    (eene    verminking    van    het  Rijk  van  den 
Triester  jan,)  verder   naar  het   Koningrijk  Thibet^ 
en  zelfs  naar  den   Grooten  Lama ,   dié  toen   in  de 
taal  van  dat  land  Ahhasft^  dat  is,  Papa^  (^Fader,^ 
heette;   hier  had   hij   ook  FVanciskanen  gevonden, 
die  de  booze  geesten  door  wonderwerken  beftreden, 
en  daarom   ook  vele   inwoners  doopten.      Vertellin- 
gen ,  die    even   geloofwaardig  zijn ,  als   de   wonder- 
werken, welke  men  aan  nnoaicus  zelven  toefchrijfi: , 
en  om  welken  hij  tot  een'  Heiligen  gecanonifeerd  is. 
Ondertusfchen    zal    olgetu    chan  ,    (  eigenlijk 
KHODABENDA ,  )   een  Vorst  der  Westerfche   Tarta» 
ren^  of  Mogollen  ^   eenen  Gezant  aan  klemens  V 
gezonden  hebben ,  om  aan  de  Christen    Vorsten  zij- 
nen bijftand  aan  te  bieden  tegen  de  Saracenen ^vjz.'M 
op  de  Paus    hem  in   het  jaar   1308    een   antwoord 
zond.    Doch,  zoo  de  Paus  den  Vorst  niet  kwalijk 

bar 
O  ASSEMAN.  BihU  Oriënt, T.  III.  />.  II.  p.  CXXXIIf. 

Y5 


34Ö  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  begrepêö..  heeft ,  is  'er  all?  vermoedeo  y>aq  onecht- 
BOEK  ijeid  [jn  deze  aanbieding,  alzoo  het  Rij^  der  Sara- 
Hoofdll.  ^^^'^'^  9  ^^  ^^'^  Chalifaat  der  Arabieren ,  reeds  lang 
na  C.  G.  verftoord  was.  —  Een  ander  Mogolfche  Vorst  en 
janrio73.  j^^jjjoiueling  van  genqiskan  ,  usbek  ,  regeerde  kort 
.  daar  na    in   de    groote   landftreek   tusfchen   de   drie 

rivieren  Don ,  Atel  en  ^aik ,  door  de  Mogoïlen  de. 
Velden  v.an  Kipzak  genoemd,  misfchien   het   Vader- 
land der  Kofykken^ ,  D^2;e  was  een  ijverig  Muham- 
ffiedaan ,  die  dezen  Godsdienst  in  de  landen  van  zijn 
gebied  invoerde,  en  van  zijne   onderdanen   zoo    be- 
mind jverd,   dat  zij  zich    naar  hem    Usbeks   no^m- 
4ên,,  ,e,en  naam ,  dien  zij  nog  i;i  het  Groot  Buk^a^ 
ri'è  en  in  Charastn,  (^oï  Chowaresmi'é^^  dragen.  X)p 
hun  bezwaar ,  dat  (^e  -Idoiiken ,  waar  van   zich   de 
Chris tene-n,  die   aan.  hetm  onderworpen    waren  , .  in 
hy^nnp  ,J£erken  bedienden ,  van  ;£ene .  booze   voorbe- 
èyfdin^  waren ,   verbood    usbek   hun   het   gebruik 
derzeiven.     Evenwel  het  Paus  joannes   XXII   zich 
wys  m^ken,  gelijk  dit  meermalen   het    geval    bij   de 
Paufen  was,. dat  deze  Vorst  het  Christendom  zeer 
gu:nftig-,w.as,,  waarom  hij  ook  in  het  jaar  1318  aan 
h^m  fchreef ,  om  dit  verbod  op  te  heffen ,    en  jiiet 
znn.  wik  het .  Christen  geloof  aan  te  nemen. 
Christe-        Na  4e  dood  van  joannes  de  biontü  corvino, 
nenin       beuoeinde  JOAN  XXII  in    het  jaar   1333   den   Fran- 
^'^'"Vd  <^^^^^^^^    NicoLAUs   tot    deszelfs    opvolger ,   welke 
Qcbter  nooit  ter  plaatfe  van  zijne  beltemming  fchijnt 
gekomen   te  zijn.    Evenyvel  bleef  de    toeftand   jdes 
Christendoms  in  China  zoo  bloeijend,  dat  'er  in  het 
Jaar  1338  Gezanten  van  den  grooten  Chan  te  Avig' 

nm 


GESCHIEDENIS.  347 

fim  bij  den  Paus  kwamen  met  eenen  Brief,  in  wel-       v 
ki3n  hij  den  Paus  ora   zijnen   zegen  verzocht.     Ook     '^ot-k 
werden  weder  Frauciskanen  naar  China  gezonden,  Hoofdlt 
die  in  het  jaar  1353   terug    gekeerd  berigtten,  dat  na  C.  G. 
de  Groote   Chan  zich  met  alle  zijne  onderdanen  aan  jQt^J^^^* 
den  Paus  onderworpen  had.    Maar,  behalve  de  ver*  j^ 

nietiging  van  eenige  Christelijke  Gemeenten,  onder 
de  JMogollen,  werden  ook  federt  het  jaar  1369  bij- 
kans alie  Christenen,  die  zich  in  China  bevonden, 
(}oor  de  groote  ftaatsverandering  daar  voorgevallen, 
uitgeroeid.  De  Chinezen  verdreven  onder  hunnen 
Veldheer  tschu  ,  de  MogoUcn  en  te  gelijk  alle 
Christenen  uit  hun  land;  ook  verbood  de  Chjnee- 
fche  familie  Mim ,  welke  toen  op  den  troon  kwam , 
aan  alle  uiilanders ,  om  in  het  Rijk  te  komen.  Slechts 
eenige  weinige  Christenen  bleven  in  het  Rijk  overig, 
en  alhoewel  urbanus  V,  die  van  dit  alles  niets 
vernomen  had,  in  de  jaren  1370  en  1372  nog  we- 
der nieuwe  Zendelingen  naar  China  zond,  zijn  deze 
waarfchijnlijk  niet  in  dat  Rijk  aangeland. 

Kort  daarna  herftelde  de  Mogolfche  Vorst  tibiur.,  Gods- 
of  TiMURBEK,  die  bij  de  Europeanen  meer  met  den  dienstvan 
naam  van  taisierlan  bekend  is,  het  Rijk  van  gen-  timür-° 
GiSKAN   weder  in   vollen   luister ,   doordien   hij  van  cek. 
het  jaar  1370  tot  a:in  zijnen   dood   1405,   als  Heer 
v.an  geheel  Bukharie  ook  het   grootfte  gedeelte  van 
ézis^  daar  onder   ook  IncVie^   benevens  vele  Rusji- 
fche    landen  veroverde,  geenzins  ten  voordeele   der 
Christenen ,   fchoon    zijn  levensbefchrijver  achiviet 
BEN  arabschah  in  het  Latijn  arabsiades  genoemd  , 
door  REisKE  uitgegeven,  berigt,  dat  hij  eene  bijzon- 
dere 


34S  K  E  R  K  E  L  rf  K  E 

V  dere  neiging  tot  het  Christendom  gehad  zal  hebben, 
BOEK  Maar  een  ander  levensbefchrijver  van  hem  schere- 
Hoofdft.  FEDDiN  ALi ,  in  het  Fransch  vertaald  door  de  la 
na  C.  G.  cRorx,  verzekert,  dat  timur  een  i.)veng  IMiiharmne^ 
j^^  i/iy'  ^^^^  geweest  is  van  de  gezindte  der  Sunniten ,  en 
■  een  hevig  vijand  der   Christenen   en    Heidenen       Hij 

beoorloogde   Georgië^   en  deed  den  Christen  Vorst 
van  Tiftet^  hippokrates,  door  velerhande  beweeg- 
redenen,   het    Muhammedaansch    geloof  aannemen, 
welk  voorbeeld   van    de    meeste    inwoners    gevolgd 
werd,  terwijl  de  llandvastig  blijvende  Christenen  ne- 
dergefabeld ,  hunne  huizen  verbrand,  en  hunne  Ker- 
ken ten  gronde  gefloopt   werden.     Op  een'  anderen 
tijd  liet  hij  de  Christenen,   die   te  Sebaste  gevangen 
werden,  voor  (laven   verkopen.     Voorts   heeft   deze 
vvereldverwoester,  (want  dat   was   hij  in  den  eigen- 
lijken zin,  ongeacht   veelvuldige   uitmuntende  gaven 
en    hoedanigheden)    het    Christendom   in   noord-  en 
zuid  -  Azië  niet  zoo  volkomen  uitgeroeid ,  of  'er  zijn 
Nestoriaanfche  en  andere  Christelijke  Gemeenten  hier 
en  daar  overgebleven. 
Bekee-         Doch  keeren  wij   terug  naar  Europa;  in  dit  we- 
ringen in  relddeel  waren  in   het   begin   van  dit   Tijdperk  nog 
het  Wes- 
ten  ^^^^  ongeloovige  volken.     De  Arabieren  en  Mnham- 

medanen  bezaten  nog  een  groot  deel  van  Spanje  en 
het  tegenwoordig  Portugal,  De  Slavifche  Natiën, 
zoo  wel  langs  de  Oostzee,  als  in  het  binnenflre  van 
Duitschland ,  tusfchen  den  Oder  en  de  Elbe ;  PniiS" 
fen ^  Lijflanders^  Litthamvers ^  Finnen^  en  anderen 
ten  Oosten;  maar  ook  verfcheidene  Volken  in  het 
Noorden  sm.  Europa^  waren   in  het  begin  van  dit 

Tijd. 


GESCHIEDENIS.  349 

Tijdperk  alle  nog  Tlcidensch^  maar  zij  werden  gedu-       v 
rende  hetzelve,  meer  echter   door  geweld  van  wape-     ^^^* 
nen  en   kruisvaarten ,  dan  door  overreding ,  tot  het  Hoofdll. 
Christendom  bekeerd.  na  C.  G, 

De  Pomrneranen  of  Pommerfchen ,   eene   S/avïfch; '^'^^  i<:i7 
Natie,  die  buiten  hun  land  fVenden  heetten,   bleven  — 

tot  in  het  begin  der  XILie  eeuw  Heidenen,  maar  ^  "  ^^ 
werden  het  eerst  gedeeltelijk  door  geweld ,  gedeelte-  ranea. 
lijk  door  onderwijs ,  tot  het  Christendom  bekeerd. 
Reeds  in  de  Xde  eeuw  was  een  gedee'te  van  hun 
Jand  cijnsbaar  aan  den  Poolfchen  Hertog  boleslav, 
die  in  het  jaar  997  adelberg,  Bisfchop  van  Praag 
.  van  daar  onder  de  naburige  Pruis  f  en  zond ,  die  hem 
ter  dood  bragten.  boleslav,  alle  zijne  onderdanen 
van  het  Heidendom  willende  bekeeren,  (lichtte  het 
JBisdotn  van  Colberg^  hetwelk  echter  met  den  dood 
van  den  eerften  Bisfchop  reinbert  in  het  jaar  1057 
weder  te  niet  ging.  Sedert  oorloogde  hij  en  zijne 
navolgers  aanhoudend  met  de  Pomrneranen^  die  nog 
onafhankelijk  waren.  In  het  jaar  1103  dwong  bo- 
leslav UI  eenen  Vorst  der  Pomrneranen  wartis- 
LAw  of  WRATISLAW ,  om  hem  hulde  te  doen ,  en 
bragt  hem  in  het  jaar  11 21  tot  volkomene  onder- 
werping. 

Nu  reisden  cenige  Poolfche  Bisfc hoppen  derwaards , 
om  het  Euangelie  te  prediken,  maar  deze  werden 
door  hen  ter  dood  gebragt.  Een  zelfde  lot  zou 
«enen  Spaanfchen  Monnik  ten  deel  gevallen  zijn,  in- 
dien niet  de  Afgodspriester  hem  het  leven  behouden 
en  met  zijnen  Kapellaan  en  volk  op  een  fchip  gebor- 
gen had ,  zeggende  ,  dat  hij  den  visfchen  zijn'  Gods- 

dienst 


350  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  dienst  prediken  mogt.  Dewijl  de  rijke  Pommerfchen 
BOER  2ich  aan  het  armelijk  voorkomen  van  den  Monnik 
Hoofdft.  geërgerd  hadden,  bcfloot  otto,  Bisfchop  van  Bam- 
na  C.  G.  lerg  ^  ^elve  tot  hen  te  reizen ,  met  eenen  aanzienlijken 
^^j"°j^  toeftel  en  rijke  gefchenken,  en  eene  aanbeveling  van 
w  den    Hertog    eoleslav.       Hij  werd    met    alle  be- 

reidvaardigheid  ontvangen,   bekeerde  en   doopte  een 
aantal  Heidenen ,  en  liet  eene  Kerk  bouwen ,  in  v,/el- 
ke  een  Priester  de  Mis  lezen  moest ;   ook  werd  de 
Hertog  WRATisLAW  zelve  gedoopt,  die  daarbij,  on- 
der  eenen    eed  op   de    overblijflelen    der  Heiligen, 
zwoer,   dat  hij  zijne  24   bijwijven  zou  wegzenden, 
en   zich  bij  zijne  déne  echte  vrouw  zou   houden, 
welk  voorbeeld  velen  van  zijne  onderdanen  volgden. 
Maar  in  de  (lad  ^ulln  liep  de  Bisfchop   gevaar  van 
het  leven,  evenwel  als  hij  de  inwoners  dreigde  met 
het  ongenoegen  van  den  Hertog  boleslav  ,  verklaar- 
den zij ,   dat  zij  zich  zouden   gedragen  als  die  van 
Stettin  ,  hetwelk  de  oudfte  en  aanzienelijkde  ftad  van 
Pommeren   was;  'die   van  Stettin  befloten  gezanten 
aan  den  Hertog  te  zenden ,  met  belofte  van  het  Chris- 
tendom te  zullen   aannemen,   indien  hij  hun  eenen 
duurzamen  vrede  en  vermindering  van  fchatting  toe- 
ftond.    De  Hertog  bewilligde  in  hun  voordel,  waar 
op  zij  het  Christendom  omhelsden.    Hunne  Tempels 
en  Afgodsbeelden  werden  vernield ,   en  de  Bisfchop 
in  het  jaar  11:15  een' zijner  Geestelijken,  adelbert, 
tot  Bisfchop  van  yulin  hebbende  aangcfleld,  keerde 
naar  Bamherg  terug.     Na  verloop  van  vier  jaren  be- 
zocht de  Bisfchop  zijne  Gemeenten  in  Pommeren  op 
nieuw,  verzeld  van  een  aanzienlijk  gevolg,  en  wel 

50 


GESCHIEDENIS.  351 

50  wagens  met  gefchenken  en  graan;  hij   vond,  in       v 
ée  meeste  fleden  en  ook   te  Stettin,   de  inwoners     ^'^^^ 
grootendeels   weder  tot    het   Heidendom    vervallen,  Hoofdd. 
echter    gelukte   het  hem ,  hoewel    niet    zonder    het  na  C.  G. 
doorllaan  van  vele  gevaren,  door  redenen,  door  ge- |Qt^Jri7* 
zag,  maar  ook  door  hulp  van  Hertog  boleslav  ert  — — — 
van  ALBER.T  den  Beer  ^  eerflen  Markgraaf  van  Bran- 
denhurg  ,  ja ,  gelijk  men  verhaalt  ,  ook  door  ver- 
fcheidene  wonderwerken,   de  afgevallenen  weder  tot 
het  Christendom  terug  te  brengen. 

De  volkoraene  bekeering  van  Stettin  haalde  hun 
de  vijandfchap  der  inwoners  van  het  Eiland  Rtigen 
{ Rkufefii")  op  den  hals;  aan  dezen  was  het  Eüari- 
gelie  reeds  meermalen  verkondigd,  maar  zonder  ge- 
volg. OTTo  befloot  dan  dit  werk  op  zich  te  ne- 
men, maar  als  hij  0^  het  punt  flond,  om  derwaarts 
te  reizen ,  werd  hij  door  eerien  dringenden  Brief  van 
Keizer  lotharius  opontboden,  om  naar  Bamherg 
te  keeren,  en  den  Keizer  tegen  zijne  vijanden  bij  te 
ilaan;  hij  ftierf  te  Bamherg^  in  het  jaar  11 39,  en 
is  naderhand  onder  de  Heiligen  geplaatst  (♦). 

Het  duurde  ondertusfchen  nog  lang,  eer  de  l^it-  Bekée- 
giers  het  Christendom  aannamen.     Eindelijk  nood-  ^"^S  ^^^ 
zaakte  erik  emun.  Koning  van  Deenmarken  hen,   "^  '"^ 
in  het  jaar   11 36,   om  hem  hulde   te  bewijzen;  zij 
Snoesten  tevens  beloven,  dat   zij  zich  zouden  laten 

döö- 

(*)  ANDREAE  Ahb.  S.  Mtchacl.  prope  Bnmberg,  Fita 
S.  Ottonh  in  ludewig  SS,  rer.  Episcop.  Barubcrg  f. 
1.  p.  4(5o.  Anonymi  Hta  Ottonis  in  cakis.  Lectt.  Ant» 
T.  III.  P.  II.  p,  55. 


352  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       doopeii ,  en  Christen  Priesters  zouden  dulden ,  alleerï 

BOEK     bedongen  zij,  dat  zij   iiunnen  Afgod  svantewith 

Hoofdft.  zouden  beliouden.    Zij  vielen  echter  dra  weder  af, 

na  C.  G.  en  Paus  eugenius  III  liet  in  het  jaar  1147  vergeefs 

Jaario73  ^^  j^    jg  ^     j^  j^^^^  prediken.    Maar  in  het  jaar  11Ó3 

tot  I517.  b  f  J  J 

a  veroverde  Koning  waldemar  van  Deenmarken  ^  ge- 

holpen door  ABSALON,  Bisfcliop  van  Rofchild^  een 
werkzaam  ijverig  man,  de  hoofdvesting  der  Rugiers , 
die    zich    thans    onderwierpen,    en    hunnen    Afgod 
SVANTEWITH  ovcrlevcrden.     De   krijgszuchtige   Bis- 
fchop  floot  vervolgens  met  den  Koning  der  Rugiers, 
TERiSLAV,  deszelfs  broeder  jaromar  en   de  voor- 
naamfl:endes  volks  het  verdrag  van  onderwerping ,  en 
liet  hunnen  Afgod  rugiawith,   wiens    beeld  zeven 
menfchelijke  aanzigten  had,  en  acht  zwaarden  voer- 
de, en  hetwelk  zoo  verbazend  groot  was,  dat  de 
Bisfchop  op  deszelfs  voet   ftaande,  met  zijne  heirbijl 
naauwelijks  de  kin  kon  raken,  en  nog  twee  andere 
Afgoden,  porewith  en   porenut   verbranden,   en 
alle  gedenkteekenen  van  Afgoderij  uitroeijen.     Onder 
de  regering  van  jaromar  iu  het  jaar  1170  werd  het 
Christendom ,  door  deszelfs  ijver ,  volkomen  ondes 
de  Rugiers  gevestigd. 
Bel<ee-         hendrik  de  Leeuw ,  Hertog  van  Sakfen  en  Beije^ 
ring  der   ren^  maakte  groote  veroveringen   in   de   JVendifcht 
J^,^"'^^',  landen  der  Wagriers  ^  Polahers  ^  Ohotriten  en  Rys- 
keu.         finers^  die  het  hedendaagfche  Holfiein ,  Lauwenburg, 
Mekkelenburg  en  een  deel  van  Pommeren   bewoon- 
den.    Door  deze   veroveringen   werd   het   Christen- 
dom in  deze  oorden   weder   herfteld,   of  gevestigd. 
Reeds  voor   twee  eeuwen  was  hetzelve   daar  inge- 
voerd , 


GESCHIEDENIS.  35^ 

voerd ,  maar  door  den  moord  van  den  Wendifchen       V 
Koning  godschalk,  in  het  jaar  1060  en  de   inftor-     °°''* 
ting  van  zijn   maj^dg  Rijk,   weder   te  niet   gegaan.  Hoofdfï. 
Ook  floten   de   Wenden   zijne   beide  zonen    van  de  '"  C.  G» 
opvolging  uit,  en  verkoren  tot  hun  Opperhoofd  den  lor'^J?''^* 
zoon  van  eenen  Rugifchen  Prins    kruko  ,  die  een  ■. 

vijand  was  van  den  Christelijken  naam.     Doch   in 
het  jaar  1105  gelukte  het  den  Prins  hendrik,  zoon 
van  GODSCHALK,  zijn  vaders  Rijk  te  herfliellen,  ook 
begon  hij  het  Christendom  weder  in  te  voeren.    Kort 
voor  zijn  dood,  omtrent  het  jaar  1121  vergunde  hij 
aan  dtn  Premonjiratenfer  vic^i.v^  ^  deszelfs  verzoek, 
om  in   zijn  gebied  Gods  woord  te  mogen  prediken, 
In  het  jaar  1131  bij  den  moord   van   den    Koning 
KNUT,   werd  het  Wendifche  Rijk  verdeeld.      Onder 
de  Vorsten,   die  het  beheerschten ,   regeerde  wite- 
KiND  te  Havelberg^  alwaar  reeds  in   de  Xde  Eeuw 
een  Bisdom   was   opgerigt;    maar  als  norbert,  de 
Heilige^  in  het  jaar  11 17  Aartsbisfchop  van  Maag-* 
denburg  geworden,  de  HaveUers  en  Leutiniers ^  die 
in  het   Bisdom    Havelberg    woonden,    door   knevela- 
rijen  drukte,  maakten   zij   eenen   opfl:and,  verjoegen 
of  doodden    de   Christenen  en  vernielden    derzelver 
Kerken,  en  rigtten  het  beeld  van  hunnen  afgod  ge- 
RoviT  weder  op.    witekind  kon  hier   niets  tegen 
doen,  maar  moest  dit  aanzien  en  dulden.     Van  hem 
leest  men  in  de  gefchiedenisfen ,  na  het  jaar   1131, 
niet  meer;  maar  in  11 33  fchonk  Keizer  lotharius 
de    Mark  Neder fakfen,    aan   al  bert.   Graaf    vaa 
Ballenfiad  ^  die  onder   den   naam  van  albert  den 
Beer ,  en  als   eerfte  Markgraaf  van    Brandenburg 
XV.  Deel.  Z  zuo 


354  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  zoo  beroemd  is  geworden,^  Hij  vestigde  zich  das 
BOEK  qqJj.  '^^^  j^gf  Bisdom  Have/berg,  hoewel  de  Bisfchop 
Hoofd  ft.  ^3^r  nog  geene  volkomene  veiligheid  vond. 
na  C.  G.  In  Brandenburg  of  Brennahon ,  alwaar  Keizer  ot-* 
iQi^Vyy' '^^  <jfe  Groote  ook  een  Bisdom  gedicht  had,  regeer- 
—   —    de  om  dezen  tijd  een  Hddensch  Vorst   przebislar. 

Christen-  ^f  pribislav  die  den  geheelen  ondergang  der  HaveU 

dom  in     ,       .    ,     „,        ^  ... 

Bronden-  ^^^^  beleefde.    Te  weten,  toen  m  het  jaar   1147  de 

burg.  groote  Kruistogt  door  bernhard  gepredikt  werd, 
trok  een  leger  Kruisvaarders  op  tegen  de  Obotriten  en 
Leutinie7's^  maar  deze  volken  boden  fterken  weder«> 
fland,  en  lieten  zich  eindelijk  wel  in  fchijn  doopen, 
doch  als  de  Kruisvaarders  onderling  oneens  gewor- 
den ,  elk  naar  huis  keerden ,  vielen  zij  weder  af  tot 
heidendom.  Alleen  de  Havellers  namen  niet  alleen 
het  Christendom  maar  ook  het  Kruis  aan  en  hun 
Vorst  liet  zich  doopen  met  den  naam  hendrik, 
en  ftelde ,  toen  hij  overleed ,  tot  zijnen  opvolger  in 
het  llijk  Markgraaf  AL  BERT  aan,  opdat  zijne  onder* 
danen  na  zijn  dood  niet  weder  tot  het  Heidendom 
terug  zouden  keeren. 

Toen  deze  Vorst  in  het  jaar  11 57  overleden  was, 
nam  albert  dadelijk  bezit  van  Brandenburg  en 
zijne  overige  landen,  en  dewijl  door  den  oorlog  de 
bevolking  zeer  verminderd  was,  deed  hij  volkplan- 
tingen van  den  Rhyn,  als  ook  van  Holland^  Zee^ 
ïand  en  Vlaanderen  overkomen,  waar  van  de  na- 
men van  eeiie  Landftreek  Flaming  in  het  Anhalt' 
fche  en  van  de  fteden  Bruek,  Niemek  en  Kamberg^ 
duidelijk  gevormd  uit  Brugge,  Nymegen  en  Kame- 
rik,  getuigenis  dragen.    Het  gevolg  hier  van  was, 

dat 


GESCHIEDENIS.  355 

dat  nu  wel  de  Christelijke  Godsdienst  de  heerfchen-       v 
de  werd,  maar  de  oude  inwoners  door  deze  nieuwe    ^^^-^ 
volkplantelingen  onderdrukt,  bleven   heimelijk  hunne  Hoofdft. 
oude    bijgelovngheden    aankleven,    te   meer    daar  de  "^  C   G. 
dartelheid  en  wulpsheid   der  Geestelijken    veelvuldige  [^t'^Jj^?* 
ergernis  gaf,  daar  men  Bisfchoppen  tegen   de   Vors-  ' 

ten  zag  oorlogen,  gelijk  de  Bisfchop  gunther  van 
Maagdenburg  tegen  den  Markgraaf  otto  ,  dien  hij 
in  het  jaar  1278  gevangen  nam;  en  ook  Bisfchop- 
pen tegen  Bisfchoppen,  gelijk  in  het  jaar  1239,  een 
Bisfchop  van  Brandenburg  door  eenen  Bisfchop  van 
Havelherg  gevangen  werd  weggevoerd. 
Het    noordelijk    gedeelte    der    Wendifche  landen ,  vicelin 

door  de  Obotriten  bewoond ,  werd  met  meer  moeite  P^'^'^^'^'^ 

onder  d6 
en  later  tot  het  Christendom  bekeerd.    Na  den  dood  slaven 

van  den  Koning  knüt  in  het  jaar  1131  regeerden  in  lietChri> 
deze  landen,  die  het  Mekkelenburgfche ^  Lauwen-^^^'^^^' 
hurgfche  en  een  gedeelte  van  het  Holfteinfche  bevat- 
ten, twee  Vorsten  prebislav  en  niklot,  die  in 
haat  tegen  de  Christenen  eikanderen  zochten  te  over- 
treffen ,  en  dezelven  zeer  wreed  behandelden.  Even- 
wel waagde  het  de  bovengemelde  vicelin  aan  de 
bekeering  dezer  volken  te  arbeiden.  Deze  vervolgens 
beroemd  geworden  man  was  te  Quernhamale  aan  de 
IVezer  in  het  Bisdom  Minden  geboren,  en  had  op 
de  fchool  te  Paderborn  zich  met  ijver  op  de  weten- 
fchappen  toegelegd,  en  muntte  tevens  uit  in  God- 
vruchtigheid ,  naar  de  wijze  dier  tijden ,  door  gebeden 
aan  de  Heiligen ,  onder  welken  de  Heilige  nicolaus 
bijzonder  door  hem  geëerd  werd,  en  door  de  kastijd 
dingen  van  zijn  ligchaam.  Te  Parys  voltooide  hij 
Z  2  zly 


35^  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  zijne  letteroefeningen.  Geloovende,  eene  roeping  ts 
^°':'^  hebben ,  om  de  Heidenen  re  bekeeren ,  gaf  hij  zulk!r 
Iloofdft.  aan  den  Aartsbislchöp  adelbeut  van  Hamburg  te- 
na  C.  G.  kennen ,  die  hem  met  twee  andere  Geestelijken  naar 
Tnario73. 
tot    517.^^  Slaven  zoné.     Hier  betoonde  hij  zich    zeer  ijve- 

'  rig,  maar  met  weinig  goeden  uitflag,  hoewel  hij  on- 

derfleund  werd  doorliet  gezag  van  Keizer  lotharius  , 
door  eene  Kruisvaart  in  het  Jaar  1148,  en  door 
HENDRIK  den  Leeuw,  Hertog  van  Sakfen^  eindelijk 
echter  werd  hij  Bisfchop  van  Olclenburg  en  ftierf  in 
het  jaar  1154.  In  dat  jaar  werd  door  Hertog  hen- 
DRIK.  ook  het  Bisdom  Ratzehurg  gefticht,  waar 
EVERMüD  of  EBERHARD,  Proost  van  Maagdenburg 
Bisfchop  werd;  het  Bisdom  van  Mekelenburg  werd 
naar  Schwerin  verplaatst,  terwijl  de  Wenden  nog 
fleeds  van  het  Christendom  afkeerig  bleven ,  er? 
voornamelijk  weigerden  zich  aan  het  opbrengen  der 
Tienden  te  onderwerpen.  Evenwel  werden  door  den 
invloed  van  Hertog  hendrik  in  hun  land  verfchei- 
dene  Kerken  gefticht,  in  Wagri'é  en  in  Polaherland, 
Als  in  het  jaar  1 1 56  de  ftad  Lubek  door  een  zwa- 
ren  brand  geheel  verwoest  werd,  gaf  dit  aan  Her- 
tog HENDRIK  gelegenheid,  om  dezelve  over  te  bren- 
gen ter  plaatfe ,  waar  zü  nog  ligt ,  en  het  Bis- 
dom Aldenburg  of  Oldenburg  derwaarts  te  verplaat- 
fen,  hetwelk  dus  federt  den  naam  van  Lubek  \kxtt%m 
Nog  volharden  de  Slaven^  onder  hunnen  Vorst 
NiKLOT  in  hun  Heidensch  Bijgeloof,  en  waren  ge- 
dudit  door  hunne  zeeroveiiien,  tot  dat  Hertog  hen- 
drik in  het  jaar  1162  het  land  geheel  overmeester- 
de ,  en  derwaarts  Vlamingen  en  Du'ufchers  ter  bevol- 
king 


GESCHIEDENIS.  357 

kinffoverbragt;  en  op  deze  wijze  kreeg  eerst  het  Chris-       v 
tendom  eenen  vasten  voet  in  deze  landen  ,  evenwel  niet     boek 
Eonder  dat  'er   nog  van   tijd  tot    tijd  onrusten   en  Hoofdft. 
oproeren  ontflondcn ,  nietregendaande  fommigen   der  na  C.  G. 
Predikers  van  het  Ciiristendom   door   wonderen   zul-  J^f^'^f^' 

tut  1517* 

kn  uitgemunt  hebi>en;  aoch  van  hoedanigen  aard  _ 
dezelve  veelal  waren,  daar  van  moge  het  volgende 
wonder  getuigen,  evermod,  Bisfchop  van  Radze- 
burg,dk  in  het  jaar  1178  overleed,  in  eene  Kerk- 
lede den  Bloedverwant  van  eenen  vermoorden  ver- 
geefs gebeden  en  vermaand  hebbende  om  den  Moor- 
denaar ver^ifTenis  te  fchenken ,  trad  van  den  Predik- 
ftoel  af,  en  viel  hem  met  Heilige  Reliquien  in  de 
h^d  te  voet;  maar  als  de  man  onder  de  ijsfelijkfte 
vloek-en  bleef  verklaren ,  dat  hij  het  hem  nooit  ver-^  -_^ 
geven  zoude,  gaf  hem  de  Bisfchop  eenige  duchtige 
oorvijgen,  waar  mede  hij  den  Duivel  uit  hem  ver- 
dreef, zoo  dat  de  man  óp  ftaande  voet  beloofde, 
het    den  moordenaar  te  zullen  vergeven  (*). 

Toen  HENDRIK  de  Leeuw  in  het  jaar  1180  in  den 
oorlog  tegen  den  Keizer  zijne  Hertogdommen  Sakfen 
en  Beyeren  verloor,  ontnam  de  Keixer  d^zt  Slavi- 
fchs  landen  aan  het  gebied  der  Hertogen  van  6"^^- 
fen,  en  maakte  in  het  jaar  1182  Luhek  tot  eene 
vrije  Rijksdad.  Zij  kwamen  vervolgens  onder  de 
magt  der  Kvjningen  van  Dcenmarken^  maar  werden 
in  het  jaar   1223  weder  ain   Duitschland  gebragt, 

wan- 

(*)  Dit  verhnak  arnold,  een  Abt  te  Lubek  in  zija 
vervolg  op  hexmold  Ch}-on„  Slavor,  Libr,  II.  Cap,  ai, 
fag.  271. 

Z  3 


358  K  E  R  K  E  L  U  K  E 

V       wanneer  het  WendiCche  Rijk  geheel  te  gronde  ging. 

BOEK         Reeds   in  Xlde    üeuw    was    het  Christendom  in 

Iloofdft.  Denemarken  en  Zwedtn  ingevoerd.    JMaar  het  nieuwe 

na  C.  G.  Christendom  onder    hen   was  zoo   gebrekkelijk ,   dat 

10^107  Heidenfche  en  Christelijke  Bijgeloovigheden  onderling 

vermengd,  en  de  zeden  ruw  en  onbefchaafd  waren; 

Toedand  ^elfs  bleef  het  lang  onzeker ,  welke  van  de  beide 
Christen-  Godsdiensten  de  overhand  zou  behouden,  hakan, 
dom  in  Vorst  van  Westergothland  en  Wermeland^  die  in 
ïweden.  j^^^.  j^^gj^^  ^^^  ^j^.  -py^jyaij  regeerde,  kon  eene  ver- 
volging der  Christenen  door  de  Heidenen  niet  ge- 
heel voorkomen ,  maar  inge  ,  die  in  het  jaar  1075 
op  den  troon  kwam  te  Upfala,  gebood,  dat  alle 
zijne  onderdanen  zich  zouden  laaton  doopen,  en 
liet  den  OfFertempel  te  Upfala  omverhalen.  Doch 
hier  door  vertoornde  hij  zijne  onderdanen  zoo  zeer, 
dat  zij  hem  verdreven ,  en  het  Rijk  aan  zijnen  Zwager 
SVEN  opdroegen,  waar  uit  eene  harde  vervolging 
tegen  de  Christenen  ontflond ;  echter  gelukte  het  aan 
INGE ,  om  in  het  jaar  1070  zijnen  Zwager  het  Rijk 
en  te  gelijk  het  leven  te  ontnemen ,  en  nu  werd  het 
Christendom  op  nieuw  gevestigd.  Een  andere  Ko- 
ning INGE,  die  tot  het  jaar  11 33  regeerde,  kreeg 
den  bijnaam  van  Godvruchtige ,  omdat  hij  vliitig  ter 
Misfe  ging.  Kerken  (lichtte  en  de  Geestelijkheid 
Verrijktte ;  voor  zulke  milddadigheid  ,  eene  Bedevaard- 
reize  naar  Rome  of  Jeruzalem ,  en  dergelijke  boet- 
doeningen,  werden  de  fchandelijkfle  misdaden  door 
de  vingeren  gezien.  Trouwens  enkel  tusfchen  de  ja- 
ren 1133  tot  1155  zijn  drie  Koningen  van  Zweden 
door    hunne    eigene    onderdanen ,    aangehitst    door 

Me- 


GESCHIEDENIS.  359 

Mededingers  naar  de  Kroon,    vermoord  geworden.       V 

svERKiR,    de  derde    van  dezen,   had  in  het  jaar     ^^^ 

1156  den  Koning  erich  of  erik,  tot  zijnen  opvol-  HoofdfL 

ger,  die  vijfjaren  daarna  in  eenen  inval  der  Deenen  na  C.  G. 

het  leven  verloor ,  en  door  de  Geestelijkheid  terflond  Joj"  517) 

voor  eenen  Heiligen ,  en  eerlang  ook  voor  een'  won-  . 

derdoener  verklaard  werd.    Hij  was  over  het  geheel  De  Fiti- 

T      1     «*•  /-  1        i'en    tot 

een  goed  en  dapper   Vorst ,   die  de   Misle  nog   kort  ^q^  c^ris- 

voor  zijn'  dood  had  bijgewoond ,  en  zich  verdien-  tcndom 
ftelijk  gemaakt  door  de  uitbreiding  van  het  Chris-  sebiagt. 
tendiim,  hoewel  naar  den  aard  dezer  tijden.  Hij 
voerde  in  zijn  Rijk,  bijzonder  onder  de  Daliers ^ 
die  nog  meestal  Heidenen  waren  ,  algemeen 
de  belijdenis  van  het  Christelijk  geloof  in.  Hij 
dacht,  met  hetzelfde  oogmerk,  aan  de  Lappen  en 
Finnen,  die  in  het  uiterfte  Noorden  woonden,  De^ 
ze  laatden,  die  nog  ontallijke  Afgoden  aanbaden  j 
bedoot  ERICH,  door  de  geestelijkheid  aangemoedigd, 
in  het  jaar  1157  den  oorlog  aan  te  doen,  waarin 
hij  door  hendrik,  Bisfchop  van  Upfa/a,  een'  E/t- 
gelschan ,  die  zelve  de  wapenen  opvatte,  onderfleuiid 
werd.  Hij  overwon  hen  in  eenen  bloedigen  Veld- 
flag,  en  dwong  de  overigen,  zich  door  den  Bisfchop 
HENDRIK  te  laren  doopen.  Ook  werd  'er  voor  hun 
eene  Kerk  en  een  Bisdom  geflicht  te  Rejidamecki , 
welk  in  het  jaar  1300  naar  ^bo  overgebragt  werd, 
ÏJisfchop  HENDRIK  gedroeg  zich  onder  de  overwonne- 
nen zoo  heerschzuchtig,  dat  hij  met  geweld  zich 
meester  gemaakt  hebbende  ,  van  eenen  voorrnad  van 
fpijze  van  eenen  aanzienlijken  man  onder  de  Finnen  y 
door  denzelven  in  het  jaar  1158  gedood  werd.  Ter- 
Z  4  ftond 


35o  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V 

BOEK      ftond  werd  deze  Bisfchop,  als  een  gewaande  Marte- 

IH      laar  en  wonderman  geprezen,   en  door  Paus    adri- 
m  C.  G.  ^^^  ^^  onder  de  Heiligen  geplaatst ,  en  is  lang  de 
Jaano73.  Befchermheilig  der  Zweden  en  Finnen  geweest.    On- 
^°^_2^'  dertusfchen  geloofde  alexander  III  in  het  jaar  1169, 
dat  het  noodig  ware,   dat   de   Finnen    borg  fielden 
en  gijzelaars  gaven  voor  hunne  getrouwheid   in   het 
Christendom. 
Vergeef-       JVlet  de  Finnen  waren  de  Esthen  naauw  verbon- 
fche  po-    (3en ,  die  het  land ,   nog  heden   Esthland  genoemd , 
bekeerino-  bewoonden.     Tegen  dezen  werd  in  het  jaar  1166  een 
der  Es-    krijgstogt  ondernomen,   doch    met  weinig  voordeel, 
tQrwï]\deEstlanders  ^  vereenigd  met  Ingennan/anders  ^ 
Kareli'érs  ^  Kourlanders  en  Rusfen  zich  hier  over  nog 
in   het  jaar  ii8d,  wreekten,  door  eene  landing    te 
doen    digt  bij    Stokholm^    en   Sigtima^   de    grootfte 
ftad  van  Zweden^  met  een   Koninklijk    flot  en  vele 
Kerken,  in  eenen  fleenhoop  te  veranderen. 
Bekee-         Gelukkiger  flaagden  in  de  Xllde  Eeuw  de  pogin- 
ring  der    g^^  om  de  Lijflanders  te  bekeeren.      In  het  midden 
^gj.5  dier  eeuw  hadden  eenige  knnplieden  van  Bremen  daar 

eenen  Koophandel  begonnen.  Deze  gelegenheid 
zocht  MEiNHARD,  ccu  oud  ^ugustijnfche  Kanun- 
nik van  het  Klooster  Segeberg  in  Wagrië  waar  te 
nemen ,  om  de  Liven  of  Lijflanders  te  bekeeren ,  hoe- 
wel zij  ijverige  Heidenen  en  Zeeroovers  waren,  en 
eene  voor  hem  geheel  vreemde  taal  fpraken.  In  het 
jaar  1186  kwam  hij  te  fcheep  in  Lyfljnd^  en  flicht- 
te  fpoedig  met  goedkeuring  van  den  Rusfifchen  Vorst 
woLDEMAR ,  of  WLADiMiR ,  aan  wieu  de  Liven 
cynsbaar  waren,  eene  Kerk,  alwaar  hij  twee  hoof- 
den 


GESCHIEDENIS.  361 

c^en  van  huisgezinnen  doopte,  en  als  de  Littonen  of       v 

Litthamvars  ecnen  verwoestenden  inval  in  Lyfland  de-     *^^^^ 

lil 
^cn,  lloeg  MEiNHARD   licm  met   zijne    Liven   terug;  Haofdft. 

waarna  hij  een  flot  bouwde  tot  btfcherming  van  bet  :ia  C.  G. 
land,  zonder  zich  daar    in   te   laaten   flooren,   door  |' '    °,, 
den  afval  van  de  reeds  gedoopte  Lijflanders,     Ook  .-  .    — 
misleidden  hem  de  inwoners  van  Holm  met  eene  be- 
lofte van  het  Christendom  te  zullen  aannemen,  hoe- 
wel fommigen  van  hen  den  Doop  ontvangen  hadden. 

HARTWicH,  Aartsbislchop  van  Hamburg  of  Bre- 
inen^ den  voortgang  van  meinhards  prediking  ver- 
nemende, benoemde  hem  tot  Bisfchop  in  Lyfland; 
en  verkreeg  van  Paus  klemens  Ilf.  in  het  jaar 
iiHS,  dat  dit  Bisdom  ook  aan  zijn  Aartsbisdom  on- 
derworpen werd.  Maar  de  voortgang  der  bekeering 
werd  geheel  geflremd ,  daar  de  Liven  de  huisgenoo- 
ten  des  nieuwen  Bisfchops  mishandelden,  en  hem 
zelven  terug  zonden,  doch  als  hij  te  fclieep  zou 
gaan ,  vreesden  de  Livett ,  dat  hij  misfchien  met  eene 
krijgsraagt  terug  zou  komen,  en  baden  hem  te  blij- 
ven, maar  weldra  ontdekten  zij  hunnen  onwil  tegen 
hem,  waarop  door  toedoen  van  den  Paus  tot  eenen 
kruistogt  bedoten  werd;  doch  ondertusfchen  ftierf 
de  Bisfchop  meinhard  in  het  jaar  iiyö. 

Hem  werd  bertold  ,  Abt  van  het  CisJIercienfer 
Klooster  Loccum  in  Nederfakfen  ten  opvolger  gege- 
ven. Deze  te  Tkeskola,  thans  Trkul,  eene  kleine 
plaats  aan  de  Duna  boven  Riga  en  Holm^  waar 
MEINHARD  Zijne  Kerk  gefticht  had,  gekomen,  zocht 
de  besten  onder  de  Heidenen  en  ChriMenen  aldaar, 
door  eten  en  drinken  en  gefchenken  te  winnen. 
Z  5  Even- 


352  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       Evenwel  wanneer  hij  een  Kerkhof  wilde  inwijden, 

^?if     wilden   zij  hem  ter  dood   brengen ,  maar  hij  ont- 

Hoofdil    vlugtte,  en   klaagde   zijnen   toeftand   aan   den   Paus 

na  C.  G.  cELESTiNus  Iir,  die  terftond  gereed  was,   om  eene 

Tssr  I  o*'  '* 

^Qj  j.j^[  Kruisvaart  uit    te  fchrijven ,   welke  onk  onder  aan- 
■  voering  van  berthold  tot  ftand   kwam.     Na  eeni- 

ge  onderhandelingen  kwam  het  in  het  jaar  1198  tot 
eenen  algemeenen  veldflag,   in  welken  de  Livat  ge- 
flagen    werden;    maar   berthold    werd   door   zijn 
paard  midden    onder   de  vlugtelingen   gevoerd,    die 
hem  van  het   leven    beroofden.     Evenwel    fmeekten 
de  overwonnenen  om  vrede  en  omtrent   150   lieten 
zich  doopen.    Maar  terftond  na  het  vertrek  van  het 
leger,   waschten   deze  doopelingen,    gelijk   zij   zich 
Verbeeldden,  den  Doop   en  het  Christendom  in   de 
Dtma  2iï^  ook  verbeeldden  zij  zich,   met  een  men- 
fchengedaante ,  hetwelk    de    Kruisvaarders   in   eenen 
boom  gefneden  hadden,  den  God  der  Christenen  in 
zee  geworpen  te  hebben ;  tevens  mishandelden  zij  de 
overig  gebleven  Christenen  zoodanig,   dat   die  meer 
dan   aoo    Martelaren  telden,    ook    verdreven  zij  in 
het  jaar   1199   alle    Geestelijken  met  bedreiging  van 
de  dood.    Niettegenftaande  zoo  veel  onheils  benoem- 
de de  Aartsbisfchop  van   Bremen    nog   in   het  jaar 
1198   den   Domheer   van    zijne   Kerk,    albrecht 
VAN  APELDERN  tot  nieiiweu  Bisfchop  van  Lyfiand, 
die  in  het  jaar   1200  met  22  fchepen  vol  kruisvaar- 
'ders  naar  Lyfland  overftak,  en,  hoewel  niet  zonder 
verlies  geleden  te  hebben,  eene  nieuwe   ftad  Riga 
(lichtte ,  om  virelke  met  inwoners  uit  Duinchland  te 
bevolken,  hij  zelve  ia  het  jaar  1201   naar  Duitsdi- 

land 


GESCHIEDENIS.  363 

ïand  keerde,  terwijl  zijn  broeder  enceluert.   Ka-       V 
nunnik   uit    het    Klooster    Nieuwmunster    te    Riga    ^9/^' 
kwam,  en  het  Christendom  in  Lyfland  verder  uit- Houfdft. 
breidde.  "^  C.  G. 

T     ,       .  r,.  ■,  -     jaar  1073, 

In  liet  jaar  1202  (lichtte  albrecht   eene  geeste-  [^^  ^.\:i^ 

lijke  Ridderorde  {Fratres  tniïitice  Christi,^  die  ge-  

(ladig  gereed  zouden  zijn  tot  befcherming  der  Chris-  ^^^'^  ^^^ 
lenen  in  L'^fland.  De  Paus  bevestigde  dezelve  en  broeders. 
fchonk  hun  den  regel  der  Tempelheeren\  de  Ridders 
zouden  op  hunnen  witten  mantel  een  Kruis  en  Zwaard 
dragen  en  aan  den  Bisfchop  van  Lyflnnd  gehoor- 
zamen. Daarom  worden  zij  Zwaardbroeders  en  hun- 
ne Orde  de  Zwaardorde  genoemd,  wier  eerfte  Or- 
densmeester  geweest  is  vinno,  of  vino  (misfchien 
wiNiioLD,)  die  ten  minste  als  de  eerde  in  deze 
waardigheid  voorkomt. 

Ondertusfchen  was  albrecht  in  het  Jaar  1202 
uit  Duitschland  met  eene  vloot  vol  Kruisvaarders 
Weder  in  hsfland  terug  gekomen ,  na  onderweg  eene 
vloot  van  Heidenfche  Esthen  vernield  te  hebben. 
Na  zijne  komst,  te  Riga^  reisde  de  Abt  diutrich 
met  CAUPO,  een'  Koning  der  Lijflanders  naar  Ro- 
me^ van  waar  de  Paus  aan  den  Bisfchop  eenen  La- 
tijnfchen  Bijbel  (^Bibliotheca^  ten  gefchenk  zond. 
In  het  jaar  1203  vond  de  Bisfchop  echter  noodig, 
nieuwe  verflerkingen  van  Kruisvaarders  uit  Duitsch- 
land te  halen.  Nu  werd  de  oorlog  feller  voortgezet, 
tot  eindelijk  de  Liven  aan  de  Dima  eenen  zoen  met 
den  Bisfchop  floten.  Om  hun  nu  de  eerfte  gronden 
van  den  Christelijken  Godsdienst  regt  zinnelijk  te 
vertoonen,  liet  de  Bisfchop  een  Profetenfpel  (^ludus 

Pro* 


354  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       Prophetarum  ordinatisfimm')  of  een  Bijbelsch  Too- 

^'^^^     neelfpei  voor  hen  houden ,  en  zoo  wel  aan  de  nieuw 

Hoofdrt.  gedoopteu  als  aan  de  Heidenen  door  eenen  Tolk  al- 

ca  C.  G  |g3    zorgvuldig   verklaren.      Op    deze   wijze  maakte 

Taario73.  ,  ,  ^ 

tot  1517.  ™s"    nun   de    gefchiedenisfen   van   david,   gideon 

^  en  HERODES  kenbaar.      Als  gideon   met    de  zijne 

de  vijanden  aanvielen,  liepen  de  Heidenfche  toekij- 
kers weg,  uit  vrees  van  vermoord  te  zullen  wor- 
den ,  zoo  dat  men  hen  naauwelijks  wist  te  bedaren. 

Nog  was  echter  het  Ciiristendom  in  die  oorden  niet 
Veilig  ;  de  naburige  Rusfifche  Vorst  van  Polozk  kwam 
den  Heidenfchen  Liven  te  hulp,  waar  op  de  vijan- 
delijkheden weder  eenen  aanvang  namen.  Ten  laat- 
ften  behielden  de  Duitfchers  de  overhand,  en  de 
geheele  westelijke  helft  van  lyfland  werd  Christen 
en  geiloopt.  Evenwel  ging  de  Bisfchop  weder  naar 
Duitschland  om  nieuwe  hulp ,  welke  hij  van  Keizer 
FiLiPS  ontving. 

Inmiddels  was  de  Orde  der  Zwaardbroederen  'm 
getal  merkelijk  toegenomen ,  en  had  in  deze  Lijf' 
lancifche  oorlogen  uitgemunt.  In  het  jaar  iao6  gaf 
daarom  de  Bisfchop  op  haar  verzoek  aan  de  Orde 
het  derde  deel  van  Lyfland^  in  dit  deel  bouwden 
de  Ridders  het  flot  Wenden^  het  welk  hun  voor- 
naarafte  zetel  werd.  In  "het  jaar  1207  bewezen  zij 
ook  dappere  diensten  bij  gelegenheid  van  eenen  in- 
val der  Litthamvers,  —  Doch,  even  als  \x\  PaleS" 
t'ina  gebeurde,  toen  de  Ridders  rijker  en  magtiger 
werden,  ontftond  'er  dra  vijandfchap  tusfchen  hen 
en  de  Bisfchoppen  van  Riga,  Evenwel  beftreden 
zij  met  den  Bisfchop  in  het  jaar  1308  de  Rus  f  en  ^ 

de 


GESCHIEDENIS.  3^5 

ie  Esthen  ,   de  Kourlanders   en   Litthamvers ,   maar       v 
ook  de  Lyflanders^  die  gedurig  tot  het  Heidendom  we-     °oek 
derkeerden ,  zoo  dra  de  kruisvaarders ,  gelijk  door-  Hoofdft, 
gaans  jaarlijks  gebeurde,  hun  land  verlieten,  welke  na  C.  G* 
de  Bisfchop  dan  verzelde ,  om   weder  nieuwe  hulp- '^'^'"°^^« 
benden   aan  te   voeren.    In  het  jaar   1209  deed  hij  . 

eene  reize  naar  Rome,  alwaar  de  Paus  hem  met  den 
Grootmeester  der  Ridderorde  verzoende.  In  hetzelf- 
de jaar  trof  hij  met  den  Rtisfifchen  Vorst  van  Po- 
(ozk  een  verdrag ,  zoodat  de  Rus/en  hem  in  het  jaar 
1210  Lyflarid  overlieten,  en  met  den  Bisfchop  ver- 
cenigd  in  het  jaar  121 1  de  Esthen  aantastten;  men 
overwon  dezelve,  en  de  Bisfchop  benoemde  den 
Abt  DiETRiCH  van  Dunamunde  tot  Bisfchop  der 
Esthen,  In  het  jaar  1212  verwekte  de  Rusjifchs 
Vorst  van  Polozk  nieuwe  onlusten,  maar  werd  door 
6e  koenheid  van  Bisfchop  albrecht  overreed,  om 
ïich  met  den  Bisfchop  te  verzoenen ,  en  hem  zelfs 
geheel  Lyflnnd  over  te  laten.  Doch  de  hebzucht 
der  Zwaar  dhr  oeders  tergde  de  Lijflanders  tot  een  en 
algemeenen  oplland,  die  echter  door  den  Bisfchop 
fpoedig  beteugeld  werd  ,  maar  zijne  geestelijke 
heerschzucht  mishaagde  aan.  den  Paus ,  die  daarom 
duidelijke  blijken  van  genegenheid  voor  de  Zwaard- 
broeders  deed  blijlcen,  hetwelk  de  vijandfchap  tus- 
fchen  hen  en  den  Bisfchop  meer  aanvuurde. 

Ondertusfchen  ontbrak  'er  nog  veel,  dat  in  Esth- 
land  eene  duurzame  Christeliike  gemeente  geft'cht 
zou  zijn.  In  de  jaren  121 3  en  1214  plunderden  en 
moordden  de  Zwaard  broeders,  de  burgers  van  Riga  ^ 
de   Livsn  en  Letten  beurtlings  in  dat  land  5  en  de 

Es~ 


3^6  i:  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V      Esthen  weder   op  hunne  beurt  in  Lyfland,  —  Tei\ 

BOEK     laatften  wendden  zich   de   Bisfchoppen  tot  walde - 

Hoofdft.   ï^'AR  II,  Koning  van  Denemarken  om   hulp,  die  ia 

na  C.  G.  het  Jaar  1218  de  Esthen   dwong  om    hem   fchatting 

?!?'^!y?*  te  betalen  en  zich  te  laten  doopen,   waar  over  ech- 

tot  15 '7« 

,  ter  geen  klein  verfchil  tusfchen  de  Deenfche  en  Duit* 

fche  Geestelijken  ontltond ,  die  beiden  bedoelden ,  dQ 
nieuwbekeerden  aan  hun  regtsgebied  te  onderwer- 
jDcn,  welk  verfchil  de  Paus  honorius  III  met  moei' 
te  befliste ,  en  welke  bleef  voortduren ,  tot  dat  Ko- 
ning WALDEMAR  door  deu  Graaf  van  Schwerin  over- 
vallen en  gevangen  genomen  zijnde ,  aan  de  Bisfchop- 
pen Estnland  afftond ,  hetwelk  de  Bisfchop  van  Esth^ 
land,  die  van  Riga,  en  de  Zwaard -orde  onder  zich, 
in  drie  gelijke  deelen  verdeelden. 

Nadat  de  Duitfchers  in  het  jaar  1223  Dorpt  of 
Dorpat,  eene  gewigtige  vesting  der  Esthen  hadden 
veroverd ,  geraakte  dit  land  allengs  in  rust ,  en  het 
Christendom  behield  in  hetzelve  en  in  eenige  nabu- 
rige oorden  de  overhand;  ook  onderwierpen  zich  de» 
Kuren  of  Kourlanders  tusfchen  1230  ca  1233  ^^n 
het  Christendom  gelijk  de  Semgallers  of  SemigalUerx 
reeds  bevorens  gedaan  hadden. 

Ondertusfchen  was  de  tocfland  der  nieuwbekeerde 
volken  aan  de  Oostzee ,  die  meestal ,  door  geweld 
van  wapenen,  rooven  en  moorden,  tot  het  Christen- 
dom gedwongen  waren,  weinig  door  het  Christen- 
dom verbeterd,  alzoo  men  deze  volken,  ook  na 
hunnen  Doop  als  Lijfeigenen  behandelde.  Nu  werd 
wel  een  bevel  van  Keizer  frederik  II  afgevaardigd, 
dat  deze  nieuwbekeerden  van  dienstbaarheid  o;it (la- 
gen, 


GESCHIEDENIS.  367 

jen,  de   voorregten   der    vrije  onderdanen  van  het       V 
Roomfche  Rijk  en  den   Aposiolifchen   Stoel  zouden     ^^^^ 
genieten;  maar  hetzilve  werd  van   de  Zwaardridders  Hoofdfh 
weinig   geëerbiedigd ,    zoodat  de  Esthen  en   Letten  'i^  C.  G. 
iiog    tot  in    later  tijden  onder    deze   dienstbaarheid  ^^^  i^j-| 
hebben  blijven  zuchten.  ■ 

Men   had,   nog  bij  het  leven  van  den  werkzamen  Zwnard- 
Bisfchop  ALBRECHT,  die  in  het  jaar  1229  overleed ,  "'■*'.   . 
gewerkt  aan    eene  vereeniging   der  Zwaardridderen  ^^^  je 
met  de  Duitfche  Ridderorde,   waar  toe  de  eerstge- Du'tfcho 
melden  te  ligter  kwamen,   nadat  in   het  jaar  1236 
hun  Grootmeester  volquin  met  50  Ridders  en  eeni* 
ge   duizenden  kruisvaarders  in  eenen   veldflag  tegen 
cle    Litthauwers    gefneuveld    was.      De    vereeniging 
kwam  in  liet  jaar  1237  tot  fiand  en  werd  door  den 
Paus  bevestigd. 

De  Duitfche  Ridderorde  dus  verflerkt,  leide  zich  Bekee- 
iiu  toe ,  era   de  nog  Heidenfche  Pruis fen  door  de  li"^.  ^^ 
wapenen  tot  het  Christehik  geloof  te  bekeeren.     De  c^oor  de 
onderneming  om  aan  hun  het  Euangelie  te  prediken  Duitfche 
had  in  de  Xde  eeuw    aan   albert,    Bisfchop  van  ^''''^^^'^^ 
Praag  y  het  leven  gekost,  welk  lot  ook  den  Monnik 
BRUNO  in  het  jaar  1008  te  beurt  viel.     In  de  Xlde 
en  Xllde  eeuw  had  meer  dan  eene  Koning  van  Po' 
Jen  insgelijks  pogingen  aangewend,  om  de  Pruis  fen 
onder  te  brengen  en   hun   het  Christendom  tevens 
op  te  dringen;    doch  allen  zonder  bevestigd  gevolg. 
Gelukkiger  fcheen  in  het  jaar    1207    een   Poolfche 
Abt  GODFRIED  met  eenen  Monnik  filip  te  zullen 
flagen,  die  over  den   Wekhfel^  welke  de   Heiden- 
fche Pruisfm  van  de  Poolfche  Christenen  fcheidde, 

ge- 


^68  Iv  Ê  11  K  E  L  IJ  K  E 

V  gegaan  zijnde,  het  Euangelie  onder  hen  predikte, 
BOEK  y^r^^j.  jjjj  2ich  nog  andere  Monnilten,  alle  van  de 
Hoofdft.  Cfsferct'enfer  orde  voegden,  onder  welken  zekere 
na  C.  G  CHRISTIAAN  uitmuntte,  die  ook  door  den  Paus  iN- 
jaar'073  jjocEj^Tius  111  tot  Bisfchop  der  Pruisfen  werd  aan- 
^  gefteld.     Dus  ging   het  bekeerlngswerk  eenigen   tijd 

voorfpoedig ,  maar  als  de  naburige  Hertogen  van  Po' 
ïen  en  P ommeren  de  nieuwbekeerden  tot  hunne  onder- 
danen wilden  maken ,  ftonden  de  Pruisfen  op ,  en 
vermoordden  de  Christenen  onder  hen  of  maakten 
die  tot  Slaven,  en  verwoestten  de  Provintien  Culm 
en  Mafovie  op  de  wreedfte  wijze.  In  dezen  nood 
werd  de  Hertog  door  den  Bisfchop  geraden  even 
zulke  Ridderorde  op  te  rigten,  als  die  der  Zwaard' 
broeders  in  Lyfland ^  welke  men  meent,  dat  ook 
tot  rtand  kwam ,  terwijl  een  leger  kruisvaarders  in 
het  jaar  1220  de  landftreek  van  Culm  veroverde, 
welke  echter  bij  het  vertrek  van  het  leger  den  Pruis^ 
fen  weder  in  handen  viel.  Thans  befloot  koen- 
^  RAAD,  Hertog  van   Mafovie^  op  raad  van  hendrik, 

,w  '  Hertog  van    Breslau ,   de    Duitfche    Ridders ,   wier 

Grootmeester  thans  was  herman  van  Salza  ,  te  hulp 
te  roepen,  aan  welke  hij  in  het  jaar  1228  alles  af- 
ftond  wat  hij  in  het  Culmfche  bezat,  benevens  an- 
dere voordeelen,  al  hetwelk  door  den  Paus  in  het 
jaar  1231  werd  goedgekeurd.  De  Ridders  oorloog- 
den voorfpoedig,  en  leiden  verfcheidene  vestingen  in 
de  landen  der  Pruisfen  aan;  evenwel  weerden  zich 
de  Pruisfen  zoo  hardnekkig,  dat  de  oorlog  reeds 
tien  jaren  geduurd  had ,  eer  de  Ridders  het  Chris- 
tendom onder  hen  hadden  kunnen  vestigen;  maar  nu 

kre- 


GESCHIEDENIS.  3(^9 

kregen    de   Ridders    verfchil    ract    ciiristiaan    en       V 
svANTEPOLK,  HcFtog  van  Pommeren^  tegen  wien     ^^^^ 
zelfs   het  kruis  gepredikt  werd ,  waar  uit   een  felle  iioofdft. 
krijg  ontftond,  die  eerst  in  het  jaar  1248  eindigde,  "»  C.  G. 
en  in  het  volgende  Jaar  (loten  de  Ridders  ook  eenen  ^^^  j° ,  ,* 

voordeeligen   vrede    met    de   Pruis fen%    welk   land ,  ^ 

fchoon  nog  niet  geheel  veroverd  ,  door  Paus  in- 
NOCENTius  IV  in  vier  Bisdommen  verdeeld  werd. 
Om  de  nog  overig:  Pruis fen  te  bedwiii2;en ,  rukte 
een  leger  kruisvaarders,  van  meer  dan  60,000  man, 
onder  anderen  aangevoerd  door  ottokar  ,  Koning 
van  Bohemen^  in  hun  land,  die  hetzelve  zoo  deer- 
lijk Het  verwoesten ,  dat  de  inwoners  zich  genood- 
zaakt zagen  te  bukken ,  en  het  geloof,  dat  hun  dus 
nadrukkelijk  met  wapenen  gepredikt  werd,  aan  te 
nemen.  Op  raad  van  dezen  Koning  werd  weder 
eeue  vesting  gebouwd  op  eenen  berg  van  het  nieuw 
veroverde  land,  aan  welke  vesting,  die  in  het  jaar 
1255  voltooid  werd,  ter  eere  des  Konings  de  naam 
Kimningsberg ,  het  hedendaagfche  Koningsbergen  ge- 
geven werd. 

Nog    boden   eenige    Pruisjifche   Stammen    tegen-  Geheefe 
ftand,  en  als  de  Duitfche  Ridders  in   het  jaar   1260  bekering 
eene   groote  nederlaag   van   de  Litthauwers   geleden  fen, 
hadden,  werden  de  nieuwbekeerde  PruispM   genoeg- 
zaam  eenparig  oproerig ,  zoodat  de  Orde  volle  25 
jaren  alle   hare  krachten   moest  infpannen,   om   hen 
weder  tot  onderdanigheid  te  brengen,  welk  oogmerk 
zij  eindelijk  in  het  jaar  1283,  na  eenen  oorlog  van 
53  Jaren,  bereikte.     De   Sudnuers ^   wier  land   aan 
Litthauwen  grensde,  boden   het  langst  wederftand, 
ja    velen    van    hen    vlugtten    liever    het    land    uit 

XV.  Deel.  Aa  tot 


370  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       tot  de  Litthauwers ,  dan  dat  zij   zich  wilden   over» 
BüEK      geven. 
Hoofdll.       Liithauwcn^  é\gQr[\i]k.  Littuwa  ^  qï  Ltttuha  ^  was 
na  C.  G.  tot  hier  toe  nog  bij  het  Heidendom  gebleven  ;    al- 

Co\  i^ii  ^^"S^  ^^^  ^^^^  ^^^'^  ^^"  ^^^"^  middelmatig   tot  eene 

aanzienlijke  magt  toegenomen;  federt  het  jaar   1381 

Bekering  ^j^g  jajiel  of  jagello  ,   Grootvorst  van  LitthaU' 

hauwers.   '*^^^^*    ^'^  "'^  ^^"  ^'^^'^  ^^'^  lodewyk.  Koning  van 
Polen  en  Hongaryen ,  deszelfs  Dochter  hedwig  Ko- 
ningin van  Polen  was  geworden,  bood  jagello  aan, 
indien  hij  haar  ter  Gemalin  mogt  bekomen   en   Ko- 
ning van  Polen  kon  worden,  met  zijn   geheele  Volk 
het  Christendom  te  zullen  omhelzen,   en   den  Polen 
vele  voorregten    te  zullen    fclienken.      De  voorflag 
Werd  aangenomen,  en  in  het  jaar   1386  voltrokken, 
en   JAGELLO ,  wiens  Moeder   reeds   Christen    was  , 
werd  met  óexï  naam  wladislav  II  gedoopt.    Moei- 
jelijker  viel  het  den  Koning,   om    zijne  Litthauwers 
ziin  voorbeeld  te  doen  volgen ,    waar  toe  hij  hun  op 
ecnen  Rijksdag  te  Hlna  een  voorftel  deed,   hetwelk 
de  Adel  aannam ,  terwijl  de   Poolfche   Aartsbisfchop 
den  Afgodstempel  op  het    (lot,  in    welken   ter   eere 
van  den  Afgod  perkun  een  altijddurend  vuur  brand- 
de, tot  eene  Kerk  aan  den  Heil.  stanislav  inwijd- 
de.    Doch  het  grootfte  deel  der  Natie  bleef  aan  den 
Afgodsdienst   gehecht,   zij   duldde   het   echter,   dat 
hunne  Tempels  en  Altaren  gefloopt ,  hunne  bosfchen 
omgehouwen  ,  de  flangen  ,   die   zij  als   Huisgoden 
vereerden,  gedood  werden,  en  toen  zij   zagen,   dat 
hunne  Goden  zich  niet  verdedigden,  verklaarden  zij 
eindelijk  gewillig,  dat  zij   Christenen    wilden    wor- 
den.    Vermits  de  Poolfchs  Geestelijken  de  taal  des 

lands 


GESCHIEDENIS.  37» 

lands  weinig  kundig  waren,  reisde  de  Koning  zelve       v 
rond ,  en  leerde   zijne    Boeren  het   Onze  Vader  en     ^o^* 
de  Apostolifche  Geloofsbelijdenis  ;  eene  belofte ,  dat  fjoofdlt. 
elk ,  die  zich  zou  laten  doopen ,  een*  witten  wollen  f^a  C  G. 
rok  zou  ontvangen ,  bragt  zulk  een  toeloop  te  we-  J^^    °j  ^* 

ge ,  dat  'er  in  heel  korten  tijd  30,000  gedoopt  wcr- 

den.  De  Samogiten  ^  niet  te  verwarren  met  de  Sa- 
mojeden ,  eene  tot  heden  toe  nog  onbefchaafde  Na- 
tie, in  het  Noorden  van  Rusland,  maar  de  inwoners 
van  Samogitia,  volgden  het  voorbeeld  van  hunnen 
Grootvorst  en  van  de  Litthauwers ;  hoewel  'er  nog 
tot  in  het  midden  der  XVde  eeuw  overblijffelcn  van 
het  Heidensch  Bijgeloof  bij  de  eenen  en  anderen 
gevonden  werden. 

Dus  was  het  geheel  Noordelijk   deel   van   Europa  Christen- 
Christen  geworden,  uitgezonderd  eenige  weinige  on-  'g"j°"' 
befchaafde  (lammen  in   het    diepe   Noorden  ,   onder  Lappen 
welken  ook  de  Lappen  of  Laplanders  waren ,  welke  °^^^^' 
de  Zweden  reeds  in  de  Xllde   eeuw   vergeefs  onder  guz, 
hun  gebied  hadden  zoeken  te  brengen,   dit   gebeur- 
de eerst  in  het  jaar  1279,  wanneer  de   Birke-kerl  ^ 
of  kooplieden,  die  zich  bij  de    Havens   van   West'- 
Bothnien  hadden  gevestigd,   de  Lappen  overreedden  , 
om  de  opperraagt  der    Zweden  te   erkennen.      Om- 
trent het  jaar   1335   gelukte  het   den  Aartsbisfchop 
van  Upfaïa  tot  aan  Torne   in    Lapland  te   komen , 
alwaar  hij  een  aantal    Lappen   en    Finnen    doopte, 
doch  meer  kon  hij  niet  verrigten.    Tot  in  de  XVlde 
eeuw  beftond  hun  geheele  Christendom  in  den  Kin- 
derdoop,   en   de   inzegening   der   Geestelijkheid   op 
Feestdagen.    Nog  was  'er  in  de  XlIIde  en   het  be- 
^in   der  XlVde  eeuw  eene  Heidenfche  Natie ,    de 
Aa  2  AV 


3/2  K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

V       Kmnanen  ,  die  met  de   Hongaren   een'  zelfden  oor- 

^^^     fprong    had,  doch  die,   welke  zich  in  Hongaryen 

Hoofdft.  nederfloegen ,  werden  allen  befchaafd  en  Christenen; 

na  C.  G.  en  qjs  de  overigen ,  die   in  Moldavië  woonden ,   'm 

tot  1517.*  ^^^   i^^^   ^34°    ^^    Zendelingen   van    de    Orde  der 

-"  Franciskanen    onder    hen   hadden   omgebragt  ,  trok 

LOD E WYK,  Koning  van  Hongaryen ,  met  eene  krijgs- 

magt   tegen    hen   op,   en   noodzaakte   200,000    van 

hen,  om  zich   te  laten  doopen   en  onderdanen  des 

Roomfche  Kerk  te  worden,  welke   echter  naderliand 

grootendeels  tot  de  Griekfche  Kerk  overgingen. 

Uitbrei-        Niet  alleen   werden    in  deze    eeuwen  kruistogten 

dmgvan    jj^jjj.  Pakitiua  en  andere  naar  het  Noorden  van  Eu- 
het  Chris- 
tendom    ^'^P^  ondernomen ,  maar   ook  meer   dan  eene  tegen 

dcrorde     de  Arabieren  in   Spanje  en  Portugal,  tegen  welke 
kruis  vaar-       1     •  ,  j  j  •  ^ 

ders  in     gedurige  oorlogen    gevoerd  werden,  en  wier  magt 

Spanje  en  zigtbaar  verminderde.  Als  in  het  jaar  1147  eene 
Porcugal.  ontalUjke  menigte  menfchen  den  tweeden  grooten 
kruistogt  ondernamen  ,  zeilde  een  deel  Duitfche 
kruisvaarders  van  Keulen  en  andere  aan  den  Rhyn 
gelegene  fteden ,  den  Wezer  af  naar  Engeland ,  waar 
zij  zich  met  de  Engelfchen  en  Vlamingen  vereenig- 
den  en  verder  zeilden;  door  tegenwind  verhinderd, 
liepen  zij  de  Haven  van  Lisfabon  in  ,  welke  ftad 
toen  juist  door  alfonsus,  Konhig  van  Portugal  ^ 
belegerd  was.  Aan  land  geflnpt ,  deden  zij  eerst 
eene  bedevaart  naar  St,  j^ago  van  Compoflella;  ver- 
volgens lieten  zij  zich  door  alfonsus  overreden, 
om  hem  bij  te  rtaan  tegen  diezelfde  ongeloovigen ; 
die  zij  in  Palestina  vinden  zouden;  op  deze  wijze 
werd  Lisfabon  nog  in  datzelfde  jaar  veroverd.  Om- 
trent op  dezelfde  wijze  kwam  eene  vloot  kruisvaar- 
ders, 


GESCHIEDENIS.  373 

dcrs  ,  €n  daar   onder    300  fchcpcn   uit    Holland   en        v 

Friesland^  onder  willem.  Graaf  van    Holland.,  in     ^o^ 

III 
het  jaar  1217  te  Lisfabon  aan,  die   voor   een   groot  j^o^j-jf^ 

gedeelte  in  Portugal  bleven ,  en  de  Arabifche  ves-  na  C.  G. 
ling  Alkalaz  de  la  Sal  in  Portugal  hielpen  verove-  J^t"  5(7* 
ren;  ook  werden  de  Arabieren  door  deze   kriiisvaar-  ■ 

<lers  en  de  Portugezen  in  eenen  hoofdveldflag  gefla- 
gen,  —  Het  was  echter  niet  altijd  bij  toeval,  dat 
de  kruisvaarders  met  de  Muhammedanen  in  Europa 
oorloogden ,  alzoo  de  Paiisfen  meermalen  regelregt 
het  kruis  tegen  hen  lieten  prediken. 

De   ontdekkingen  ,  welke  de  Portugezen   ter  zee  Christen- 
maakten  ,  eerst  in  het  midden  der  XlVde  eeuw  van  !^°™  '° 

hetvVes- 
de    Kanarifche    Eilanden ,    welke    ontdekkingen   in-  telijkevaa 

zonderheid  werden  aangemoedigd  door  Don  hen-  Afrika. 
DR.IK,  Hertog  van  Vifeo  ^  eenen  zoon  van  èQ.x{  Ko- 
ning van  Portugal^  joan  I,  waar  door  in  het  jaar 
1419  het  gevvigtige  Eiland  Madeira  ontdekt  werd, 
waren  zeer  voordeelig  voor  deuitbreiding  van  het  Chris- 
tendom; weldra  ^^txèitvAtPortugezen  ^  bekend  met  de 
Knnpverdifche  en  ^s^ortfc/ic  Eilanden ,  waar  op  de 
Paus  EUGEXius  IV,  in  het  jaar  1443  aan  de  Por- 
tugezen  al  die  landen  fchonk ,  welke  zij  van  het 
voorgebergte  Non  af  tot  aan  het  vaste  land  van  /;;- 
die  ontdekken  zouden  ,  hetwelk  door  volgende  Paus- 
fen  bevestigd  werd. 

Met  den  dood  van  Don  hendrik,  in  het  jaar 
1463,  fcheen  de  drift  der  Portugezen .,  om  nieuwe 
kusten  en  landen  op  te  zoeken,  te  verkoelen,  maar 
nadat  zij,  in  het  jaar  1471 ,  onder  de  Linie  of 
Evenachtslljn  waren  doorgertevend,  en  dus  de  vej-- 
zengde  Luchtftreek  bewoonbaar  hadden  gevonden, 
Aa  3  werd 


'374  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       werd  deze    drift  op   nieuw   levendig.      In   het  jaar 

BOEK      j^g^  ontdekten  zij   het   groote   Koningrijk   Kongo  ^ 

Hoofdft.  van  waar  een  Gezant  des  Konings  en  eenige  jonge- 

na  C.  G.  lingen  medegebragt ,  en    in   Portugal    gedoopt    wer- 

turi-ir!  ^^"»  ^^^   "^    ^^^  i^^^   ^49°  ^^^   eenige   Monniken 
'  naar    Kongo   gekeerd   zijnde,  het  Christendom   met 

zulk  een  voorfpoedig  gevolg  onder  hunne  landgenoo- 
ten  verfpreiJden ,  dat  de  Koning  zelve,  met  den  naam 
van  jOANNEs ,  benevens  zijn  huis  en  velen  van  zijne 
Grooten ,  zich  lieten  doopen.  In  het  naburig  Ko- 
ningrijk Benin ,  in  hetwelk  insgelijks  een  Portugeesch 
zeeman  aanlandde,  gelukte  zulks  niet  zoo  wel;  maar 
daar  tegen  bereikten  de  Portugezen  hun  hoofddoel , 
dat  zij,  door  het  ontdekken  van  het  Voorgebergte 
de  Goede  Hoop  ^  Afrika  omzeilden  in  het  jaar  1498 
en  dus  den  weg  openden  naar  Oostindie, 
Ontdek-       Kort  te  vooren  was  aan  Koning  joan  II  van  Por- 

king  van  /^/p-^/  ^qqx  den    Genuefchen    zeeman    christoffel 

Amerika,      °  ^  ,..,  ,   . 

en  Chris.  KOLON ,  (gemeenlijk   kolumbus   genoemd,}  een  met 

teiidom  min  gevvigtig  voorftel  gedaan,  te  weten,  deze  wil- 
de op  goede  gronden  westwaarts  eenen  weg  naar 
Indie  zoeken.  Doch  dit  voorftel  vond  bij  de  Portu- 
gezen geenen  ingang,  koluimbus  wendde  zich  hier 
op  tot  den  Koning  en  Koningin  van  Kasti/ie,  fer- 
DiNAND  en  iZABELLA,  van  welke  hij  echter  flochts 
eene  raiddelmadge  onderfteuning  verkreeg;  evenwel 
gelukte  het  hem  met  dezelve  in  het  jaar  1492  eene 
nieuwe  wereld  te  ontdekken,  welke  men  eerst  fVesi- 
indie  noemde,  omdat  men  geloofde,  dat  men  dus 
langs  eenen  regten  weg  naar  Oostindie  komen  kon, 
doch  welke  men  vervolgens  Amerika  genoemd  heeft , 
naar  amerigo  vespucci,   een  Florentin^  die  be- 

weer- 


aldaar. 


GESCHIEDENIS.  375 

«veerde  het  eerst  het  vaste  land  van  deze  nieuwe  we-       v 
reKl  gevonden  te  hebben,  ferdinand,  die,  evenals     ^of^ 
de  Koning  van  Portugal,  bclloot  de  ontdekte  landen  HooWft. 
als  veroveringen  aan  te  merken,  verzocht,  ten  einde  "^  C.  G. 
daar  op  een  fchijn  van  regt  te  bekomen ,   als  ook  uit  to^  "^j -^7* 

vreeze  voor  twist  met  de  Pomigczen,  Paus  alexax- 

DEPv  Vi  om  eene  gelijke  bevestiging  van  zijne  nieuwe 
bezittingen  te  vragen,  als  de  Portugezen  bekomen 
hadden ,  welke  hij  ook  verkreeg  in  het  jaar  1493. 
De  Paus  prees  de  beide  KathoUjke  Koningen,  dat 
zij  de  inwoners  der  nieuwe  wereld  tot  huntie  onder- 
danen en  tevens  tot  Christenen  wilden  maken,  ten 
aanzien  van  het  laatfte  vermaant  hij  hen ,  geene  ge- 
varen noch  arbeid  te  ontzien,  terwijl  hij  zonder  aan- 
zien van  eenig  verzoek ,  enkel  uit  Pausfdijke  mild- 
heid en  volle  magt  Qde  nostra  mera  liberalitate^  a: 
apQstoUcie  fedis  plenitudine  ^  aan  hun  en  hunne  op- 
volgers in  het  Koningrijk  Kastilie  ^  alle  lilanden  en 
landen  fchenkt,  welke  ontdekt  waren  of  nog  ont- 
dekt zouden  worden ,  bewesten  eene  lijn  ,  te  trekken 
van  de  eene  tot  de  andere  pool  of  aspunt,  hon- 
derd zeemijlen  van  de  Azorifche  en  Kaapverdifche 
Eilanden,  welke  lijn  echter  in  het  jaar  1494,  op  de 
vertoogen  der  Portugezen  bepaald  werd  op  den  af- 
ftand  van  360  of  370  zeemijlen  ten  westen  van  de 
gemelde  Eilanden. 

In  het  jaar  1493  maakte  alexander  VI  reeds  een  Wreedhe- 
begin,   met   zendelingen    naar  Amerika  te    zenden,  ^'^^  «J^r^ 
gevende  den   Ficarius  der  Franciscanen   met  andere  c^en"in^^* 
Geesteliiken  in   Spa'^je  last,  om  derwaarts  over  te  Amerika. 
gaan.      Maar   het  gedrag  der  Spanjaarden,    die  zich 
door   goudzucht   lieten   vervoeren,   was  zoo   wreed 
Aa  4  en 


376  KERKELIJKE 

V       en  onmenfchelijk  Jegens  de  weerelooze  Indianen ,  dat 

BOKK     ^jjgj.  ^3j^  geene  voorbeelden   in  eenige    gefcliiedenis 

Hoofdft.   voorkomen,  zij  maakten   hen   niet  alleen  tot  hunne 

na  C.  G.  onderdanen  en  flaven ,  maar  eebruikten  hen  als  last- 

Tfinrio?^. 

tot  1517' b^^sf^^j  Ê"  persten  him  door  mishandelingen  en  pij- 

■"  nigingen  goud  en  andere  kostbaarheden  des  lands  af, 

terwijl  zij  de  genen ,  die  weder ftand  boden ,  of  hun- 
ne vrijheid  en  menfchenregten  zochten  te  befcher- 
men,  als  oproermakers  ter  dood  brngten,  door  alle 
welke  mishandelingen  binnen  weinige  jaren  millioe- 
nen  van  deze  onnoozele  lieden  de  flachtofFers  dezer 
onmenfchelijke  barbaarsheden  werden.  Geen  won- 
der, dat  een  Cazike  ^  of  Vorst  op  het  eiland  Ku- 
ha  ^  dien  de  Spanjaarden  in  het  jaar  15 11  veroor- 
deelden om  levende  verbrand  te  v/orden,  omdat  hij 
voor  zijne  vrijheid  geftreden  had ,  als  hem  een  Frari' 
ciskaan^  daar  hij  reeds  op  den  brandftapel  fiond, 
vermaande  een  Christen  te  worden,  opdat  hij  de 
vreugde  des  hemels  mogt  genieten ,  en  de  pijnigingen 
der  helle  ontgaan,  na  aan  den  Monnik  gevraagd  te 
hebben :  Of  de  Spanjaarden  dan  ook  in  den  hemel 
kwamen  ?  op  deszelfs  verzekering ,  dat  deze ,  bijzon- 
der de  godvruchtigen  onder  hen, gewis  in  den  hemel 
kwamen  ,  hernam :  „  Nu ,  dan  wil  ik  liever  ter  helle 
varen ,  dan  op  ecne  plaats  zijn ,  v/aar  ik  zulke 
wreedaards  zou  moeten  aantreffen."  Men  leest  dit 
en  andere  bijzonderheden  van  de  ontmenschte  wreed- 
heid der  Spanjaarden  in  het  werk  van  bartholo- 
MEUS  DE  LAS  CASAS :  Omflaudige  CU  Waarachtige  be- 
fchrijving  der  Indien,  hoe  die  van  de  Spanjaarden 
veroverd  en  verwoest  zijn  geworden ;  welk  werk  eerst 
in  het  Spaamch  in  4to  is  uitgegeven  door  dezen  Spaans 

fchen 


G  E  S  C  H  I  E  D  E  NM  S.  377 

fcbenl\\9,[chop  in  het  jaar  1552,  en  vervolgens  in  het       V 
L^tyn  en  in  verfcheidene  heJendaagfche  talen  is  over-    ^J'J'-^'^ 
gezet,  ook  in    het   Nederduitse/?,     Een  werk,  het- Hoofdft. 
welk  alle  blijken  van  echtheid   met   zich   voert ,   en  "a  C.  G. 
over   het  geheel    door    andere  Spaanfche  Gefchied- J^^  j^j^* 

fchrijvers  bevestigd  wordt.  

Ondertusfchen  moet  men  tot  lof  van  fommige  Pogingen 
Geestelijken  en  Zendelingen,  bijzonder  on^^er  de  Z)o- J^^^^^^^^^ 
mwikanen ,  erkennen ,  dat  zij   niet   alleen  deze   bar-  ten  voor- 

baarfche  handelwijze   afgekeurd ,  maar  er   zich   ook  ^^^}^  ^^"^ 
-.    ,  r,  ,    ,  ,  TT  ,..i  Indianen. 

ten  fterkfcen  tegen  verzet  hebben.  Voornamelijk  pre- 
dikte in  het  jaar  151 1  de  Pater  montesino  in  de 
hoofdkerk  te  San  Domingo  tegen  dezelve  met  vuur- 
en  welfprekendheid ,  hij  werd  deswegens  bij  zijne 
Orde  aangeklaagd ,  maar  deze  hielden  hem  de  hand 
boven  het  hoofd  tegen  de  Franciskanen ;  doch  hun- 
ne menschiievende  pogingen  waren  niet  in  (laat,  om 
de  ongelukkige  Indianen  van  Slavernij  te  bevrijden, 
zelfs  verklaarde  Koning  ferdinand  in  het  jaar 
1513?  ^^^  'lij?  na  behoorlijke  overweging,  gevonden 
had,  dat  Aeze  Slavernij  naar  Goddelijke  en  men- 
fchelijke  regten  kon  geregtvaardigd  worden,  alzoo 
zij  anders  onmogelijk  tot  het  Christendom  gebragt 
konden  worden;  hij  de  Koning  en  zijn  Raad  namen 
derhalven  dezelve  op  hun  geweten,  en  alle  geestelij- 
ken hadden  zich  te  wachten,  van  daar  tegen  te  pre- 
diken. Evenwel  gebood  de  Koning,  dat  men  de 
Indianen  zachter  behandelen  zoude.  De  Domini- 
hanen  verlieten  hier  op  grootendeels  het  eiland  San 
Domingo^  terwijl  de  genen,  die  bleven,  voortgingen, 
tegen  deze  Slavernij  te  prediken. 

BARTHOLOMEUS   DE  LAS   CASAS ,    ccn   Spaanfche 
Aa  5  gees- 


378  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       geestelijke,  die  met  KOi.UMBUS,  op  deszelfs  tweede 

BOEK     reize ,  te  Hhpaniola  of  San  Domingo  gekomen  was  , 

Hoofdft.  ^"^^^  ^^^^   inzonderheid  het   lot  der   Indianen  aan, 

na  C.  G,  en  reisde  zelfs  in  het  Jaar  1516  weder  naar  Spanje  ^ 

tori  5 17.  ^^  ^^"  ^^^  ^^^  ^^"  FERDiNAND  tot  hunnc  bcvrij- 
■■■  ding   te  arbeiden;   maar   deze   Vorst  in   dat   zelfde 

jaar  overleden  zijnde,  nam  de  Regent  van  Spanje 
xiMENES,  zijne  klagten  aan  en  zond  las  casas  te- 
rug naar  Amerika^  om  menschlievender  fchikkingen 
te  maken.  Doch  de  eigenaars  der  Slaven  boden 
hem  zoo  hevigen  tegenftand ,  dat  hij  gevaar  van  het 
leven  liep,  en  in  een  Klooster  moest  vlugten.  Hij 
keerde  in  het  jaar  151 7  weder  naar  Europa^  alwaar 
de  nieuwe  Koning  van  Spanje^  karel  ,  de  regering 
aanvaard  had.  Bij  deszelfs  Nederlandfche  Staats- 
dienaren vond  DE  LAS  CASAS  ZOO  vccl  ingang,  dat: 
de  vrijheid  der  Indianen  dadelijk  befloten  werd, 
maar  daartegen  werd  vastgefteld ,  Slaven  in  de  Por» 
tugeefche  bezittingen  in  Afrika  te  koopcn,  en  die 
naar  Amerika  over  te  voeren ,  welke  flerker  bevon- 
den werden  van  ligchaamsgetlel  tot  den  arbeid  ,  voor- 
al^ de  mijnen  ,  dan  de  zwakkere  Amerikanen.  Hier 
uit  ontftond  de  Slavenhandel^  die,  tot  fchande  van 
het  mcnschdom,  nog  tot  in  onze  tijden  gedreven 
wordt ,  en  welke  aan  Millioenen  Afrikanen  de  vrij- 
heid en  het  leven  gekost  heeft,  de  las  casas  on- 
dernam, ver  van  de  Spanjaarden^  op  het  vaste 
land  van  Amerika  eene  Volkplanting  van  Indianen 
\  aan  te  leggen ,  maar  deze  onderneming  mislukte  zoo 
geheellijk,  dat  hij  allen  moed  verloor  en  zich  in  eeu 
Dominikancr  Klooster  te  Domingo  begaf.  Onclcr- 
tusFchen  moesten  alle  Indianen  y  onder  de  Spaanfche 

ge- 


GESCHIEDENIS.  379 

gehoorzaamheid,  Christenen  worden,  terwijl  'erdoor       V 

ftren^c  divangmiddelen  gezorgd  werd ,  dat  zij  daar-     '^J*-'* 

bij  blijven  moesten.  Hoofdft. 

Nog  werd  'er  onder  de  regering  van  ferdinand  "a  C.  G, 

en   IZABELLA,    eene  Bekeer  ing   tot  ftand  g^n^^gt,  [^^^      '  j^ 

door  oorlog  en  geweldige    middelen,   de    bekecring 

nameliik  der  Moren  of  Arahiercn  'm  Spanje.     Deze  ^"^kee- 

,  .  .    r'ng  der 

hadden ,  van  alJe  hunne  voorgaande  verovenngen  m  Mcoren 

dat  land,  alleen  nog   de    ftad    Gonada  overig;  deze  inSranje. 
werd  in  het  jaar  1492,  het  jaar  der  ontdekking  van 
Amerika^  door  ferdinand,  bij  verdrag  ingenomen , 
onder  beding,    dat   de    Moren    hunne    vrije    Gods- 
dienstoefeningen en  regten  zouden  behouden. 

Deze  (lad  was  de  laatfte  toevlugt  der  Moren  ge- 
weest, van  welken  men  rekende,  dat  'er  zich  nog 
ten  minsten  twee  Millioenen  in  Spanje  bevonden, 
ook  hadden  afgevallene  Christenen  derwaarts  de  wijk 
genomen ,  van  welken  men  in  de  ftad  Granada  al- 
leen wel  50,000  telde ,  en  door  geheel  Spanje  omtrent 
500,000  Moren  van  Christelijke  afkomst.  Na  de 
verovering  der  ftaH  werd  het  werk  der  bekeering  van 
deze  en  genen  ondernomen ,  en  door  den  Koning  en 
Koningin  opgedragen  aan  franciscüs  ximenes  de 
ciSNEROS,  Aartsbisfchop  van  Toledo^  en  men  be- 
floot,  dat  de  Mtihammedanen  in  het  Koningrijk 
Granada  het  Christendom  aannemen  of  het  land  zon- 
den moeten  ruimen.  ximenes  overleide  met  den 
Aartsbisfchop  van  Granada^  om  eerst  de  Priesters 
door  zachtheid  en  gefchenken  te  bewegen  tot  het 
Christendom;  dit  gelukte  vrij  wel,  zoodat  eeni?e 
duizenden  zich  lieten  doopen.  Maar  vele  anderen 
Weven  ongezind ,  en  merkten  dit  gedrag  veeleer  aan 

als 


38o  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       als  een  verbreken  van  de  voorw.iarüe  der  overgave , 

BOEK     ^g  vrijheid   van  Godsdienst.       Doch  dezen  werden 

Hoofr^ft.   ^^s  Oproermakers  behandeld.       Onder  hen  was   een 

na  C.  G.  aanzienlijk  man   zegri    genoemd,   welken   ximenes 
Taario73.  ••         ,r       „  ,         .     ,  . 

^jjjj-  aan   zijnen  Kapeliaan  pieter  van  Leon  m  bewaring 

— - —  gaf,  om  hem,  op  welke  wijze  ook,  te  bckecren, 
die  hem  ook ,  na  vergeefs  den  weg  van  vleijen  en 
gefchenken  beproefd  te  hebben,  zoo  ftreng  behan- 
delde, dat  ZEGRI  bezweek  en  het  Christendom  aan» 
nam.  Zoo  ijverig  was  de  bekeeringszucht  van  xime»- 
NES,  dat  hij,,  die  anders  een  beminnaar  en  voorftan- 
der  der  wetenfchappen  was,  thans  alle  affchriften 
van  den  Koran  en  andere  boeken  der  Arabieren  van 
Godsdiendigen  inhoud ,  wel  ten  getale  van  5,000 , 
openlijk  liet  verbranden.  Alleen  behield  hij  de  wer- 
ken over  de  geneeskunde,  welke  hij  naderhand  aan 
de  Hooge  School  te  Alhala  de  Henares^  Complum 
turn,  door  hem  in  het  jaar  1509  gedicht,  vereerde. 
Zijne  ftrengheid  bragt  dra  een  Oproer  te  weeg, 
waarbij  in  de  groote  voorftad  van  Graiiada ,  Albai' 
s:en,  twee  Cluisteneu  uk  liet  gevolg  van  den  Aarts-- 
bisfchop  het  leven  verloren;  maar  nu  werd  den  in. 
gezetenen  dier  voorftad  flechts  de  keuze  gelaten  van 
den  dood  of  den  doop;  welken  laatften  de  meesten 
verkozen.  Nu  gebood  de  Aartsbisfchop  talave- 
RA,  dat  men  deze  nieuvvgedoopten  in  den  Christe- 
lijken  Godsdienst  zou  onderwijzen ,  en  ten  dien 
einde  fommige  afdeelingen  der  H.  Schrift,  en  an- 
dere in  het  Arabisch  zou  vertalen;  maar  xBiENfiS 
beweerde,  dat  men  da  H.  Schrift  niet  aan  de  ver- 
achting der  nieuwbekeerden  moest  blootftellen,  dat 
men  hun  ceist^het  Christendom  geliefd  moest  ma- 
ken. 


GESCHIEDENIS.  ^gf 

ken ,    en    dan    eerst    hen    in    hetzelve    onderwijzen       V 
moest.      Zeker  eene  zeldzame    liandehvijzel      Ook     ^°J^ 
konden  wel  katechismen,  gebeden,   bevatteliike  ver-  Hoofdll. 
klaring^^n   van  het  geloof  enz.    in  de  Arahifche  taal  i^  C.  G» 
overgebragt  worden,  maar   den  Bijbel  moest  men  in  ^^^  1517' 

die  drie  talen  laten  ,    in    walken   het  oprchrift  boven   . 

JEZUS  kruis  bevat  was.  En  dit  gevoelen  kreeg  ook 
de  ovoihand.  Naderhand  hebben  de  Moren  van  tijd 
tot  tijd  opftand  verwekt,  waar  van  het  gevolg  tel- 
kens was,  dat  de  overwonnenen  tot  het  Christen- 
dom gedwongen  werden ,  tot  dat  eindelijk  onder 
de  regering  van  filips  II  al  de  Moren  uit  Spanje 
verdreven  werden. 

Den  toeftand  der  Joden  ^  van  welken  wij  thans  ToeOnnd 
Rog  kortelijk  moeten  fpreken ,  leeren  wij ,  ten  aan-  ^^s''  To<^en 
zien  van  de  Oosterfche  J')den  in  het  begin  van  Oosten, 
dit  Tijdvak ,  best  kennen  uit  de  Reisbefchrijving 
van  den  vermaarden  Jood  bf.njaimin  van  Ttidela  ^ 
in  het  jaar  1160  en  volgende,  in  welke  befchrij- 
ving  wel  vele  vergrootingen  en  beuzelingen  voorko- 
men, maar  welke  over  het  geheel  echt  en  naar 
waarheid  is;  als  ook  uit  de  Reisbefchrijving  van 
zijnen  tijdgenoot  petachias.  —  In  het  Westen 
was  in  het  begin  van  dit  Tijdvak  hun  toefliand  dra- 
gelijk ,  voornamelijk  in  Duitschland  ,  alwaar  zij 
zelfs  in  grooten  aantal  waren  ,  en  in  de  voornaamfte 
fteden  aanzienelijke  Sijnagogen  en  Scholen  hadden. 
Maar  op  het  einde  der  Xlde  en  in  de  volgende 
eeuw  was  de  bijgeloovige  ijver  der  kruisvaarders  hun 
bijna  doodelijk.  De  ongeregelde  hoopen  volks ,  die 
naar  Palestina  trokken ,  vermoordden  duizenden  van 
Joden  in  het  doortrekken ,  en  plunderden  en  beroof- 
den 


382  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       den  hen.    Evenwel  verleenden  verfcheidene  Vorstea' 
^^^     hun  brieven  van  vrijwaring,  en  namen   hen  in  hun- 
Hoofdll.  "^  befcherming ,  onder  anderen  de  Keizer  frede- 
na  C.  G,  RIK  II  en  anderen;  ook  fchreef  de  vermaarde  iiern- 
tot  ici7*^^'^^»  ^^^  ^^^   Clarivaux ^   ten   hunnen    behoeve,. 
■  1,   ..1.    aan  de  Geestelijkheid  van  Duitschlancl.     Niet   min- 
der vonden  de  yoden  voorfpraak  en  befcherming  bij 
verfcheidene  Pausfen. 

De  wreedheden  tegen  de  'Joden  geoefend,  wer- 
den veelal  bewimpeld  en  verfchoond,  door  de  be- 
fchuldigingen ,  welke  men  tegen  hen  inbragt,  dat  zij 
niet  alleen  den  Christen  Godsdienst  fmaadden,  maar 
zich  ook  aan  moorden,  bijzonder  van  Christen  kin- 
deren fchuldig  maakten,  die  zij  op  hun  Paaschfeest 
;  zullen  gekruist  hebben,  waar  van  verfcheidene  voor- 

beelden bij  de  Schrijvers  van  dien  tijd  voorkomen, 
doch  welke  geene  genoegzame  zekerheid  hebben,  en 
tegen  welke  tot  ontfchuldiging  der  'Joden  veel  kaa 
ingebragt  worden. 

In  het  jaar  1172  verdreef  de  Koning  van  Franke 
ryk  riLiPS  augustus  de  yudcn  uit  Fraukrykj 
waar  zij,  door  hunnen  woeker  groote  rijkdommen 
verzameld  hadden;  een  zelfde  bevel  gaf  lodewyk 
IX  toen  hij  zich  in  het  jaar  IS52  in  Palestina  be- 
vond; ook  maakten  Pausfen  en  Kerkvergaderingen 
verfcheidene  bepalingen,  welke  de  Joden  of  druk- 
ten of  befchimpten,  onder  anderen  werd  bevolen, 
dat  de  Joden  zich  door  een  uiterlijk  teeken  aan 
hunne  kleederen  van  de  Christenen  zouden  onder- 
fcheiden.  In  de  XUIde  eeuw  werden  hun  hunne 
Boeken,  inzonderheid  de  Talmud^  ontnomen;  geen 
wonder,  dat  men  in  deze  tijden  weinige  voorbeel- 
den 


GESCHIEDENIS.  3S3 

den  vindt  van  Joden  ^  die  zich  tot  het  Christendom       V 

bekeerden,  daar  hun   haat  en  af  lieer  van  hetzelve    "^J^ 

veeleer  moest  toenemen.  Iloofdfï. 

*Jir  werden  wel   boeken   gefchreven  door  Christe-  na  C.  G. 

1     ev,   7  1    .  •    Taan  073, 

nen,   om  de  Joden  te  wederleggen    en  te   overtui- J^^      •  ^^ 

gen,  voornamelijk   verdient  hier  gemeld  te   worden  

het  Boek  van  raymund  i^iartini  in  de  XlIIde  Schriften 
eeuw,  hetwelk  hij  den  naam  gaf  van  Pugio  ;?^^« ,  den  te  be- 
en in  hetwelk  hij  de  Muhauimedanen  en  Joden  te- keereo. 
vens  wederlegt;  maarzij  deden  weinig  werking,  even 
min  als  de  gefprekken ,  welke  hier  en  daar  tusfchen 
Joodfche  en  Christen  Leeraars  gehouden  werden. 
Dus  waren  eigenlijke  bekceringen  der  Joden,  ten 
dezen  tijde,  eene  zeldzaamheid,  want  dat  velen  der- 
zdven,  om  het  doodsgevaar  te  ontkomen,  zich  lie- 
ten doopen,  of  dat,  gelijk  men  verhaalt,  in  het  jaar 
1295  in  KastiJie  gebeurd  te  zijn,  vele  Joden  het 
Christendom  hebben  aangenomen  ,  omdat  hunne 
mantels  op  eenmaal  met  een  verbazend  getal  witte 
kruifen  bedekt  waren,  of  dat  'er  in  Londen  in  de 
XlIIde  eeuw  een  duur  den  Koning  gefticht  huis  ge- 
weest zij,  waar  in  bekeerde  Joden  woonden,  kan 
enkel  dienen ,  om  aan  te  wijzen ,  wat  men ,  in  deze 
tijden,  door  hekeeren  verltond.  Wij  hebben  echter 
een  verhaal  van  eenen  bekeerden  Jood  ,  judas  ge- 
noemd, en  te  Keulen  geboren,  die  bij  den  Doop 
den  naam  van  herman  ontving ,  en  zelve  een  ver- 
haal van  zijne  bekeering  gefchreven  heeft,  welk  ver- 
haal vol  bijgeloovigheid  en  dweeperlj,  gedrukt  is  ' 
achter  de  Pugio  fidei  van  martini,  door  carp- 
zovius  uitgegeven. 
Des  te  minder  was  'er  reden,  om  eene  ware  re- 
de* 


2^  K  E  Pv  K  E  L  rj  K  E 

V  iklijke  bekeering  der  ^oden  ten  dezen  tijde  te  ver* 
BOEK  wachten,  daar  zij  aanzienelijke  geleerden  onder  hiun- 
Hoofdft.  "^  Natie  liadden ,  die  tegen  de  Leeraren  van  het 
m  C.  G.  Christendom  van  dezen  tijd  opwogen.  Trouwens 
tot'i?i^7  ^^^  ^^^^  ^^^^  Natie  verftrooid  en  verdrukt  was,  en 
■  I     hunne  voormalige  vermaarde  Scholen  te  Sora ,  Fum- 

heditha  en  elders  te  niet  waren  gegaan,  zij  hadden 
weder   op    andere   plaatfen   nieuwe    gefiiicht,   onder 
welke  de  School  te   Lunel  'm   Frankryk ,  niet  ver 
van    Bourdeaux  in    de   Xlïde    eeuw   zeer   vermaard 
was,  gelijk  ook    die   te    Kahira   of  Kaïro^  gedicht 
door    MAiMONiDES.      Onder    hunne    geleerden   zijn 
voornamelijk  beroemd  geworden,  Rabbi  aben  ezra, 
die  in  de  Xllde  eeuw  geleefd  en  tot  een  tijdgenoot 
gehad  heeft  R.  david  kijmchi,  die  tot  in  de  XlIIde 
eeuw  leefde,  R.  salomo  izaak,  gemeenelijk  raschi 
genoemd;   maar  de   grootfle  van  hunne  Leeraren  en 
Geleerden  was   R.  mozes   ben  maimon,   bekender 
met  den  naam  mai.monides,  of  bij  de  jfoden  bij  ver- 
korting RAMBAM,  die  in  het  jaar  1:31  te  Kordua  ter 
wereld  kwam,  en  in  de  H.  Schriften,  en  in  de  God- 
geleerdheid onder  de  Joden  niet  ligtelijk  iemand  bo- 
ven  hem   gehad  heeft.     In  de  XVde  eeuw   maakte 
zich  R.  IZAAK  ABARBANEL  ,  te  LisfaboH  in  het  jaar 
1437  geboren,   vermaard  door  zijne  Schriften.    Zoo 
dra  de  Drukkunst  in  de  XVde  eeuw  was  uitgevon- 
den, beijverden  ook  de  Joden  zich,  om  den  He- 
breeuwfchen  Bijbel,  himnen  Talmud  en  andere  Boe- 
ken in  druk  uit  te  geven;   hun  Boekdrukker  abra- 
HAi\i  BEN  CHAjiM  leverde  te  Soncino  in  het  jaar  1488 
het  eerst  eenen   druk   van  het  geheele  Oude  Testa- 
ment in  FqUo^     Ook  fchreven  reeds  in  de  XlVde 

eeuw 


GESCHIEDENIS.  385 

eeinv  hunne  Geleerden  opzettelijke  ftrijdfchriften  te-       v 
gen    de  Christenen ,  bijzonder  jom    tob    lipman  ,     ^°^* 
Schrijver   in  het  jaar   1399  van  een  boek  tegen  de  Hoofdft. 
Christenen ,  het  welk  hij  het   Boek  der  overwinning  ia  C.  G, 
noemde,  en  hetwelk  bij  de  Joden  in  groote  achting  J^^"°P* 
is.   —  Ook  in  deze  eeuwen   heeft   raen   de  Joden  . 

zware  befchuldigingen  van  moord  en  mishandeling 
der  Christenen  te  last  gelegd,  doch  hetgene  zij  van 
de  Christenen  dulden  moesten,  was  ook  van  dien 
aard ,  dat  ligtelijk  bij  hen  de  haat  en  wraak  tot  buiten- 
fporigheden  konden  overflaan;  uit  Frankryk  werden 
zij  verfcheidene  malen  verjaagd,  en  hunne  goederen 
verbeurd  verklaard;  in  Duitschland  werden  zij  in 
de  XlVde  eeuw  in  menigte  vermoord.  Een  vreesfe- 
lijke  pest,  welke  in  het  jaar  1348  in  Duitschland 
en  andere  landen  van  Europa  woedde,  werd  aan  de 
Joden  toegefchreven ,  die  dezelve  door  het  vergifti- 
gen der  bronnen  en  rivieren  zouden  veroorzaakt  heb- 
ben ;  en  zulk  een  ongerijmd  verdichtfel  vond  bij  het 
ligtgeloovig  volk  ingang  genoeg ,  om  de  Joden  aller- 
wegen te  vervolgen  en  te  vermoorden.  Zelfs  nog 
in  de  XVde  eeuw  werden  de  oude  befchuldigingen 
vernieuwd,  dat  de  Joden  Christen  kinderen,  inzon- 
derheid op  hun  Paaschfeest ,  kruifigden  en  ter  dood 
bragten.  Doch  de  hardde  flag  trof  hen  in  Spanje, 
in  welk  land  zij,  eeuwen  lang,  onder  de  Arahifche 
Heerfchappij  voornamelijk,  talrijk  en  vermogend  ge- 
weest waren.  Niet  alleen  dat  'er  in  de  X lilde  en  ' 
het  begin  der  XlVde  eeuw  verfcheidene  oproeren 
tegen  de  Joden  verwekt  werden,  maar  in  het  jaar 
1492  gaven  de  Koningen  ferdinand  en  izabella  , 
kort  na  de  bemagtiging  van  Granada,  £en  bevel, 
XV.  Deel.                   Bb                              dat 


386  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V        dat  alle   yoden   binnen    den  tijd   van  vier  maanden 

DOEK     Spanje  moesten  verlaten;  op  welk  bevel  de  'Joden, 

Hoofdft.  Dieer  dan  170,000  in  getal,  naar  Portugal^  Frank' 

na  C.  G,  Y-^k ^  Italis  en  /Afrika  weken;    aan  83,000  van  hen 

Tn  gr  £0*7  0 

tot  i-:!/   §^^  ^^  Koning  \2i\\  Portugal ,  jan  K  verlof,  om  in 
i*'  zijn  rijk  te  komen ,  onder  voorwaarden ,  van  voor  elk 

hoofd  acht  dukaten  te  betalen ,  en  binnen  een*  bepaal- 
den tijd  het  rijk  weder  te  verlaten ,  of  anders  Haven 
te  zullen  zijn;  hij  had  hun  beloofd,  tot  hun  ver- 
trek behulpzaam  te  zullen  wezen,  maar  de  yoden 
werden  van  de  Portugeefche  kooplieden  en  ichip- 
pers  zoo  mishandeld ,  dat  een  groot  deel  in  het  rijk 
blijven  moest,  die  toen  tot  lijfeigenen  gemaakt  wer- 
den. 'sKonings  opvolger  emanuel  ftelde  dezen 
echter  in  het  jaar  1495  weder  in  vrijheid ;  maar  ver» 
anderde  in  het  jaar  1496,  op  aanfporing  van  fer- 
DiNAND  en  izABELLA,  wcder  geheel  van  gezindheid 
jegens  dit  ongelukkig  volk :  en  beval  toen ,  dat  alle 
Joden ^  mannen  en  vrouwen,  die  zich  niet  wilden 
laten  doopen ,  binnen  eenen  bepaalden  tijd ,  het  rijk 
zouden  moeten  verlaten ,  of  lijfeigenen  worden.  Zelfs 
handelde  de  Koning  nog  verraderlijk  met  hen,  door 
te  bevelen,  dat  hunne  zonen,  die  niet  boven  de  14 
jaren  oud  waren,  hun  ontnomen  en  gedoopt  zouden 
worden,  hetwelk  de  Joden  in  de  uiterfle  wanhoop 
ftortte;  voorts  werd  het  verlof,  hun  tot  hun  ver- 
trek gegeven,  van  tijd  tot  tijd  uitgedeld,  en  einde- 
'  'lijk,  in  plaats  van  drie  havens,  alleen  Lhfahon  aan- 

gewezen, om  fcheep  te  mogen  gaan;  welk  een  en 
ander  oorzaak  was,  dat  velen,  te  laat  komende, 
binnen  den  bepaalden  tijd  niet  vertrekken  konden, 
en  dus  genoodzaakt  waren,  wilden  zij  geene  flaven 

we- 


GESCHIEDENIS.  387 

wezen,  den  doop  aan  te  nemen,  waar  op  zij  hunne       v 
kinderen  wederkregen,  en  zelfs  van  den  Koning  rij-    ^^ek 
kelijke   gefclienkcn   ontvingen.     Men   kan   ondertus-  Hoofdft, 
tchen  ligt  denken ,    wat  'er  van  de  echtheid  hunner  "^  C.  G, 
bekeering  ware;   ook   bleven    de    naUomeiingen  van  l^[  ^  y^' 
deze   bekeerde   yoden  bij    de  Porttigeezen  (leeds   in  ■ 

verachting,  en  werden  van  de  ooripronkelijke  PortU' 
geezen  met  den  naam  van  uiemve  Christenen  fteeds 
onderfcheiden ,  tot  dat  Koning  jozef  I  in  het  jaar 
1773  dit  onderfcheid  afgefchaft  en  verboden  heeft. 

Men  verhaalt  nog  wel  andere  bekeeringen  der  Jo- 
den ,  die  niet  door  geweld  zouden  te  v/ege  gebragt 
zijn ,  maar  welke  evenwel  weinig  geloof  baar  zijn , 
omdat  zij  aan  wonderwerken  worden  toegefchreven , 
welke  alles  behalve  de  kenmerken  van  echte  wonder- 
werken hebben.  Zoo  zullen  in  het  jaar  1515,  10.0 
Joden  te  Guadaïajara  in  Spanje  op  ééns  Christenen 
zijn  geworden ,  nadat  zij ,  als  ook  de  Christenen  dier 
ftad,  een  fneeuwwit  kruis  aan  den  hemel  gezien  had- 
den, hetwelk  na  eene  predikatie  van  een'  Franciska- 
ner  Monnik  over  het  Avondmaal  verfchenen  was. 
De  beroemde  Heilige  en  wonderdoener  de  Dominika' 
fier  viNCENTius  FERRiER,  bekeerde,  met  huipe  van 
den  Heiligen  Reus,  den  grooten  christoffel,  wel 
35,000  Joden  tot  het  Christendom;  een  Franciska- 
ner  Monnik  zal  te  Brescia  een  Christen  jongen ,  die 
van  een'  Jood  vermoord  was,  weder  levend  hebben 
gemaakt ,  waar  door  deze  moordenaar  met  zijn'  zoon 
tot  het  Christendom  bekeerd  werd. 

Van  meer  belang  was   het,  dat  men   nu  en  dan 

eenige  godsdienftige  gefprekken  met  de  Joden  hield , 

om  hen  van  de  waarheid  van  het  Christendom  te 

Bb  2  over- 


388     KEPvKELIJKE  GESCHIEDENIS. 

V       overtuigen,  fchoon   dezelve   doorgaans    zonder   iiit- 

BOEK     werking  bleven.     Dus  werd   in   het   jaar  1413  een 

Hoofdft.  gefprek  gehouden,  in  tegenwoordigheid  van  den  Paus 

na  C.  G,  BENEDICTUS  XII  te  Gironna  in  Katalonie,  tusfchcn 

tO^ISI^r'  HIERONYMUS  A   SANCTA  FIDE  ,   en  BERTRAND  ,    bci- 

>  de  gedoopte  Joden ,  met  eenige  voorname  Joodfche 

Leeraren,  waarvan  de  gemelde  hieronymus  een  be- 
rigt  gegeven  heeft  in  een  werk  door  hem  Hebrao- 
mastix  genoemd,  hetwelk  te  Frankfort  aan  den  Main 
in  het  Jaar  1602  gedrukt  is,  maar  waar  tegen  de  Jo- 
den twee  andere  Boeken  gefchreven  hebben. 

Voorts  zijn  'er  in  het  laatfle  der  XVde  eeuw  nog 
eenige  Schriften  tegen  de  Joden  in  druk  verfchenen, 
bij  voorbeeld,  van  petrus  niger  of  schwartz, 
eenen  Dominikaner  in  Duitschland  ^  van  eenen  Span- 
jaard, ALPHONSUS  DE  SPINA  ,    VICTOR  DE   CARBIN, 

en  anderen. 

Het  behoeft  tjïïs  intusfchen  geheel  niet  te  verwon- 
deren, dat  de  Joden  ^  niettegenfl:a?nde  alle  deze  po- 
gingen, ongeneigd  hieven,  om  zich  met  de  Chris- 
tenen te  vereenigen;  de  vervolgingen  en  het  geweld 
konden  niet  dan  haat  en  afkeer  in  de  gemoederen 
dezer  verdrukte  Natie  verwekken;  en  het  Cliristen- 
dom,  hetwelk  men  hun,  in  deze  eeuwen,  geduren- 
de dit  Tijdperk ,  zocht  te  doen  aannemen ,  was  ge- 
heel verbasterd  van  zijne  oorfpronkelijke  zuiverheid 
en  eenvoudigheid,  en  een  ftelfel  van  Bijgeloof  of 
Priesterheerschzucht  geworden. 

Einde  van  het  Vijftiende  DeeL 


«/» 


'  >'■    V 


.••'♦■   ■•■ 


'.f 
-  •         •>'    . 

V     '  ':'r' 
•    .■■'  ■•  • 
.••  •  •'   '• 


■\       ■*•■/•■  • 


'>..-■ 


-...■/•■.  .V.-.  ■  ■. 


.,•::•■■-  ••    •  •••^  ;--v'(;>-^v  :■•'■•  ^-  •  ^  ■».■■•...;■  ■.:     *:  •  '  . 

•  ■,v"': -:■  .^  .^  ..*;-»v  -  -l^  >■    -     ■.*■<•.     •  ......••-■■'■••    i-v;; 


..  ..5. 


JV:     '...'     .^..     .• 


.-       ....       ^• 


•,'%*■  '■...^' 


^-